• No results found

(Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 2 van 23 oktober 1998, blz. 280 – red.)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "(Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 2 van 23 oktober 1998, blz. 280 – red.)"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 15

van 15 oktober 1998

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Actieplan Vlaamse Rand – Taalvoorwaarden bij subsidiëring

Omtrent de problematiek van het screenen van de Vlaamse regelgeving inzake taalbepalingen in de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden deelt de minister-president mij in antwoord op mijn schrif-telijke vraag nr. 212 van 13 juli 1998 mee dat, wegens de grote ingewikkeldheid van deze regelge-ving, aan het college van secretarissen-generaal werd gevraagd dat elk departement dit voor de eigen bevoegdheidsdomeinen zou doen. De minis-ter-president voegt eraan toe dat als beleidsmatige wijzigingen in de bestaande reglementering nodig blijken, tevens wordt onderzocht of die regelgeving dient te worden aangepast om het Vlaams karakter van de erkende en/of gesubsidieerde initiatieven te vrijwaren (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 2 van 23 oktober 1998, blz. 280 – red.).

Kan de minister mij meedelen of deze oefening reeds binnen zijn departement werd gemaakt ? Werden er als gevolg daarvan reeds wijzigingen aan bestaande reglementen aangebracht ?

N.B. Deze vraag werd gesteld aan alle ministers.

Gecoördineerd antwoord

De administraties die regelgeving met betrekking tot de erkenning en subsidiëring onder hun bevoegdheid hebben, kregen de opdracht deze regelgeving na te kijken op het vlak van garanties inzake het Nederlandstalig karakter.

De culturele sector staat op dit vlak het verst. In nagenoeg elke regelgeving wordt het Nederlands-talig karakter van de te erkennen en/of te subsidië-ren instellingen, organisaties of initiatieven bepaald. Zo vermeldt het decreet op het jeugd-werkbeleid in artikel 7 dat op de zetel van de ver-eniging alle gegevens over de werking, de leden, de vorming van de begeleiders en het financieel beheer in het Nederlands aanwezig dienen te zijn. Bovendien komen voor subsidiëring enkel die ver-enigingen in aanmerking die het Nederlands gebruiken bij hun werking.

Weliswaar wordt niet in elke regelgeving het Nederlandstalig karakter even expliciet vooropge-steld, doch in globo zijn er steeds voldoende waar-borgen ingebouwd.

In de welzijns- en gezondheidssector heeft men eveneens de bestaande regelgeving getoetst op waarborgen inzake het Nederlandstalig karakter. Hoewel ik hier van oordeel ben dat de zorgsector niet de meest aangewezen plaats is om communau-taire geschillen te beslechten, moeten er toch waar-borgen zijn voor de Nederlandstalige opvang en verzorging van de Vlaamse bewoners.

De administratie onderzoekt momenteel op welke wijze deze waarborg het best kan worden inge-voerd. Hierbij zou men de erkenning door de Vlaamse Gemeenschap afhankelijk kunnen stellen van een aantal criteria met betrekking tot Neder-landstalige statuten van de organisatie, het gebruik van het Nederlands in relaties met de overheid, personeel en gebruikers, het gebruik van het Nederlands in de organen van bestuur en advies. Voor de volledigheid dient te worden gezegd dat deze bepalingen reeds gelden voor het besluit van de Vlaamse regering met betrekking tot de subsi-diëring van herconditionerings- en brandbeveili-gingswerken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als reactie op mijn vroegere schriftelijke vraag van 20 september 1995 verklaarden een aantal minis- ters in de toekomst hieraan extra aandacht te schenken?. De minister bevoegd

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Luc Van den Brande, minister-presi- dent van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid,

354 van 25 juni aangaande de milieugevolgen in Vlaams-Brabant van het Waalse grensstort in Bas- sily, deelt de minister mee dat hij op basis van de partiële informatie die hij van

Sinds de nieuwe regelgeving buitenschoolse kin- deropvang van kracht is, heeft Kind en Gezin op 14 augustus 1997 de initiatieven voor buiten- schoolse opvang geïnformeerd over de

De principes van het minimale bedieningsniveau en de doelstellingen (vraag 4 en 5) hangen volledig samen met het antwoord op het eerste deel van de vraag en hangen dus ook af van

17 van 2 oktober 1996 betreffende een mogelijke veroorde- ling door de Europese Commissie wegens de onderhandse toekenning, antwoordde de minister-president dat er een klacht was van

276 van 18 september 1998 aangaande de gevolgen van de toenemende aantrekkingskracht die het Neder- landstalig onderwijs langs de taalgrens uitoefent op kinderen die in het

Ik ben tot op heden noch betrokken, noch geïn- formeerd over de werkzaamheden van de Plan- ningscommissie Medisch Aanbod die is opge- richt bij het federale ministerie van