Vraag nr. 124 van 8 april 2005
van mevrouw GREET VAN LINTER Poëziezomer Watou – Subsidiëring
Deze zomer wordt de jubileumeditie gevierd van het poëziefestival in Watou, het is de 25ste editie van het jaarlijkse poëziegebeuren.
Gwy Mandelinck, die de algemene leiding van het festival heeft, verklaart in De Standaard van 7 januari 2005 : "We vieren deze zomer een jubi-leumeditie met Watou, het is de 25ste editie. Die willen we goed brengen. Voor de poëzie richten we ons naar de Franse literatuur. We doorbreken de rigide eentaligheid. De Frans-Belgische grens is voor ons te strak getrokken, hier aan de grens ervaren we een bredere wereld. "Nous le passage" wordt het thema…".
Voor deze gelegenheid wordt de poëziezomer van Watou dan ook omgedoopt in het tweetalige : "Nous le passage"
Poëziezomer Watou 2005 Été de la poésie Watou 02/07 – 11/09
"Nous le passage" wordt dus de nieuwe ééntalig Franse benaming, de ondertitel is tweetalig!
De Poëziezomers worden blijkens de betrokken website georganiseerd "met steun van de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister voor Cultuur en de Vlaamse minister voor Toerisme".
Hoeveel bedraagt de Vlaamse subsidie aan dit fes-tival ?
In welke begrotingspost werd dit opgenomen ? N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers
Anciaux (vraag nr. 59) en Bourgeois (vraag nr. 124).
Antwoord
1. Hoeveel bedraagt de Vlaamse subsidie aan dit festival?
Toerisme Vlaanderen sponsort de 25ste editie van de Poëziezomer van Watou voor een bedrag van 7.000 (zevenduizend) euro.
Uit een publieksonderzoek van de 24ste editie
(Poëziezomer 2004) blijkt dat bijna één bezoeker op vijf uit Nederland komt. Velen maken er een meerdaags verblijf van, met een gunstig toeristisch effect op Vlaanderen in het algemeen en op de Westhoek in het bijzonder.
Meteen wordt ook het imago van Vlaanderen als hoogwaardige cultuurbestemming in de verf gezet. Bovendien leidt deze culturele manifestatie tot bijzonder veel persaandacht, ook in Nederland. Ondanks het belangloze, harde werk van de orga-nisatoren en hun vele contacten met topmensen uit de wereld van de literatuur en, bij uitbreiding, de kunst in het algemeen, blijft een (deels weersge-bonden) organisatie van dit niveau altijd een waag-stuk.
Dit keer ambieert men bovendien om in dit dorpje langs onze zuidergrens ook Franse toeristen aan te trekken. Vandaar de tweetalige titel, waarboven als verwelkoming een citaat staat van de Franse dich-ter en essayist Henri Meschonnic.