Vraag nr. 64 van 14 maart 1996
van de heer CARL DECALUWE Sociale huurprijs – Effect pensioensparen
Artikel 1, 9) van het besluit van de Vlaamse regering van 29 september 1994 tot reglementering van het sociale huurstelsel, definieert "inkomen" als de som van de aan de personenbelasting onderworpen inkom- sten, alsook van de niet belastbare vervangingsinko- mens van de huurder of van de kandidaat-huurder.
1. Kan de minister bevestigen dat voor de betrokken regeling de inkomsten die men verkrijgt door uitke- ring van kapitaal bij pensioensparen, inderdaad bij het belastbaar inkomen worden geteld ?
2. Zo ja, kan een persoon wiens inkomen zonder pen- sioensparen lager is, maar met uitbetaling van het kapitaal-pensioensparen hoger dan de inkomens- grens, op de wachtlijst worden ingeschreven en/of een sociale woning toegewezen krijgen ?
3. Komt een huurder die normaliter een beroep kan doen op artikel 13, § 2 van bovenvermeld besluit om een huurvermindering te krijgen, daarvoor nog in aanmerking indien de kapitaalsuitkering groter is dan 20 % van het inkomen ?
4. Zo ja, is het dan niet contradictorisch dat de huur- prijs in feite maar wordt aangepast als het uitge- keerde kapitaal minder dan 20 % van het inkomen van het referentiejaar bedraagt ? Welke maatrege- len heeft de minister getroffen om deze contradictie in de toepassing weg te werken ?
5. Welke maatregelen heeft de minister ten slotte genomen om de discriminatie weg te werken tussen een situatie met eenmalige kapitaalsuitkering en een si tuati e m et een over verschi llende jaren gespreide uitkering ? In dit laatste geval zal de inko- mensdaling tegenover het referentie-inkomen niet altijd voldoende groot zijn om artikel 13 te kunnen inroepen voor een huurprijsaanpassing.
Antwoord
1. Aangezien de uitkeringen van pensioensparen aan de personenbelasting onderworpen inkomsten zijn, maken ze, overeenkomstig artikel 1, 9°van het besluit van de Vlaamse regering van 29 september 1994 tot reglementering van het sociale huurstelsel, inderdaad deel uit van het inkomen dat in aanmer- king wordt genomen voor de huurprijsberekening.
De huurder-pensioenspaarder kan tijdens het pen- sioensparen overigens ook de voordelen van het gunstige fiscale regime genieten en, ten gevolge daarvan, een verminderde sociale huurprijs.
2. Een persoon wiens inkomen voor het referentiejaar zonder pensioensparen lager is dan de inkomens- grens, maar met de uitbetaling van het kapitaal van pensioensparen hoger dan die inkomensgrens, kan worden ingeschreven in het register van kandidaat- huurders of kan een huurwoning toegewezen krij- gen, indien hij zich kan beroepen op het feit dat zijn inkomen op het ogenblik van de inschrijving, respectievelijk toewijzing, onder de inkomensgrens
ligt (toepassing van respectievelijk artikel 4, § 1 en 2, § 3 laatste lid van voornoemd besluit).
3 en 4. Een huurder kan "normaliter", d.i. volgens de vigerende reglementering, een beroep doen op arti- kel 13, eerste lid, tweede streepje, indien zijn inko- men gedurende drie opeenvolgende maanden met minstens 20 % is gedaald t.o.v. dat van het referen- tiejaar. Zowel voor de vaststelling van het inkomen van het referentiejaar, als voor het inkomen op het ogenblik van de herberekening van de huurprijs, wordt de kapitaalsuitkering in het kader van het pensioensparen – indien aanwezig – mee in reke- ning gebracht. Het globale inkomen op het referen- tietijdstip en het globale inkomen op het tijdstip van herberekening worden met elkaar vergeleken. De omvang van het aandeel van de kapitaalsuitkering in het globale inkomen is irrelevant.
5. Wie aan pensioensparen wenst te doen of doet, kan in vrije onderhandeling met de betreffende instel- ling (bank ... ) de uitkeringswijze bepalen. Zoals hij zich daarbij laat leiden door fiscale overwegingen, zo ook moet hij op dat ogenblik de gevolgen van zijn keuze op zijn rechten en plichten als sociale huurder mee in rekening brengen.
Ik wens in dit verband de aandacht van het Vlaams par- lementslid nog te vestigen op het feit dat het inkomen van de inwonende ascendenten slechts voor de helft wordt aangerekend en dat de sociale huurprijs in elk geval wordt herzien in geval van pensionering van de huurder.
