• No results found

H2: Historische context...7

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "H2: Historische context...7"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inhoudsopgave

Inleiding...1

Bronnen...3

DEEL I H1: De Rotterdamse problematiek: Feiten en cijfers...4

H2: Historische context...7

H3: De Stadsvisie 2030...9

H4: De receptie van de Stadsvisie...11

Politiek...11

Experts...14

Conclusie...15

DEEL II Inleiding...16

Interviews...16

Montage...18

Bronnenlijst...20

(2)

Inleiding

Het is voor veel Rotterdammers een bekend fenomeen. Hoon van buitenstaanders over jouw liefde voor de stad. Rotterdam is lelijk, onveilig, ongezellig en er gebeurt niets, vinden deze critici. Dit is natuurlijk niet waar. Rotterdam is een moderne stad met de meest veelzijdige jongerencultuur in het land, een schitterende skyline en de net-niet-meer grootste haven van de wereld. Wel duidelijk is dat de havenstad al jaren met grote problemen kampt. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met het overschot aan mensen met een laag inkomen in de stad. Door gebrek aan woonruimte en sfeer in het centrum trekken middeninkomensgroepen al jaren massaal weg uit de stad. Met een overschot aan sociale woningbouw, armoede en werkloosheid als gevolg

Het huidige college van burgemeester en wethouders publiceerde in november 2007 een document waarin hun idee over de toekomst van Rotterdam wordt uiteengezet: de Stadsvisie 2030. Deze ‘ruimtelijke ontwikkelingsstrategie’ heeft twee doelen: Rotterdam moet een sterke economie en een aantrekkelijke woonstad worden.

1

Om dit bereiken wordt een toekomstvisie voor de hele stad uiteengezet. De Stadsvisie 2030 is door het stadsbestuur, specifiek wethouder Hamit Karakus van Wonen en Ruimtelijke Ordening, opgesteld en is goedgekeurd door de gemeenteraad. De wethouder heeft met vele partijen overlegd voordat hij tot het definitieve plan kwam. Toch is er altijd kritiek op een dergelijk beleidsstuk. In dit essay richt ik me op deze kritiek met de vraag:

Hoe was de receptie van de Stadsvisie 2030?

In Deel I zal ik tot de beantwoording van deze vraag komen. In onderstaande hoofdstukken zal ik allereerst enkele deelvragen beantwoorden. Ik begin met bespreking van de feiten en cijfers ten aanzien van de problematiek in Rotterdam. Wat én hoe groot zijn de problemen in de stad? In het tweede hoofdstuk wordt de geschiedenis erbij gehaald. Waar komen de Rotterdamse moeilijkheden vandaan? In het daaropvolgende hoofdstuk bespreek ik de Stadsvisie zelf. Wat zijn de belangrijkste punten? Wat zijn de voorgestelde oplossingen? De antwoorden op deze vragen geven relevante informatie voor de bespreking van de receptie van het document. Hiervoor zal ik de reacties van politieke partijen laten zien. Ook heb ik een aantal mensen geïnterviewd over de Stadsvisie. Allemaal mensen met kennis van zaken en

1Stadsvisie Rotterdam, Ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030, 28 Zie ook:

http://www.rotterdam.nl/smartsite2132936.dws Verder genoemd: Stadsvisie 2030

(3)

een band met Rotterdam, maar uit verschillende vakgebieden afkomstig. Dit alles zal leiden tot de conclusie, waarin de hoofdvraag beantwoord wordt.

Dit essay is onderdeel van een afstudeerproject waarvoor ik ook een radiodocumentaire over hetzelfde onderwerp heb gemaakt. In Deel II zal ik de manier waarop deze documentaire tot stand is gekomen uiteenzetten.

Bronnen

De belangrijkste bron voor dit onderzoek is natuurlijk de Stadsvisie 2030. Daarnaast zijn de geïnterviewden van belang voor het onderzoek. In Deel II meer over deze mensen en waarom hun mening relevant is. Daarnaast heb ik vooral artikelen gebruikt over de recente ontwikkelingen in Rotterdam, uit vaktijdschriften en dagbladen. Omdat het onderwerp zo actueel is zijn er geen boeken over verschenen. Wel heb ik het standaardwerk over de geschiedenis van de stad geraadpleegd.

2

In het Rotterdamse gemeentearchief vond ik oude audio- en videofragmenten die een beter beeld gaven van de historische context.

Voor de feiten en cijfers maak ik gebruik van de jaarlijks verschijnende Atlas voor gemeenten, editie 2008. In dit boekwerk worden de vijftig grootste gemeenten van Nederland op verschillende punten met elkaar vergeleken.

Tenslotte heb ik internet gebruikt. De websites van de gemeente Rotterdam, waar ik video’s van gemeenteraadsvergaderingen vond en de website van verschillende parijen uit de gemeenteraad.

2

Van der Laar, P, Stad van Formaat: Geschiedenis van Rotterdam in de 19

een 20steeeuw

(Zwolle 2005)

(4)

Deel I

H 1: De Rotterdamse problematiek: Feiten en cijfers

Veel mensen associëreren Rotterdam met onveiligheid, armoede en veel immigranten.

Alvorens de Stadsvisie te bespreken is het nodig de problematiek van de tweede stad van het land te bespreken. Hoe groot zijn de problemen van Rotterdam, zeker in vergelijking met andere steden?

In de Stadsvisie zelf worden verschillende cijfers gegeven, die de Rotterdamse situatie verduidelijken.

3

Daarnaast is er de jaarlijks verschijnende Atlas voor gemeenten.

4

In deze monitor worden de vijftig grootste gemeenten van Nederland vergeleken. Het thema van de editie 2008 van de atlas is ‘leefbaar.’ Ook heb ik enkele andere meters en monitoren bekeken, maar de cijfers uit de Stadsvisie en vooral de Atlas voor gemeenten zijn het belangrijkst voor dit hoofdstuk.

“De stad heeft last van én de scheve woningvoorraad (76,6 procent sociale huur) én de onevenwichtige bevolkingssamenstelling. Van de vier grote steden telt Rotterdam niet alleen relatief de minste hoogopgeleiden (30 procent van de beroepsbevolking), maar ook nog eens de meeste laaggeschoolden (30 procent). Jaarlijks grofweg 30.000 kansrijken eruit en 30.000 kansarmen erin, dat gaat op den duur wringen,” verklaart Frans Meijer, voormalig hoofd volkshuisvesting van de gemeente Rotterdam, in het NRC Handelsblad van 4 april 2008.

5

Uit de Atlas voor gemeenten blijkt dat deze cijfers niet helemaal kloppen. In 2007 was iets meer dan 50% van de woningvoorraad in Rotterdam sociale huur, tegenover bijna 60 procent tien jaar eerder. Belangrijker is echter het verschil tussen Rotterdam en andere Nederlandse steden. De vijftig grootste gemeenten hebben gemiddeld een percentage sociale huur van ongeveer 40 procent en Rotterdam heeft het op-een-na hoogste percentage (na Amsterdam). Kenners geven aan dat een percentage van 30 procent ideaal zou zijn.

6

Hiermee enigszins samenhangend, maar nog belangrijker, is de bevolkingssamenstelling. De scheve bevolkingsopbouw wordt als de belangrijkste veroorzaker van de problemen in Rotterdam gezien.

7

De cijfers in de Atlas voor gemeenten

3

Stadsvisie 2030

4

Marlet, G en van Woerkens, C, Atlas voor gemeenten 2008 (Utrecht 2008) te verkrijgen via http://www.atlasvoorgemeenten.nl

5

Mark Hoogstad, Wegwezen, punt uit! NRC Handelsblad 4 april 2008

6

Uit interview met Wim Laverman, oprichter van Building Business. Tijdschrift voor de bouwwereld

7

Stadsvisie 2030, 28 Ook aangegeven in alle door mij afgenomen interviews

(5)

laten zien dat de opbouw van de bevolking in de tweede stad van Nederland inderdaad scheef is. Rotterdam heeft van de vijftig grootste gemeenten het hoogste percentage ‘potentiële probleemgroepen’, de meeste armoede en ook de hoogste werkloosheid. In de atlas staat ook een ‘kruitvat’ index. Hierin wordt de kans op sociale problemen aangegeven en ook hier komt Rotterdam het slechtste uit de bus.

8

Selectieve migratie zorgt ervoor de situatie in de havenstad alleen maar verslechtert.

Uit cijfers over 2003, zoals beschreven in de Stadsvisie, blijkt dat vooral werkende en gepensioneerde mensen de stad verlaten. Hiervoor in de plaats komen uitkeringsgerechtigden en studenten. Studenten die op het moment dat ze geld gaan verdienen veelal de stad weer verlaten.

9

Een en ander zorgt ervoor dat Rotterdam volgens de Atlas voor gemeenten in 2007 de minste leefbare stad in Nederland was met een grote ‘voorsprong’ op nummer twee Heerlen.

10

Als de stad wil zorgen dat de er meer hoog opgeleiden komen wonen, moet er wel werk zijn voor hen. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek, zoals gepubliceerd in de Stadsvisie, blijkt dat de bijdrage aan het Bruto Binnenlands Product van regio Groot- Rijnmond tussen 1995 en 2003 een paar procent minder is geworden. Het verschil met Groot- Amsterdam is groter geworden en Rotterdam en omgeving zijn ingehaald door de provincie Utrecht.

11

De banen van de hoog opgeleiden zullen niet in de haven gevonden worden, maar moeten in de ICT, kennisintensieve industrie en creatieve bedrijfstakken worden gezocht.

Sectoren waarin Rotterdam verhoudingsgewijs weinig werk biedt, zo blijkt uit cijfers in de Atlas voor gemeenten. De havenstad heeft een lager percentage banen in deze industrieën dan het gemiddelde van de vijftig grootste gemeenten. Vooral de positie binnen de kennisintensieve industrie, in Nederland de laatste jaren erg belangrijk, is slecht. Rotterdam staat op een 42

ste

positie als het gaat om het percentage van het totaal aantal banen.

12

De problemen van de stad wordt goed samengevat in het ‘vitaliteitsweb’, zoals gepubliceerd in de Stadsvisie.

13

Uit dit figuur wordt duidelijk dat Rotterdam ten opzichte van de drie andere grote steden op allerlei gebied achterloopt.

14

Genoeg problemen dus in de stad.

Problemen die in 2030 grotendeels opgelost moeten zijn, zo blijkt uit de ambitieuze

8

Marlet, G en van Woerkens, C, Atlas voor gemeenten 2008 (Utrecht 2008) 178-181

9

Stadsvisie 2030, 41

10Atlas voor gemeenten 2008

178-181

11

Stadsvisie 2030, 38

12Atlas voor gemeenten 2008

178-181

13

Stadvisie 2030, 39

14

De volgende velden worden vergeleken: Economie, Arbeidsmarkt, Kwaliteit van de stad, Kennis en innovatie,

Ruimte voor bedrijvigheid en Maatschappelijke voorzieningen

(6)

Stadsvisie, geschreven door het huidige gemeentebestuur, onder leiding van de wethouder

van Wonen en Ruimtelijke Ordening Hamit Karakus (PvdA).

(7)

H2: Historische Context

“Rotterdam heeft al sinds het einde van de 19

e

eeuw een schevere bevolkingsopbouw dan bijvoorbeeld Amsterdam. In 1875 wordt er al in het Rotterdams Zondagsblad geklaagd, dat er meer aan cultuur moeten worden gedaan en dat er meer huizen voor de bovenlaag moeten worden gebouwd”, aldus ‘stadshistoricus’ en auteur van het standaardwerk over de geschiedenis van Rotterdam Paul van der Laar.

15

Het probleem van de scheve bevolkingsopbouw is dus niet nieuw in Rotterdam.

Tijdens de grote stadsvernieuwingen in de jaren ’70 verergerde het probleem. “In Rotterdam is meer dan dertig jaar georganiseerde stadsvernieuwing geweest. Deze is met name gericht geweest op categorieën mensen die een enorme achterstand hebben. Daar zit een bijna marxistische grondslag aan. De Nederlandse sociaal-democratie heeft de stad van Berlage bedacht. De stad van Berlage is een stad die mengt, waar rijk en arm door elkaar wonen. Dat model is in Rotterdam níet toegepast, want de elite en de middenklasse zitten er in dat model zwaar in. Dat is in Rotterdam niet gebeurd,” legt stedenbouwkundige Adriaan Geuze uit.

16

Projectontwikkelaar Ko Blok erkent dit probleem: “Wat er is gebeurd, is dat men bij de stadsvernieuwing niet is gaan differentiëren.”

17

In Rotterdam is dus decennia lang alleen maar gebouwd voor de onderklasse. Een gevolg van het feit dat de Partij van de Arbeid lange tijd alle macht had. Voor de sociaal-democraten was het verkopen van sociale woningbouw vloeken in de kerk en bovendien slecht voor de eigen achterban.

18

De doorbraak van Fortuyn en Leefbaar Rotterdam is er voor nodig geweest om een echte cesuur in het beleid op dit gebied te krijgen. Hoewel in de jaren ’90 de problematiek van de scheve woningvoorraad door de PvdA wel erkend werd, veranderde er nog niet echt veel in de stad.

Volgens historicus Van der Laar heeft de stad niet alleen op woongebied gefaald de afgelopen decennia. “De herstructurering van de economie is nooit gelukt vanaf de jaren ’70.

Rotterdam is te afhankelijk gebleven van de haven, die te weinig werkgelegenheid en groei genereert. Doordat men niets vervangend heeft kunnen creëren is het imago van havenstad altijd gebleven. Hierdoor zijn hoger opgeleide snel geneigd niet in de stad te blijven.”

19

Door de verdergaande industrialisering is er steeds minder werkgelegenheid in de haven, helemaal niet voor hoger opgeleiden. De associatie van Rotterdam met haar haven zorgt ervoor dat er

15

Paul van der Laar, stadshistoricus, tijdens het interview

16

Adriaan Geuze, beroemd landschaps- en stedenbouwkundige, tijdens het interview

17

Ko Blok, directievoorzitter van ERA Bouw, tijdens het interview

18

Dit beeld komt naar voren tijdens de verschillende interviews.

19

Paul van der Laar, stadshistoricus, tijdens het interview

(8)

altijd veel geld naar de sector is blijven gaan. Geld dat dus niet in andere gebieden gestoken kon worden. Ook blijft hierdoor het imago van Rotterdam als werkstad altijd bestaan. Geen ideale situatie om bedrijven uit de creatieve sector naar je stad te trekken.

De grootste, met elkaar samenhangende, problemen van de stad, de scheve bevolkingsopbouw en de zwakke economische positie, bestaan dus al langer. Een belangrijke stap naar verandering werd in 2002 gezet, toen Leefbaar Rotterdam onder invloed van Pim Fortuyn uit het niets de grootste partij van de stad werd. De leefbaren kwamen door hun aandacht voor veiligheid en integratie aan de macht, maar die problematiek hangt nauw samen met de zwakke economie en scheve bevolkingsopbouw. In een onveilige stad met een slecht geïntegreerde bevolking komen geen hoogopgeleiden wonen en zullen bedrijven zich liever niet vestigen. De partij signaleerde problemen in de stad, die door decennialang PvdA bestuur al dan niet bewust over het hoofd waren gezien. “Leefbaar Rotterdam had een goede analyse van de situatie in de stad,” vindt ook Adriaan Geuze.

20

Doordat het college waarin de partij zat zijn termijn uitdiende kon de partij ook echt voor veranderingen zorgen in de stad.

21

Opvallend was dat de PvdA de problemen ook snel erkende en op veel belangrijke punten meestemde met het college van Leefbaar Rotterdam, het CDA en de VVD.

22

De sociaal- democraten die nu in het college zitten denken dan ook heel anders dan veel van hun voorgangers. De huidige fractievoorzitter Peter van Heemst is zo ferm in zijn taalgebruik dat hij in de wandelgangen van het stadhuis ook wel “het vijftiende gemeenteraadslid van Leefbaar Rotterdam” zou worden genoemd.

23

Onder invloed van de cijfers uit hoofdstuk 2 en de hierboven geschetste historische context is de Stadsvisie 2030 door het huidige college van de PvdA, VVD, CDA en GroenLinks opgesteld.

20

Adriaan Geuze, beroemd landschaps- en stedenbouwkundige, tijdens het interview

21

Top, P en Van Ostaaijen, J. De erfenis van vier jaar Leefbaar Rotterdam uit: Justitiële verkenningen 2 2007

21-30

22

Idem

23

Dit werd mij off the record verteld

(9)

H3: De Stadsvisie 2030

De Stadsvisie 2030 werd op 29 november 2007 officieel vastgesteld door de Rotterdamse gemeenteraad. Aan het document was ruim anderhalf jaar gewerkt, er werden tachtig marktpartijen geïnterviewd, verschillende onderzoeken gedaan en er was samengewerkt tussen de belangrijkst ambtelijke diensten.

24

Het unieke aan het document is het feit dat een visie voor de hele stad wordt neergelegd. In 160 pagina’s wordt uit de doeken gedaan hoe de stad er in 2030 uit moet zien. Het was altijd gebruikelijk te werken met beleidsdocumenten die maar een deel van de stad of een bepaald probleem behandelde.

“Voor u ligt de Ruimtelijke Ontwikkelingsstrategie 2030, kortweg Stadsvisie Rotterdam. Hierin geven wij als college aan waar de komende jaren in geïnvesteerd moet worden om de twee doelen, een sterke economie en een aantrekkelijke woonstad, te bereiken.

25

Zo begint de inleiding van wethouder Karakus in de Stadsvisie. Het document is in drie stukken verdeeld. Deel I is de ontwikkelingsstrategie, hierin wordt de nationale en internationale context gegeven. In het tweede hoofdstuk van deel I worden de

‘kernbeslissingen’ uit de doeken gedaan. Dit zijn de belangrijkste beleidsmaatregelen, die tot de gestelde doelen moeten leiden. Deel II, gebiedsuitwerking, en deel III, uitvoeringsstrategie, kunnen gezien worden als uitwerkingen van het eerste deel van de Stadsvisie.

26

In dit essay beperk ik me verder tot deel I, het gaat om de grote lijn en het heeft geen zin om op alle details in te gaan.

In het tweede hoofdstuk van deel I staan in het totaal tien zogenaamde kernbeslissingen, verdeeld over drie paragrafen. Verwarrend, daarom hieronder een systematisch overzicht van de kernbeslissingen.

2.1 Versterken economische structuur

• Rotterdam wil in 2030 op het gebied van kennis en innovatie de belangrijkste havenstad van Europa zijn

• Rotterdam benut vrije tijd als aanjager van de economie

• Rotterdam maakt ruimte voor ondernemers

24

Stadsvisie 2030, 161

25

Stadsvisie 2030, 30

26

Stadvisie 2030, 2-3

(10)

2.2 Creëren van een aantrekkelijke woonstad

• Rotterdam bouwt in bestaand stedelijk gebied om in de woningbehoefte te voorzien

• Rotterdam realiseert woonmilieus die selectieve migratie tegengaan

• Rotterdam transformeert zwakke woonmilieus

2.3 Randvoorwaardelijke beslissingen

• Rotterdam zet de openbare ruimte en de wateropgave in als accellerator van de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen

• Rotterdam waarborgt haar bereikbaarheid op duurzame wijze

• Rotterdam combineert de aanpak van milieu en ruimtelijke ontwikkeling op creatieve wijze

• Rotterdam zet cultureel erfgoed en architectuur in als ontwikkelingskracht

In dit essay gaat het verder vooral om 2.1 en 2.2. In de in 2.3 gegeven ‘randvoorwaardelijke beslissingen’ staat vooral in ambtelijke taal dat de ontwikkeling van de stad niet ten koste mag gaan van het milieu en dat het cultureel erfgoed niet mag worden veronachtzaamd. Deze beide zaken zijn natuurlijk belangrijk, maar dit zijn niet de grote problemen in Rotterdam, die in 2.1 en 2.2 wel worden besproken.

Eind november 2007 werd de definitieve versie van de Stadsvisie dus gepresenteerd

aan en vastgesteld door de gemeenteraad. Toch zijn niet alle specialisten tevreden met de

inhoud van het document.

(11)

H4: De receptie van de Stadsvisie

Voor dit onderzoek heb ik specialisten uit verschillende vakgebieden geïnterviewd over de Stadsvisie. Alvorens hiermee door te gaan zal ik de reacties uit de Rotterdamse politiek bespreken.

Politiek

De grootste oppositiepartij Leefbaar Rotterdam stemde uiteindelijk voor de vaststelling van de Stadsvisie. Het document was volgens fractievoorzitter Marco Pastors overbodig, maar inhoudelijk konden de Leefbaren zich wel grotendeels in de visie vinden. “Waarom hadden we geen behoefte aan een visie? Omdat er zo ontzettend veel overeenstemming is in Rotterdam over wat er in hoofdlijnen moet gebeuren.(...) Dat wisten we allemaal wel, dat weten we nog steeds en dat moet vooral zo blijven.”

27

De hardste kritiek op het document kwam van de SP, met drie zetels de op-een-na grootste oppositiepartij.

28

“De SP-fractie is absoluut niet blij met de Stadsvisie 2030. Het is een eenzijdig plan dat goed uitpakt voor de rijken, omdat het de stad uitverkoopt aan projectontwikkelaars en aan het bedrijfsleven. In woorden wordt gekozen voor duurzaamheid en schone lucht. Maar in werkelijkheid leidt het plan tot woningbouw en industrieterreinen in nu nog groene gebieden en tot meer autoverkeer.”

29

Zo begon SP-fractielid Leo de Kleijn zijn tirade tegen het beleidsdocument in de gemeenteraadsvergadering van 29 november 2007. Op de website van de Socialistische Partij staat een verdere weergave van het verhaal van De Kleijn. “Deze Stadsvisie is de natte droom van neoliberale stedenbouwkundigen die een stad willen waar alleen middenklasse woont. Ik zeg: ‘zoveel middenklasse is er helemaal niet. Nu niet, in 2010 niet en zeker in 2030 niet.’ Deze visie zoekt alle heil in de markt en marktpartijen. Gewone mensen hebben het nakijken. Dit toekomstscenario doet denken aan Parijs. Daar zitten de rijken binnenin en de armen buiten, in de banlieues. (....) Met deze stadsvisie krijgen we een ongelijke stad: rijken en de middenklasse in de binnenstad en in mooie, aantrekkelijke wijken terwijl armere mensen het moeten doen met onprettige wijken en slechte woningen. Rotterdamse banlieues, is dat het toekomstscenario waar we in deze stad

27

Gemeenteraadsvergadering van 29 november 2007. Terug te zien via:

http://www.rotterdam.nl/smartsite1144.dws?Menu=267307&MainMenu=267127&goto=2180440&channel=182

&substyle=

28

Zetelverdeling Rotterdamse raad: Coalitie: PvdA 18, CDA 3, VVD 3 en GroenLinks 3. Oppositie: Leefbaar Rotterdam 14, SP 3, GU-SGP 1, D’66 1

29

Gemeenteraadsvergadering van 29 november 2007

(12)

van dromen?”

30

Grote woorden dus van de socialisten, maar woorden die door geen enkele andere partij in de raad gedeeld werden. De overige partijen hadden kleine op- en aanmerkingen, maar zijn het in grote lijnen eens met het in de Stadsvisie geschetste toekomstbeeld.

Politiek is de Stadsvisie dus een succes te noemen. Een toekomstbeeld dat ondersteund wordt door coalitiepartijen. PvdA, CDA GroenLinks en VVD, maar ook door Leefbaar Rotterdam, de grootste oppositiepartij. Natuurlijk is er de kritiek van de SP, een partij met maar drie zetels in de raad en ook een partij die hierin helemaal alleen staat. Een kanttekening bij het politieke succes is het feit dat er weinig verschil van mening is over de problematiek in de stad, het is dus voor het college altijd duidelijk geweest welke kwesties prioriteit moesten hebben. De opmerking van Pastors hierover klopt dus wel.

Experts

31

Zoals gezegd, heb ik enkele experts uit verschillende vakgebieden geïnterviewd over de Stadsvisie. Ter verduidelijking een kort overzicht, in Deel II een uitgebreidere verklaring voor de keuze van juist deze personen.

Ko Blok: Directievoorzitter van ERA Bouw.

Casper Geurtz: Jonge ras-Rotterdammer, die zijn scriptie schreef over gentrification in enkele Rotterdamse wijken. Nu promovendus aan de Universiteit van Tilburg.

Adriaan Geuze: Beroemd stadsarchitect, tevens Rotterdammer. Als gast hoogleraar verbonden aan enkele universiteiten, waaronder Harvard

Mark Hoogstad: Rotterdam correspondent voor NRC Handelsblad.

Paul van der Laar: Stadshistoricus. Verbonden aan het Historisch Museum Rotterdam en de Erasmus Universiteit

Hanneke Mastik: Maakt deel uit van het comité Zalmhaven 2030. Daarnaast als Bestuurskundige verbonden aan de Erasmus Universiteit.

Gert Middelkoop: Eigenaar van Bureau Middelkoop, een onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. Middelkoop is tevens als docent planologie verbonden aan de UVA.

30

Website SP: http://rotterdam.sp.nl/bericht/21629/071130-stadsvisie_leidt_tot_rotterdamse_banlieues.html

31

Van alle quotes is duidelijk dat ze uit de door mij afgenomen interviews afkomstig zijn, dat heb ik verder niet

meer geannoteerd.

(13)

Wim Laverman: Oprichter en redacteur van Building Business, een vakblad voor de bouw en vastgoedwereld.

Bram Peper: Van 1983 tot 1998 burgemeester van Rotterdam. Later onder andere minister van Binnenlandse Zaken

Uit de antwoorden van de respondenten blijkt wel dat je het als beleidsmaker nooit goed doet.

Er is veel kritiek op de Stadsvisie, maar de kritiek is niet eenduidig. In de rest van het hoofdstuk zet ik de belangrijkste argumenten uiteen.

Ko Blok is het duidelijkst: “Wat mijn probleem is met de Stadsvisie is dat het eigenlijk voorbij gaat aan het structurele probleem. Het structurele probleem is het emanciperen van de onderklasse.” Volgens Blok moet Rotterdam zich heel anders gaan positioneren. Niks creatieve sector en hoogopgeleiden. “Rotterdam is gewoon geen aantrekkelijke stad voor hoger opgeleiden mensen en zal dat ook nooit in hoge mate worden. Ze schieten me nog een keer het stadhuis daar uit. Ik zeg: ‘Het hoogste wat je kan halen is een MBO/HBO stad en aanvaard dat nou!’ Al die inzet op de creatieve economie is als je het DNA van Rotterdam kent, tegen de wind in plassen.” De directievoorzitter van ERA bouw meent dat de stad zich juist moet onderscheiden door een skill city te worden. “Een stad op het grensvlak hoofden/handen.(....) Je zou als ambitie moeten hebben, dat het Rijnmond gebied en de Drechsteden over 25 jaar het beste multiculturele skill city gebied van Europa zijn.”

Blok is niet de enige die vind dat de stad niet te hard van stapel moet lopen. “Dit is een uit de kluiten gewassen provinciehoofdstad, niets meer, niets minder. Al die grootstedelijke hoogmoed deel ik niet,” aldus journalist Mark Hoogstad.

Ook historicus Paul van der Laar heeft pittige kritiek op de Stadsvisie, maar is juist van mening dat er teveel aandacht besteed wordt aan de haven en de arbeid die daarbij komt kijken. Volgens hem moet Rotterdam in de toekomst een hele andere kant op. “De stad zou moeten inzien dat er echt andere keuzes gemaakt moeten worden. Als er, bijvoorbeeld, twee of drie miljard beschikbaar is voor de economische infrastructuur, moet dat niet in de haven gestopt worden, maar bijvoorbeeld in het geweldig kansrijke medische complex dat hier zit.

Dat wordt in de Stadsvisie ook wel genoemd, maar je moet het nog duidelijker profileren.

Waarom niet de ambitie om in Rotterdam de beste medical school van Europa te maken.”

Waar Blok en Hoogstad vinden dat het gemeentebestuur te hard van stapel loopt en

irrealistische doelen stelt, daar verwijdt Van der Laar het stadsbestuur juist provincialisme en

het teveel vasthouden aan de haven. “Als ik dit zeg in kringen van de haven dan zeggen ze dat

ik niet goed bij mijn hoofd ben. Ze zeggen: ‘We doen het al honderd jaar zo met de haven en

(14)

het gaat goed.’ Het gaat goed voor een heel beperkte club mensen, die geld verdienen aan het globale, internationale transportnetwerk. Er is te weinig werkgelegenheid voor die multiculturele stad en Rotterdam heeft te weinig aantrekkingskracht voor de mensen die je hier opleidt.”

Adriaan Geuze, geboren en woonachtig in Rotterdam, is het niet eens met alle kritiek op de visie. “Rotterdam heeft jaar in jaar uit structuurvisies gehad, waarin hele ambitieuze plannen stonden. (...) Eerst moest de Weena, dat was nog niet af, dan moest de Boompjes, dan de Blaak. Zo ontstond er een zichzelf versterkend probleem dat Rotterdam voor je gevoel in zijn geheel open ligt, dat het nergens leuk is en dat alles als los zand aan elkaar hangt. (...) Niets beklijft, overal waar je komt denk je: ‘Dit is niet subliem.’ Wat je bijvoorbeeld bij de Zuidas in Amsterdam wel denkt. (...) Nu is deze stadsvisie de eerste die dat niet doet, dus je zal mij niet aan de kant van de criticasters van de visie vinden.”

Volgens Mark Hoogstad is de breedheid van de Stadsvisie helemaal niet zo positief.

“Ik mis de paraplu, ze gaan te snel, ze struikelen over hun eigen ambities en ze creëren hun eigen oppositie door slecht te communiceren.” Projectontwikkelaar Blok is het hiermee eens, ook hij vindt de visie “allemaal plannetjes en oplossingen, die voorbij gaan aan het structurele probleem.”

Hanneke Mastik, bewoonster van het Rotterdamse scheepkwartier, ligt zelf in de clinch met het gemeentebestuur over de bouw van nieuwe torens in haar buurt. Ze is verbolgen over de manier van communiceren van de gemeente. Een van haar medestrijders in de buurt is oud-burgemeester Bram Peper. Volgens hem is er iets structureel veranderd in de manier van werken van het stadsbestuur. “Vroeger speelde de omgeving mee bij de proportionering van een gebouw. Nu zeggen ze gewoon: ‘Wat kunnen we daar opzetten. We hebben met de omgeving in beginsel niets te maken. We gaan de machine in werking zetten en drukken de bewoners wel plat.’ (...) Een raadslid, dat al heel lang meeloopt, zei tegen mij:

‘Ja, dat is echt veranderd.’”

De veelzijdigheid van de kritiek pleit eigenlijk in het voordeel van wethouder Karakus

en de rest van het Rotterdamse gemeentebestuur. Er is onder de verschillende experts

kennelijk geen common ground. Er is niets waar ze het over eens zijn. Hierdoor reduceren ze

de waarde van elkaars kritiek. Dit versterkt de waarde van de Stadsvisie.

(15)

Conclusie

Uit de reacties blijkt dat het Rotterdamse stadsbestuur een knap document heeft geschreven.

Dit lijkt een rare conclusie na de bespreking van alle kritiek in het vorige hoofdstuk. Een nadere beschouwing van deze kritiek laat iets anders zien.

Dat de oppositiepartijen veel te klagen hebben over een dergelijk beleidsstuk is niet meer dan logisch en een normale politieke realiteit. In dat licht gezien is de kritiek van Leefbaar Rotterdam erg mild, alleen de SP vind de Stadsvisie echt niets. Met steun van Groen Links tot Leefbaar Rotterdam is het college erin geslaagd brede politieke steun te krijgen.

De kritiek van de door mij geraadpleegde experts is hier en daar fors, maar niet

eenduidig. Het is natuurlijk meestal zo dat critici van een dergelijk beleidsstuk niet allemaal

hetzelfde vinden. In dit geval lopen de meningen wel erg ver uiteen. Daarbij is het ook nog zo

dat de verschillende kritiek in dit geval niet door eigenbelang is ingegeven. Voor een

historicus maakt het natuurlijk niet zoveel uit of Rotterdam wel of niet blijft inzetten op de

haven. Net zoals dat opgaat voor een journalist. De tegengestelde kritieken maken elkaar

minder waardevol, waardoor geconcludeerd kan worden dat het gemeentebestuur erin is

geslaagd een goed stuk te schrijven. Hierbij natuurlijk wel aantekenend dat er nog vele andere

factoren zijn die het succes van de Stadsvisie 2030 uiteindelijk zullen belangen, maar het gaat

hier om de receptie.

(16)

DEEL II

Naast bijgeleverd essay over de Stadsvisie Rotterdam 2030 heb ik ook een radiodocumentaire gemaakt over het onderwerp. In dit stuk zal ik de totstandkoming hiervan bespreken.

Inleiding

Ik ben in eerste instantie van de documentaire uitgegaan bij mijn zoektocht naar een onderwerp. Hierbij wel in mijn achterhoofd houdend dat er ook een enigszins wetenschappelijk stuk bij geschreven moest kunnen worden. Er passeerden allerlei mogelijkheden de revue, van Afrika tot Groningen van het vluchtelingenprobleem tot dorpsleed. Een krantenartikel uit het NRC Handelsblad van 4 april 2008 zette mij op het goede spoor. Het artikel van Mark Hoogstad verscheen in de bijlage Zaterdag etc. en ging over de bouwwoede in Rotterdam en de kritiek vanuit de stad hierop.

32

Zelf kom ik uit Rotterdam, ik woonde er van mijn eerste tot mijn negentiende levensjaar en heb, zoals vele Rotterdammers, altijd een grote liefde voor de stad gehad. Tijdens mijn studententijd in Groningen heb ik de stad altijd moeten ‘verdedigen’ tegenover mensen die Rotterdam niet goed kennen.

Het werd me duidelijk dat ik iets over Rotterdam wilde maken. Naar aanleiding van het stuk van Hoogstad verdiepte ik me in de huidige problematiek. Zo kwam ik uit bij de Stadsvisie 2030. Een belangrijk, vorig jaar verschenen, beleidsdocument over hoe de stad er in 2030 uit zou moeten zijn. Dit document vormde de basis voor mijn verdere onderzoek. Ik besloot verschillende experts te gaan interviewen over de Stadsvisie. Wat vonden zij ervan en waarom?

Interviews

De eerste gesprekken die ik voerde nam ik niet op, deze waren bedoeld om verder te verdiepen in het onderwerp en een idee te krijgen wie ik zou moeten gaan interviewen. Ik sprak met Wim Laverman, oprichter en eigenaar van het vaktijdschrift Building Business (en tevens de vader van mijn vriendin).

33

Hij kent veel mensen in de bouwwereld en daarmee samenhangende vakgebieden. Dat is relevant omdat de scheve woningvoorraad een groot

32

Mark Hoogstad, Wegwezen, punt uit! NRC Handelsblad 4 april 2008

33

http://www.buildingbusiness.com

(17)

probleem is in Rotterdam en omdat de stad bekend staat om het vele bouwen en bijzondere architectuur. Via Laverman kwam ik terecht bij Ko Blok en Gert Middelkoop. Blok is directievoorzitter van ERA bouw, een groot bouwbedrijf.

34

Hij woont in Hilversum, maar heeft een appartement in Rotterdam, waar hij ook voorzitter is van het Havenmuseum. Hij voelt zich betrokken bij de stad en heeft een duidelijke mening over waar de stad heen zou moeten gaan. Middelkoop is eigenaar van zijn eigen bureau, Bureau Middelkoop.

35

Daarnaast is hij aan de Universiteit van Amsterdam verbonden als planoloog. Hij kijkt met meer afstand naar Rotterdam, maar weet veel van de historische processen die tot de huidige situatie in de stad hebben geleid. Middelkoop vindt Rotterdam de enige echte stad in Nederland is.

Via Blok en Middelkoop kwam ik bij Adriaan Geuze. Geuze is een zeer gerenommeerde hoogleraar Landschapsarchitectuur en stedenbouwkundige, tevens mede- oprichter West8.

36

Dit bureau won vele prijzen. Geuze is geboren en woonachtig in Rotterdam en voelt zich sterk betrokken bij de stad. Gecombineerd met zijn professionele kennis leverde dit een sterk verhaal op.

Het tweede verdiepende gesprek voerde ik met Casper Geurtz. Geurtz is 25 jaar en als AIO verbonden aan de Universiteit van Tilburg.

37

Zijn scriptie schreef hij over gentrification in Rotterdamse wijken. Hij is al zijn hele leven woonachtig in Rotterdam en zijn vriendin weet inmiddels dat hij daar, tenzij naar het buitenland, niet weg zal gaan. Ik kwam via-via in contact met hem. Geurtz gaf me een goed inzicht in wat er speelt in de stad en wie er toe doen. Daarnaast hielp hij me door delen van de visie plat-Rotterdams voor me in te spreken.

Ook bracht hij me in contact met Hanneke Mastik, een bezorgde bewoonster van het Scheepkwartier. Mastik verzet zich tegen verder bouw daar, tevens is zijn aan de Erasmus Universiteit verbonden als bestuurskundige.

38

Zij verwoordden de zorg die een deel van de hoogopgeleide bewoners van het centrum van de stad hebben. Dat is relevant, omdat het aantrekken van hoogopgeleiden een van de hoofddoelstellingen van de Stadsvisie. Via Mastik kwam ik ook terecht bij Bram Peper. Zestien jaar burgemeester geweest van de stad en verdere introductie lijkt me overbodig. Peper kon de recente veranderingen in beleid goed plaatsen en was niet mild over zijn partijgenoten die het nu in de stad voor het zeggen hebben.

Daarnaast wilde ik de auteur van het stuk dat mij inspireerde interviewen. Mark Hoogstad is Rotterdam correspondent van NRC Handelsblad en dus zeer ingevoerd in de stad.

34

http://www.erabouw.nl

35

http://www.bureaumiddelkoop.nl

36

http://www.west8.nl/adriaan_geuze

37

http://www.uvt.nl/webwijs/show/?anr=231413&lan=nl

38

http://www.eur.nl/fsw/staff/homepages/mastik

(18)

Hij kon me on en off the record veel vertellen over het bestuurlijke reilen en zeilen in de stad.

Ook stak hij zijn eigen mening over de visie niet onder stoelen of banken. Tenslotte, vond ik het ook belangrijk een historicus te spreken. Ik ben er ook een en ik ken het belang van een relativerende historische schets. Na een zoektocht kwam ik erachter dat Paul van der Laar de persoon was, die ik moest hebben. Hij schreef het standaardwerk over de geschiedenis van Rotterdam, is verbonden aan de Erasmus Universiteit en aan het Historisch Museum Rotterdam. Hij gaf me niet alleen de benodigde historische context ook heeft Van der Laar een sterk eigen idee over de toekomst van de stad.

Ik had natuurlijk nog vele andere mensen kunnen interviewen, een dergelijk rijtje is nooit compleet. Ook kreeg van elke geïnterviewde weer tips over andere interessante mensen.

Voor de documentaire heb ik er eigenlijk al teveel, dus ik moest stoppen. De keuze voor mensen is altijd gedeeltelijk op toeval gebaseerd, maar toch meen ik bij elkaar een goede combinatie van interviews te hebben. Men is afkomstig uit verschillende vakgebieden, erkend expert in dat vakgebied en betrokken bij Rotterdam. Ook denk ik dat ik erin geslaagd ben een goede variëteit aan vakgebieden aan te boren. De combinatie van meningen levert dus een waardevol beeld op en geen toevallige opsomming.

Montage

Het proces begon met de montage van de interviews. Deze duurde allemaal ongeveer een uur, er was dus hoop te monteren. Ik hakte alles in quotes, variërend in lengte van dertig seconden tot vijf minuten. Al deze quotes, zo’n honderd in totaal, sorteerde ik in vijf groepen. Vanuit die situatie, in een paar regels opgeschreven, maar veel werk, bouwde ik de documentaire op.

Zo kreeg in raamwerk van het verhaal, waartussen nog allerlei geluiden, teksten en liedjes moesten komen.

Liedjes waren vrij eenvoudig gevonden. Ze moesten mooi zijn en natuurlijk over Rotterdam gaan. Via YouTube kwam ik een heel eind. Ook wilde ik delen uit de Stadsvisie in plat-Rotterdams voorgelezen hebben. Eerst ging hiervoor de straat op, maar dat werd niet mooi. Daarom vroeg ik het aan Casper Geurtz, die het voor mij wilde doen.

Voor de historische context wilde ik enkele mooie oude fragmenten hebben over de

wederopbouw en de stadsvernieuwing in de jaren ’70. Hiervoor bood YouTube geen uitkomst,

maar het Rotterdamse gemeentearchief wel. Na een moeilijke zoektocht stuitte ik op enkele

bruikbare fragmenten.

(19)

Inmiddels had ik besloten de voice over niet zelf te doen. Twee redenen hiervoor. De eerste is dat er mensen zijn die het mooier kunnen dan ik. De tweede is dat ik graag nog een vrouwenstem in de documentaire wilde. Het zijn veel mannen en voor de balans zocht ik naar een vrouw. Mijn vriendin, Violet Laverman, heeft een mooie stem en wilde het wel doen.

Een en ander leidde uiteindelijk, ma vele veranderingen in de opzet en invalshoeken,

tot een verhaal van ongeveer vijftig minuten. Dat was in principe goed, maar ik vond het

uiteindelijk te saai. Daarom heb ik het later nog teruggebracht tot iets minder dan veertig

minuten, vooral door het korter knippen van quotes. Ik besef me dat dat korter is dan

voorgeschreven. Omdat het bedoeld is voor het mooier maken van het verhaal én omdat ik er

genoeg tijd in gestoken heb, neem ik aan dat dat geen probleem.

(20)

Bronnenlijst

Interviews

In het voorgaande hoofdstuk heb ik een uitgebreide verantwoording gegeven bij de keuze voor de mensen die ik heb geïnterviewd. Omdat de gesprekken met Wim Laverman en Casper Geurtz slechts ter oriëntatie waren, heb ik deze niet opgenomen. De overige interviews zijn op aanvraag in zijn geheel in mp3 formaat ter beschikking.

Literatuur

Het verhaal steunt op twee belangrijke pijlers, de interviews en de Stadsvisie. Voluit Stadsvisie Rotterdam, Ruimtelijke Ontwikkelingsstrategie 2030. Daarnaast heb ik de Atlas voor gemeenten 2008 al theoretische basis gebruikt.

Stadsvisie Rotterdam, Ruimtelijke Ontwikkelingsstrategie 2030 Te vinden via:

http://www.rotterdam.nl/smartsite2132936.dws

Marlet, G en van Woerkens, C, Atlas voor gemeenten 2008 (Utrecht 2008) Te verkrijgen via http://www.atlasvoorgemeenten.nl

Ook heb ik verschillende artikelen uit vaktijdschriften en boeken geraadpleegd om een beter inzicht in de problematiek te krijgen.

Van der Ven, Frans, Stad met twee gezichten, Building Business, maart 2003

Luijten, Anne, De stad wordt op ooghoogte gemaakt, niet door de skyline, Building Business, oktober 2007

Bijkendijk, Frank en Hoff, Jan, De laatste trein: Een essay over volkshuisvesting gebaseerd op marktwerking (Amsterdam 2002)

Verbraeken, Hans, Wijkaanpak meer richten op werk, Het Financieele Dagblad, 17- 04-2008

• Laverman, Wim en Van Staal, Cees, Marco Pastors: een opmerkelijke wethouder in Rotterdam, Building Business, april 2005

Hoogstad, Mark, ‘Kenniswerkers keren onze regio de rug toe’, NRC Handelsblad, 30- 04-2008

Hoogstad, Mark, Wegwezen, Punt Uit, NRC Handelsblad, 05-04-2008

(21)

Top, P en Van Ostaaijen, J. De erfenis van vier jaar Leefbaar Rotterdam uit: Justitiële verkenningen 2 2007 21-30

Van der Laar, P, Stad van Formaat: Geschiedenis van Rotterdam in de 19

e

en 20

ste

eeuw (Zwolle 2005)

Internet

Vooral voor het onderzoek naar de politieke receptie van het document heb ik internet gebruikt.

• http://rotterdam.sp.nl/dossier/huisvesting.html

• http://www.rotterdam.nl/smartsite2170072.dws?Menu=2172493

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nu na de raadsvergadering op 12 december is besloten in de maanden januari en februari 2020 gratis parkeren toe te staan in het centrum Schoorl: hoe wordt gemonitord of dit succes

De vraag van het begin – ‘wat moeten wij doen?’ – vat ik in dit artikel op als het in- nerlijke moeten dat patiënten en hun naas- ten kunnen ervaren in een grenssituatie,

Verbaasd, verrast of ontroerd over eigen wijsheid komt er niet zelden iemand op het idee om ‘een advies’ voor een groepsgenoot ook op zichzelf te betrekken.. Verantwoording en

Mijn uitdaging in Schiedam is om samen met collega’s van Schiedam en medewer- kers van Irado na te denken over wat voor stad we in de toekomst willen zijn en hoe het groen en de

pagina 2 van 3 Het aantal actieve clusters gerelateerd aan de (gezondheids)zorg daalt van 5 in week 23 naar 2 in week 24; één cluster in de langdurige zorg (intramuraal) en

Vandaag de dag worden ouders met hoge verwachtingen geconfronteerd: de ideale baan vinden, evenwichtig samenwonen, voorbeeldige kinderen hebben die de beste zijn

’s Werelds eerste en bekendste cryptovaluta’s, waarmee zonder tussenkomst van een bank of beheerder wereldwijd kan worden betaald.. Nou ja, op steeds meer

Vele vluchtelingen vonden nog geen onderdak, ten- ten blijken niet bestand tegen de stortbuien, kinderen kampen met bronchitis en longontste- king en er dreigt