• No results found

Effectief schrijfonderwijs voor adolescenten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Effectief schrijfonderwijs voor adolescenten"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

4. Als huiswerk schrijven leerlingen na elke les een korte tekst voor hun schrijfdossier waarin ze de nieuwe strategie bewust toepassen. Vijf leerlingen mailen hun tekst naar de docent. De docent bespreekt deze teksten in de eerste fase van de nieuwe les.

4. Werkt het?

Het afgelopen jaar is de lessenserie door zeven docenten uitgeprobeerd. Als onderzoe- ker heb ik bij hen lessen bezocht. De belangrijkste feedback is dat de docenten zich erop verheugen om de lessen volgend jaar weer te geven. Veelzeggend is ook dat de sec- tiegenoten van de betrokken docenten de lessen volgend jaar ook gaan geven en dat veel andere scholen inmiddels al werken met het lesmateriaal. De feedback van docen- ten en leerlingen leverde verder verschillende verbeterpunten op. Bij de revisie zijn veel opdrachten aangepast of zelfs geschrapt. Inmiddels is er een grondig bijgestelde lessen- serie, die het komend schooljaar door de ontwikkeldocenten gegeven gaat worden. De komende twee jaar zullen de effecten van regulier en vernieuwd onderwijs worden onderzocht. Honderden leerling-teksten zullen geanalyseerd worden op stijlkenmer- ken. We zullen daarbij zowel stijlfouten als stijldeugden inventariseren. De komende jaren verwachten we dus meer te kunnen zeggen over de frequentie van specifieke stijl- fouten en stijldeugden in leerling-teksten.

Docenten die de lessenserie schrijfstijl willen ontvangen, kunnen mailen naar j.steen- bakkers@ludgercollege.nl. Zij ontvangen de nieuwste digitale versie (met antwoorden en docentenhandleiding). De uitlegfilmpjes kunnen op YouTube bekeken worden (de taal meester).

Ronde 7

Klaske Elving-Heida

Bureau voor Noordelijke Gemeenten Contact: klaskeheida@hotmail.com

Effectief schrijfonderwijs voor adolescenten

1. Aanleiding

Tijdens de schrijfles in de bovenbouw van het secundair onderwijs wordt sinds enke- le decennia de nadruk gelegd op het communicatieve doel van een tekst. De invulling

10

(2)

van dit algemene uitgangspunt lijkt echter evenveel variëteiten te kennen als er docen- ten zijn, terwijl het schrijfvaardigheidsniveau van leerlingen zorgen baart (Nederlandse Taalunie 2015). Docenten Nederlands kennen vaak de resultaten van belangwekkend schrijfonderwijsonderzoek niet of weten niet goed hoe zij die kunnen vertalen naar de lespraktijk. Wetenschappers leveren veelbelovende resultaten van onderzoek naar didactische manieren van aanpak die het schrijfleerproces kunnen ondersteunen. Die kennis vindt echter maar moeilijk haar weg naar het klaslokaal. Welke elementen van wetenschappelijk bewezen effectieve didactische benaderingen verdienen meer aan- dacht tijdens de schrijfles?

2. Effectieve didactische benaderingen in het schrijfonderwijs 2.1 Strategie-instructie

De stap van procesgericht onderwijs naar strategie-instructie is nog niet echt gezet in het voortgezet onderwijs. Het inzicht dat een tekst beter kan worden als je je eerst richt op planning (het nadenken over de inhoud en de gewenste opbouw van de tekst), daarna de inhoud formuleert en vervolgens voldoende aandacht besteedt aan revisie (het teruglezen en reviseren van de tekst) heeft weliswaar een plek verworven in het gangbare schrijfcurriculum, maar het aanleren van de bijbehorende strategieën komt grotendeels op de leerlingen zelf neer. Wat nog ontbreekt, is didactische ondersteuning van de leerlingen tijdens het uitvoeren van de verschillende stappen. Uit verschillende meta-analyses blijkt dat ondersteuning in de vorm van strategie-instructie teksten oplevert van hogere kwaliteit (o.a. Graham & Perin 2007; Hillocks 1986).

2.2 Observerend leren

Observerend leren wordt slechts mondjesmaat ingezet tijdens de schrijfles, terwijl in het Nederlandse taalgebied de kracht ervan empirisch is aangetoond (o.a. Braaksma 2002; Couzijn 1995). Voor leerlingen die zich de verschillende stappen van een schrijfstrategie eigen moeten maken, kan observerend leren een belangrijke steun zijn doordat het leren schrijven wordt losgekoppeld van het daadwerkelijke schrijven (Rijlaarsdam 2005). Door de aanpak van andere schrijvers te bekijken, krijgen leerlin- gen niet alleen voorbeelden, maar kunnen zij ook bepalen welke aanpakken meer en welke minder succesvol zijn. Bij observerend leren levert met name het vergelijken van verschillende aanpakken leerwinst op.

(3)

2.3 Peer-interactie

Peer-interactie kan een krachtig didactisch instrument zijn tijdens de schrijfles. In diverse experimenten hebben leeractiviteiten die het schrijfleerproces een dialogisch karakter geven resultaat opgeleverd (o.a. Rijlaarsdam e.a. 2006). Juist de interactie met klasgenoten tijdens het schrijfleerproces is van belang. Omdat een tekst pas effectief is als het communicatieve doel bij de lezer wordt bereikt, kunnen peer-respons en ander- soortige lezersreacties de schrijvende leerling helpen om zijn tekst te beschouwen van- uit het lezersperspectief. Op deze manier wordt de natuurlijke communicatielijn her- steld die ontbreekt wanneer de leerling solitair oefenteksten schrijft (Scardamalia, Bereiter & Steinbach 1984).

2.4 Digitale leeromgeving

Computerondersteund schrijfonderwijs kent meerdere voordelen ten opzichte van schrijflessen met pen en papier. De computer levert ten eerste schrijfgemak op in tech- nische zin. Leerlingen kunnen gemakkelijk terugkeren naar eerder geschreven stukken tekst om die te evalueren en te redigeren. Het is op de computer veel eenvoudiger om wijzigingen aan te brengen in een tekst dan in een handgeschreven tekst. Uit de meta- analyse van Graham & Perin (2007) blijkt dat schrijven op de computer een positief effect heeft op de tekstkwaliteit. Ook kan een softwareprogramma leerlingen extra hel- pen en sturen in hun schrijfontwikkeling, bijvoorbeeld met feed forward en outline tools.

3. De schrijfcursus Booster

3.1 Een combinatie van effectieve didactische componenten

Wij vroegen ons af of wij de vier bewezen effectieve didactische componenten die nog onvoldoende aan bod komen in het klaslokaal konden combineren in één schrijfcur- sus. Zou een dergelijke cursus inderdaad effectiever zijn dan regulier schrijfonderwijs?

De experimentele schrijfcursus Booster bestaat uit tien lessen van 50 à 60 minuten en stelt het communicatieve doel en de strategische aanpak van de schrijftaak centraal. Bij het ontwerpen van Booster hebben wij, op basis van eerder onderzoek en de mening van ervaren docenten Nederlands, rekening gehouden met leerbehoeften die onder adolescenten regelmatig voorkomen: behoefte aan communicatie, behoefte aan con- crete voorbeelden en behoefte aan hulp bij het overzien van leerdoelen. Op het kruis- punt van de wetenschappelijk bewezen effectieve leeractiviteiten en deze leerbehoeften

zijn drie ontwerpregels geformuleerd:

10

(4)

1. leren in geleide stappen;

2. leren door interactie;

3. leren door observeren.

Omwille van de voordelen die digitaal schrijfonderwijs biedt boven schrijflessen met pen en papier, is gekozen voor een computergestuurde leeromgeving.

3.2 Opbouw van de lessenreeks

Booster begint met twee inleidende lessen waarin, op basis van theorie en praktische opdrachten, duidelijk wordt dat het verstandig is om tijdens het schrijven stap voor stap te werk te gaan. Met behulp van korte filmpjes en opdrachten die het effect van woorden op lezers aantonen, (her)ontdekt de leerling de kracht van taal. Na de inlei- dende lessen krijgt de leerling een algemene schrijfstrategie aangereikt in de vorm van het acroniem Booster: Brainstormen, Ordenen, Opbouw bepalen, Schrijven, Teruglezen, Evalueren en Reviseren. Vanaf dit moment wordt de lessenreeks geken- merkt door een sterke sturing: tijdens het schrijven van oefenteksten wordt de leerling bij de hand genomen en langs deze zeven stappen geleid. De oefenteksten behelzen onder andere een beschouwende en een betogende tekst, waarbij de genre-specifieke kenmerken per tekstsoort worden uitgelegd en geoefend.

3.3 Didactische pijlers

De didactische pijlers waarop Booster rust zijn ‘observerend leren’ en ‘peer-interactie’.

De lessenreeks bevat twaalf korte filmpjes van schrijvende, hardop nadenkende leer- lingen die bezig zijn met dezelfde schrijfopdracht als de leerlingen in de klas. Als coping models maken zij soms geslaagde, soms minder geslaagde afwegingen. Tijdens de klas- sikale nabespreking worden de verschillende aanpakken vergeleken en beoordeeld.

Peer-interactie krijgt aandacht doordat de leerling tijdens het schrijfproces veelvuldig lezersreacties uitwisselt met klasgenoten. Op gezette tijden, meestal na het afronden van een alinea, krijgt de leerling binnen het softwareprogramma de opdracht om.

samen met een klasgenoot, de geschreven tekst te bespreken, aan te passen en dan pas in te voeren.

3.4 Opbrengsten

Booster is inmiddels in een natuurlijke onderzoeksomgeving in twaalf klassen (333 leerlingen) uitgeprobeerd door de eigen docent Nederlands. De resultaten tonen aan dat de tekstkwaliteit na Booster significant meer is verbeterd dan na regulier onderwijs.

(5)

Ook blijken docenten tijdens Booster-lessen meer tijd te besteden aan individuele interactie met leerlingen dan tijdens reguliere schrijflessen. Dat is niet verwonderlijk:

de leerlingen werken individueel en in duo’s op de computer, waardoor er ruimte ont- staat om rond te lopen en gevraagd en ongevraagd advies te geven. Bovendien bleken leerlingen die eerder rapporteerden dat ze gewend waren om lange stukken tekst te typen zonder tussentijds na te denken na Booster vaker te pauzeren om terug te lezen en dingen aan te passen. Dit zijn veelbelovende resultaten. Het experiment met Booster heeft aangetoond dat een schrijfcursus die gebaseerd is op recente wetenschappelijke inzichten een positief effect heeft op de tekstkwaliteit. Docenten Nederlands kunnen aan de slag met het inrichten van hun eigen digitale schrijflessen op basis van strate- gie-instructie, waarbij veelvuldige peer-interactie en observatie- en evalueeropdrachten tot goede resultaten kunnen leiden.

Referenties

Braaksma, M. (2002). Observational learning in argumentative writing. [proefschrift].

Amsterdam: ILO.

Couzijn, M.J. (1995). Observation of writing and reading activities: Effects on learning and transfer. [proefschrift]. Dordrecht: Dorfix.

Graham, S. & D. Perin (2007). “A meta-analysis of writing instruction for adolescent students”. In: Journal of Educational Psychology, 99 (3), p. 445-476.

Hillocks, G. (1986). Research on written composition: New directions for teaching.

Urbana, Illinois: ERIC Clearinghouse on Reading and Communication Skills.

Nederlandse Taalunie (2015). ‘Schrijfonderwijs in de schijnwerpers. Naar een betere schrijfvaardigheid van Nederlandse en Vlaamse leerlingen’. Online raadpleegbaar op: http://taalunieversum.org/sites/tuv/files/downloads/Schrijfonderwijs_in_

de_schijnwerpers_Adviestekst.pdf.

Rijlaarsdam, G. (2005). “Observerend leren: Een kernactiviteit in taalvaardigheidson- derwijs”. In: Levende Talen Tijdschrift, 6 (4), p. 10-28.

Rijlaarsdam, G., M. Couzijn, T. Janssen, M. Braaksma & M. Kieft (2006). “Writing Experiment Manuals in Science Education: The impact of writing, genre, and audience”. In: International Journal of Science Education, 28 (2-3), p. 203-233.

Scardamalia, M., C. Bereiter & R. Steinbach (1984). “Teachability of reflective processes in written composition”. In: Cognitive science, 8 (2), p. 173-190.

10

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het tweede deel van dit rapport is bedoeld voor schoolleiders, leraren in het voortgezet- en basisonderwijs en andere geïnteresseerden die meer willen weten over de opbrengsten en

Om studenten beter te begeleiden bij het schrijven van de bachelorproef, investeert de Arteveldehogeschool in observerend leren.. Hieronder wordt uitgelegd waarom er voor observerend

De vijf strategieën laten zien dat formatieve evaluatie gericht is op het verbeteren van het leren, waarbij de rollen van de docent en de leerling veranderen: de docent bege- leidt

Daarnaast blijken hypertekst schrijven en observerend leren effectief voor leerlingen met een goede initiële schrijfvaardigheid of verbale intelligentie: zij schreven

Wel bleken sommi- ge filmpjes juist een gunstiger effect te hebben op de betere leerlingen (afgaande op hun eerdere cijfers voor presentaties) en andere filmpjes juist op de

De ervaringen die studenten hiermee opdoen, kunnen op beeld worden vastgelegd en op de Pabo worden herhaald en diepgaand worden besproken op alle aspecten die te maken hebben met

- Geef bij elke schrijftaak duidelijk aan waarom de leerlingen hun tekst moeten her- schrijven: ze doen dit niet 'zomaar', maar altijd in functie van de lezer.. (Als je het

Het feit dat leerkrachten (eindelijk) eens tijd kunnen maken voor de leerling, de klas, de relatie… voelt op zich al zeer goed aan. Het verklaart voor een groot stuk