RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK
Villa Blanca
Plaats : Leusden
LRKP nummer : 789210125
Onderzoeksnummer : 293777
Datum onderzoek : 13 september 2017 Datum vaststelling : 5 december 2017
SAMENVATTING . . . 5
1 INLEIDING . . . 6
2 HOOFDCONCLUSIE . . . 7
3 RESULTATEN ONDERZOEK . . . 8
4 REACTIE VAN DE HOUDER . . . 13
INHOUDSOPGAVE
Pagina 3 van 13
De kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op kinderdagverblijf Villa Blanca is grotendeels op orde.
Wat gaat goed?
De pedagogisch medewerkers zorgen voor een prettige sfeer in de groep waarin zij positief, enthousiast en met respect omgaan met de peuters. De ouders waarderen dit en de peuters gaan met veel plezier naar de peutergroep.
Daarnaast krijgen de ouders op verschillende momenten informatie over hoe het met hun kind gaat en krijgen ze ook steun in de omgang met hun kind, als zij dat op prijs stellen.
Bovendien werken de pedagogisch medewerkers en de interne coach/
zorgcoördinator goed samen met andere organisaties, zoals de logopedie en de basisschool. Ze weten elkaar te vinden en als een peuter extra hulp nodig heeft, is dat snel geregeld.
Wat kan beter?
De pedagogisch medewerkers hebben deels al duidelijk voor ogen, maar nog niet vastgelegd wat zij willen bereiken met de peuters. Daarom is het lastig om te bepalen wat zij bereiken met hun inspanningen.
SAMENVATTING
Pagina 5 van 13
Dit onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de inspectie op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspecteur werd vanwege belangstelling voor dit onderzoek vergezeld door een
beleidsmedewerker van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Kinderdagverblijf Villa Blanca is onderzocht op haar kwaliteit van de voorschoolse educatie.
Vanaf 1 augustus 2017 hanteren wij hierbij een nieuw onderzoekskader. Voor meer informatie over het nieuwe toezicht en het nieuwe onderzoekskader, zie de website van de inspectie.
Werkwijze
Op 13 september hebben de volgende onderzoeksactiviteiten plaatsgevonden:
• een documentenanalyse;
• gesprekken met verschillende groepen belanghebbenden: ouders, pedagogisch medewerkers, interne coach, zorgcoördinator en directie;
• observaties van de pedagogisch-educatieve praktijk in een aantal groepen.
Aan het eind van de onderzoeksdag hebben wij een feedbackgesprek gevoerd met de interne coach en directie. In dit gesprek zijn de bevindingen en waarderingen van de inspectie besproken en heeft de voorschool aangegeven wat zij gaat doen met deze bevindingen.
Leeswijzer
Hierna volgt eerst de conclusie van het onderzoek op kinderdagverblijf Villa Blanca. Hoofdstuk 3 geeft per kwaliteitsgebied de resultaten van het onderzoek.
In hoofdstuk 4 is de reactie van het bestuur op het onderzoek en de rapportage opgenomen.
INLEIDING
1
De kwaliteit van de voorschoolse educatie op kinderdagverblijf Villa Blanca is over vrijwel de gehele linie voldoende en goed. Er is één onderdeel dat om versterking vraagt: de voorschool kan nog beter nagaan of de peuters goed zijn toegerust voor het werken op de basisschool. Daarbij hoort ook dat de
pedagogisch medewerkers goed in de gaten houden of de peuters de doelen op de belangrijkste ontwikkelingsgebieden ook echt halen.
HOOFDCONCLUSIE 2
Pagina 7 van 13
Hieronder staan de waarderingen van de standaarden en een toelichting daarop.
De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige onderzoekskader voorschoolse educatie en primair onderwijs. De score geeft aan in welke mate de betreffende standaard is gerealiseerd.
Het aanbod is doelgericht, maar kan nog beter afgestemd worden
Op peuterwerkplaats Villa Blanca zijn peuters met en zonder indicatie voor voorschoolse educatie geplaatst. De pedagogisch medewerkers zijn geschoold in het werken met het vve-programma Puk en Ko. Zij plannen de thema's per jaar en leggen dit vast in een jaarplanning. De pedagogisch medewerkers maken vervolgens per thema een uitwerking in doelen en activiteiten die zijn afgestemd op de peuterperiode. Daarbij houden zij rekening met de verschillende
ontwikkelingsgebieden van de peuters. Ook werken zij het woordenschataanbod uit, passend bij de kenmerken van de peuters die zij in de groep hebben. Toch kunnen de pedagogisch medewerkers hun activiteiten en doelen nog beter afstemmen op wat de peuters nodig hebben. Dat is niet altijd hetzelfde als in de planning staat. De medewerkers zijn zo ervaren dat zij de planning kunnen loslaten en de activiteiten beter kunnen laten aansluiten op de beleving van de peuter.
Over de inrichting van het lokaal is al goed nagedacht. Toch zou er wat betreft taalaanbod nog verder nagedacht kunnen worden: stimuleert de omgeving, naast spelen, ook het kennismaken met letters en met cijfers (natuurlijk op een speelse manier)? Dat kan de woordenschat ondersteunen!
De doelgroeppeuters worden goed gevolgd
De pedagogisch medewerkers brengen de beginsituatie van een doelgroeppeuter in beeld. Als een doelgroeppeuter naar de peutergroep gaat, volgt allereerst een intakegesprek met de ouders. Dit levert informatie op over de startpositie van de
RESULTATEN ONDERZOEK 3
Ontwikkelingsproces Kan beter Voldoende Goed
•
•
•
•
•
OP1 Aanbod
OP2 Zicht op ontwikkeling
OP3 Pedagogisch-educatief handelen OP4 (Extra) ondersteuning
OP5 Samenwerking Ontwikkelingsproces
peuters. Daarnaast werken de pedagogisch medewerkers met een
gestandaardiseerd instrument om de ontwikkeling van de peuters te volgen. Dat gebruiken zij twee keer in de peuterperiode. Ook worden gestandaardiseerde toetsen afgenomen bij de peuters voor ontluikende taal- en rekenontwikkeling.
Op een heel overzichtelijke manier leiden de vaardigheidsscores van de peuters naar conclusies over hun ontwikkeling. En als daar aanleiding voor is, wordt er een plan van aanpak gemaakt voor de peuter voor een bepaalde periode. Daar zijn de ouders bij betrokken en er wordt na korte tijd geëvalueerd of de ontwikkeling vlot getrokken is.
Peuters krijgen extra hulp als dat nodig is
Als er peuters zijn die extra zorg en begeleiding nodig hebben, die de pedagogisch medewerkers zelf niet kunnen bieden, schakelen zij de interne coach/zorgcoördinator in. Deze vervult een ondersteunende en adviserende rol richting de pedagogisch medewerkers. Daarnaast is er de mogelijkheid om 'op te schalen' als het nodig is dat er een specialist(enteam) naar een stukje van de ontwikkeling kijkt. Ook dat overleg vindt gestructureerd plaats. Er zijn goede relaties met diverse hulpverleningsinstanties, van logopedie tot CJG. De casuïstiek die de inspectie heeft gezien tijdens het bezoek toont aan dat de verwijzing naar speciale hulp grondig onderbouwd wordt. De ouders geven aan dat zij het fijn vinden dat ze zo serieus worden genomen en overal in betrokken worden.
Een sterk pedagogisch klimaat; educatief handelen kan zich verder ontwikkelen Het pedagogisch klimaat in de peutergroep is ondersteunend voor de
ontwikkeling van de peuters. Tijdens de inloop en tijdens het
ochtendprogramma hebben we waargenomen dat er op de peutergroep sprake is van een prettige sfeer. De peuters vinden het fijn om naar de peutergroep te gaan. De pedagogisch medewerkers zijn toegankelijk, positief en enthousiast.
We krijgen dit ook terug van de ouders met wie we tijdens het onderzoek hebben gesproken. Er is sprake van respect tussen pedagogisch medewerker en peuter, hetgeen we terugzien in de contacten die de peuters onderling met elkaar hebben. De pedagogisch medewerkers geven positieve reacties op het gedrag en op de antwoorden van de peuters.
Het positieve pedagogisch klimaat is een mooie basis voor peuters om nieuwe kennis op te doen en zich nieuwe vaardigheden eigen maken. Door te spelen in de hoeken en door de begeleide activiteiten die de pedagogisch medewerkers aanbieden, leren de peuters nieuwe dingen. De pedagogisch
medewerkers gebruiken daarbij veel taal en stellen gesloten en open vragen om de peuters uit te dagen zelf te spreken.
Het educatief handelen kan op onderdelen verbeterd worden. Wat opvalt, is dat
Pagina 9 van 13
er weinig extra activiteiten zijn
voor de doelgroeppeuters. De tijd die de pedagogisch medewerkers besteden aan één-op-één begeleiding, aan activiteiten in kleine groepjes of aan begeleid spel in de hoeken, is tijdens het onderzoek vrij beperkt. Daar moet wel bij opgemerkt worden dat de kwaliteit van de interventies bij de
doelgroeppeuters prima is. Wellicht kunnen de pedagogisch medewerkers zich al bij de thema/dagplanning afvragen op welke manier zij het aantal interventies nog kunnen verbreden. Door meer vooraf te plannen krijgen de
doelgroeppeuters meer begeleiding zodat zij eventuele achterstanden kunnen inlopen. Ook zou de inloop benut kunnen worden voor extra begeleiding van doelgroeppeuters en voor de ondersteuning van de ouders bij het spelen met hun kind (voorbeeldgedrag).
De inhoudelijke samenwerking met de school kan zich verder ontwikkelen Voor alle doelgroeppeuters vindt een warme overdracht plaats richting de verschillende basisscholen waar de peuters naar toe gaan. Daarbij hanteren de pedagogisch medewerkers eenzelfde overdrachtsformulier. Samenwerking op andere terreinen, zoals op het gebied van aanbod of ouderparticipatie zal zich de komende tijd nog verder ontwikkelen, zeker op die locaties waar een of
meerdere scholen in één gebouw gehuisvest zijn met een kinderopvang met peuterwerkplaats. Dat is overigens bij Villa Blanca niet het geval.
De samenwerking met ouders vindt vooral plaats via de nieuwsbrief die ouders krijgen over elk thema, waarin woordjes en liedjes en spelletjes staan om met de peuter door te nemen. Aan het eind van elk thema wordt het met de ouders afgesloten. Sommige ouders krijgen extra ondersteuning in de vorm van
voorleeshulp bijvoorbeeld. Dat wordt door de ouders, die de inspectie gesproken heeft, zeer gewaardeerd. Zij hebben het gevoel dat zij niet alleen staan in hun verlangen om een goede toekomst voor hun kind te realiseren.
De ontwikkelingsresultaten van de voorschoolse educatie zijn onbekend Noch vanuit de gemeente, noch door de houder zelf zijn doelen geformuleerd ten aanzien van de voorschoolse educatie. Er is niet bepaald wat voorschoolse educatie zou moeten opleveren. De peutergroep kan daarom niet laten zien of peuters aan het eind van de peuterperiode voldoende toegerust naar groep 1 van de basisscholen gaan. Doordat de peuterwerkplaats is gaan werken met een
Resultaten Kan beter Voldoende Goed N.t.b.
• RV1 Ontwikkelingsresultaten
Resultaten
voor hen nieuw volginstrument, liggen er mogelijkheden om hieraan in de toekomst wel doelen te verbinden.
De kwaliteit van de voorschoolse educatie is bekend en verbeterpunten worden opgepakt
Sinds 1 januari 2017 wordt de kinderopvang in Leusden aangestuurd vanuit SKA. Deze organisatie beheerde al langere tijd een groot deel van de
kinderopvang in Amersfoort. Op intern organisatieniveau is de HKZ-certificering losgelaten en daarvoor in de plaats is een kwaliteitszorgsysteem ingevoerd dat gekenmerkt wordt door transparantie en verantwoordelijkheid, die laag in de organisatie ligt. Hoewel de inspectie plaatsvindt vrij kort na de herstructurering treft de inspectie een organisatie aan die in balans is. De aansturing van locaties en gebieden is heroverwogen, de bemensing van locaties is herzien en er is één kwaliteitszorgsysteem ingevoerd. Er zijn duidelijke noties over kwaliteit en over planmatige manieren om deze te bewerkstelligen en te behouden. Waar dat nodig is, worden verbeterplannen uitgevoerd en geëvalueerd op hun effect.
Enkele instrumenten die behulpzaam zijn, zijn het kwaliteitshandboek en de interne auditgroep, die nog niet zo lang geleden van start is gegaan. Al met al een goede basis om de visie op (v)ve en daarbinnen specifieker: het bereiken van doelen met (v)ve nog duidelijker te positioneren. De pedagogisch
medewerkers geven aan dat alle veranderingen een verhoogde focus vragen, maar willen graag hun werk elke dag een beetje beter doen. Daarbij helpt het beoordelen van hun pedagogisch didactisch handelen door de interne coach en zij zien dat als verrijking van hun werk.
De verantwoordelijkheid daar leggen waar deze hoort
De afgelopen jaren zijn de pedagogisch medewerkers op verschillende gebieden geschoold, bijvoorbeeld in het herkennen en gebruiken van interactiepatronen tussen henzelf en peuters, op het vereiste taalniveau en op het stimuleren van zelfsturing bij peuters. Deze scholingen en ook de interne coaching leiden er toe dat de pedagogisch medewerkers weten wat zij al kunnen en wat zij nog nodig hebben. Van hen wordt dan ook verwacht dat zij een individueel jaarplan maken met doelen die zij in hun vak willen bereiken. Het is duidelijk wat er van hen
Kwaliteitszorg en ambitie Kan beter Voldoende Goed
•
•
• KA1 Kwaliteitszorg
KA2 Kwaliteitscultuur
KA3 Verantwoording en dialoog Kwaliteitszorg en ambitie
Pagina 11 van 13
verwacht wordt en vice versa: wat de pedagogisch medewerkers van de
leidinggevenden kunnen verwachten. Ook is het duidelijk hoe de kwaliteit van de medewerkers wordt gemeten en geborgd. De inspectie trof tijdens het bezoek een team aan dat gezamenlijk optrekt, elk vanuit de eigen verantwoordelijkheid.
De verantwoording naar buiten voldoet
De houder verantwoordt zich in de subsidieverantwoording over de bestede middelen voor voorschoolse educatie aan de gemeente. De verantwoording over het gevoerde vve-beleid ontwikkelt zich ook in de nieuwe situatie in Leusden verder; ambities en doelen worden scherper geformuleerd en zullen dus ook betrokken worden in de evaluatie aan de gemeente.
De peutergroep informeert ook de ouders over de activiteiten die plaatsvinden.
Zij doet dat bijvoorbeeld door middel van foto's op de website en verslagjes.
Daarnaast informeert de directie de ouders via de eerder genoemde (thema)nieuwsbrief over actuele zaken.
Dit rapport beschrijft de waarderingen van de inspectie van de kwaliteit van de voorschoolse educatie op kinderdagverblijf Villa Blanca. Wij hebben de
voorschool en de houder gevraagd de ontwikkelrichting aan te geven op basis van het eigen kwaliteitsbeeld en dat van de inspectie.
Hieronder geeft de houder van de voorschool haar reactie:
Er wordt door de inspectie specifiek gevraagd om de ontwikkelrichting van het kwaliteitsbeleid op de peuterwerkplaats te schetsen.
Zoals in het rapport te lezen is heeft de peuterwerkplaats in korte tijd met een aantal noodzakelijke veranderingen te maken gehad waaronder fusie met een nieuwe organisatie (Ska), harmonisatie met Kinderopvang, overstappen naar een nieuw kindvolgsysteem, verdere professionalisering ten aanzien van het werken met doelgroepkinderen etc. Mede door de motivatie en betrokkenheid van de medewerkers op de peuterwerkplaats hebben de veranderingen een positieve en kwaliteitverhogende uitwerking gehad. Ook dat is opgemerkt door de Onderwijsinspectie.
De peuterwerkplaats blijft zich echter doorontwikkelen en zal zich, op basis van gemeentelijke afspraken, meer gaan focussen op de resultaten voor de kinderen op individueel niveau. Hiervoor zijn gesprekken met de gemeente over
resultaatafspraken m.b.t. de doorgaande ontwikkellijn gestart.
Het rapport is een mooie weergave van waar het werken met jonge peuters staat op Villa Blanca/Leusden.
REACTIE VAN DE HOUDER 4
Pagina 13 van 13
