• No results found

___________________________________________________________________________ College van Beroep voor het gesubsidieerd vrij onderwijs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "___________________________________________________________________________ College van Beroep voor het gesubsidieerd vrij onderwijs"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

___________________________________________________________________________

College van Beroep voor het gesubsidieerd vrij onderwijs – 2018/4 – 12/09/2018 KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET

GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS

AFSTAND

Nr. GVO / 2018 / 4 / (…)

Inzake: Mevrouw (…), kleuteronderwijzeres, wonende te (…), Met als raadsvrouw mevrouw (…), jurist bij het (…),

Verzoekende partij

Tegen: De heer (…), eerste evaluator en directeur van de (…), met schoolbestuur (…),

Verwerende partij

1. Over de gegevens van de zaak

1.1. Verzoeker, mevrouw (…), is sinds 1 september 2015 als tijdelijk personeelslid (‘tijdelijke aanstelling van bepaalde duur’ (TABD)) werkzaam in het ambt van kleuteronderwijzers en is in dienst van de (…).

Het voorbije schooljaar 2017-2018 was haar derde schooljaar in de scholengemeenschap (…). Zij diende haar kandidatuur in om een ‘tijdelijke aanstelling van doorlopende duur’ (TADD) te bekomen voor het volgende schooljaar.

1.2. Op 11 juni 2018 had mevrouw (…) een evaluatiegesprek met haar eerste evaluator, de heer (…). Op dezelfde datum overhandigde de heer (…) haar een evaluatieverslag met als eindconclusie “onvoldoende”. Het is tegen dit evaluatieverslag en de eindconclusie “onvoldoende” dat mevrouw (…) beroep instelde d.m.v. een brief van 12 juli 2018 van haar raadsvrouw.

(2)

___________________________________________________________________________

College van Beroep voor het gesubsidieerd vrij onderwijs – 2018/4 – 12/09/2018 2. Over het procedureverloop

2.1. Met een ter post aangetekende brief dd. 12 juli 2018, heeft mevrouw (…) d.m.v.

haar raadsvrouw beroep ingesteld bij het secretariaat van het College van Beroep tegen het evaluatieverslag dd. 11 juni 2018 met als eindconclusie “onvoldoende”. De brief draagt als poststempel 12 juli 2018 en werd door het secretariaat ontvangen op 13 juli 2018.

2.2. In afwachting van de concrete organisatie van de zitting heeft de secretaris van het College van Beroep alvast met een aangetekende brief van 26 juli 2018 aan de verzoeker de documenten en de informatie bezorgd zoals vermeld in artikel 4§1 van het Werkingsreglement van het College. Met een aangetekende brief van 9 augustus 2018 werd de verzoeker op de hoogte gesteld van de concrete plaats, dag en uur van de zitting.

2.3. Eveneens heeft de secretaris met een aangetekende brief van 9 augustus 2018 aan de verweerder en de scholengemeenschap de documenten en de informatie bezorgd zoals vermeld in artikel 4§1 van het Werkingsreglement van het College.

2.4. Met een e-mail van 23 augustus 2018 heeft de verzoeker, het secretariaat van het College van Beroep laten weten afstand te doen van haar beroep tegen het evaluatieverslag van 11 juni 2018 met als eindconclusie “onvoldoende”.

(3)

___________________________________________________________________________

College van Beroep voor het gesubsidieerd vrij onderwijs – 2018/4 – 12/09/2018 BESLISSING

Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid artikel 47bis e.v.;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 betreffende de procedure in beroep na een evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” en betreffende de werking van het college van beroep;

Gelet op het werkingsreglement van 6 november 2008 van de kamer voor het gesubsidieerd vrij onderwijs van het college van beroep;

Enig artikel

De Kamer van het College van Beroep stelt vast dat het beroep geen voorwerp meer heeft en neemt akte van de afstand van het beroep.

Aldus uitgesproken te Brussel op 12 september 2018.

De Kamer van het college van beroep was samengesteld uit:

De heer Othmar VANACHTER, voorzitter;

Mevrouw Suzy STERCK, de heer Hans DE BECKER en de heer Jan-Baptist DE SMET, vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de inrichtende machten;

De heer Marc BORREMANS, de heer Christof DE MOL, de heer Frank LEFEVER, vertegenwoordigers van de vakorganisaties.

(4)

___________________________________________________________________________

College van Beroep voor het gesubsidieerd vrij onderwijs – 2018/4 – 12/09/2018 Mevrouw Liselotte MARNEF, secretaris.

Opgemaakt in drie originele exemplaren, waarvan één exemplaar voor elke partij en één voor het dossier.

De Secretaris, De Voorzitter,

Liselotte MARNEF O. VANACHTER

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het beroep en de motivering werden niet tijdig en conform artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 betreffende de procedure in beroep na

dat verzoekende partij benadrukt dat een evaluatiegesprek een vertrouwelijk gesprek is tussen het personeelslid en de 1 ste evaluator waarbij om de aanwezigheid van de 2 e

Overwegende dat verzoekende partij bezwaren heeft bij het verloop en de timing van de evaluatie; dat er in het schooljaar 2012-2013 wel opmerkingen en vaststellingen werden

Overwegende dat het evaluatieverslag onder punt 1 vermeldt: “gebruikt de lestijden niet optimaal, want zij respecteert de op schoolniveau vastgelegde verdeling van de onderwijstijd

Tegen deze beslissing tekent verzoekende partij beroep aan bij aangetekend schrijven van 29 mei 2013 en dit conform artikel 47undecies, §2 van het decreet van 27 maart 1991

Tegen deze beslissing tekent verzoekende partij beroep aan bij aangetekend schrijven van 22 februari 2013 en dit conform artikel 47undecies, §2 van het decreet van 27 maart 1991

Op 6 september 2016 heeft …, eerste evaluator, een evaluatiegesprek met … op basis van de functiebeschrijving van 23 augustus 2011 zoals gewijzigd op 24 augustus 2012 over

Verzoekende partij heeft ook vragen bij het evaluatiegebeuren, dat er een gans team van evaluatoren aanwezig is maar er toch beroep wordt gedaan op de personeelsleden via een