• No results found

Column De winst is absoluut relatief (on)belangrijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Column De winst is absoluut relatief (on)belangrijk"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Column

De winst is absoluut relatief

(on)belangrijk

Jan Klaassen

Nu we weer dagelijks in de krant de verslagen kunnen lezen over de financiële resultaten van on­ dernemingen over 1991, ontkom ik er niet aan de krantekoppen zo nu en dan met de inhoud van de eronder opgenomen berichten, en een enkele keer zelfs met jaarverslagen te vergelijken.

In de koppen zijn alle nuances weggelaten. De boodschap wordt zo simpel en duidelijk mogelijk ge­ bracht: ‘Winst stijgt met 3% ’: ‘X duikt diep in het rood’; ‘Winstcijfer maskeert dramatische periode...’; 80% winststijging bij...' Daarbij worden kleine ver­ schillen in uitkomsten soms als zeer belangrijk voorgesteld. Naast winst maken, is ook winst bere­

kenen een kunst. Dit kan ertoe leiden dat het ma­

nagement in de verleiding komt het winstcijfer wat aan te passen.

Deze kunst wordt juist door simpele berichtgeving over de prestaties van de onderneming van extra groot belang voor ondernemers. Zou er genuan­ ceerde berichtgeving zijn, dan zou het moeilijker zijn de zaken al te mooi voor te stellen.

De kern van het probleem van communicatie over winst zit naar mijn beleving in enkele opvattingen van de lezers van jaarverslagen en ook van de schrijvers van krantekoppen en wel de volgende:

- De lezers en schrijvers realiseren zich onvol­ doende dat winst het soms kleine verschil is tus­ sen opbrengsten en kosten. Een kleine wijziging in de verhouding tussen opbrengsten en kosten, leidt tot een relatief veel grotere winstsprong naar boven of naar beneden.

- Het winstbegrip is zo weinig omlijnd dat winst op veel verschillende manieren kan worden bere­ kend.

- Naarmate de winst een kleiner bedrag is, is het gemakkelijker de uitkomsten en de trend bij­ voorbeeld via schattingswijziging te beïnvloeden.

- Intuïtief is er voor de lezer van een jaarverslag een groot verschil tussen winst en verlies. Dus is het de moeite waard om in geval van twijfel winst te kunnen tonen.

Tegen het verschijnsel van minder goede commu­ nicatie over resultaat zijn, denk ik, ten minste drie re­ medies denkbaar:

1 De lezers opvoeden. Dit lijkt echter een onbe­ gonnen taak. Het is kostbaar en er komen steeds nieuwe lezers. Bovendien: wie zijn de le­ zers eigenlijk?

2 De winst met meer nauwkeurigheid en minder discretie voor het management doen berekenen. Deze remedie, die in het buitenland, bijvoorbeeld de VS, geleid heeft tot gedetailleerde regelgeving heeft niets opgeleverd. Er blijven zoveel ele­ menten die bij de winstberekening een rol spe­ len, dat kleine beïnvloeding van bepaalde schat­ tingen toch tot relatief grote winstbeïnvloeding zou kunnen leiden. Zelfs bij de meest gedetail­ leerde regelgeving is dat niet effectief tegen te gaan.

3 Het winstcijfer afschaffen, en in plaats daarvan een ‘resultaat interval’ presenteren. Deze derde methode is tot nu toe nog niet uitgeprobeerd, maar het is een aardige uitdaging er eens over na te denken:

Stel dat ondernemingen in plaats van de huidige quasi nauwkeurige presentatie van het winst- bedrag, een resultaatinterval zouden presente­ ren, bijvoorbeeld gekoppeld aan de omvang van de onderneming, of aan de beurswaarde. Om de gedachten te bepalen geef ik de vol­ gende tabel:

Prof. Dr. J. Klaassen is vennoot van KPMG Klynveld Kraayenhof & Co Accountants en hoogleraar in de Bedrijfs­ economie (Kosten- en Winstbepalingsvraagstukken) aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.

(2)

MAB

Omvang resultaat: Typering:

Verlies groter dan 5% van omzet* Verlies -5 tot -2% van omzet Verlies -2 to t-1 % van omzet

Resultaat tussen -1 en plus 1 % van omzet Winst 1 tot 3% van omzet

Winst 3 tot 5% van omzet Winst 5 tot 10% van omzet Meer dan 10% van omzet

Zeer groot verlies Groot verlies Verlies

Rond het nul punt Kleine winst Redelijke winst Aardige winst Grote winst

*of een percentage van de toegevoegde waarde; in bepaalde branches: balanstotaal Winstgroei zou daarbij ook in % van de omzet kun­

nen worden getoond. Het idee om helemaal a f te zien van exacte winstberekening is wel wat ver­ gaand; maar een aardige eerste stap zou zijn een dergelijke tabel met standaardtyperingen in te voe­ ren bij het ontwerpen van krantekoppen.

Ik zie het al voor me: ‘s morgens bij de thee lees ik in het Financieel Dagblad: Onderneming X leed verlies; vorig ja a r ook. Onderneming Y meldde winst rond het nulpunt, vorig jaar verlies. Wellicht zou

ik de krant niet meer lezen. Dan lees ik toch maar liever de volgende kop: ‘Fraaie winststijging van Bank X met 6% ' waarbij ik zou kunnen bedenken: vorig ja ar haalde de bank een marge van 1 % van het balanstotaal; nu een marge van 1,06% terwijl blij­ kens het artikel de toevoeging aan de VAR (een post met een beleidsmatig karakter) 0,3% is. Zou de bank echt een hogere winst hebben?

Toch de moeite waard om de jaarrekening eens uit­ gebreid te bestuderen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Opgemerkt zij, dat hier sprake is van een probleemstelling van een ander niveau. Waar de prospect theory en de functionele fixatiehypothese verklaringen boden omtrent de

HOF de TIC-lijn, waardoor wordt voorkomen dat bij een hoge solvabiliteit (en veelal een hogere renta­ biliteit) de minder wenselijke uitruil van voordeel in de fiscale

Het lijkt ons echter, dat de posten: Waardestijging Vaste Activa en Waardestijging Voorraden, die wel in de winstbestemming maar niet in de winst zijn opgenomen (het

Onlangs heeft het Europese Hof voor de rechten van de mens uitgesproken dat niet alleen seksuele handelingen maar ook 'sexual orientation' een 'intimate aspect of private

Het criterium dat de winst afkomstig moet zijn uit het primaire proces is naar zijn aard niet zo zeer een verslaggevingsken- merk, maar meer een eigenschap van de bedrijfsvoe-

In 1990 motiveerde de minister van Justitie (Hirsch Ballin) de keuze voor het gebruik van het begrip discriminatie in de strafrechtelijke context uitdrukkelijk (mede) met de

Voor de topeconomen was het inzicht van Mirrlees uit 1971 allang goed doorgedrongen (Stiglitz, 1987; ‘new new welfare economics’); informatie-asymmetrie omtrent de

De inkoopprijs (of kostprijs) van een lap ribbetjes is gemiddeld 1,50 euro, van een kippenbil 0,90 euro en van een kotelet 1,25 euro.. De organisatoren vragen 8 euro