Vraag nr. 62 van 4 januari 1999
van de heer WALTER VANDENBOSSCHE Basisonderwijs Brussel-stad – Sociale voordelen In het raam van de toepassing van het decreet ba-sisonderwijs wens ik volgende vragen te stellen. De stad en de gemeenten in het Brussels Hoofdste-delijk Gewest kennen aan het gemeentelijk lager onderwijs dikwijIs sociale voordelen toe die niet worden toegekend aan het gemeentelijk vrij onder-wijs.
In de stad Brussel is er één school van het gemeen-telijk onderwijs : Klavertjevier – Groendreef 16, en zijn er vier scholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs : Maria Boodschap – Vlaamsesteenweg 155 ; Sint-Joris – Cellebroersstraat 16, Sint-Jan-Berchmans – Nieuwland 75 ; Ten Nude – J.W. Wilsonstraat 21.
In welke mate kent Brussel-stad sociale voordelen toe aan het gemeentelijk onderwijs ?
In welke mate behandelt zij het gesubsidieerd vrij onderwijs conform de bepalingen van het decreet gelijkwaardig ?
Antwoord
Uit een uittreksel van het notulenboek van het col-lege van burgemeester en schepenen van de stad Brussel op de zitting van 13 december 1991 heeft besloten om :
– het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1991 integraal toe te passen voor de betrokken vrije scholen van het Nederlandstalig regime, en dit vanaf de inwerkingtreding van het besluit (ochtendbewaking en middagtoezicht) ;
– de individuele betalingswijze voorlopig, maar zonder een vaste verbintenis hieromtrent aan te gaan, voort te zetten.
Deze beslissing is in overeenstemming met de re-glementering inzake sociale voordelen.
Conform artikel 93 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 moet elke provinciale en ge-meentelijke beslissing inzake een voordeel ten bate van een school van een ander schoolbestuur, on-middellijk aan de regering (bij delegatie de
Vlaam-se minister van Onderwijs) en aan de schoolbestu-ren die op hun respectievelijk grondgebied onder-wijs organiseren, worden meegedeeld.