Vraag nr. 35
van 26 november 1998
van mevrouw PATRICIA CEYSENS
VLAM-promotiefonds bakkerijen – Bijdragebere- kening
Alle in Vlaanderen gevestigde brood- en banket- bakkers betalen een verplichte bijdrage van 0,002
% op de verkoop van brood- en banketbakkerij- producten onderworpen aan een BTW-percentage van 6 % met een forfaitaire vrijstelling van 10 %.
Deze regelgeving schept problemen bij de brood- en banketbakkers die naast de bakkerij nog andere activiteiten uitoefenen, zoals kleinhandel in levens- middelen. De BTW-administratie deelt het totale omzetcijfer zoals aangegeven op formulier 625 aan het Vlaams Promotiecentrum voor Agro- en Visse- rijmarketing (VLAM) mee, in plaats van de gede- tailleerde omzetcijfers van de berekeningsbladen 625F voor bakkers enerzijds en 625F voor klein- handelaars in levensmiddelen anderzijds.
Deze toestand zou gemakkelijk kunnen worden verholpen indien de VLAM aan de bakkers die ook nog andere activiteiten uitoefenen, zou vragen aangifte te willen doen van het omzetcijfer nodig voor de berekening van de verplichte bijdrage in het promotiefonds akkerbouwproducten. Het aan- gifteformulier zou nadien gemakkelijk kunnen worden bevestigd door de BTW-administratie.
1. Is de minister-president op de hoogte van bo- vengenoemd probleem ?
2. Hoeveel klachten ontving de VLAM reeds dienaangaande ?
3. Heeft de minister-president een initiatief geno- men om bovenvermeld probleem op te lossen, teneinde de VLAM-bijdrage van bakkers die ook nog andere activiteiten uitoefenen voor het promotiefonds akkerbouwproducten op een eenvoudige en correcte wijze te innen ?
Werd daarbij gedacht aan een oplossing zoals hierboven uiteengezet ?
4. Hoeveel bijdragen ontving het promotiefonds voor brood- en banketbakkerijproducten in 1997 ?
Hoeveel bedragen de actuele reserves van het fonds ?
Antwoord
De bijdrageregeling in de bakkerijsector werd op vraag van de representatieve beroepsorganisaties uit de sector ingesteld bij besluit van de Vlaamse regering van 13 december 1995 en hernomen in het huidige besluit van 4 februari 1997.
1. Zowel ikzelf, als de VLAM en de initiatiefne- mende beroepsorganisaties zijn op de hoogte van de problematiek van de brood- en banket- bakkers die naast de bakkerij nog andere activi- teiten uitoefenen.
2. In 1998 ontving de VLAM tachtig bezwaar- schriften rond deze problematiek. Er werden 3.961 bakkers gefactureerd.
3. Deze problematiek wordt door de VLAM op eenvoudig bezwaarschrift administratief behan- deld aan de hand van door de betrokken bak- kers te verstrekken gegevens. Hiervoor baseert de VLAM zich onder meer op het formulier 625F voor bakkers. Op die manier komt men tot een correcte inning van de bijdragen.
Omdat de bedoelde subcategorie bijdrageplich- tigen niet definieerbaar is en geen opgesplitste gegevens ter facturatie ter beschikking zijn, is het inningtechnisch niet aangewezen met aan- giften te werken. Het is dan ook niet nodig bij- zondere initiatieven te ontwikkelen om deze problematiek op te lossen.
4. De VLAM ontving in 1997 50.548.921 frank aan bijdragen in de brood- en banketbakkerijsector.
Het boekhoudkundige reservefonds van dit fonds bedraagt 10.909.213 frank.