Vraag nr. 252 van 10 juli 1998
van mevrouw MARIJKE DILLEN Deeltijds secundair onderwijs – Evaluatie
Reeds verschillende jaren wordt er voor jongeren tussen 18 en 25 jaar deeltijds secundair onderwijs op experimentele basis georganiseerd.
1. Kan de minister meedelen wat de resultaten hiervan zijn ? Hoeveel jongeren maken gebruik van dit initiatief ?
2. Welke publiciteit is er gegeven aan dit experi-ment ? Via welke communicatiemiddelen gebeurt deze publiciteit ? Wat is het budget hiervoor ?
3. Wat is de budgettaire weerslag van dit experi-ment ?
Antwoord
1. Het experimenteel secundair onderwijs met beperkt leerplan voor sommige categorieën jon-geren tussen 18 en 25 jaar werd ingevoerd in 1987. Bij besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 1998 wordt deze experimentele variant op het deeltijds secundair onderwijs verlengd tij-dens het schooljaar 1998-1999.
De bedoeling is in de loop van volgend school-jaar, na een grondige evaluatie, een organieke regeling uit te werken waardoor onderwijsin-richters, leerlingen en personeel meer rechtsze-kerheid zullen verkrijgen. De hoofddoelstelling, namelijk het bieden van ruimere tewerkstel-lingsperspectieven via een alternerend stelsel van leren en werken, zal daarbij onverkort van kracht blijven.
2. Een belangrijke voorwaarde om als regelmatige leerling in het experimenteel secundair onder-wijs met beperkt leerplan te worden gedefi-nieerd, is in het bezit zijn van een industriële leerovereenkomst of een overeenkomst "tewerkstellingsopleiding".
Het meest recente gegeven over het globaal regelmatig leerlingenbestand, toestand 1 febru-ari 1998), bedraagt 563 leerlingen, gespreid over 46 operationele centra.
3. De budgettaire effecten berekend voor het schooljaar 1998-1999 op basis van het sub 2 ver-meld totaal aantal leerlingen zijn als volgt.
a) Met betrekking tot de lerarenomkadering genereert elke leerling een aantal wekelijkse uren-leraar ; per centrum bedraagt dit aantal 3,4 uren-leraar voor de eerste 49 en 2,45 uren-leraar vanaf de 50ste leerling, met dien verstande dat de leerlingen van het organiek (= –18-jarigen) en van het experimenteel deeltijds secundair onderwijs als één groep worden beschouwd.
Uitgerekend levert dit 1.396 uren-leraar op. Naar rata van een gemiddelde voltijdse betrekking van leraar secundair onderwijs = 22,5 wekelijkse uren-leraar en gemiddelde bruto jaarkosten van 1,4 miljoen fr., impli-ceert het voorgaande 86, 856 miljoen frank. Ter vergelijking : voor het schooljaar 1997-1998 ging het om 551 leerlingen, 1.370 uren-leraar en personeelskosten ten belope van 85,250 miljoen fr.
b) Met betrekking tot de werkingsmiddelen kan niet van enige budgettaire repercussie worden gesproken, vermits het totaal krediet dat in het secundair onderwijs voor wer-kingsmiddelen beschikbaar is, wordt vastge-steld naargelang van de leerlingenbevolking in het voltijds onderwijs. De leerlingen van het organiek en experimenteel deeltijds secundair onderwijs zijn enkel een (relatief geringe) determinerende factor bij de mid-delenverdeling.
4. Het departement Onderwijs voert geen specifie-ke publiciteit rond het experimenteel deeltijds secundair onderwijs.