Voorstel voor het Nationaal Programma Groningen voor de gemeente Midden-Groningen
Gezien de situatie rond ouderen in Midden-Groningen, de problematiek ouderen langer thuis te laten wonen en het op termijn ontbreken van voldoende zorg voor ouderen, stelt de Ouderenraad Midden-Groningen voor om voor het gebied van de wijken Goorecht/Spoorstraat-Kieldiep een project te starten, waarin gekozen wordt voor een multidisciplinaire aanpak van de ouderenzorg. Het doel van dit project is om de problemen rond ouderen en langer thuis wonen door middel van een geïntegreerde werkwijze op te lossen en daarmee ervaring op te doen, die toepasbaar is in andere wijken en dorpen.
In het gekozen projectgebied Goorecht/Spoorstraat-Kieldiep wonen ongeveer 22% ouderen, waarvan een groot deel binnen tien jaar ook boven de leeftijd van 80 jaar. Bovendien wonen in deze wijk ook veel oudere migranten. In de wijk Spoorstraat-Kieldiep wonen naar schatting 30 procent migranten van Turkse afkomst, waaronder veel ouderen.
In het project zal worden gestreefd om een aantal zaken die ouderen aangaan en die nu nog deels afzonderlijk en vaak naast elkaar opgepakt worden in een geïntegreerd project aan te pakken. Het project is niet alleen gebaseerd op de ouderenzorg, maar ook op belangrijke zaken als gezonde levensstijl, geestelijke weerbaarheid op het ouder worden en het gebruik van moderne
technologieën. Ook zou hier geëxperimenteerd kunnen worden met kleinere zorglocaties en een divers aanbod van logeer- en respijtzorg. Maar dit alles wel in samenwerking en in overleg met ouderen.
Midden-Groningen zou hier met de gelden uit het Nationaal Programma Groningen een proeftuin kunnen worden voor modern ouderenbeleid. In deze multidisciplinaire aanpak werken alle zorgorganisaties, huisartsen, woningcorporaties, sociaal teams, welzijn-, buurt- en
vrijwilligersorganisaties samen.
De onderwerpen, die in deze multidisciplinaire aanpak samen zouden moeten komen zijn:
• Langer thuis wonen
• Wijkverpleging
• WMO-zorg
• Verpleeghuiszorg thuis
• Vormen van respijtzorg
-1-
• Mantelzorg
• Ouderengeneeskunde
• Zorgtechnologie (Domotica)
• Gebruik van digitale diensten
• Vervoer (WMO en lokaal met vrijwilligers)
• Gezond oud worden
• Voorbereiden op het ouder worden
• Zingeving
• Lerend oud worden
• Meer bewegen voor ouderen
• Opzetten buurtcirkels.
• Dementie(inloophuis)
Dit lijstje zal niet compleet zijn, er zijn ongetwijfeld nog meer onderwerpen die hierbij betrokken zouden kunnen worden.
Hoe het project vorm zou moeten krijgen zal een onderwerp moeten zijn van nadere discussies, waarbij alle organisaties betrokken moeten worden. Voor de uitvoering zou gedacht kunnen worden aan een stuurgroep en een kleine uitvoeringsorganisatie, die de coördinatie doet van de
verschillende partijen die meedoen. Het geheel moet begeleid worden door ouderen, die ook een belangrijke stem moeten krijgen in de uitvoering.
Belangrijke kernmerken van het project zouden kunnen zijn:
• Samenwerking van de thuiszorgorganisaties, waarbij afspraken gemaakt worden over wie in welk gebied van de beide wijken gaat werken, waarmee veel reisuren voorkomen gaan worden en ook dat een wijkverpleegkundige meer zicht krijgt wat er in haar of zijn gebied plaatsvindt. Ook kunnen afspraken gemaakt worden over de zorg in de nachtelijke uren.
• In het gebied kan geëxperimenteerd worden met kleine units voor respijtzorg en ook opvang van dementerende ouderen. Dit kunnen kleine units zijn (bijvoorbeeld een woning), waar de mantelzorg gedaan wordt door vrijwilligers met steun van verpleegkundigen (naar het voorbeeld van het hospice). De respijtzorg is bedoeld voor mensen die even tijdelijk niet in de eigen woning kunnen verblijven door het ontbreken van mantelzorg. De vrijwilligers voor deze mantelzorg kunnen vanuit een organisatie komen, maar ook wijkbewoners kunnen deze tijdelijk vervullen wanneer zij mantelzorger zijn, maar gezien de tijdelijke zorgzwaarte niet even alleen voor de oudere kunnen zorgen. Door deze opzet ontstaan er meerdere kruisverbanden tussen de verschillende groepen in de wijk.
-2-
• In de wijk zouden bijvoorbeeld de wijkcentra De Badde en Spokie en eventueel andere locaties kunnen functioneren als een plek waar ouderen kunnen samenkomen voor
groepsactiviteiten, bijvoorbeeld het nuttigen van een maaltijd. Ook de activiteiten die nu wel plaatsvinden maar vanuit een andere plek aangestuurd worden, zouden van uit hier
gestimuleerd kunnen worden.
• Verder zou het Medisch Centrum een plek kunnen zijn van waaruit de oudergeneeskunde vorm zou kunnen krijgen.
• Om mobiliteit te bevorderen van ouderen en ook eenzaamheid te bestrijden zou het gebruik van een tweetal voor het vervoer van ouderen uitgeruste golfkarren, bestuurd door
vrijwilligers, de mobiliteit in de wijk van ouderen kunnen bevorderen.
• In de wijk staat ook het technologiehuis, waarmee ervaringen opgedaan kunnen worden voor het toepassen van technologie in de zorg.
De benodigde financiën vanuit het NPG worden gebruikt voor de projectorganisatie en het helpen creëren van een fysieke locatie, die nodig zal zijn voor een geïntegreerde uitvoering. Te denken valt aan een locatie waarin de verschillende disciplines, die samenwerken, gevestigd zijn. Dit behoeft niet een volledige bekostiging te zijn. Meerdere financiers zouden hierbij betrokken kunnen worden. Ook kan voor de exploitatie gekeken kunnen worden naar kleine eigen bijdragen.
De opzet van de aanpak zou moeten zijn dat ouderen hierbij betrokken worden en ook zelf
medewerking eraan geven. Dus het project moet niet alleen professionals beter laten samenwerken, maar dient ook om de samenhang van mensen in de wijk te bevorderen door samen er voor te zorgen dat iemand, die oud in de wijk wordt, daar ook kan blijven wonen. Het na te streven motto van het project zou moeten zijn dat jonge ouderen hun medewerking geven om er later, wanneer zij oud zijn, zorg voor terug te krijgen. Dus er zal ook in het project energie geïnvesteerd moeten worden om een beweging in gang te zetten om toekomstige ouderen te betrekken bij de zorg voor hun oudere medebewoners.
Het is nu nog maar een voorstel. Om het in te brengen in het Nationaal Programma Groningen zal een verdere uitwerking noodzakelijk zijn.
Bert Kolk 10-02-2020