naam:
Vul de persoonsvorm in. De tijd staat tussen haakjes voor de zin.
De leeuw en de muis
(jagen) (volt. dw.) 1 De leeuw had de hele dag tevergeefs . (rusten) (v.t.) 2 Daarom hij even uit in een koele grot.
(lopen) (v.t.) 3 Een argeloze muis per ongeluk de grot binnen.
(binden) (v.t.) 4 De leeuw ving hem en hem vast.
(eten) (volt. dw.) 5 Die had tenslotte nog niks . (vrezen) (v.t.) 6 De arme muis voor zijn leventje.
(zijn) (geb. wijs) 7 ‘ genadig!’ piepte hij angstig. ‘Eet me niet op!
(proeven) (t.t.) 8 Ik ben zo klein, u nauwelijks iets van me.’
(antwoorden) (v.t.) 9 De leeuw niet. Hij zweeg en dacht na.
(laten) (v.t.) 10 Toen tilde hij zijn poot op en de muis vrij.
(haasten) (v.t.) 11 Opgelucht de muis zich naar zijn hol.
(gaan) (volt. dw.) 12 Luister nu hoe het verder is .
(horen) (v.t.) 13 Een week later de muis een verschrikkelijk gebrul.
(verstrikken) (volt. dw.) 14 De leeuw zat in het net van de leeuwenjagers.
(opschieten) (geb. wijs) 15 ‘ !’ kermde de leeuw. ‘Haal me hier uit!’
(bieden) (volt. dw.) 16 De muis begreep dat er haast was . (komen) (t.t.) 17 ‘Straks de jagers nog!’, dacht hij.
(doorbijten) (volt. dw.) 18 Snel heeft de muis de draden van het net . (zijn) (volt. dw.) 19 Zelden is de leeuw dankbaarder .
(sterven) (volt. dw.) 20 Bijna was hij een nare dood .
instapdictee
invulblad groep 8
Taal actief • Invulblad instapdictee • groep 8 • © Malmberg ’s-Hertogenbosch
werkwoorden
514136_SP HL ALG GR8_Registratiebladen_Dictees.indd 61
514136_SP HL ALG GR8_Registratiebladen_Dictees.indd 61 19-03-13 12:2619-03-13 12:26