• No results found

Vraag nr. 18van 15 januari 1996van de heer WALTER VANDENBOSSCHE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 18van 15 januari 1996van de heer WALTER VANDENBOSSCHE"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 18 van 15 januari 1996

van de heer WALTER VANDENBOSSCHE Serviceflats Invest – Brussel

Enige tijd geleden ontving ik de brochure "Aandelen Serviceflats Invest" van de voorzitter van de raad van bestuur van de NV Serviceflats Invest.

Bij lezing van het document – met enige interesse voor de draagwijdte van dit initiatief – stel ik vast dat het investeringsprogramma zich uitsluitend richt tot het Vlaams Gewest (pagina 7).

Het document meldt uitdrukkelijk : "Het totaal inves-teringsprogramma zal voor zestig percent op gelijke wijze worden verdeeld over de 5 Vlaamse provincies. De overige investeringen zullen voor zover als nodig worden gespreid, rekening houdende met de bevol-kingsdichtheid, demografische samenstelling en het aantal reeds bestaande serviceflats". Eveneens blijkt in de mogelijkheid tot samenwerkingsverband met OCMW's of caritatieve VZW's te zijn voorzien. Bij lezing van de statuten van de NV Serviceflats Invest blijkt in artikel 3 vermeld : "De vennootschap zal alle financiële, commerciële en industriële verrichtingen mogen doen die in verband staan met haar doel of die eenvoudig van aard zijn om de verwezenlijking ervan te bevorderen, en dit zowel in het binnen- als in het bui-tenland (sic)".

1. Waarom beperkt het maatschappelijk doel van de vennootschap zich tot het Vlaams Gewest ?

2. Waarom kan de Vlaamse Gemeenschap in de hoofdstad, volwaardig deelgenoot van de gehele Vlaamse Gemeenschap, niet participeren aan dit wettelijk initiatief ?

3. Om welke reden krijgt een parlementslid woonach-tig in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een uitno-diging tot participatie in het maatschappelijk kapi-taal ?

4. In welke mate dient de laatste paragraaf van artikel 3 van het maatschappelijk doel te worden begrepen : het binnenland, is dat alleen het Vlaams Gewest en is Brussel buitenland ?

5. In welke mate heeft de minister overwogen het maatschappelijk doel van de vennootschap te wijzi-gen om mogelijk te maken dat ook in het Hoofdste-delijk Gewest de Vlaamse bejaarden kunnen parti-ciperen in dit beleid ?

Antwoord

In het artikel 3 van de statuten van de NV Serviceflats Invest staat inderdaad het volgende vermeld : "De ven-nootschap zal alle financiële , commerciële en indus-triële verrichtingen mogen doen die in verband staan met haar doel of die eenvoudig van aard zijn om de verwezenlijking ervan te bevorderen, en dit zowel in het binnen- als in het buitenland".

Deze zinsnede, waarin "binnenland" gelijk staat met "België", is een typevoorbeeld van een

standaard-slot-formulering in de statuten van de NV waarbij het doel wordt omschreven.

Het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 1995 tot regeling van de vrijstelling inzake successierechten ver-bonden aan de maatschappelijke rechten in vennoot-schappen, opgericht in het kader van de realisatie en/of financiering van investeringsprogramma's van service-flats, beperkt de activiteiten van de NV echter in sterke mate.

Het artikel 2 van dit besluit stelt immers dat, opdat de maatschappelijke rechten in een vastgoedbeleggings-vennootschap in aanmerking komen voor vrijstelling van successierechten, deze vennootschap erkend moet zijn door de Vlaamse regering.

Erkenningsvoorwaarden zijn onder andere dat de Bevak haar maatschappelijke zetel in het Vlaams Gewest moet hebben, uitsluitend tot doel mag hebben het oprichten, financieren en realiseren van serviceflat-gebouwen, en het ingezamelde geld dient te besteden aan projecten over het volledige grondgebied van het Vlaams Gewest (artikel 2, 1°, 3° en 4°).

Deze erkenningsvoorwaarden zijn eveneens ingevoegd in het Wetboek der Successierechten via het artikel 54 van het programmadecreet Begroting 1995.

Wegens de autonomie van de NV Serviceflats Invest kan ik het maatschappelijk doel van de vennootschap niet wijzigen.

De vrijstelling van successierechten voor deze maat-schappelijke rechten is een bevoegdheid die tot het Vlaams Gewest behoort, zodat de gevolgen zich dus niet kunnen uitstrekken over het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Door het territoriali-teitsprincipe, één van de pijlers van de staatshervor-ming, ben ik niet bij machte de gevolgen van het besluit van 3 mei 1995 uit te breiden naar het Brussels Hoofd-stedelijk Gewest.

Aandelen worden door de promotoren van de Bevak (Bacob, KB, ASLK en Gemeentekrediet) aangeboden via het agentennet. Iedereen kan aandelen kopen, ook parlementsleden woonachtig in het Brussels Hoofdste-delijk Gewest. De aandelen worden trouwens op de beurs genoteerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Conform artikel 93 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 moet elke provinciale en ge- meentelijke beslissing inzake een voordeel ten bate van een ander

Decockstraat 54 ; Paloke – Ninoofsesteenweg 1001 ; Regenboog – Ulensstraat 83 ; Windroos – Kortrijkstraat 52 ; en vijf van het gesubsidieerd vrij onderwijs : Sint-Albertschool

Conform artikel 93 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 moet elke provinciale en ge- meentelijke beslissing inzake een voordeel ten bate van een school van een

Conform artikel 93 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 moet elke provinciale en ge- meentelijke beslissing inzake een voordeel ten bate van een school van een

De stad en de gemeenten in het Brussels Hoofdste- delijk Gewest kennen aan het gemeentelijk lager onderwijs dikwijIs sociale voordelen toe die niet worden toegekend aan het

Conform artikel 93 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 moet elke provinciale en ge- meentelijke beslissing inzake een voordeel ten bate van een school van een

In Brussel-Vorst (1190) zijn er twee lagere scholen gemeentelijk onderwijs : Lagere School 11 A – Hallestraat 34 ; Lagere School 11 B – de Fierlant- straat 2 ; en twee

Conform artikel 93 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 moet elke provinciale en ge- meentelijke beslissing inzake een voordeel ten bate van een school van een