• No results found

Eindexamen havo natuurkunde 2012 - II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen havo natuurkunde 2012 - II"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen havo natuurkunde 2012 - II

© havovwo.nl

- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl

RTO

6 Na 4 sec is de snelheid 73 km/uur (aflezen in grafiek) ofwel 20,3 m/s

3,673 = 5,1m/s2

4 20,3

∆t

a = ∆v = = .

7 De verplaatsing = oppervlakte onder de snelheidsgrafiek.

Er zijn ongeveer

24,5 hokjes à 10 (s) · 50 (km/h) = 10 (s) · 50/

3,6 (m/s) = 139 m dus de afstand die het vliegtuig aflegt is

24,5 · 139 = 3,4 · 10 3 m

De baan is 4,0 km lang, ruim voldoende voor de test.

8 Aflezen in de grafiek: v max = 325 km/h = 325/

3,6 = 90,3 m/s E k,max = ½mv 2 = ½ · 5,9 · 10 5 · (90,3) 2 = 2,4· 10 9 J 9 0,40 · E kerosine = E k,max

kerosine 9 6,0 109

0,4 10

E = 2,4 =

1 m 3 kerosine levert 35,5 · 10 9 J,

je hebt dus 3

9 9

m 0,169 10

35,5 10

6,0 =

kerosine nodig.

Dat komt overeen met 1,7 · 10 2 L

10 Volgens de grafiek:

m/s2

43 3,76 67 3253,6

∆t

a ∆v =

=

=

F = m · a = 5,9 · 10 5 · 3,76 = 2,22 · 10 6 N Dat is per wiel minstens: 1,110 N

20 10

2,22 6 = 5

11 Bij het afremmen blijft de remkracht gelijk, want volgens de grafiek neemt de snelheid eenparig af, dus is de vertraging constant.

Bij het afremmen neemt het vermogen van de remmen af, want met P = F · v is in te zien dat bij constante remkracht en afnemende snelheid het (rem)vermogen afneemt.

De remmen van de wielen worden zeer heet omdat er meer energie per seconde aan de remmen wordt toegevoerd dan er per seconde door de remmen wordt afgestaan aan de omgeving.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als de kinderen het eindpunt naderen, stoppen ze met trekken en laten ze de boot uitdrijven zodat het schip tot stilstand komt. De gemiddelde wrijvingskracht tijdens het afremmen is

In figuur 2 is te zien dat de prisma’s er vervolgens voor zorgen dat het licht wordt gesplitst in bundels van verschillende kleuren.. In figuur 3 is weergegeven hoe een figuur 3

[r]

17 Harry heeft gelijk: gedurende de tijd dat er geen vonk overspringt, loopt er in de kring geen stroom waardoor over weerstand R geen spanning staat.. De volle spanning van 4,0

Uit deze centrale kun je, ook als het niet waait en het wateroppervlak op een voldoende laag niveau staat, energie betrekken.. Met deze centrale kun je windenergie op het moment dat

Die tussen G en 2 worden slechts gedeeltelijk teruggekaatst, de rest wordt gebroken.. De brekingsindex is kleurafhankelijk en dus ook

Als nu sensor 2 wordt gepasseerd voordat de teller op 64 staat (P wordt dan hoog) wordt M en tevens de teller gereset.. De teller springt terug op 0 en P blijft

3p 1 Bepaal in de figuur op de uitwerkbijlage welk punt van de tafel in A wordt afgebeeld.. Noem dat punt B en teken de lichtbundel waarmee dat punt B in A