• No results found

(1)Bijlage Ia - Algemeen kader vormgeving lokaal niveau Hieronder in de tabel zijn de elementen van de vormgeving van de onzichtbare voice-over en het beeld op lokaal niveau weergegeven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "(1)Bijlage Ia - Algemeen kader vormgeving lokaal niveau Hieronder in de tabel zijn de elementen van de vormgeving van de onzichtbare voice-over en het beeld op lokaal niveau weergegeven"

Copied!
269
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage Ia - Algemeen kader vormgeving lokaal niveau

Hieronder in de tabel zijn de elementen van de vormgeving van de onzichtbare voice-over en het beeld op lokaal niveau weergegeven. In de kolommen tekst en beeld wordt een korte uitleg gegeven van het betreffende subelement en daarbij voorbeelden van de specifieke invulling van het subelement. Hiermee wordt aangetoond hoe een subelement zich kan realiseren in tekst en/of beeld.

De voorbeelden zijn cursief genoteerd en volgen na de toelichting. Deze voorbeelden zijn afkomstig uit het onderzoeksmateriaal van de scriptie. De herkomst van de voorbeelden worden vooraf aan het voorbeeld genoemd. Zoals [B11, 7.31: (voorbeeld)], de [B] staat voor bijlage en [11] voor het bijlagennummer (i.c. 11). [B11] is dus bijlage 11 - De orka. Na het noemen van de bijlage wordt het shot genoteerd waarin het element is gerealiseerd (i.c. 7.31). Vervolgens wordt na een dubbele punt het voorbeeld genoemd.

Soms staat er [v-o] genoteerd, hiermee wordt de onzichtbare voice-over bedoeld.

Elementen Subelementen Tekst Beeld

Relatie tekst - beeld

Ondersteunen Uitleggen Een uitleg geven van wat te zien is

B11, 7.31: Uitleg wordt gegeven aan gedrag orka;

orka wiebelt heen en weer in beeld, tekst legt uit dat Delphine zich verveelt en begint te spelen

Een uitleg tonen op de gegeven tekst

B8, 3.34-3.56: Een re-enactment geeft uitleg na de tekst ‘De Fransen werkten niet volledig mee’; beeld legt uit hoe dit is gegaan

Specificeren Een specificatie geven van wat in beeld te zien is of verwijzen naar beeld

B11, 9.12: ‘Deze vrouwtjes’, refereren aan hetgeen in beeld (zeeolifanten); tekst specificeert door het aanwijzende voornaamwoord én door te noemen dat de zeeolifanten vrouwtjes zijn

Specificeren van de tekst; kan ook ondersteunen oriëntatie persoon of plaats van tekst

B8, 5.48: Tekst geeft verschillende namen en beeld toont foto’s van deze personen (ondersteuning oriëntatie van persoon)/B7, 28.39: ‘Houdt van uitstapjes’, beeld toont wat voor uitstapjes Aanvullen Extra informatie toevoegen aan beeld

B11, 18.02: ‘Besluipt in stilte’, tekst vult aan dat dit in stilte gebeurt, want dit is niet te zien in beeld

Extra informatie toevoegen aan tekst

B7, 23.17: ‘Herinneringen opschrijven’, beeld toont twee boeken – hier zullen de herinneringen uit tekst terecht gekomen zijn

Versterken Versterken van beeld

[Aangezien de dominante modus de tekst is, zal dit subelement moeilijk te realiseren zijn. In het

onderzoeksmateriaal komen geen versterkingen van beeld door tekst voor]

Tekst versterken; geen afleiding zijn of strekking ondersteunen

B8, 13.06: Beeld toont donker beeld waarin weinig te zien is – aandacht gaat naar tekst/B8, 30.26:

‘Treblinka was veel kleiner’, beeld toont tekening van bovenaanzicht omgeving, in hoek staat klein gebouw waarnaar toe wordt ingezoomd – lijkt inderdaad klein Contrasteren Het tegenovergestelde zeggen van wat te zien is

B8, 2.51: ‘Betrekkelijk weinig Duitse soldaten’, maar in beeld veel soldaten en nazi-vlaggen te zien

Het tegenovergestelde tonen van de tekst B7, 29.04-30.06: ‘Weinig vrienden’, beeld toont driemaal verschillende beelden van mevrouw onder de mensen (rotary/kerk/feestdag)

Bewijzen Bewijzen van het beeld Bewijzen van de tekst; a.d.h.v. techniek, met

(2)

[Tekst is de dominante modus, waarbij het beeld de tekst kan bewijzen. De tekst kan in principe niet het beeld bewijzen. In het onderzoeksmateriaal komt dit niet voor]

bewijsvoeren en gelijk tonen van tekst

B8, 13.21: ‘SS-er Oskar Gröning’, beeld gaat van kraag met SS-tekens omhoog naar gezicht Gröning (bewijs met techniek)/B8, 41.32: ‘Himmler noteerde’, beeld bewijst tekst aan de hand van archiefmateriaal (getypt briefje van Himmler)/B8, 20.06: ‘Hulp van de Britse Bobby’s’, beeld toont dat uiting klopt door een Britse soldaat tussen Duitse soldaten te tonen Structureren

Oriënteren Tijd Een melding geven van de tijd

B7, 0.32: ‘28 november 1962’/B11, 7.09: ‘Vandaag’

Aangeven wat voor tijd het is

B11, 28.05: Zon komt op/B8, 2.17: Nazi-vlag op gebouw

Plaats Aangeven om welke plaats het gaat

B8, 2.10: ‘In Frankrijk’/B11, 41.48: ‘Op het strand’

Tonen/introduceren om welke plaats het gaat (zonder dat tekst dat doet)

B8, 1.45 + 2.02: Bouwplan + bouwtekening van Auschwitz, camera glijdt overheen/B8, 29.55:

Plaatsnaambord met Treblinka/B7, 10.13:

Omgevingsbeelden/B7, 15.54: Verschillende kanten van huis

Persoon/dier/

onderwerp

Noemen van naam, achtergrond (eigenschappen) en introduceren van personen (in de actieve rol in de tekst). Soms ook oriënteren van onderwerp, maar onderwerp geldt dan wel in een (korte) narratief als hoofdonderwerp

B11, 0.50: 3x - ‘Dit speelse vrouwtje, Delphine, is 14’/B11, 5.10: ‘herkenbaar aan ster in rugvin’/B11, 5.23: ‘is haar zus of dochter’/B9, 33.21: ‘de pizza’

Tonen/introduceren van personen (zonder dat tekst dat doet)

B7, 27.12: Vrouw staat in een leeg huis, maar nog niet bekend wie dit is/B7, 8.06: Foto van Sophie Booy vroeger

Situatie Bespreken van omstandigheden situatie

B9, 4.54: ‘In Europa komen ieder jaar tienduizend nieuwe levensmiddelen op de markt’

Tonen/introduceren van omstandigheden (zonder dat tekst dit doet); onderwerp in beeld staat symbool voor situatie

B7, 21.40: Personen zijn aan het skiën, tekst geeft ondertussen anekdote, aan het eind maakt hij pas bekend dat het over skiën gaat/B11, 18.34: Paartje ligt op leeg strand - dit toont situatie op strand/B7, 29.50: Vlag met Kallemooi, Kallemooi staat voor een feestdag

Thema ontwikkelen Inleiden Inleiden van een verhaal (door bijvoorbeeld oriëntaties of aankondiging), begin van sequentie B9, 32.59: ‘In de middeleeuwen werden grote schijven bruin brood gebruikt als bord’/B11, 6.45:

‘Het is tijd’/B11, 14.36: ‘Het is nu’

Inleiden van verhaal of sequentie aan begin (weinig in beeld, omgevingsbeelden, begin van situatie, beeldtechnieken)

B10, 26.51-27.00: Weinig in beeld, beelden van de omgeving/B9, 45.43: Een vis ligt op snijplank, dit is

(3)

het begin – wordt uiteindelijk een visstick/B8, 42.39- 43.05: Gebeurt niets in beeld - re-enactment waarbij iemand achter bureau zit en iets opschrijft/B7, 21.58:

Fade-in/B7, 22.31: Opendraaien beeld/B7, 28.54:

Boot komt aanvaren Ontwikkeling Uitleg van wat er gebeurde, gevolg of vervolg van

een gebeurtenis

B8, 2.09: ‘De eerste’ – begin ontwikkeling/B8,16.39:

‘Dus’ – gevolg/B9, 7.31: ‘Na talloze (…) komt het nieuwe voedingsmiddel eindelijk terecht in de supermarkt’ – verloop ontwikkeling/B10, 4.59:

Duitsland is begonnen met zonlicht met als gevolg

‘De lucht wordt er schoner, (etc.)’/B8, 28.16: ‘Weken na’ – vervolg

Tonen hoe verhaal verloopt, gevolg van gebeurtenis, betrokkenen afwisselend tonen, tonen van nabijheid gevaar

B8, 25.40-27.55: Re-enactment van een

uitbraakpoging/B11, 17.54: Orka’s zijn in de buurt, maar robben hebben niets door - betrokkenen om de beurt tonen + nabijheid gevaar/B9, 30.11-30.36: Een broodje met boterhamworst wordt klaargemaakt en opgegeten

Ontknoping/

climax

Ontknoping of einde van een verhaal, iets lukt of mislukt; is naar de ontknoping toegewerkt

B8, 42.54: ‘was uitontwikkeld’/B11, 4.11: ‘Ze is los’

Ontknoping van verhaal tonen, na opbouw tot ontknoping

B8, 26.27-27.21: Spanning wordt opgebouwd tijdens ontsnappingspoging (of ze door poort komen), op het einde in 27.34-27.42 lukt het en mogen ze door/B10, 17.32: Tonen van product, na van 17.18-17.28 te tonen hoe dit werd gemaakt (maar nog niet duidelijk werd wat het was)

Afronding Afronden van het verhaal, uitkomst/eindresultaat B7, 31.56: ‘eindigt deze tak van haar familie’/B8, 14.59: ‘Allemaal kwamen ze om’/B11, 20.51: ‘Het is voorbij’

Einde verhaal aangeven met laatste ontwikkeling, weinig in beeld, techniek

B7, 6.20: Fade out/B7, 14.22: Persoon verdwijnt uit beeld/B7, 30.50: Koningin zwaait gedag (afloop)/B7, 31.56: Hoofdpersoon loopt uit beeld weg met de rug naar de camera/B8, 4.28: Gelijk aan inleidende beeld/B10, 48.59: Camera verdwijnt in de zon/ B11, 31.08: Overzichtsbeeld

Epiloog Koppelen naar toekomst; koppeling tussen tijd van het vertelde en tijd van het vertellen

B7, 31.56: ‘Met Sophie Booy eindigt deze tak van haar familie en daarmee misschien van generaties, die hun leven volledig plaatsten in het teken van het koninklijk huis’/B8, 30.08: ‘Het is nu niet meer dan’

Koppeling tussen tijd van het vertelde en tijd van het vertellen

B7, 30.16: Tonen wat voor relatie Beatrix en Sophie na vele jaren met elkaar hebben

Evaluatie Verhaal of gebeurtenis evalueren; beschouwend kijken naar wat heeft plaatsgevonden

B7, 24.34: ‘Buitengewoon veel eer gehad aan die functie’/B8, 15.28: ‘Begin 1942 vond Oskar Gröning die misdaad nog te rechtvaardigen’/B11, 47.28: ‘Na

Evalueren van gebeurtenis of verhaal

[Komt niet in het onderzoeksmateriaal voor]

(4)

een lange jeugd is Delphine eindelijk een killer geworden’

Aandacht sturen Aankondigen Aankondigen van onderwerp dat volgt; publiek nieuwsgierig maken

B8, 20,28: ‘Eén van de joden’/B8, 28.34: ‘De

beveiliging moest worden verbeterd. Vooral vanwege wat er ging komen’

Tonen van hints die een aankondiging geven van een onderwerp dat volgt; nieuwsgierig maken van kijker B7, 28.28: Koets wordt aan paarden gezet – er gaat gereden worden/B7, 28.58: Er zijn vlaggetjes te zien - iets feestelijks gaat komen

Koppelen hoofdonderwerp

Koppeling maken met het hoofdonderwerp van documentaire

B7, 0.42: ‘Hun baas’/B8, 2.12: ‘De eerste West- Europese joden in Auschwitz’ (hoofdonderwerp B8 is Auschwitz)

Tonen van subonderwerp met hoofdonderwerp (samen in beeld of meteen achter elkaar)

B7, 23.04: Schilderij met Sophie (hoofdonderwerp B7) samen in beeld/ B11, 8.08: Zeeolifant van achter die kijkt naar de zee, waar vinnen van orka’s te zien zijn (orka’s hoofdonderwerp B11)

Koppelen subonderwerp

Koppeling maken met het subonderwerp van documentaire

B7, 11.26: ‘Ook Wilhelmina’ (subonderwerp is koninklijk huis in B7)

Tonen van subonderwerp in beeld (samen in beeld of meteen achter elkaar)

B7, 15.39: Embleem van Soestdijk op schaal, in 15.36 schaal bij hoofdonderwerp in beeld/B7, 16.08:

Foto waarbij Beatrix (subonderwerp) de hoed van Sophie goed doet

Terug naar hoofdonderwerp

Koppeling terug naar hoofdonderwerp na sequentie/

verhaal van subonderwerp; na zijweg te hebben genomen, nu weer terug bij hoofdonderwerp B8, 44.56: Aan eind van sequentie over Treblinka

‘Treblinka was het grootste slachthuis van nazi- Duitsland. Maar niet lang. Omdat in Auschwitz hard was gewerkt aan nieuwe crematoria’/B11, 2.50: ‘Wat de reden ook is’ – wordt weer verder gegaan met hoofdonderwerp

Koppeling maken naar het hoofdonderwerp;

aangeven dat er teruggegaan wordt [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Focussen Focus leggen op een persoon (of onderwerp), door herhalen van informatie of naam van een persoon (binnen een sequentie of thema) of nadruk op iets leggen

B7, thema van 18.09–23.00: Therese wordt genoemd in 18.42, 19.07, 19.52, 20.35, 20.53, 21.03/B11, 25.24: ‘Robbenjagers (…) spraken al over de orka's die hier zwommen. Op haar beurt zal Delphine’ – van algemeen steeds naar specifiek geval (Delphine)

Focus op persoon door extra te benadrukken/

opvallender te tonen

B7, 8.21: Rondje om een persoon op de foto/B7, 13.43: Plotseling inzoomen/B7, 20.42: Wijzen naar een voorwerp/B8, 8.02-8.06: Herhalen van foto gezin/B11, 0.59: Beeld op stil (freeze)

Relatie met andere tekst

Refereren (aan andere tekst)

Refereren aan een tekst, die niet afkomstig is van de onzichtbare voice-over (kan aan geïnterviewde of inhoud tekst zijn)

B9, 5.57: ‘Christina Jacobsen en haar collega’s’

[Dit element kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over. Het beeld kan een relatie hebben met een ander beeld, maar dit heeft betrekking op het element cohesie aangeven]

(5)

(Jacobsen is de geïnterviewde voorafgaand aan v-o) /B10, 17,14: ‘ook zo’n bedrijf’ – geïnterviewde heeft vertelt over zijn bedrijf/B8, 18.08: na 18.01 waarin geïnterviewde vertelt over Engelse ponden die hij voorbij zag komen, zegt v-o: ‘die Engelse ponden’

Overbruggen Tussen twee teksten, die niet afkomstig zijn van de onzichtbare voice-over, een toevoeging geven waardoor de twee teksten te begrijpen zijn B7, 2.42: (Sophie) ‘Mijn ouders deden enorm veel aan sport’ – (v-o) ‘De vader van Sophie had dat niet van een vreemde. Ook haar grootvader had al sportieve belangstelling’ – (Sophie) ‘Dat was Maurits, baron van Randwijck’/B9, 6.34: Nadat de

geïnterviewde heeft verteld hoe een proces verloopt, zegt v-o ‘Tenslotte’ – dit geeft de laatste stap aan. Na de tekst van de onzichtbare voice-over vervolgt de geïnterviewde

[Dit element kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Samenvatten (andere tekst)

Samenvatting geven van tekst, die niet afkomstig is van de onzichtbare voice-over

B8, 4.34: ‘dus’ – als hint voor een samenvatting/B10, 23.37–24.17: Uitleg van Scheer, vervolgens v-o in 24.26: ‘De boodschap van Scheer is duidelijk:

(samenvatting)’

[Dit element kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Specificeren (andere tekst)

Specificatie geven van tekst, die niet afkomstig is van de onzichtbare voice-over

B9, 20.55: ‘Ons kauwritme is vergelijkbaar met een symfonie’ specificatie op ‘Het geluidssignaal is tegelijkertijd een controle voor de voortgang van 't kauwproces. En dan begint 't weer opnieuw.’/B10, 10.17: ‘Een veelgehoorde mythe (…) is dat het ruimte kost’ is een specificatie van geïnterviewde die zegt dat een beperkt potentieel een mythe is

[Dit element kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Uitleggen (andere tekst)

Uitleg geven van tekst, die niet afkomstig is van de onzichtbare voice-over

B10, 12.07: Geïnterviewde zegt ‘Na vijftien jaar is de investering terugverdiend’, uitleg van v-o is in 12.35

‘De invoering van de feed-in tear-off law is de sleutel tot het Duitse succes’

[Dit element kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Als

gesprekspartner

Alsof onzichtbare voice-over in gesprek is met een geïnterviewde

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

[Dit element kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

(6)

Interview- vervanging

Vraag en antwoord situatie tussen onzichtbare voice- over en geïnterviewde

B9, 16.38: Geïnterviewde zegt ‘Dan hebben we de smaak geanalyseerd’, vervolgens v-o in 17.16: ‘Wat betekent dat nu voor de toekomstige ontwikkeling voor voedingsmiddelen?’ en geïnterviewde antwoord met ‘Met geurorgels of smaakorgels kunnen we’

[Dit element kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Voorbeeld (andere tekst)

Voorbeeld geven van tekst, die niet afkomstig is van de onzichtbare voice-over

B9, 39.55: Geïnterviewde zegt ‘het consumeren van bizarre zaken’ voorbeeld hiervan door v-o in 40.08

‘De mens at het hart van dode roofdieren’

[Dit element kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Cohesie aangeven Toepassen veel/

weinig

Aantal tekstdelen van onzichtbare voice-over dat cohesie (gerealiseerd door gebruik voegwoorden/

taalkundig verwijzen/herhalen/vervangen) bevat in documentaire en het totaal aantal tekstdelen van de onzichtbare voice-over. Tekstdeel is de tekst tijdens één shot.

[Niet van toepassing op beeld]

Voegwoorden Voegwoorden waarmee zinnen/zinsdelen aan elkaar worden gevoegd. En/of in opsomming niet in meegerekend.

B9, 33.49: ‘en dus’ /B11, 28.56: ‘Maar’/B10, 2.35: ‘of zelfs’

Overgang tussen beelden, waardoor beelden wel bij elkaar horen

B7, 23.30: Dissolve/B8, 2.17: In voorgaande beeld ook Eiffeltoren te zien

Taalkundig verwijzen

Verwijzen naar persoon/onderwerp/gebeurtenis/

plaats etc. binnen een teksteenheid

B7, 2.42: ‘dat’/B8, 28.34: ‘wat er’/B11, 28.56: ‘ze’

Gelijkheid in beeld op basis van vorm, kleur, setting of achtergrond

B7, 0.49: Zelfde achtergrond/B8, 8.52: Gelijkheid plaats/B9, 31.55: Zelfde setting

Herhalen Zelfde woord vaker voorkomen (refereren aan iets wat eerder is geweest)

B7, 11.35: ‘Eenzaam maar niet alleen’ herhaald in 21.33/B8, 28.58: ‘bevel 19 juli’ herhaald in 37.34

Zelfde beeld vaker voorkomen

B7, 5.14: Zelfde fotoboek werd eerder getoond in 2.09/B8, 8.02 en 8.06: Herhalen van foto van familie

Vervangen Andere benaming voor woord dat al genoemd is, wel zelfde referent

B7, 24.29: ‘curator bij VU’ vervangen in 24.34 met:

‘die functie’/B11, 36.07: ‘het geluid van een andere orkagroep’ vervangen in 36.56 met: ‘dergelijke kreten’

[Niet van toepassing op beeld]

Begrijpelijk maken

Uitleggen Uitleggen Feitelijkheden geven, extra informatie delen, voorgaande uiting uitleggen of beantwoorden; vaak

Tonen van hoe iets in zijn werk gaat

B9, 0.50: Hoe visstick uit vis kan komen/B10, 17.20:

(7)

B9, 39.12: ‘Daarom’/B8, 39.20: ‘Omdat’/B9, 41.45:

‘Eieren zijn een vruchtbaarheidssymbool’/B11, 45.51:

uitleg van een gevolg – ‘zullen ze verhongeren’/B11, 44.48: uitleg van een aankondiging (‘Een favoriet spelletje is’) – ‘je mee laten slepen’

Specificeren Voorgaande uiting meer specifiek maken

B7, 0.32: ‘Wilhelmina,’ specificatie ‘die vijftig jaar haar land had gediend’/B9, 2.27: ‘Meer dan duizend keer per jaar’ met als specificatie ‘voor elke

maaltijd’/B11, 20.17: ‘Aan het jongleren’ met als specificatie ‘de een duwt haar onder, de ander gooit en pakt haar’

Voorgaande beeld meer specifiek maken of onderwerp in voorgaande beeld specificeren

B7, 9.56: Vrachtschip in beeld, specificatie in 10.11:

Beeld van een boei met de naam van vrachtschip/

B9, 13.51: Toont dat vorige shot een paarse aardbei was, vorige shot was niet als zodanig te definiëren

Voorbeeld geven Voorbeeld geven van uiting (door opsomming of uit te lichten)

B9, 33.57: ‘zoals’/B10, 16.39: ‘Bijvoorbeeld’/B8, 42.31: ‘Eén van de’/B9, 18.37: ‘Cornflakes of aardappelchips’

Voorbeeld geven van een uiting of onderwerp B7, 29.25: Sophie onder de mensen i.t.t. tekst 29.04/B8, 0.42: Hoe ze daar vandaan werden gehaald/B11, 27.50: Pinguïns spelen (flirten)

Samenvatten Samenvatting geven van voorgaande tekst (kan door antwoord geven op hoofdvraag of opsomming van verhaal)

B9, 45.48: ‘De vorm van visstick wijkt bewust af’ – geeft strekking documentaire weer en antwoord op vraag uit 0.30: ‘Waarom is een visstick rechthoekig?’/

B9, 48.19: ‘Food design is vormgeving op zeer uiteenlopende zintuiglijke, functionele en culturele niveaus’

Samenvatten van voorgaande voorbeelden B9, 47.46-48.19: Herhalen van onderwerpen die eerder in beeld zijn geweest, maar nu in andere setting

Corrigeren (tegen verwachting in spreken)

Tegen de verwachting in spreken; eerst wordt iets genoemd, vervolgens wordt tegenovergestelde genoemd. Wanneer geen gebruik is gemaakt van een voegwoord, dan kan deze worden geplaatst

B7, 28.39: ‘Ondanks’/B8, 26.06: ‘Sterker nog’/B9, 16.11: ‘Eigenlijk’/B11, 14.43: ‘maar helaas’/B11, 16.46: ‘eten (…) niet’ (maar) ‘wel vluchten ze’

[In principe niet mogelijk voor beeld. Zal voorgaande beeld moeten tegenspreken/corrigeren. Tegen de verwachting van de kijker ingaan, valt onder

verwarren of reageren op gedachten kijker. Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Verduidelijkende herhaling

Moeilijk woord herhalen of langzaam uitspreken;

uiting herhalen in andere bewoording (versimpelen) B10, 6.26: Na een relaas over werking van zonne- industrie verduidelijkt v-o met: ‘Je richt een fonds op en geeft aandelen uit’

Verduidelijken van voorgaande beeld [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Beroep op kennis doen Spreekwoord/

uitdrukking

Een uitdrukking/beeldspraak/spreekwoord noemen (kan om te personaliseren, versterken, ernstig te maken en voor bepaalde spreekstijl)

Verwijzen naar of tonen van (niet in tekst) een uitdrukking/ beeldspraak/spreekwoord

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

(8)

B7, 23.08: ‘In de schaduw van de kroon’/B8, 31.52:

‘liep uit de hand’/B11, 22.40: ‘een biet zijn’

Culturele kennis Verwijzen naar iets cultureels als kunst of literatuur B11, 18.33: ‘sitting ducks’/B11, 1.20: ‘Gordel der westenwinden’

Verwijzen naar iets cultureels als kunst of literatuur B7, 29.50: Vlag met Kallemooi; dit is feestdag Schiermonnikoog/B10, 16.12: Siegestor staat voor München

Historische kennis Verwijzen naar iets uit de historie

B8, 45.16: ‘die het kamp (Auschwitz) zijn beruchte naam zou geven’ – beruchte naam hoeft niet gespecificeerd te worden, kan publiek zelf invullen/

B10, 22.30: ‘IT-revolutie’

Verwijzen naar iets uit historie of aan doet denken (iets kan bepaalde lading krijgen, vanwege de connotaties m.b.t. het verleden)

B8, 12.06: Oude rails refereert aan de herinnering aan op trein zetten naar Auschwitz (kijker weet wat mee bedoeld wordt)/B10, 2,30: Rusland draait gaskraan dicht

Normen/waarden Inlichten over bepaalde normen of waarden

B7, 23.20: ‘Hij doorbrak daarmee een ongeschreven wet’/B8, 33.47: ‘Globocnik nam Eberl niet de

massamoord kwalijk, maar (…)’ – inlichten over normen en waarden nazi’s

Inlichten over/tonen van bepaalde normen of waarden

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Vergelijken eigen wereld

Vergelijking maken met iets wat publiek kent B11, 20.17: ‘bijna aan het jongleren’/B11, 20.45:

‘net als een jachtluipaard’/B10, 10.34: ‘Een gebied ter grootte van Frankrijk’/B10, 42.39: ‘uitspuugt’

Vergelijking maken met iets wat publiek kent

B11, 35.31: Pinguïn rilt, net zoals een mens zou doen

Personaliseren Onderwerp/dier neerzetten als een persoon, persoonlijke kenmerken geven of spreken over dier/onderwerp zoals men over een mens zou spreken in een gesprek

B11 (over orka’s), 29.51: ‘als een ouder’/41.24:

‘Maar zoals gewoonlijk’/1.12: ‘Ze patrouilleren’/4.37:

‘koppig’

Onderwerp/dier neerzetten als een persoon of persoonlijke kenmerken geven

B11, 10.43: Delphine lacht/B11, 18.13: Zeeolifanten als een liefdeskoppel op het strand (arm over vrouwtje heen)

Expliciet maken opgebouwde kennis

De kennis die tussen publiek en v-o is opgebouwd tijdens de documentaire duidelijk maken of op aansturen

B8, 32.08: ‘We (weten wie het waren)’ – met we stuurt v-o aan op opgebouwde kennis/B11, 10.43:

‘Ze is weer aan het spelen’ – eerder in documentaire ook gebeurd/B10, 1.47-2.48: verwijzen naar

voorgaande metafoor: mens als jager-verzamelaar

De kennis die tussen publiek en het beeld is

opgebouwd tijdens de documentaire duidelijk maken of op aansturen

B10, 3.15-4.43: pleidooi van verschillende

(onbekende) geïnterviewden, worden later bekend gemaakt- 3.16 in 17.36, 3.23 in 24.47, 3.51 in 16.46, 4.04 in 21.21 en 4.24 in 8.42

Actualiseren Verbinden met heden

Actuele gebeurtenis koppelen aan historische gebeurtenis

B11, 4.37: ‘Sinds die dag’

Actuele gebeurtenis koppelen aan historische gebeurtenis

B7, 1.16: Beelden veranderen van vroeger (foto laan)

(9)

Interessant maken

Dramatiseren Emotie inspelen Inspelen op de emotie, publiek leeft mee/vindt het zielig

B8, 6.53: ‘uitgeroeid’/B9, 24.30: ‘vijandige oceaan overleven’/B8, 14.59: ‘Kinderen werden opgesloten (…) zonder ouders’

Inspelen op de emotie, publiek leeft mee/vindt het zielig; onbestemd gevoel geven

B8, 7.29: Oude foto wordt getoond waar mensen afscheid van elkaar nemen/B8, 12.39: Treinspoor begroeid met gras in donker – geeft onheilspellend gevoel/B11, 46.42: Pup is doel van de orka, maar hij kan niet wegkomen

Ernstig maken/

overdrijven

Aangeven hoe ernstig iets is of overdrijven, vaak door gebruik van versterkingen en bepaalde bewoording, ook uitzonderlijkheid/herhalen

B7, 1.11: ‘mistroostigheid van de verlaten lanen’/B8, 24.35: ‘gevecht tegen de honger, ziekten en

mishandelingen’/B9, 43.27: ‘Alleen al in

Duitsland’/B10, 1.53: ‘Zelfs’/B10, 31.35: ‘extreem effectief’/B10, 2.00: ‘geeft problemen, grote problemen’

[Overdrijven zou kunnen worden gerealiseerd, wanneer beelden in scène zijn gezet en onderwerpen of situaties overdreven worden neergezet. Komt niet voor in onderzoeksmateriaal]

Benadrukken – hoeveelheid

Aantal aangeven om ernst mee te benadrukken, kan hoog of juist laag aantal zijn

B8, 12.06: ‘4100 (kinderen)’/B8, 28.58: ‘twee miljoen (mensen)’/B9, 7.31: ‘één op de twintig’

Hoeveelheid aantonen (veel of weinig) om ernst te benadrukken

B10, 5.10: Camera draait rond alle panelen/B11, 24.14: Beeld vol met pinguïns/B7, 17.33: Rij mensen, ze staan (zelfs) buiten

Vergelijken – tegenstelling

Vergelijking maken, waarmee aangegeven wordt hoe ernstig iets is of door de tegenstelling te overtuigen B7, 0.49: ‘in de bloei van hun leven, maar stille paleis’/B10, 46.30: ‘De prijs van olie stijgt alleen maar en de prijs van zonne-energie daalt’/B11, 31.12: ‘In tegenstelling tot’/B9, 25.08: ‘Hoe groter (…), hoe sensationeler (…)’

Vergelijking maken, waarmee aangegeven wordt hoe ernstig iets is door de tegenstelling

B9, 19.00: Splitscreen (i.c. eerder versterking van tekst)/B8, 8.55: Foto van bewoners vroeger (hangen gezellig uit raam) en beelden van nu (leeg gebouw met bepaalde lading, vanwege gebeurtenissen daar)

Suggereren Suggestie wekken van een gebeurtenis of dat personen iets is overkomen, waarmee wordt gedramatiseerd en ‘pas op’-gevoel bij publiek B11, 2.25: ‘Als ze niet vlot raakt, sterft ze door uitdroging’/B11, 13.41: ‘Misschien zijn ze blij, omdat ze altijd gevaar lopen’/B11, 17.30: ‘Lison en Delphine duiken’ – dit is omdat ze de aanval inzetten op pup of pinguïn

Suggestie wekken van een gebeurtenis of dat personen iets is overkomen, waardoor gedramatiseerd wordt

B8, 28.58: v-o zegt ‘Alle Poolse joden (…) vermoord tegen eind van 1942’, filmbeelden tonen mensen die leven in de getto, suggestie is dat zij vermoord zijn/

B8, 0.24: Shot vooraf toont politie kloppend op deur en roepend. Beeld toont buitenkant van gebouw, na tijdje gaat achter een raam het licht aan, hiermee wordt gesuggereerd dat deze mensen zijn opgepakt/

B11, 43.01: Eerst pinguïns in de branding. Dan een orka in de buurt. Vervolgens gaat de vin van de orka

(10)

onder water, is de aanval gestart?

Levendig maken Op andere manier informatie geven (om minder saai te maken en meer verhalend te maken)

B7, 21.40: V-o geeft anekdote – ‘Ze zei: ‘Ga naar Oostenrijk (…)’ Ze begrepen het niet goed en vroegen: ‘Hoe bedoelt u (…)?’ ‘Ga skiën’ was het antwoord’/B11, 35.31: Met humor (in samenwerking met beeld) ‘Zelfs de pinguïns lijken het koud te hebben’ en in beeld een bibberende pinguïn

Op andere manier informatie geven (om minder saai te maken en meer verhalend te maken), niet bedoeld om alleen begrijpelijk te maken

B7, 16.34-18.00: Polygoonjornaal tonen/B8, 14.59:

computeranimatie/B8, 16.59-18.09: re-

enactment/B11, 42.03: humor - pinguïn zit achter pup aan

Gezicht geven Een gezicht geven aan personen, niet abstract of vaag houden, komt dichterbij bij kijker (speelt op emotie in)

B8, 20.53: ‘Drie buitenlandse joden op Guernsey, Auguste Spitz, Marianne Grünfeld en Therese’ – specifiek benoemen wie het waren

Tonen om wie het gaat, zodat publiek zich kan inbeelden en meer betrokken voelt

B8, 20.53: Pasfoto’s van vrouwen tonen/B8, 7.31:

Tekst spreekt over politie die gezinnen scheidde. Een onbekend gezin wordt in beeld gebracht en zelfs op ingezoomd

Nieuwsgierig maken/

Spanning opbouwen

Verwarren – raadsel

Publiek verwarren, door afstand tussen het reële en wat wordt gezegd

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Publiek verwarren, door afstand tussen het reële en wat wordt getoond

B9, 0.30: Visstick ‘zwemt’ in vissenkom/B9, 29.42:

Tomaatjes vallen op bakje met friet Onduidelijk zijn –

vaag

Onduidelijk zijn waar op wordt gedoeld; onderwerp niet benoemen, maar vaag over zijn (publiek wil weten wie of wat v-o bedoelt)

B8, 47.01: ‘De man’/B7, 21.58: ‘iets’

Onduidelijke beelden, waardoor niet goed te zien is wat er in beeld gebeurt (of kan gebeuren)

B11, 45.04: Onder water met allemaal modder ervoor/B7, 6.00: Korrelig (gemaakt) beeld Vragen stellen Het stellen van vragen

B8, 33.57: ‘Waar moest hij de duizenden lijken laten?’/B9, 0.30: ‘Waarom zijn vissticks rechthoekig?’

[Dit subelement kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Stelling neerzetten

Een uiting met veel stelligheid gegeven. De uitspraak is waarheid (volgens v-o)

B9, 1.03: ‘Vissticks zijn design’/B10, 2.20: ‘Fossiele brandstoffen zijn een bron van speculatie geworden’, daarna ‘Speculanten willen geld verdienen’ en dan

‘Punt uit’

[Dit subelement kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Stilte invoegen Publiek laten wachten op uitleg of nadruk leggen op beeld/hetgeen wat gaat komen

B7, 0.32: ‘28 november 1962, er viel een stilte over Nederland’ – hier worden datum en de situatie al genoemd, maar de oorzaak nog niet/B8, 12.39: ‘hier aankwamen’ (stilte) ‘Het perron van Auschwitz’/B10, 1.56: Geen tekst, maar wel zelfde beeld

Publiek laten wachten op climax

B8, 4.59-5.15: Politie klopt op deur, gedurende vier shots wachten op wat gebeurt/B8, 13.21: Wachten met tonen van het gezicht van de SS-er

Kijker betrekken Relatie aangaan Een relatie met de kijker aangaan door zichzelf Beelden tonen waarmee een relatie met publiek

(11)

vormen samen een groep

B9, 36.48: ‘Wij geven ons eten’/B10, 31.40: ‘onze nieuwe energiegronden’/B11, 0.20: ‘net zou oud als wij’/B7, 17.47: ‘onze koninklijke familie’

filmmaker en publiek tot zelfde groep horen.

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Alsof kijker zelf meemaakt

Spreken alsof kijker zelf meemaakt [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Camera als de ogen van kijker

B10, 12.04: Camera gaat mee in auto, lijkt alsof kijker op bijrijderstoel zit/B8, 14.59: Camera ‘kijkt’

gebouw rond/B11, 28.52: Camera als ogen van dier Reageren op

gedachten kijker

Een uiting geven als reactie op een uiting die in werkelijkheid niet is gegeven. V-o gaat uit van een bepaalde gedachte/vraag van de kijker

B8, 25.57: ‘Ze wilden met die wapens geen Duitsers doden’ – voor het geval de kijker dat zou denken/

B10, 22.21: ‘Voor de leek is het nog niet direct zichtbaar’/ B11, 23.47: ‘Het lijk wellicht’

Een beeld tonen als reactie op een uiting die in werkelijkheid niet is gegeven. Beeld geeft antwoord op gedachte/vraag van kijker

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Rechtstreeks aanspreken

Spreker rechtstreeks aanspreken

B9, 33.57: ‘Zodat je’/B10, 6.26: ‘Je richt (…) op’

[Dit subelement kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Subjectiviteit

Modaliteit Mate van

zekerheid tonen

Zekerheid van uiting aangeven

B7, 31.56: ‘misschien’/B8, 44.26: ‘Afgezien van typefouten’/ B9, 23.52: ‘wetenschappelijk

onderzocht’/B10, 2.43: ‘lijkt’/B11, 38.24: ‘zonder twijfel’

Zekerheid van beelden aangeven

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Bronnen geven Aangeven waarom bewering mogelijk is of waarop gebaseerd is; bron bekend maken

B7, 24.16: ‘door het archief’/B8, 23.08: ‘door de getuigenis van’/B9, 14.23: ‘volgens onderzoek’/ B11, 0.20: ‘Dankzij Franse wetenschappers’

Bron bekend maken

B10, 40.07: Vooraf een animatie te zien. Vervolgens een stand met iemand achter laptop met grote tv ernaast. Op de tv is het vorige shot te zien

Afstand nemen tekst

Aangeven dat tekst niet van v-o afkomstig is; wil niet met uiting geïdentificeerd worden

B7, 24.21: ‘Volgens hem’/B9, 34.54: ‘Volgens de legende’

[Dit subelement kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Bewijsvoeren op basis van

Inductie Argumenteren van het specifieke naar het algemene B9, 14.52: ‘De vorm van de visstick wijkt bewust af van die van het basisproduct vis. Rechthoeken komen in de natuur niet voor’/B11, 14.59: ‘Jagers en

ijshoenders verzamelen zich rond een vrouwtje, een teken dat er een pup aan zit te komen’

Van het specifieke naar het algemene tonen om mee te bewijzen

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Deductie Argumenteren van het algemene naar het specifieke B11, 2.10: ‘Voor een jonge orka is elke kust

Van het algemene naar het specifieke tonen om mee te bewijzen

(12)

gevaarlijk’ – orka = Delphine en elke kust = deze kust/B11, 27.10: ‘Walvissen slapen niet’ – deze orka’s slapen ook niet

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Getuigenis Aangeven dat bewijs op basis van een getuigenis is of getuigenis vertellen voor iets/iemand die dit zelf niet kan vertellen

B8, 32.08: ‘Door de getuigenis’/B10, 29.57: ‘bestaat al meer dan twintig jaar en de ervaring leert’

Tonen van een getuige van uiting [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Autoriteit Noemen van een autoriteit, waarmee uiting kan worden bewezen (betreft meestal onderzoek of stereotiep)

B9, 14.23: ‘volgens onderzoek’/B10, 10.34:

‘Berekeningen tonen aan’/B11, 35.31: ‘Zelfs de pinguïns’ (stereotiepe beeld van pinguïns op zuidpool;

pinguïn heeft niet snel koud)

Autoriteit tonen, die uiting bewijst [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Voorbeeld Een voorbeeld geven om uiting te bewijzen

B10, 11.41: ‘De zonne-energie levert nieuwe banen en ideeën op. Christoph Köhler heeft een nieuw beroep gevonden: zonnedakinvesteerder’

Een voorbeeld tonen om de tekst mee te bewijzen [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Archiefmateriaal Aangeven dat uiting is gebaseerd op archiefmateriaal B8, 3.18: ‘Uit de notulen blijkt’

Archiefmateriaal tonen om uiting mee te bewijzen B8, 2.37-2.46: Tekst noemt dat soldaten zichzelf gelukkig prezen, beeld toont oude filmbeelden waarin soldaten blij (gelukkig) zijn/B7, 23.30: ‘kritiek komen te staan’ krantenknipsels tonen dit aan

Statistieken Statistieken noemen of aangeven dat uiting is gebaseerd op statistieken

B9, 42.18: ‘Per jaar meer dan 14 miljoen alleen in Oostenrijk’

Tonen van statistieken; grafieken/tabellen [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Mening/oordeel geven Positief uitspreken

Een positieve mening geven over een onderwerp;

waardeoordeel over iets geven

B8, 9.18: ‘Zo goed mogelijk’/B10, 31.49: ‘Een spectaculair plan’/B11, 20.17: ‘Met een ongelooflijke coördinatie’

In positief daglicht stellen

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Negatief uitspreken

Een negatieve mening geven over een onderwerp;

waardeoordeel geven

B8, 16.17: ‘Desillusie nazi’s’/B10, 0.24: ‘Alle fouten’/B11, 21.36: ‘Vier jaar en nog laat hij zich voeren’

In negatief daglicht stellen

B8, 35.21: Duisters kijken naar het vuur in de kuil dat door de roosters omhoog komt (waar lijken werden verbrand), door ze te tonen worden ze als schuldigen aangetoond

Ironie tonen Tegenovergestelde zeggen van wat v-o bedoelt, waarmee hij wens uitdrukt of ironie die een

Ironische gebeurtenis tonen

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

(13)

B8, 6.32: V-o vertelt over buitenlandse joden die vanwege vervolgingen naar Frankrijk waren gevlucht en nu worden ze alsnog opgepakt/B11, 14.16:

‘Hetzelfde wier waar z'n jonge speelkameraadje in verdwaalde’ – nu wordt met het wier gespeeld Interpretatie

geven

Eigen interpretatie geven van een situatie of gebeurtenis, mening van v-o

B7, 5.02: ‘Sophie koestert haar foto’s’/B8, 1.16: ‘zegt veel over hun mentaliteit’/B11, 21.25: ‘Het is een sterke band’

[Dit subelement kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Naamgeving Verschillende benamingen geven aan een onderwerp B8: ‘moordfabrieken’ (45.16), ‘fabrieken des doods’

(29.32), ‘dodenkampen’ (32.23) en ‘slachthuis’

(44.26)

[Dit subelement kan alleen worden gerealiseerd door de onzichtbare voice-over]

Metacommunicatie

Mededelingen doen Samenvatten vorige deel

Vorige deel (van bijvoorbeeld reeks of voor de reclame) samenvatten

[Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Samenvatting tonen van vorige deel [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Aankondigen volgende deel

Volgende deel (van bijvoorbeeld reeks of na de reclame) aankondigen; geldt ook voor documentaire die in ander programma wordt uitgezonden

B9, 0.13: ‘In AVRO Close-up’

Aankondigen (voorstukjes tonen) van volgende deel [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Pauze/reclame inlassen

Aangeven dat een pauze of reclame volgt [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Aangeven dat een pauze of reclame volgt [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Over techniek (beeld/camera)

Mededeling doen over techniek met betrekking tot documentaire en de totstandkoming ervan

B11, 38.24: ‘Camera legt voor het eerst vast’/B10, 20.22: ‘wil niets zeggen (voor de camera)’

Tonen van beelden met betrekking tot de totstandkoming van de documentaire B9, 50.16-51.31: Tonen hoe documentaire is gemaakt

Waarschuwen Waarschuwing geven

Waarschuwing geven over iets uit de documentaire [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

Waarschuwing geven over iets uit de documentaire [Komt niet in onderzoeksmateriaal voor]

(14)

Bijlage Ib - Analyse specifieke invulling lokaal niveau van analysemateriaal

Per categorie en per (sub)element worden de vijf geanalyseerde documentaires in vergelijking met elkaar besproken in deze bijlage. Naast de onderlinge vergelijking wordt ingegaan op de specifieke invulling van de gerealiseerde subelementen.

Relatie tekst en beeld Rol van het beeld

Het beeld kan op verschillende manieren worden ingezet in een documentaire. Zo blijkt het beeld in Here Comes the Sun en in Food Design voornamelijk gebruikt te worden vanwege zijn esthetische waarde. In Food Design is het veraangenamen van het kijken het belangrijkste doel van het beeld. Daardoor geeft het vaak ondersteuning aan de tekst door het tonen van de tekst (wordt niet meegenomen in de analyse) en door geen afleiding te zijn (valt onder subelement versterken tekst). Maar het belangrijkste blijft het esthetisch verantwoorde beeld, zoals hierboven besproken. De beelden vertellen vaak een eigen verhaal en hebben niet vaak een relatie met de tekst, maar eerder met de strekking van de tekst (hierover later meer).

Dit is anders in Here Comes the Sun, want in deze documentaire willen de beelden juist niet zelf een eigen verhaal vertellen. De beelden zijn er om te ondersteunen en om de tekst niet af te leiden. Dit kan zijn vanwege een gebrek aan materiaal, aangezien op maar een paar plaatsen gefilmd is en het vaak dezelfde (soort) beelden zijn. Bij sommige beelden is het moeilijk om te interpreteren welke functie zij dienen. Het lijkt erop dat beelden zijn toegevoegd vanwege hun esthetische waarde (zoals 28.41). Soms worden dit soort beelden getoond tussen twee sprekers, alsof een overgang moet worden gemaakt, maar op andere momenten geldt dit geheel niet. Dit is zonder duidelijke structurerende oorzaak en de beelden vertellen ook zelf niet iets noemenswaardigs of voegen iets toe.

In Als de bel gaat…! vertelt het beeld ook niet vaak een eigen verhaal. Het beeld heeft in deze documentaire een belangrijke ondersteunende rol. Daarnaast neemt het beeld soms wel de taak van de onzichtbare voice-over over. Voornamelijk in het structureren van de documentaire.

De onzichtbare voice-over in Auschwitz werkt nauw samen met het beeld. Het beeld heeft een belangrijke rol in de documentaire. Veel re-enactments worden getoond, welke vaak een uitleg aan de tekst geven. Net als in Als de bel gaat…! neemt het beeld in Auschwitz de taak van de onzichtbare voice-over over vooral in het structureren. Maar in Auschwitz ook in het dramatiseren. Verder ondersteunt het beeld vaak de tekst.

De orka heeft veel wisselwerking met het beeld, omdat de documentaire tot stand is gekomen op basis van beelden. Op basis van het aanbod in beelden is een narratief gemaakt. Op basis van deze geschreven tekst zijn beelden uitgezocht. Wat resulteert in beelden die verschillende verhalen vertellen. Uit deze wisselwerking komt voort dat de tekst het beeld ondersteunt, voornamelijk met uitleggen en specificeren. Het uitleggen van het beeld wordt vooral gedaan door betekenis te geven aan het gedrag van de dieren. Bovendien legt de onzichtbare voice-over een paar keer het beeld én het geluid uit.

Ondersteunen

Versterken In alle documentaires blijkt het beeld de tekst vooral te ondersteunen (behalve in De orka waar ook de tekst het beeld veel ondersteunt). Vaak wordt dit gedaan door het versterken van de tekst en met name door geen afleiding te zijn. Geen afleiding zijn, realiseert het beeld door beelden te tonen waar weinig in gebeurt en die niet contrasteren met de tekst (zoals in Auschwitz 41.57).

Maar soms bestaat helemaal geen relatie met de tekst. Zoals in 4.06 van Als de bel gaat…! zijn de filmbeelden geen afleiding van de tekst, maar in feite hebben de beelden helemaal niets met de tekst te maken. Want het zijn oude filmbeelden waar de personen

(15)

uit de tekst wel op te zien zijn, maar wat in beeld gebeurt en waar in de tekst over gesproken wordt, heeft geen relatie met elkaar. Wellicht versterken beelden de tekst ook vaak (in het geval van geen afleiding), vanwege een gemis aan materiaal. Want in Here Comes the Sun is eenzelfde te zien. Want wanneer het over München gaat (eigenlijk over de beurs van München), worden drie verschillende beelden getoond (vanaf 16.12) van de Siegestor van München, wat meer dan tien seconden beslaat. Maar de stad heeft eigenlijk niets met het verhaal te maken en het bouwwerk helemaal niet (ondanks dat deze symbool staat voor de stad).

Een andere manier om de tekst te versterken, is door de strekking of het idee van de tekst te benadrukken. Zoals in Auschwitz, waarbij de getallen van het aantal doden (die ook genoemd worden) in rode cijfers tevoorschijn komen (44.26). In Als de bel gaat…! in 14.47 legt het beeld de nadruk op de stilte, waarover de tekst spreekt. En in De orka spreekt de onzichtbare voice-over over ‘Ineens is haar moeder bij haar’, in beeld is plotseling Lison bij Delphine (47.01). De strekking van het plotseling tevoorschijn komen, wordt hiermee versterkt.

Bewijzen De tekst wordt vaak bewezen door het beeld. Dit kan op verschillende manieren worden gerealiseerd. Het beeld kan dit door middel van technieken/

manipulaties doen. Zoals in Auschwitz in 13.21 waarbij de onzichtbare voice-over over de SS-er Oskar Gröning spreekt en het beeld een foto toont waarop een kraag met SS- tekens te zien is, dan gaat de camera omhoog en het gezicht van Gröning komt tevoorschijn. Hiermee wordt bewezen dat Gröning bij de SS zat.

Verder kan de tekst door het beeld worden bewezen als bewijsvoeren, zoals met archiefmateriaal in Auschwitz en Als de bel gaat…!. In 41.32 van Auschwitz wordt gesproken over Himmler, die noteerde dat Battel uit de partij moest worden gezet en het beeld toont een getypt briefje van Himmler waar dit op staat. Naast archiefbeelden kan dit tevens worden gerealiseerd door bijvoorbeeld animaties (10.34) en topografische kaarten (32.05) uit Here Comes the Sun.

Vaak bewijst het beeld de interpretatie of uiting van de onzichtbare voice-over. Zoals in Als de bel gaat…! ‘Sophie koestert haar foto’s’ (5.09), in beeld staat Sophie bij een tafel vol met foto’s, een andere vrouw heeft een foto vast waar ze naar kijken. In Here Comes the Sun wordt eerder geïllustreerd wat de tekst zegt dan bewezen. Hiermee wordt aangetoond dat de onzichtbare voice-over gelijk heeft. In Food Design wordt weinig bewezen, maar soms kan het beeld wel als bewijs of voorbeeld van de tekst worden gezien. Echter meestal worden niet dezelfde producten getoond als in de tekst wordt besproken. Het beeld toont daarmee enkel de strekking van de tekst. Bijvoorbeeld door het belang van consistentie te tonen door verschillende producten met verschillende substanties met een hamer te slaan (24.27–24.56). En in 34.54–35.24 wordt gesproken over de sandwich, maar de beelden tonen een broodje hamburger en een hotdog.

Specificeren Regelmatig specificeert het beeld de tekst. Vaak is dit een specificatie van plaats of persoon. Daarmee ondersteunt het beeld de tekst bij het oriënteren van het publiek. Zoals in Auschwitz noemt de onzichtbare voice-over ‘Frankrijk’ (2.16) (oriëntatie van plaats). Het beeld toont ondertussen een overzichtsbeeld van Parijs en specificeert daarmee de tekst Frankrijk.

In De orka wordt veel op een andere manier gespecificeerd. Namelijk door een soort antwoord te geven op de tekst. Zo spreekt de onzichtbare voice-over over ‘Iemand’

(32.01), het publiek kan zich afvragen wie iemand is, het beeld specificeert dit door Delphine te tonen. Zo kan de specificatie ook worden gerealiseerd door de manier waarop te tonen. Zo wordt gezegd dat Delphine haar aanwezigheid verraadt; het beeld toont hoe zij dit doet (45.24).

Niet alleen het beeld specificeert de tekst, dit wordt ook vice versa gerealiseerd. Vaak wordt dit gedaan door het noemen van ‘hier’ of ‘dit’. De tekst verwijst naar hetgeen in beeld. Zoals in De orka ‘Dit vrouwtje’ (16.55) waarbij in beeld een vrouwtjesrob te zien is en in Auschwitz zegt de onzichtbare voice-over: ‘Kinderen werden overgebracht naar hier’, in beeld is een overzichtsbeeld te zien met vooraan een gebouw (8.25). ‘Hier’ slaat op dit gebouw. Ook in Food Design wordt verwezen naar het beeld, maar niet met een

(16)

aanwijzend voornaamwoord. In 14.41 wordt bij het beeld dat allemaal gummibeertjes (overwegend rode beertjes) toont, die op tafel vallen, gezegd dat ‘duidelijk’ de rode gummibeertjes in de meerderheid zijn.

In de andere documentaires wordt dit niet gerealiseerd. Wel specificeert de tekst soms het beeld, maar op andere manieren. Bijvoorbeeld in Als de bel gaat…!, waarbij de tekst spreekt over ‘Schiermonnikoog’. In beeld is Sophie op een eiland, het publiek begrijpt dat dit eiland Schiermonnikoog zal zijn(29.04). In Here Comes the Sun specificeert de tekst het beeld helemaal niet en in Food Design maar één keer (zoals hierboven genoemd).

Eerder bleek al dat in deze drie documentaires het beeld een meer ondersteunende rol heeft.

Uitleggen Naast het specificeren van het beeld, kan de tekst een uitleg aan het beeld geven. Dit komt niet veel voor, behalve in De orka. In deze documentaire wordt dit vooral gedaan om betekenis te geven aan het gedrag van de dieren. Zoals in 4.00, hier zijn in beeld twee orka’s te zien die naast elkaar liggen, de tekst legt uit: ‘Lison zwiept haar eigen staart op en neer en komt naast haar dochter liggen en blijft haar aanmoedigen’. Hieruit blijkt dat niet alleen wordt uitgelegd wat precies te zien is, maar dat ook een uitleg gegeven wordt over de betekenis van het gedrag: ‘blijft haar aanmoedigen’. Bovendien legt de onzichtbare voice-over een paar keer het beeld én het geluid uit, aangezien het publiek niet kan interpreteren wat de geluiden betekenen die de dieren maken. Zoals ‘Lisons aanvalsroep’ (19.12) als uitleg van de kreet die te horen is.

Vice versa wordt ook gerealiseerd. Echter niet in Als de bel gaat…! en weinig in de rest van de documentaires. In Auschwitz wordt de tekst uitgelegd door middel van re- enactments. Zo wordt op de aankondiging ‘Dit was hun oplossing’ (3.58) een nagespeelde scène getoond, die een uitleg geeft van de oplossing.

Structureren Oriënteren

Oriënteren van persoon De documentaires in narratieve vorm blijken meer gebruik te maken van structureren dan de andere twee documentaires. Dit is ten eerste al te zien bij het oriënteren van het publiek. Vooral in Auschwitz worden veel oriëntaties gegeven en met name oriëntaties van personen. Dit wordt voornamelijk gedaan door het noemen van de namen van personen, maar ook door het geven van achtergrondinformatie van een persoon. Als de bel gaat…! geeft ook oriëntaties van persoon, hoewel de tekst in beeld dit ook realiseert.

In De orka worden net als in Auschwitz veel oriëntaties gegeven. Het aantal oriëntaties van persoon (in dit geval dier) is opvallend hoog. Gedurende de documentaire wordt al vaak aangegeven wie het betreft, maar vooral in het begin van de documentaire wordt een groot aantal oriëntaties van persoon gedaan. Dit is omdat hier de orkafamilie en de andere dieren worden voorgesteld. Naast het noemen van namen worden familiebanden, karaktereigenschappen en herkenningselementen benoemd. Delphine wordt bijvoorbeeld voor de eerste keer voorgesteld met ‘Dit speelse vrouwtje, Delphine, is al 14’ (0.50).

In Food Design gaat het niet om mensen of dieren, maar soms wel om een onderwerp.

Dit komt omdat de documentaire over voedsel gaat. Een onderwerp moet dan wel hoofdonderwerp in een verhaal zijn.

Naast de tekst kan het beeld introducties geven van personen, bijvoorbeeld door beelden te laten zien voordat de tekst hier iets over noemt (zoals in Als de bel gaat…! 28.28- 28.49).

Oriënteren van tijd en plaats Het oriënteren van tijd wordt gedaan door het noemen van het tijdstip en het oriënteren van plaats door het noemen van de plaats. In de documentaires in narratieve vorm wordt dit vrij regelmatig gedaan, maar vaker de plaats dan de tijd. In De orka wordt dit niet vaak genoemd. Dit is niet verwonderlijk, want een oriëntatie van tijd dient niet veelvuldig voor te komen, aangezien het verhaal één zomer duurt. Bovendien vallen tijdsaanduidingen, die een gevolg of vervolg aangeven, onder

(17)

het element ontwikkelen van verhaal. Een oriëntatie van plaats is net zo goed niet erg van belang, aangezien het gaat om één plaats, de Crozet-eilanden. Een verschil kan dan bestaan tussen het strand en de zee.

In Food Design worden een paar korte verhalen verteld, hierin vinden de oriëntaties vooral plaats. Here Comes the Sun geeft vooral oriëntaties van plaats en maar eenmaal van tijd.

Het beeld geeft ook oriëntaties van tijd en plaats. De oriëntaties van plaats zijn vaak een specificatie van de tekst (dit is het geval wanneer de tekst ook de plaats noemt). Zoals in Auschwitz noemt de tekst ‘Frankrijk’ en toont het beeld Parijs (2.16). Daarvoor (in 2.09 en 2.12) heeft de tekst nog niet gesproken over Frankrijk. Het beeld introduceert hier de plaats (land) door overzichtsbeelden van Parijs te tonen. Daarmee realiseert het beeld een oriëntatie van plaats. Het beeld doet dit in Auschwitz op een nog duidelijkere manier, namelijk door het tonen van een plaatsnaambord met Treblinka erop (29.55).

De tijd kan ook door het beeld worden georiënteerd. Bijvoorbeeld door een foto van een besneeuwd huis (4.40 in Als de bel gaat…!) te tonen, dit geeft aan dat het winter is. Het is mogelijk dat dit geen realisatie van audience design is, maar eerder een gebrek aan materiaal. Verder worden de oriëntaties van tijd door het beeld vaak gerealiseerd door bijvoorbeeld een opkomende zon (28.05 in De orka).

Oriënteren van situatie In Food Design wordt de situatie het meest georiënteerd. In de andere documentaires volgt deze oriëntatie altijd na de oriëntatie van persoon qua frequentie. Het oriënteren van situatie wordt door de onzichtbare voice-over gerealiseerd door de omstandigheden uit te leggen met betrekking tot een onderwerp. Zoals in Als de bel gaat…!: ‘Wilhelmina wilde een frisse wind doen waaien’ (11.26).

Het beeld kan ook de situatie oriënteren, door bijvoorbeeld een beeld (29.50 in Als de bel gaat…!) te tonen van een vlag met de tekst ‘Kallemooi’. Kallemooi is een feestdag op Schiermonnikoog, het beeld geeft met de vlag de situatie aan; het staat symbool voor een situatie. Dit kan ook worden gerealiseerd door te tonen hoe iets ervoor staat, zoals in 34.51 in De orka waarin getoond wordt hoe het strand eruitziet (wit door de hagel, harde wind jaagt erover).

Ontwikkelen thema/verhaal

Inleiden Een verhaal wordt gestart met een inleiding. Deze inleiding wordt bijna nooit door een onzichtbare voice-over gerealiseerd. Wel kan een inleiding bestaan uit het geven van oriëntaties, een stelling, een aankondiging of een vraag.

Het beeld neemt in de meeste documentaires de taak over van de onzichtbare voice-over met betrekking tot het inleiden van een verhaal. Het beeld realiseert dit in Als de bel gaat…! door overzichtsbeelden te tonen (zoals 9.56), het gebruik van een fade in (6.28), het opendraaien van een beeld (22.31), het tonen van beelden waarin nog weinig te zien is (zoals 5.57) of door onderwerpen te tonen die naar het publiek toekomen (28.54). Net als bij de tekst, kunnen veel inleidingen van het beeld worden geïnterpreteerd als een oriëntatie van plaats, zoals een overzichtsbeeld. Het beeld heeft daarmee een dubbelfunctie. In de andere documentaires wordt dit voornamelijk gerealiseerd door weinig in beeld te tonen en overzichtsbeelden als inleiding.

Ontwikkelen verhaal Na de inleiding volgt de ontwikkeling van het verhaal. De onzichtbare voice-over doet dit in Als de bel gaat…! door het gebruik van woorden als

‘Later’ (18.50) en ‘Niet lang daarna’ (21.58). In Auschwitz door bijvoorbeeld ‘In dezelfde maand’ (23.00) en ‘Weken na’ (28.16). Hetzelfde geldt voor De orka, waar bijvoorbeeld wordt aangegeven ‘Tien minuten na’ (23.09). Maar vaker is de ontwikkeling minder opvallend en wordt het gevolg van een gebeurtenis genoemd (zoals in Als de bel gaat…!

‘Vader van Randwijck was bankdirecteur’ met als gevolg dat hij ‘werd overgeplaatst naar Zutphen’ (4.40)) of het verloop van een gebeurtenis (zie bijvoorbeeld in De orka 36.28

‘Ze zetten direct de achtervolging in’ of 37.26 ‘Ze roepen nog steeds’).

De ontwikkeling wordt niet alleen gerealiseerd in de documentaires in narratieve vorm, maar eveneens in de andere twee documentaires. Want in Food Design worden een paar

(18)

voedingsmiddelen uitgelicht, dat wil zeggen hun geschiedenis wordt verteld. In sommige gevallen wordt een verhaal ontwikkeld (bijvoorbeeld 43.13 over het ontstaan van friet).

In Here Comes the Sun gaat de documentaire ook niet om een verhaal dat verteld moet worden. Desondanks wordt het subelement ontwikkelen zestien keer gerealiseerd. Hierbij gaat het vooral om het noemen van een gevolg, waarmee de onzichtbare voice-over het publiek van zijn gelijk probeert te overtuigen.

In Here Comes the Sun ontwikkelt het beeld niet het thema of het verhaal. In Food Design wel zeven keer; dit zijn beelden die niet afleiden van de tekst. Bijvoorbeeld producten die worden klaargemaakt (zoals een broodje met boterhamworst, 30.11- 30.36). Zulke verhalen die door het beeld worden ontwikkeld, komen in Als de bel gaat…!

maar één keer voor, door een reeks foto’s te tonen (16.13). In Auschwitz is dit op dezelfde manier door re-enactments. Maar die komen veelvuldig voor. Desondanks ontwikkelen de re-enactments niet altijd een verhaal (zoals 6.53-7.24). De orka is gebaseerd op beelden en realiseert daarom vaker een ontwikkeling in beeld.

Verschillende verhalen worden getoond in het beeld, zoals 2.10–4.11 waar een verhaal een sequentie lang duurt. In 8.19–9.08 geeft het beeld een eigen korte narratief binnen een sequentie, los van de tekst; verdeeld over vier shots worden een inleiding, ontwikkeling, climax en afronding gegeven. De ontwikkeling in het beeld bestaat daarnaast vaak uit het tonen van de nabijheid van gevaar (19.04-19.10: rob in water en orka dichtbij) of door het afwisselen van de hoofdpersonen in beeld (zoals 12.51: Lison komt eraan en 12.56: Delphine wacht op Lison).

Ontknopen De volgende stap, de ontknoping van het verhaal, komt weinig voor in de documentaires. Alleen in De orka vrij regelmatig. De tekst realiseert dit door bijvoorbeeld

‘Ze is vrij’ (30.53) te zeggen, nadat Delphine moest proberen los te komen. In beeld wordt dit meestal na een spannende opbouw gerealiseerd, in 27.34-27.48 van Auschwitz lukt het vier Polen om langs de bewakers te komen en zo te ontsnappen, nadat in 26.27- 27.21 de spanning hiervoor is opgebouwd. In De orka wordt de climax ook gerealiseerd na een spannende opbouw of een ontwikkeling van een verhaal. In Here Comes the Sun realiseert zich dit met een andere soort spannende opbouw vooraf, want hier blijft tijdens een aantal shots onduidelijk wat in een laboratorium wordt gemaakt en wordt het uiteindelijke product getoond (17.32).

Afronden Het afronden van het verhaal is vooral bij de documentaires in narratieve vorm aan de orde. Dit kan worden gedaan door de tekst, zoals in Auschwitz wordt verteld hoe het met een persoon (of plaats in het geval van Treblinka) afloopt. Zoals ‘Allemaal kwamen ze om’ (14.59) en ‘Alledrie stierven ze daar’ (22.30), het eindstation van het verhaal is tevens het onderwerp. Zo wordt in De orka de afloop gegeven door bijvoorbeeld ‘De bodem is bezaaid met lijken’ (34.12) te zeggen. Hoewel het beeld een afronding kan geven door middel van vertrekkende personen (of dieren) te tonen, realiseert in De orka de onzichtbare voice-over dit zelf door te zeggen ‘Ze zwemt weg’

(45.28).

Het beeld realiseert de afronding vaker dan de tekst. In Als de bel gaat…! wordt dit onder andere gerealiseerd door het gebruik van een fade out (6.20), een laatste ontwikkeling van een verhaal te geven (zoals 30.50), het inzetten van onderwerpen die van het beeld weggaan (bijvoorbeeld 31.56) of door te filmen van veraf (zoals 12.27). Daarnaast laat het beeld in Als de bel gaat…! een persoon zelfs geheel verdwijnen (14.12). De andere documentaires realiseren de afrondingen op minder verschillende manieren. In De orka geeft het beeld hiervoor meestal een overzichtsbeeld (zoals 31.08). Auschwitz past nog een andere manier toe in 4.28. Want dit beeld is gelijk (met betrekking tot de opstelling en cameravoering) aan het beeld uit 3.11 (getoond als inleiding).

Epiloog en evaluatie De onzichtbare voice-over kan verder het verhaal afronden door een epiloog of evaluatie te geven. Bij een epiloog spreekt de onzichtbare voice-over vanuit het nu, zoals in Auschwitz ‘Er zijn maar weinig nog levende getuigen van de scènes op het perron’ (13.06). Een epiloog komt niet voor in de documentaires, die niet in narratieve vorm zijn.

(19)

Food Design maakt ook geen gebruik van evaluaties. Here Comes the Sun wel. Hierin wordt de voorgaande argumentatie samengevat of een positieve afronding gegeven, bijvoorbeeld ‘Stil en schoon wekken deze zonnecentrales elektriciteit op’ (5.10). De documentaires in narratieve vorm passen enkele keren evaluaties toe, daarmee kijken ze beschouwend naar de situatie. Zoals in Auschwitz in 22.30 kijkt de onzichtbare voice- over beschouwend naar de situatie van toen met betrekking tot Guernsey en Frankrijk.

Aandacht sturen

Aankondigen De onzichtbare voice-over en het beeld kunnen de aandacht van het publiek sturen. Dit wordt vooral in de documentaires in narratieve vorm gerealiseerd.

Want in Here Comes the Sun en Food Design worden alleen aankondigingen gedaan om de aandacht te sturen. Aankondigingen kunnen op verschillende manieren voorkomen.

Zoals door het aankondigen van iets wat zal volgen, bijvoorbeeld door het noemen van

‘leek een voorbode voor hun toekomst’ (1.11 in Als de bel gaat…!). Het publiek verwacht een uitleg na het doen van een aankondiging. Meer letterlijk is een aankondiging uit Auschwitz, want in 3.58 zegt de onzichtbare voice-over: ‘Dit was hun oplossing’. Hoewel in Food Design de aandacht alleen wordt gestuurd met aankondigingen zijn deze alsnog vaak niet op zichzelf staand, de uiting heeft een dubbelfunctie. Zoals ‘We willen meer’

(2.05), dit is een uitleg van de voorgaande uiting, maar is tevens een aankondiging.

In alle documentaires geeft het beeld aankondigingen. Dit kan worden gerealiseerd door een aankondiging te geven van wat gaat komen, zoals in Als de bel gaat…! in 30.06 een vlag met een kroon erin en in 30.09 een boot met vlaggetjes die komt aanvaren. Het beeld kondigt hiermee de komst van de koningin (of in ieder geval koninklijk bezoek) aan. Verder kan het beeld een soort hint aan het publiek geven wat fungeert als aankondiging. Bijvoorbeeld 23.54 in Als de bel gaat…!, de tekst spreekt over de wereld die anders zou gaan worden. Het beeld geeft een hint (aankondiging) op welke manier die wereld anders zou worden.

Koppelen van hoofd- en subonderwerp In de documentaires in narratieve vorm wordt de structuur behouden door het koppelen van onderwerpen met het hoofd- en subonderwerp en wanneer is uitgewijd over een bepaald onderwerp, blijft de hoofdlijn helder door de koppeling. In Als de bel gaat…! en De orka wordt dit vaak gerealiseerd door vergelijkingen. Zoals in De orka worden de robbenpups vergeleken met Delphine:

‘Ook zij maken er een spelletje van’ (44.27). In Auschwitz wordt Treblinka veel vergeleken met Auschwitz. Daarnaast wordt koppelen in Auschwitz anders gerealiseerd, namelijk doordat de personen in Auschwitz terecht komen (zie bijvoorbeeld 22.30). Ook in De orka is te zien dat na een sequentie over robben of pinguïns, weer terug- of overgegaan wordt naar de orka’s (zoals 16.40 of 25.01)

Het beeld kan tevens koppelen aan het hoofd- of subonderwerp. In De orka wordt dit enkel gedaan door koppelen met hoofdonderwerp. Zoals 8.08 waar een zeeolifant van achter te zien is, hij kijkt naar de zee waar de vinnen van de orka’s te zien zijn. Op deze manier wordt dit in Als de bel gaat…! ook gerealiseerd door onderwerpen met Sophie in beeld te tonen.

Terug naar hoofdonderwerp Naast het koppelen, wordt soms teruggegaan naar het onderwerp. Dit gebeurt vooral nadat een ander onderwerp is besproken of een zijstap is gemaakt. Bijvoorbeeld in Auschwitz wordt een meneer geïnterviewd van 34.31 tot 35.55, hij spreekt over hoe ze de rottende lijken moesten ruimen. Hij geeft daarbij aan hoe verschrikkelijk dit was. Het publiek wordt ingespeeld op zijn emotie en zal hierin meegaan. Maar vervolgens dient de draad wel weer worden opgepakt en daarom gaat de onzichtbare voice-over terug naar het onderwerp in 35.55 (‘Om Auschwitz efficiënter te maken’).

Focussen Tenslotte wordt de aandacht van het publiek gestuurd door te focussen. In Auschwitz focust de onzichtbare voice-over in hoge mate. Dit kan verschillen in een focus op een persoon of plaats. Vaak realiseert het zich door het herhalen van een naam

(20)

binnen een sequentie of verhaal (dit geldt niet voor het hoofdonderwerp). Zoals in 2.25 spreekt de onzichtbare voice-over over ‘Frankrijk’ en in 2.46 noemt hij dit weer.

Aangezien dit de tweede en derde keer is, geeft de onzichtbare voice-over nadruk op dit onderwerp en wordt duidelijk gemaakt aan het publiek dat de sequentie over Frankrijk gaat.

In De orka ligt de focus voornamelijk op één persoon, namelijk Delphine. Hoewel in principe in alle documentaires de focus ligt op de hoofdpersoon (wat dan ook niet telt als focus), is de focus in dit geval anders. Want als in het algemeen gesproken wordt over orka’s of de familie, wordt dit vervolgens gespecificeerd naar Delphine, zoals ‘(…) spraken al over de orka's die hier zwommen. Op haar beurt zal Delphine (…)’ (25.24).

In Als de bel gaat…! komt een bijzondere focus voor. Want in de tekst wordt ‘Peter Bak’

(24.13) genoemd en wordt zijn aanwezigheid in de documentaire gerechtvaardigd.

Ondertussen geeft het beeld ondersteuning door Peter Bak aan het werk te tonen (geen afleiding). Dit is een focus op Peter Bak, omdat bij andere geïnterviewde personen dit niet voorkomt. Andere betrokkenen zijn in een interviewsetting geplaatst en spreken zelf.

Peter Bak heeft in de rest van de documentaire ook deze rol, maar in 24.13-24.42 wordt Peter Bak uitgelicht. De reden voor deze focus is echter niet duidelijk.

Naast de tekst wordt vaak gefocust door het beeld. Dit wordt gedaan met verschillende technieken. Zoals in Als de bel gaat…! door een rondje om een persoon te doen die op een foto staat (8.21), (plotseling) in te zoomen (zoals 13.43) en te wijzen naar een voorwerp (20.42). In Auschwitz wordt dit gerealiseerd door de herhaling van beelden (8.02 en 8.06) en in De orka door het beeld met Delphine op stil te zetten (0.59).

Relatie met andere tekst

Hoewel de documentaires in narratieve vorm meer de taak van structureren hebben, construeren Food Design en Here Comes the Sun vaker een relatie met een andere tekst.

Bovendien passen zij meer verschillende manieren toe. De orka bestaat niet uit verschillende soorten teksten en kan dit element niet realiseren.

Refereren aan andere tekst De overige vier realiseren allemaal refereren aan een andere tekst. Zoals in Here Comes the Sun met ‘De boodschap van Scheer’ (24.26) na een interview met Scheer. In Auschwitz wordt zelfs gerefereerd aan het beeld. Het gaat wel om een re-enactment (daarom kan dit eveneens gezien worden als een andere tekst), waarin te zien is dat een persoon een rode J op twee identiteitskaarten zet. In de tekst zegt de onzichtbare voice-over: ‘Net als bij de anderen’, waarbij gerefereerd wordt aan het vorige beeld (de anderen zijn de personen op de identiteitskaarten).

Specificeren, samenvatten en voorbeeld geven van andere tekst Het refereren aan een andere tekst zorgt duidelijk voor structuur in de documentaire, maar de andere subelementen zorgen naast structuur voor meer begrip bij het publiek. Audience design wordt daarin duidelijk, omdat de onzichtbare voice-over de informatie die al bestaat (zoals een interview) meer toegankelijk maakt voor het publiek. Dit wordt gedaan door bijvoorbeeld een uitleg, voorbeeld, samenvatting of specificatie te geven.

Het specificeren van een andere tekst komt vooral in Food Design en Here Comes the Sun voor en eenmaal in Als de bel gaat…!. In Here Comes the Sun in 10.17 specificeert de onzichtbare voice-over de tekst van Scheer. Scheer heeft net verteld over de mythe van te weinig ruimte voor het oogsten van zonne-energie. De onzichtbare voice-over vervolgt met: ‘Een veelgehoorde mythe (…) is dat het ruimte kost’. Op dezelfde wijze kunnen andere teksten worden samengevat of uitgelegd. In Als de bel gaat…! en Food Design worden daarnaast nog voorbeelden gegeven van een andere tekst.

Overbruggen Een duidelijk voorbeeld van audience design gerealiseerd door de onzichtbare voice-over is overbruggen. Hierbij lijkt hij een gat op te vullen in een interview. Zoals in Als de bel gaat…! in een interviewsequentie van Sophie, waarin zij over haar ouders en grootouders spreekt, geeft de onzichtbare voice-over een overbrugging met ‘De vader van Sophie had dat niet van een vreemde. Ook haar

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Binnen klimaat gerelateerd onderzoek en beleid wordt er op het moment van schrijven veel aandacht besteed aan de relaties tussen beide strategieën en de mogelijkheid voor het

Bij de aanpak van grondwaterproblemen beschikt de gemeente slechts over beperkte middelen om het grondwaterbeleid kracht bij te zetten. Zo kan de gemeente de burger wijzen op

Milling Drilling Turning Honing Screwing Welding Gluing Riveting Prod.. Empirical studies found simulation applied in some production-related problems, such as design, planning

In a planning context, SALGA (20 12 : 5) defined the informal economy as businesses operating in public and private spaces which are not suited or planned for

Van iemand die de leeftijd van achttien jaar bereikt heeft, mag worden verwacht dat hij in staat is zich een mening te vormen over maatschappelijke onder- werpen,

Geen jongerenactlviteiten meer voor jongeren in de leeftijdscategorie 18-23 jaar, geen uitvoering meer van stedelijke activiteiten blj het kinder-, jeugd- en jongerenwerk,

Dit onderzoek geeft een algemeen kader waaruit duidelijk wordt op welke manier de onzichtbare voice-over en het beeld, de documentaire toegankelijk maken voor

– de zelfstandigen op het niveau van de gemeente ; – de actieve bevolking volgens de laatst beschik- bare gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) (dus