• No results found

Vleermuizen in de Vesting Diest. Wintertellingen 2018

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vleermuizen in de Vesting Diest. Wintertellingen 2018"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Natuurpunt Studie

contact: studie@natuurpunt.be Coxiestraat 11 • 2800 Mechelen

studie@natuurpunt.be • www.natuurpunt.be

Vleermuizen

in de

Vesting Diest

Rapport wintertellingen 2018

(3)

TERREINWERK Wout Willems, Hans Roosen, Els Lommelen, Dirk Hautekiet, Bart Mulkens, Sam Bennekens & Jeremie Guyon

TEKST EN FOTO’S Wout Willems & Hans Roosen (wout.willems@natuurpunt.be)

EINDREDACTIE Jorg Lambrechts

Wijze van citeren:

Willems W. & Roosen H. 2018. Vleermuizen in de Vesting Diest. Rapport wintertellingen 2018. Rapport Natuurpunt Studie 2018/29, Mechelen.

© mei 2018

Met steun van de Provincie Vlaams-Brabant, partner voor natuur.

Met dank aan de vrijwilligers en collega’s van Natuurpunt voor hun bijdrage.

Voorpagina: Poortgebouw Citadel van Diest. (Foto Wout Willems)

(4)

Inhoudsopgave

Samenvatting ... 4

1 Methode en medewerkers ... 5

2 Fort Leopold ... 6

2.1Onderzochte fortdelen ... 6

2.2Resultaten ... 6

2.3Bespreking van de resultaten ... 7

2.4Kaartmateriaal Fort Leopold ... 8

3 Stadsomwallingen ... 10

3.1Onderzochte locaties ...10

3.2Resultaten ...11

3.3Bespreking van de resultaten ...11

4 Citadel van Diest ... 13

4.1Onderzochte citadeldelen ...13

4.2Resultaten ...13

4.3Bespreking van de resultaten ...14

4.4Informatie voor interpretatie ...15

4.5Kaartmateriaal Citadel van Diest ...15

5 Aanbevelingen voor verder onderzoek ... 23

6 Referentielijst ... 24

(5)

4

Samenvatting

In de winter van 2017-2018 hebben Natuurpunt Studie en haar Vleermuizenwerkgroep een telling gehouden van overwinterende vleermuizen in de Vesting Diest. Deze vestingswerken omvatten Fort Leopold, de stadsomwallingen en de Citadel van Diest. Voorliggend rapport geeft de resultaten van deze tellingen weer.

Fort Leopold is met 141 overwinterende dieren, wat aantallen betreft, de belangrijkste overwinteringsplaats van vleermuizen in Vlaams Brabant. Voor de verschillende soorten zijn binnen het fort duidelijke locatievoorkeuren te onderscheiden.

In de stadsomwallingen werden 15 vleermuizen geteld, waarvan 14 in Saillant 4 onder de voorwal.

In de Citadel werden 91 dieren aangetroffen, voornamelijk geconcentreerd in de bastions F en D, galerijen l en m, poortgebouw N, en de in de droge gracht uitstekende kelderlokaaltjes van kazerne E1. De aanbevelingen naar zonering, gedaan na eerdere wintertellingen en het zwermonderzoek van 2013-2015, worden gedetailleerder uitgewerkt en geactualiseerd.

De soortensamenstellingen in Fort Leopold, stadsomwallingen en Citadel bestaan voornamelijk uit eerder opportunistische soorten die vrij goed tegen een koudere en variabele temperatuur bestand zijn, en vaak ook in een relatief droge omgeving kunnen overwinteren. Zowel Citadel als Fort Leopold bieden echter enkele geschikte locaties voor vleermuizensoorten die aan een vochtiger en stabieler microklimaat gebonden zijn. Een uitbreiding van dergelijk microklimaat kan zowel in Fort Leopold, de stadsomwallingen als in de Citadel op verscheidene plaatsen bereikt worden. Hiervoor worden aanbevelingen gedaan.

(6)

5

1 Methode en medewerkers

Methode

Er werd een telling uitgevoerd van overwinterende vleermuizen in Fort Leopold op 17/02/2018 en in de Citadel van Diest en Stadsomwallingen op 27/02/2018, volgens de standaard telmethode die reeds meer dan 20 jaar gangbaar is in onder meer de Antwerpse fortengordels. De gebouwen werden ruimte per ruimte onderworpen aan een grondig onderzoek, waarbij alle mogelijke overwinteringslocaties (inclusief scheuren en andere holtes) nauwgezet werden bekeken. Hierbij werd gebruikt gemaakt van ladders en telescopische spiegels om ook moeilijk bereikbare holten of pijpen te kunnen inspecteren.

Medewerkers

Locatie Datum Medewerkers

Fort Leopold 25/02/2017 Hans Roosen(1), Bart Mulkens(1), Els Lommelen(1), Sam Bennekens(1), Jeremie Guyon(1)

Citadel 27/02/2017 Wout Willems(1,2), Dirk Hautekiet(1), Els Lommelen(1) Stadsomwallingen 27/02/2017 Wout Willems(1,2), Dirk Hautekiet(1), Els Lommelen(1)

(1) Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt

(2) Natuurpunt Studie

(7)

6

2 Fort Leopold

2.1 Onderzochte fortdelen

Grondplan en lokaalnummering

Tijdens de telling werd gebruik gemaakt van een gedetailleerd grondplan, waarbij de standaard kamernummering werd aangehouden die in 2014 werd toegekend (Kaart 1).

Onderzochte kamers

Een overzichtskaart van de onderzochte fortlokalen is te vinden op Kaart 2. Alle kamers van het fort werden onderzocht, met uitzondering van de lokalen 15 tot en met 24 en 82 tot en met 86 (woning conciërge).

2.2 Resultaten

Er werden in totaal 141 overwinterende vleermuizen gevonden, behorend tot (minimum) 6 verschillende soorten. Onderstaande tabel geeft een overzicht per soort, met de resultaten van eerdere tellingen1 ter vergelijking. Een visueel overzicht van de verspreiding van de dieren over het fort is te vinden op Kaart 2.

Als achtergrondinformatie:

Het onderscheid tussen sommige soorten is uiterst moeilijk, en vraagt soms zeer specifieke ervaring die niet eenvoudig kan opgebouwd worden. Afhankelijk van de tellers, kan dus op sommige tellingen onderscheid tot soortniveau gemaakt worden tussen de tweelingsoorten Baard- en Brandts vleermuis, terwijl op andere tellingen determinatie beperkt blijft tot de soortgroep Baard/Brandts vleermuis. Hetzelfde geldt voor het onderscheid tussen de verschillende Dwergvleermuis-, Myotis- en Grootoorsoorten.

Een dier wordt als ‘Vleermuis species’ genoteerd wanneer verdere determinatie tot soort- of groepsniveau onmogelijk is wegens zeer beperkte zichtbaarheid van het dier.

Tabel 1: resultaten vleermuizentellingen in Fort Leopold

Wetenschappelijke

Naam Soort 28/01/2001 5/03/2005 19/02/2009 8/01/2010 12/02/2014 18/01/2015 23/01/2016 25/02/2017 17/02/2018

Myotis daubentonii Watervleermuis 0 0 1 0 0 0 0 0 1

Myotis mystacinus Baardvleermuis 0 0 0 0 8 0 55 0 0

Myotis myst./brandtii Baard/Brandts vleermuis 12 26 22 29 81 40 8 8 91

Myotis nattereri Franjestaart 0 0 0 5 0 1 4 1 4

Myotis emarginatus Ingekorven vleermuis 0 0 0 0 0 0 4 0 1

Myotis species Myotis species 0 0 3 7 3 3 2 0 3

Plecotus auritus Gewone grootoorvleermuis 0 0 0 0 3 2 7 1 1

Plecotus austriacus Grijze grootoorvleermuis 0 0 0 0 0 0 2 0 0

Plecotus species Grootoorvleermuis species 0 1 1 1 0 1 0 0 0

Pipistrellus pipistrellus Gewone dwergvleermuis 0 0 1 0 64 26 49 0 0

Pipistrellus species Dwergvleermuis species 0 4 0 7 1 15 0 40 36

Eptesicus serotinus Laatvlieger 0 0 0 0 1 0 0 0 1

Chiroptera species Vleermuis species 2 4 0 9 9 5 4 10 3

Totaal 16 35 28 58 170 93 135 133 141

1Bron: Databank Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt vzw

(8)

7

2.3 Bespreking van de resultaten

Algemeen

Het totaal aantal overwinterende vleermuizen is vergelijkbaar met het voorgaande jaar. De aantallen in het fort tonen van jaar tot jaar vrij sterke schommelingen. Het merendeel van de overwinterende dieren behoort tot twee soortgroepen: Baard/Brandts vleermuizen en Dwergvleermuizen. De totaalschommelingen zijn dan ook te wijten aan de schommelingen van deze soortgroepen, die echter beide in het algemeen een stijgende trend vertonen.

Te vermelden valt dat de Ingekorven vleermuis, die in 2016 voor de eerste maal (en ineens met 4 exemplaren) werd aangetroffen, na een jaar afwezigheid terug met één exemplaar aanwezig was. Ook van de Watervleermuis en Laatvlieger, beiden al meerdere winters niet meer aangetroffen, werd telkens één dier gevonden. Grijze grootoorvleermuis werd deze telling niet aangetroffen.

Locaties

De verdeling van de overwinterende vleermuizen in het fort is vrijwel identiek als deze van de voorgaande winter. Dit bevestigt de bevinding dat de vleermuizen vrijwel in alle onderzochte fortdelen overwinteren, met het zwaartepunt van de aantallen in de lokalenketen van de escarpgalerij (lokalen 26 t/m 55). Ook de spreiding per soort over het fort is over de afgelopen winters vrij consistent. Dwergvleermuizen overwinteren voornamelijk in de rechtse helft van de escarpgalerij, terwijl Baard/Brandts vleermuizen eerder verspreid over deze galerij overwinteren. In de centrale toren van het fort overwinteren daarentegen verhoudingsgewijs minder Dwergvleermuizen, en die locatie blijkt eerder in trek voor dieren van de Myotis-groep: Baard/brandts vleermuis, Franjestaart en Ingekorven vleermuis.

De kamers van de eerste verdieping van de linkse gekazematteerde batterij (lokalen 88 t/m 92) zijn vrij droog en tochtig. Gecombineerd met een gemis aan microschuilplaatsen aldaar, maakt dat dat er nauwelijks vleermuizen overwinteren. Het open karakter van de lokalen, met daarenboven grote open ramen als invliegopening, maakt daarentegen dat deze kamers wel belangrijk zijn als zwermlocatie (Willems et al., 2013;

Willems & Willems, 2016).

Potenties

De bevindingen betreffende potenties van de site zijn identiek aan deze in het vorige winterrapport. De soortensamenstelling bestaat vrijwel volledig uit soorten die typisch zijn voor vrij droge verblijfplaatsen (Gewone dwergvleermuis), of die eerder een vochtige omgeving verkiezen maar afhankelijk van de omstandigheden zich ook naar drogere omstandigheden kunnen schikken (Gewone grootoorvleermuis, Baard/Brandts vleermuis). De huidige soortenverhouding is vrij logisch, gezien Fort Leopold voor een groot deel uit relatief droge en aan temperatuursschommelingen onderhevige lokalen bestaat.

Een aangepaste inrichting (bijvoorbeeld van de vochtiger maar tochtige kelderlokalen 25 en 56) kan de potenties voor meer veeleisende soorten als Watervleermuis en Franjestaart verhogen. Aanpassingen hiervoor in eventuele andere lokalen moeten goed doordacht worden, omdat dit niet ten nadele mag gebeuren van de huidige populaties koudeminnende soorten waarvoor het fort een belangrijke rol vervuld.

De overwinterende Ingekorven vleermuizen die in 2016 en 2018 werden aangetroffen, tonen aan dat het fort ook voor deze soort zekere potenties bezit. De dieren werden aangetroffen op zeer specifieke plaatsen: in opgaande gaten in de plafonds, ontstaan door uitgevallen bakstenen. Het zijn ook deze locaties die de dieren in het najaar gebruiken als dagverblijfplaats. Bovendien lijkt deze middentoren momenteel het best gebufferde deel wat temperatuursschommelingen betreft.

Dat de Ingekorven vleermuis reeds overwinterend werd vastgesteld, en het fort als zwerm- en dagverblijfplaats wordt gebruikt in het najaar, indiceert dat specifieke ingrepen ten behoeve van deze soort een succesvol resultaat kunnen opleveren. Zware technische ingrepen blijven evenwel afgeraden (wegens behoud monumentwaarde), maar gerichte aandacht ter voorkoming van verstoring (betreding en verlichting vermijden op de hanglocaties), en het ophangen van specifieke hangkasten voor Ingekorven vleermuis zijn haalbare maatregelen. Een bijzonder aandachtspunt is in dat geval wel dat locaties voor dergelijke kasten weloverwogen gekozen moeten worden: op plaatsen die een geschikt klimaat voor de soort bieden, maar combineerbaar met het huidige/gewenste gebruik van de lokalen. Het aantrekken van Ingekorven vleermuizen naar een overwinteringsplaats waar zij potentieel verstoord worden, doet immers meer kwaad dan goed.

(9)

8

2.4 Kaartmateriaal Fort Leopold

Kaart 1: lokaalnummering Fort Leopold, geljikvloers (links) en verdieping.

(10)

9 Kaart 2: resultaten wintertelling vleermuizen van 17/02/2018 te Fort Leopold, met aanduiding van de onderzochte lokalen.

(11)

10

3 Stadsomwallingen

3.1 Onderzochte locaties

Benaming van de locaties

Een overzicht van de gebruikte namen voor de verschillende locaties wordt weergegeven op Kaart 3. Met de benaming ‘poterne’ wordt een ondergrondse bomvrije gang aangeduid. Met ‘batterij’ wordt gedoeld op (de locatie voor) een reeks artillerie-wapens. De (halfopen) kamers waar geschut stond opgesteld zijn kanonskelders, de nabijgelegen (gesloten) lokaaltjes zijn de kruitkamers.

De hoofdwal is de aarden wal die dichtst tegen de stadskern van Diest gelegen is. De voorwal is de verder naar het front gelegen aarden wal, aan de overzijde van de hoofdgracht.

Onderzochte gebouwen en kamers

De onderzochte locaties zijn de gebouwen van Saillant 4 onder de voorwal, en de gebouwen van de Schaffense poort (onder voorwal en hoofdwal). Een overzicht van de onderzochte lokalen worden weergegeven op Kaart 4.

Kaart 3: overzicht gebouwen van de stadsomwallingen. De groene stip duidt de ingang van de bouwwerken aan.

(12)

11

3.2 Resultaten

Er werden in de onderzochte gebouwen van de omwallingen in totaal 15 overwinterende vleermuizen gevonden, behorend tot (minimum) 3 verschillende soorten. Onderstaande tabel geeft een overzicht per soort, met waar beschikbaar de resultaten van voorgaande jaren ter vergelijking2. De exacte locatie van de vleermuizen wordt weergegeven op Kaart 4.

Tabel 2: resultaten vleermuizentellingen in de stadsomwallingen

Saillant 4 voorwal Schaffense poort voorwal

Soort 29/01/2012 26/01/2014 18/01/2015 23/01/2016 22/02/2017 27/02/2018 13/02/2011 29/01/2012 26/01/2014 18/01/2015 23/01/2016 22/02/2017 27/02/2018

Baardvleermuis 0 10 0 7 4 7 0 0 1 0 4 2 0

Baard/Brandts vleermuis 4 0 8 2 0 3 1 2 0 4 0 0 1

Franjestaart 0 0 0 0 2 1 0 0 0 0 0 0 0

Gewone grootoorvleermuis 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Gewone dwergvleermuis 0 0 0 5 0 3 0 0 0 0 0 0 0

Dwergvleermuis species 2 3 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Laatvlieger 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Vleermuis species 1 1 1 1 3 0 0 0 0 0 0 0 0

Totaal 7 15 15 17 9 14 1 2 1 4 4 2 1

Schaffense poort hoofdwal Sluispoort Kazemat Halve Maan

Soort 26/01/2014 18/01/2015 23/01/2016 22/02/2017 27/02/2018 26/01/2014 18/01/2015 11/02/2011 29/01/2012 winter 2013 winter 2014 18/01/2015

Baardvleermuis 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Baard/Brandts vleermuis 0 0 0 0 0 0 0 2 4 0 0 1

Franjestaart 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Myotis species 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0

Dwergvleermuis species 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Vleermuis species 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0

Totaal 0 0 0 0 0 0 0 3 4 1 1 1

(Voor wetenschappelijke namen en achtergrondinformatie over de verschillende vermelde soortgroepen wordt verwezen naar 2.2)

3.3 Bespreking van de resultaten

Algemeen

De klimatologische omstandigheden zijn voor alle gebouwen onder de wallen vrij vergelijkbaar. De poternes en kanonskelders zijn erg open en tochtig. Enkel de kruitkamers bevatten een beperkte temperatuursbuffer, maar deze zijn zonder uitzondering erg droog en stoffig.

De soortensamenstelling bestaat voornamelijk uit soorten die typisch zijn voor vrij droge verblijfplaatsen (Gewone dwergvleermuis), of die eerder een vochtige omgeving verkiezen maar afhankelijk van de omstandigheden zich ook naar drogere omstandigheden kunnen schikken (Baardvleermuis). Deze soorten zijn

2Bron: Databank Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt vzw

(13)

12 relatief goed bestand zijn tegen koude en wisselende temperaturen. Enkel Franjestaart stelt iets hogere eisen (warmer, vochtiger en stabieler klimaat) aan zijn verblijfplaats. De gebouwen van de stadswallen zijn in principe minder geschikt voor deze soort, maar ze worden mogelijk wel meer (tijdelijk) gebruikt indien de buitentemperaturen hoger zijn (vooral dan begin- en einde van de winter).

Door het erg open en tochtige karakter zijn de dieren aangewezen op ofwel de kruitkamers, ofwel de plaatsen waar er zich spleten en scheuren bevinden. Typische verblijfplaatsen zijn, zowel bij de kanonskelders als kruitkamers, de spleten tussen de rand van het tongewelf en de buitengevel. Andere dieren kruipen weg in scheuren tussen bakstenen. De batterij van Saillant 4 onder de voorwal bezit relatief veel van dergelijke scheuren en spleten, waardoor hier ook het leeuwendeel van de dieren verblijft. Bij alle overige gebouwen is het aantal scheuren en spleten erg beperkt, en worden de kruitkamers (waar we toegang toe konden krijgen) erg verstoord, en er wordt regelmatig vuur in gemaakt.

Kaart 4: resultaten wintertelling vleermuizen van 22/02/2017 in de stadsomwalling van Diest. De grondplannen worden schematisch weergegeven.

Potenties

De bevindingen betreffende potenties van de site zijn quasi identiek aan eerdere winterrapporten (Willems &

Lambrechts, 2014; Willems & Roosen, 2015; Willems & Roosen, 2017). Voor een bespreking van de potenties verwijzen we dan ook graag naar deze rapporten.

(14)

13

4 Citadel van Diest

4.1 Onderzochte citadeldelen

Benaming van de citadeldelen

Tijdens de telling werd gebruik gemaakt van een gedetailleerd grondplan. Een overzicht van de gebruikte benamingen wordt weergegeven op Kaart 5 en Kaart 6.

Onderzochte ruimten

Een overzichtskaart van de onderzochte citadelruimten is te vinden op Kaart 7 en Kaart 8.

De meeste historische gebouwen werden bezocht. Kazerne I2 en galerij i werden niet bezocht, evenals delen van bastions D en H en kazerne G1 wegens het ontbreken van sleutels. Enkele individuele lokalen (in kazerne A2, bastion D, poortgebouw K, galerij m en wachtlokaal van Zichemse poort) waren om dezelfde reden ontoegankelijk.

Lokalen die op de overzichtskaarten noch als bezocht noch als niet-bezocht aangeduid staan, zijn lokalen die verdwenen zijn (stadsbastion J en een aantal lokalen van galerijen a en i).

De niet-historische, niet-grondgedekte gebouwen en loodsen werden niet geïnspecteerd, en worden niet verder besproken in dit rapport.

4.2 Resultaten

Er werden in totaal 91 overwinterende vleermuizen gevonden, behorend tot (minimum) 4 verschillende soorten. Onderstaande tabel geeft een overzicht per soort, met de resultaten van voorgaande winters ter vergelijking.

Tabel 3: resultaten vleermuizentellingen in de Citadel van Diest

Wetenschappelijke Naam Nederlandse naam 19/02/2013 12/02/2014 7/02/2015 3/02/2016 22/02/2017 27/02/2018

Myotis mystacinus Baardvleermuis 32 38 55 88 46 61

Myotis mystacinus/brandtii Baard/brandts vleermuis 9 24 15 2 3 13

Myotis nattereri Franjestaart 1 5 5 3 3 2

Myotis emarginatus Ingekorven vleermuis 1 0 0 0 0 0

Myotis species Myotis species 1 2 1 0 3 1

Plecotus auritus Gewone grootoorvleermuis 1 2 4 3 0 7

Plecotus austriacus Grijze grootoorvleermuis 1 0 0 1 0 0

Pipistrellus pipistrellus Gewone dwergvleermuis 7 5 3 1 1 6

Pipistrellus species Dwergvleermuis species 0 1 0 0 0 0

Chiroptera species Vleermuis species 2 4 2 0 0 1

Totaal 55 81 85 99 57 91

Ter achtergrondinformatie:

- Baard- en Brandts vleermuis zijn twee sterk gelijkende soorten. Het onderscheid kan slechts in optimale omstandigheden (frontaal zicht op snuit) gemaakt worden.

- Myotis species en Pipistrellus species: vleermuizen behorend tot respectievelijk de Myotis-groep en Dwergvleermuisgroep, waarvan verdere determinatie tot op soortniveau niet mogelijk is wegens beperkte zichtbaarheid van soortspecifieke kenmerken.

- Vleermuis species: verdere determinatie tot soort- of groepsniveau onmogelijk wegens zeer beperkte zichtbaarheid van het dier.

Een visueel overzicht van de resultaten per lokaal van deze telling is te vinden op Kaart 7 en Kaart 8.

(15)

14

4.3 Bespreking van de resultaten

De conclusies van de wintertelling uit 2013 werden in een uitgebreid rapport gegoten (Willems & Lambrechts, 2013), en met meer beknopte rapporten aangevuld na de tellingen van 2014, 2015, 2016 en 2017 (resp.

Willems & Lambrechts, 2014; Willems & Roosen, 2015; Willems, 2016; Willems & Roosen, 2017). Voor uitgebreide achtergrondinformatie, toelichting van implicaties met betrekking tot de aanwezigheid van vleermuizen en voor specifieke aanbevelingen naar herbestemming en beheer van de verschillende citadeldelen wordt verwezen naar deze rapporten. Rechtstreekse downloadlinks naar deze rapporten zijn te vinden in de referentielijst (hoofdstuk 6).

De resultaten van de telling van 27 februari 2018 zijn vrijwel een perfecte doorslag van eerdere tellingen. Iedere wintertelling bevestigt opnieuw het belang van de citadeldelen waar ook tijdens eerdere tellingen winterslapende vleermuizen werden aangetroffen, en toont eveneens aan dat andere delen van de citadel daarentegen weinig of geen potenties voor overwinterende vleermuizen bieden. De vleermuizen zijn erg consistent in het gebruik van de verschillende citadeldelen voor overwintering.

De belangrijkste kennishiaat die tijdens de telling gevuld werd betrof het museum (Pegasus) in kazerne A2.

Deze ruimten werden nog nooit eerder op vleermuizen onderzocht. Deze museumlokalen blijken ontoegankelijk voor vleermuizen, en vormen hier ook geen ongeschikt habitat voor.

Het belang voor overwinterende vleermuizen per citadeldeel, gebaseerd op de wintertellingen 2013 tot en met 2018, werd in een geactualiseerd overzicht gegoten (achteraan dit verslag te vinden, Kaart 9 en Kaart 10). Als opmerking bij deze kaarten moet vermeld worden dat niet alle citadeldelen ieder jaar bezocht werden. Het weergegeven belang voor overwintering van de diverse delen houdt zowel rekening met de aantallen aangetroffen dieren over de verschillende onderzoeksjaren als met het aantal bezoeken.Dit geeft daarom een correcter beeld weer dan enkel de resultaten van de laatste telling. Deze kaarten verschillen niet wezenlijk ten opzichte van de eerdere versies hiervan uit het laatste winterrapport (Willems & Roosen, 2017).

Voor een uitgebreide bespreking van de verschillende citadeldelen, inclusief een beschrijvende opsomming van alle scheuren en barsten die van belang kunnen zijn voor overwinterende vleermuizen, wordt verwezen naar het winterrapport van 2015 (Willems & Roosen, 2015). De resultaten van 2018 liggen volledig in lijn met deze eerdere bespreking.

Ook de aanbevelingen voor zonering bij herbestemming zijn geactualiseerd, mede rekening houdend met de zwermfuncties die vastgesteld werden tijdens zwermonderzoek in verschillende delen van de Citadel:

- poortgebouw N (Zichemse poort) in 2013 (Willems & Lenaerts 2013) - lunet l, galerij m en poortgebouw K in 2014 (Willems 2014)

- bastions en tenailles in 2015 (Willems 2015)

Geactualiseerd kaartmateriaal van de aanbevolen zonering (Kaart 11) is achteraan dit verslag toegevoegd.

(16)

15

4.4 Informatie voor interpretatie

Tijdens de wintertelling van 2017 werden er een aantal urgente problemen vastgesteld die in het winterrapport opgelijst werden (Willems & Roosen, 2017). Een overleg rond deze problematiek (oktober 2017) resulteerde in het bepalen van een aantal acties om deze problemen op korte termijn op te lossen. We bieden hieronder een kort overzicht van de situatie vastgesteld tijdens de wintertelling van 2018. Dit overzicht is geen tussentijdse evaluatie van de stand van zaken, maar dient louter om de huidige telresultaten correct te kunnen interpreteren.

Er werden tijdens de wintertelling van 2018 geen nieuwe problemen vastgesteld.

- Afsluiten vliegopening naar lokalen 1K01 en 1K02 Probleem nog steeds aanwezig.

- Ingrepen aan lunet l Problemen nog steeds aanwezig.

- Afsluiten van doorgang naar kelderlokalen galerij m Probleem nog steeds aanwezig.

- Verstoring van dagverblijfplaats van Ingekorven vleermuizen

Probleem opgelost. Verstoring door georganiseerde activiteiten wordt voortaan voorkomen.

- Geblokkeerde zwermzones in bastion F

Probleem opgelost. De constructies werden verwijderd.

- Lichtverstoring

Probleem nog steeds aanwezig.

- Verstoring van overwinteringszones

Probleem opgelost. Verstoring door georganiseerde activiteiten wordt voortaan voorkomen.

4.5 Kaartmateriaal Citadel van Diest

(17)

16 Kaart 5: gebruikte benaming citadeldelen gelijkvloers

(18)

17 Kaart 6: gebruikte benaming citadeldelen kelders

(19)

18 Kaart 7: overzicht onderzochte ruimten en overwinterende vleermuizen in de gelijkvloerse lokalen tijdens telling van 27 februari 2018

(20)

19 Kaart 8: overzicht onderzochte ruimten en overwinterende vleermuizen in de kelderlokalen tijdens telling van 27 februari 2018

(21)

20 Kaart 9: belang van de gelijkvloerse lokalen voor overwinterende vleermuizen.

(22)

21 Kaart 10: belang van de kelderlokalen voor overwinterende vleermuizen.

(23)

22 Kaart 11: aanbevolen zonering gebouwen. De kazernelokalen met gecombineerde functie stockage/vleermuizen betreffen enkel de kelderlokalen, voor de gelijkvloerse lokalen wordt herbestemming voor menselijk gebruik aanbevolen.

(24)

23

5 Aanbevelingen voor verder onderzoek

Omwille van het belang van de Vesting Diest voor vleermuizen is het jaarlijks monitoren van overwinterende vleermuizen ten zeerste aanbevolen. Bijkomende redenen hiervoor zijn tevens de lopende herbestemming van de Citadel, en de mogelijke tekoopstelling van Fort Leopold. Gedetailleerde en recente gegevens over het gebruik van de sites door vleermuizen zijn daarbij onontbeerlijk.

Een groot deel van bastion H en 5 lokaaltjes van bastion D van de Citadel van Diest zijn nog nooit onderzocht geweest op overwinterende vleermuizen. Het is vooralsnog onduidelijk in wiens beheer deze ruimten zijn, en waar de sleutels hiervoor kunnen bekomen worden.

Een inschatting van het belang van de ononderzochte delen voor vleermuizen is echter noodzakelijk om ook voor die delen een gefundeerde zonering naar herbestemming toe te kunnen maken. Toegang tot alle niet eerder onderzochte delen tijdens een volgende wintertelling is daarom een belangrijk streven.

Het karteren van lokaalclusters en (potentiële) in- en doorvliegopeningen is een belangrijk instrument om tot een gefundeerde zonering te komen met betrekking tot vleermuizenfuncties, en om evoluties in activiteit/aantallen en ruimtelijk gebruik van zowel zwermende als overwinterende vleermuizen te kunnen monitoren en interpreteren. De methodiek hiervoor wordt beschreven in de handleiding voor zwermonderzoek in forten (Willems et al., 2016).

(25)

24

6 Referentielijst

 Willems, W. (2014). Vleermuizen in de Citadel van Diest. Zwermonderzoek 2014. Rapport Natuurpunt Studie 2014/25, Mechelen. 38p.

o https://www.natuurpunt.be/sites/default/files/documents/publication/2014- 25_zwermonderzoek_2014_vleermuizen_citadel_diest.pdf

 Willems, W. (2015). Zwermgedrag van vleermuizen in de bastions en tenailles van de Citadel van Diest.

Rapport Natuurpunt Studie 2015/18, Mechelen. 29p.

o https://www.natuurpunt.be/sites/default/files/documents/publication/2015-

18_zwermgedrag_van_vleermuizen_in_de_bastions_en_tenailles_van_de_citadel_van_dies t.pdf

 Willems, W. (2016). Vleermuizen in de Citadel van Diest. Rapport wintertelling 2016. Rapport Natuurpunt Studie 2016/23, Mechelen.

o https://www.natuurpunt.be/sites/default/files/documents/publication/2016- 23_vleermuizen_winter_2016_citadel_diest.pdf

 Willems, W. & Lambrechts, J. (2013). Vleermuizen in de Citadel van Diest. Rapport wintertelling 2013 met aanbevelingen naar herbestemming en beheer. Rapport Natuurpunt Studie 2013/5, Mechelen.

27 p.

o https://www.natuurpunt.be/sites/default/files/documents/publication/rapport_vleermuize n_citadel_diest_wintertelling_2013.pdf

 Willems, W. & Lambrechts, J. (2014). Vleermuizen in de Diestse versterkingen. Rapport wintertellingen 2014. Rapport Natuurpunt Studie 2014/12, Mechelen. 25p.

o https://www.natuurpunt.be/sites/default/files/documents/publication/rapport_wintertelli ngen_vleermuizen_in_diestse_versterkingen_2014.pdf

 Willems, W. & Lenaerts, A. (2013). Vleermuizen in de Citadel van Diest. Onderzoek naar zwermgedrag met aanbevelingen naar herbestemming en beheer. Rapport Natuurpunt Studie 2013/18, Mechelen, België, 41p.

o https://www.natuurpunt.be/sites/default/files/documents/publication/rapport_zwermged rag_vleermuizen_citadel_diest.pdf

 Willems W., Lenaerts A. & Lambrechts J. (2013). Vale vleermuis en Bechsteins vleermuis in Vlaams- Brabant. Onderzoek naar voorkomen en potenties, met adviezen voor beheer van historische gebouwen, bossen en landschappen. Rapport Natuurpunt Studie 2013/12, Mechelen.

o https://www.natuurpunt.be/sites/default/files/documents/publication/vale_en_bechsteins _vleermuis_vlaams-brabant.pdf

 Willems, W. & Roosen, H. (2015). Vleermuizen in de Diestse versterkingen. Rapport wintertellingen 2015. Rapport Natuurpunt Studie 2015/17, Mechelen. 31p.

o https://www.natuurpunt.be/sites/default/files/documents/publication/2015- 17_vleermuizen_in_de_diestse_versterkingen_wintertellingen_2015.pdf

 Willems, W. & Roosen, H. (2017). Vleermuizen in de Diestse versterkingen. Rapport wintertellingen 2017. Rapport Natuurpunt Studie 2017/7, Mechelen. 31p.

o https://www.natuurpunt.be/sites/default/files/documents/publication/2017- 7_vleermuizen_in_de_diestse_versterkingen_wintertellingen_2017.pdf

 Willems, W. & Willems, K. (2016). Zwermonderzoek vleermuizen Fort Leopold 26/08/2016.

Ongepubliceerd rapport. Mechelen. 6p.

o https://www.researchgate.net/publication/313799422_Zwermonderzoek_vleermuizen_For t_Leopold_26082016

(26)

25

Willems, W., Dekeukeleire, D., Janssen, R., Lefevre, A., Onkelinx, T., Swinnen, K., Verkem, S., Boers, K.

& Lambrechts J., 2016. Ontwikkeling van een onderzoeksmethode naar het zwermgedrag van vleermuizen in de Antwerpse fortengordels met het oog op het behalen van een goede staat van instandhouding. Natuurpunt Studie in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos. Rapport Natuurpunt Studie 2016/3, Mechelen

o https://www.natuurpunt.be/publicatie/zwermgedrag-van-vleermuizen-de-antwerpse- fortengordels-deel-3

(27)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel er wereldwijd meer dan 1000 soorten vleermuizen bestaan, komen er in Vlaanderen slechts een 20-tal voor.. Slechts enkele soorten komen zowat

In de winter houden vleermuizen een winterslaap op een verborgen plekje: huizen, holle bomen en grotachtige plaatsen.. Echte grotten zijn er niet

Voor een uitgebreide bespreking van de verschillende citadeldelen, inclusief een opsomming van alle scheuren en barsten die van belang kunnen zijn voor

In verschillende forten kregen eigenaars of beheerders bij de inrichting van gangen of lokalen voor vleermuizen steun van de Vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt of van het

• Waar liggen er bruikbare landschapselementen rond het fort, hoe zijn deze verbonden en in welke mate worden ze door vleermuizen gebruikt.. • Welke landschapselementen zijn er

De resultaten toonden dat de onderzochte bastions en tenailles worden gebruikt als zwermlocatie door minstens 7 soorten vleermuizen: Gewone dwergvleermuis, Baardvleermuis,

Het belang van deze citadeldelen voor overwinterende vleermuizen wordt daarom als matig ingeschat, en naar herbestemming toe wordt een combifunctie

Onderzoek naar overwinterende vleermuizen in 2013 en 2014 toonde aan dat de citadel een belangrijke winterverblijfplaats is voor deze dieren, en leidde tot