• No results found

‘Wensouders met een verstandelijke beperking: Is voorafgaand onderzoek bij deze ouders met kinderwens gerechtvaardigd?'

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "‘Wensouders met een verstandelijke beperking: Is voorafgaand onderzoek bij deze ouders met kinderwens gerechtvaardigd?'"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wensouders met een verstandelijke beperking

Is voorafgaand onderzoek bij deze ouders met kinderwens gerechtvaardigd?

A.C. (Aart) Hendriks

Voor veel mensen is het krijgen van kinderen een groot goed. Dat geldt ook voor mensen met een verstandelijke beperking. Maar wat als artsen grote twijfels hebben over de zogenaamde ouderschapscompetenties van één of beide wensouders? Is dat reden om een zwangerschap te ontmoedigen of de betrokkenen een vruchtbaarheidsbehandeling te weigeren? Of loopt u als arts dan het risico met allerlei procedures te maken te krijgen? In dit artikel geef ik op deze vragen een juridische commentaar.

Om maar direct met de conclusie te beginnen: mensen hebben géén recht op een kind. Dat geldt niet alleen voor mensen met een verstandelijke beperking, maar voor iedereen. Juridisch gezien hebben slechts kinderen rechten. Dit betekent niet dat ouders of wensouders rechteloos zijn. Zij hebben diverse rechten die verband houden met het kiezen voor kinderen, de opvoeding en het verzorgen van kinderen. Mocht de wijze waarop ouders gebruikmaken van hun rechten evenwel botsen met de rechten van kinderen, dan staat het belang van het kind altijd voorop. Vanwege dit belang kan bijvoorbeeld de rechter besluiten ouders tijdelijk het gezag te ontnemen als zij weigeren toestemming te geven voor een medisch noodzakelijke bloedtransfusie. Het kind kan de bloedtransfusie dan alsnog krijgen, omdat een persoon belast met de voorlopige voogdij die toestemming alsnog geeft. Zo wordt – is dan de redenering – recht gedaan aan het belang van het kind.

Het uitgangspunt dat het belang van het kind voorop staat geldt ook als er feitelijk nog geen sprake is van een kind, maar van een zwangerschapswens of gedurende de zwangerschap. Net als na de geboorte moet het belang van het dan nog toekomstige kind een centrale rol innemen bij het nemen van maatregelen. Dat geldt ook bij maatregelen op het gebied van de gezondheidszorg, zoals een zwangere die door haar drugsgebruik de gezondheid van de vrucht dreigt te schaden. Het belang van het kind wordt dus zowel voor als na de geboorte geacht onderdeel uit te maken van de eisen van het goed hulpverlenerschap.

Spontane zwangerschap

Wat betekent dit alles nu als u als arts te maken krijgt met een patiënt die zwanger wenst te worden, maar bij wie u ernstig twijfelt aan de ouderschapscompetenties? Maakt het dan verschil of de betrokkene is aangewezen op een vorm van

vruchtbaarheidsbehandeling? En reageert u anders als de betrokkene man of vrouw is, een vaste relatie heeft of een bepaalde leeftijd heeft?

Vooropgesteld: als de betrokkene zonder enige vorm van professionele assistentie zwanger kan worden of iemand anders zwanger kan maken, is het arsenaal middelen waarover u als arts beschikt om een zwangerschap te beïnvloeden tamelijk beperkt. Die mogelijkheden ontstaan pas als de wensouder niet spontaan zwanger kan worden of zijn partner niet kan bevruchten. Of de betrokkene man of vrouw is, een vaste relatie heeft dan wel een bepaalde leeftijd heeft maakt, bezien vanuit het belang van het kind, niet uit. Dat neemt niet weg dat leeftijd en andere individuele of aan een koppel gebonden, al dan niet medische feiten wél een contra-indicatie kunnen vormen voor het krijgen van een kind. Dat zal dan evenwel op individueel niveau moeten worden bepaald, waarbij ook moet worden gekeken naar de ouderschapscapaciteiten van de eventuele partner, de financiële positie van de wensouder of wensouders, de ervaringen bij eventuele andere kinderen et cetera. Maar, zoals gezegd, dergelijke onderzoeken kunnen feitelijk alleen worden uitgevoerd bij personen die niet spontaan zwanger kunnen worden.

Vruchtbaarheidsbehandeling

Als wensouders bij u aankloppen met het verzoek om een vruchtbaarheidsbehandeling, of om een verwijzing voor een dergelijke vorm van behandeling, hebben we te maken met een andere situatie. U wordt dan verzocht om mee te werken aan de

totstandkoming van een nieuwe persoon, iemand met eigen rechten en belangen. Het belang van het kind en het goed

hulpverlenerschap verplichten u dan om zorgvuldig te overwegen of u wel of niet met zo’n verzoek instemt. De keuze die u maakt zal dan in belangrijke mate worden bepaald door uw inschatting van de ouderschapscompetenties van betrokken wensouders. Het is daarbij niet uw taak om de betrokkenen te wijzen op de mogelijkheden van rechtsbijstand en de middelen die het recht biedt om een besluit uwerzijds of van andere personen aan te vechten. Natuurlijk mag u, als u op de hoogte bent van de regels, de wensouders wel advies geven, maar u wordt niet geacht een juridische expert te zijn.

Het maken van een goede inschatting van ouderschapscompetenties is geen sine cure. Voor de betrokkenen hangt daar, zeker als zij voor het tot stand komen van een zwangerschap zijn aangewezen op professionele assistentie, bovendien veel vanaf. Het moet daarom worden toegejuicht dat er vanuit de beroepsgroepen initiatieven worden genomen om artsen die te maken krijgen met

COMMENTAAR

(2)

vragen over een kinderwens, van professioneel advies te voorzien om een weloverwogen besluit te nemen. Een voorbeeld daarvan vindt u in het artikel van Coppus en anderen, elders in dit tijdschrift.1

Coppus en collega’s presenteren in hun klinische les aan de hand van een casus de Nijmeegse methode voor moreel beraad. Bij die methode zijn wel kanttekeningen te plaatsen. Zo vind ik het niet duidelijk hoe de adviseurs die bij het moreel beraad zijn betrokken de begrippen ‘belang van het kind’ en ‘ouderschapscompetenties’ nu precies definiëren. Anders gezegd: hoe professioneel is die methode?

Mijn belangrijkste bedenking vormt het feit dat ik niet inzie waarom er een toetsingskader is ontwikkeld specifiek voor wensouders met een verstandelijke beperking. Er zijn toch veel meer personen bij wie kan worden getwijfeld aan de ouderschapscompetenties? Is het dan niet discriminatoir om te focussen op wensouders met een verstandelijke beperking? Zouden niet de

ouderschapscompetenties van alle wensouders die zijn aangewezen op een vruchtbaarheidsbehandeling moeten worden onderzocht? Of zouden niet alle wensouders vooraf op hun ouderschapscompetenties moeten worden onderzocht? Vanuit het belang van het kind bezien is dat laatste misschien het meest wenselijk, maar dit is gewoonweg niet haalbaar – en maakt een ernstige inbreuk op de rechten van wensouders.

Conclusie

Juridisch bezien is het toegestaan dat artsen zich bij wensouders die zijn aangewezen op een vruchtbaarheidsbehandeling door professionals laten adviseren over de ouderschapscompetenties. Het onderzoek moet dan wel daadwerkelijk professioneel zijn. Het is evenwel problematisch als alleen de competenties van wensouders met een verstandelijke beperking worden onderzocht. De groep wensouders met twijfelachtige ouderschapscompetenties is namelijk aanzienlijk groter. Maar iedereen voorafgaand aan een zwangerschap onderzoeken is gewoonweg niet mogelijk en gaat juridisch te ver.

Online artikel en reageren op ntvg.nl/D3765

Universiteit Leiden, Faculteit der Rechtsgeleerdheid, departement Publiekrecht, Leiden: prof.mr.dr. A.C. Hendriks, jurist. Contact: A.C. Hendriks (a.c.hendriks@law.leidenuniv.nl)

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 20 januari 2019

Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D3765

Literatuur

1. Coppus TAMW, Kremer JAM, Lagro-Janssen TALM. Kinderwens van verstandelijk beperkte ouders met subfertiliteit: hoe kom je tot een afgewogen advies? Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D3326.

— — — — — —

COMMENTAAR

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zij gaan ervan uit dat de twee groepen anders behan- deld moeten worden: bij natiegenoten is onze ideologie wel van toepassing op zij die het niet met die ideologie eens zijn;

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

Dan zou de Raad pogingen moeten ondernemen om deze ouders te bereiken en niet de zaak laten doorgaan zonder ouders.” De raadsmedewerkers hebben misschien geen of te weinig kennis van

Veel ouders – en niet enkel ouders met een migratieachtergrond – ervaren moeilijkheden bij de zoektocht naar informatie over hun rechten, hulpmiddelen op een ondersteunend

Bij de methodologische kenmerken van de verschillende studies is allereerst gecodeerd welke vergelijking is gemaakt om de effecten van kinderopvang te analyseren: op basis

Toch, als we hem dan opnemen, moet dat wel met grote wijsheid geschieden, want ook deze gehandicapte, en zeker diegene die 'alleen maar' blind is, zal overgevoelig

Het wetsvoorstel is niet alleen van belang voor wensouders die voor het vervullen van hun kinderwens een draagmoedertraject zouden overwegen, maar ook voor instellingen en

Een overgangsmoment of momenten dat een begeleider fysiek contact heeft met een cliënt, een begeleider in de persoonlijke ruimte van de cliënt komt, een begeleider zijn