• No results found

There is nothing like the classics before breakfast. James Augustine Joyce (1882-1941) en de klassieken, deel 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "There is nothing like the classics before breakfast. James Augustine Joyce (1882-1941) en de klassieken, deel 2"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

name in de poëtische taal. In de poëzie kan hij onbekommerd gebruik maken van alle associaties, metaforen, vergelijkingen en ook ritme-suggesties in de woorden. Hij vreest dat zijn broer alle 'schoon-schrijverij' zal houden voor een opgaan in de uiterlijke vorm, dat automatisch met zich meebrengt een verwaarlozen van de inhoud, en leidt tot een op onweerstaanbaar-mooie manier aan de man brengen van een moreel verwerpelijke Inhoud, riekend naar de vormendienst van antiek heidendom. Petrarca wijst met stelligheid het idee van de hand dat een fraaie von» op zichzelf een slechte inhoud heeft: we moeten uitgaan van de mogelijkheid dat eenzelfde inhoud -impliciet van opbouwende aard-verzorgd, als poëzie, en ascetisch, anti- of apoëtisch, misschien als'utilitair' proza, gepresenteerd kan worden. Hij stelt de alternatieven als twee maalt!jden(eenpans), waarvan de ene op een bord van aardewerk wordt opgediend, de andere op een gouden bord. Het aardewerk bord staat voor de niet-poëtische, asce-tische vorm; het gouden voor de bewust- schone vorm van de poëzie. Hij gaat verder: "Laudare dapem fictilibus appositam, eandem in auro fastidire, aut dementis aut ypocrite est -Avari est aurum sitire, non posse patl pusilli anlml est; non fit auro melior cibus certi, vel deterior. Profecto autem slcut aurum sic carmen in tuo genere nobilius non nego, quanto scilicet rutiara sunt que ad regulan fiunt, quam que temere." (p. 303). Duidelijke taal: een schone vorm voegt alleen maar iets toe aan wat al goed was. Interessant Is dat Petrar-ca het over poëzie heeft als over "que ad régulait fiunt." Welke zijn die regels? Op de eerste twee pagina's van de brief schildert Petrar-ca een toestand van 'olirn', toen 'rude« homines' op aarde leefden, die echter van nature de waarheid wilden leren kennen, net name bege-rig waren de 'divinitas' te onderzoeken. Ze kwamen tot de conclusie dat er een hogere macht bestond die over de natuur regeerde, en die waardig was 'plusquam humano obsequio et cultu augustlore venerari'. In dit stadium is er nog geen sprake van verbale verering; wel van een sfeer waarin dingen bestaan die boven de alledaagse 'prozaïsche' werkelijkheid uitgaan. De rudes homines gaan zeer grote tempels bouw-en, een priesterstand wordt ingesteld; en magnifieke beeldbouw-en, gouden vaatwerk, marmeren tafels en purperen gewaden completeren het beeld van de 'Heilige Hallen'. Op dit moment: "ac ne mutus honos fieret, visum est et verbis altltonls divlnitate placare et prooul ab omni plebeio ac publico loquendi stilo sacras superis inferre blanditus, numeris Insuper adhibltis guibus et amenitas inesset et pedia pelle-rentur. Id sane non vulgar! forma sed artificiosa quadam et exquisita et nova fieri oportuit, quae quonlam sernone 'poètes' dicta est, eos quoque qui hac utebantur, poetas dixerunt". Dat deze oerpoezie volgens Petrarca de volgende kenmerken heeft: zij verwoordt

eerbewij-zen aan de godheden, die tegelijk onder een zekere druk gezet worden; deze poëzie bestaat uit 'blanditlae*, en dient dus een doel, is tele-ologisch: het gunstig steinten van hogere machten. Het is geen art pour l'art. Petrarca onderstreept het feit dat de taal van de poëzie ver afstaat van de alledaagse:"verbis altisonis...procul ab omni ple-beio ac publico loquendi stilo" Het is poëzie in een kunsttaal, in een forma artlficosa. Belangrijk voor Petrarca zijn verder, dat door de gebondenheid van de poëtische vorm de aandacht van de toehoorder c.q. lezer vastgehouden wordt, ritme- en klank- van de woorden spelen een andere rol in proza, dat zonder régula, en temere, gevormd wordt. Poëzie werkt krachtig in op de geest doordat de dichter nieuwe dingen 'maakt'. De dichter als poeteswordt door Petrarca besproken in het be_ gin van de brief. Hij ziet de dichterlijke functie daar vooral in de

(2)

vergelijkingen. Hij brengt zijn broer dan onder de aandacht dat de bijbel vol staat met vergelijkingen en dat daarom het dichten aller-minst een heidense zaak is. "Ciistus wordt leeuw genoemd, en lam , en in het Nieuwe Testament spreekt hij de menigte toe in gelijkenissen. Ook het Oude Testament is vol dichters: Mozes, Job, David, Salomo, Jereroias". Al deze dichters zijn van onbesproken geesteswandel, en al is het zwerven in de taalvrijheid van de poëzie voor de ascetische monnik misschien niet mogelijk, hij kan het nooit afkeuren op rekgi-euze gronden.

Th.E.H.Huygen

JOYCE

THERE IS NOTHING LIKE THE CLASSICS BEFORE BREAKFAST.

De 04yaeeef zo belangrijk voor zijn Vlyeees, heeft Joyce slechts

in vertaling gelezen. De overigens zeer erudiete Joyce beschikte over een slechts gebrekkige kennis van het klassieke Grieks r"I don't even know Greek though I am spoken of as erudite I spoke or used to speak modern Greek not too badly....and have spent a great deal of time with Greeks of all kinds, from noblemen to onlonsellers, chiefly the latter". Ditmaal geen mystificatie: naast een eigenhandige karikatuur van Leopold Bloom schreef Joyce enigs-zins onvast: Avopa u,ói évvena uouoa TtoXuTponov <ï>e uaXXa itoXXa, en dat klopt dus niet helemaal. In de overzichten van de verschillende bibliotheken, die Joyce verzamelde, Ïag en dan weer achterliet, heb ik geen Grieks kunnen vinden. Wel allerhande vertalingen en ook een redelijk aantal Latijnse werken. Joyce was een bedreven Latinist, goed thuis in kerkvaders en scholastic!, maar ook de klassieken werden er door de Jezuïeten op Clongowes Wood en Belve-dere College krachtig ingestampt. Ooit waagde Joyce zieh zelfs aan een Latijns vers (1932, een vertaling van een versje van James Stephens; Joyce vervaardigde ook een Franse, Duitse, Noorse en Italiaanse versie, v. R. Ellman, James Joyce (Oxford 1959) 668-9): Surgit Boreas digitorum

Fistulam, faciens et clamorem. Pes pugno certat par (oremusM Foliis quatit orane nemus. Caedam, ait, caedam, caer lam! Nos ne habeat ille praedam.

Niet geremd door de gewetenswroeging die een grondiger kennis van het Grieks teweeg had kunnen brengen, stortte Joyce zieh vol en-thousiasme op allerhande etymologische speculaties, gestoei met taalwetten en merkwaardige woordspelletjes. Zo raadpleegde hij de linguist Isaiah Sonne omtrent de verwantschap van Hebreeuwse en Griekse woorden: Volgens Bérard was de Odyssee immers Semitisch, zijn eigen Bloom was Odysseus en een Ierse Jood, en, hoe welkom, de Ieren waren traditioneel nu eens Phoenicisch, dan weer Grieks van afkomst (zo is bijv. in het Book of Armagh St. Patrick de ach-terkleinzoon van Odysseus!).Vooral in finnegans Wake, de'roman' waar Joyce-van 1922 tot 1939 op zwoegde, liet hij zich helemaal gaan:

(3)

P.V. is wel beschreven als een 'multi-lingual pun'. Alvorens hier

enige toepasselijke voorbeelden van te bekijken, moeten we nog even ingaan op de humor in het werk van Joyce; ook met het oog op een juist begrip van wat volgt.

Zoals reeds vorige keer opgemerkt, stond Jeems Jokes (zo onder-tekende Joyce een brief) in een Ierse traditie: V. Mercier be-schrijft in The Irish Comic Tradition (Oxford 1962) een doorlopen-de lijn van doorlopen-de vroegste eerste geschriften tot aan Joyce, en die was zeker niet de laatste Ierse 'humorist'. Joyce zelf erkende Swift, Sterne (niet Iers, maar in Ierland geboren)r Wilde en

een reeks minder bekende figuren als zijn voorgangers. Nu wij spreken over Joyce en de Klassieken zal ik twee gevallen nader bespreken: Thomas Sheridan, grootvader van de bekende R.B. Sheri-dan en auteur van Ars Puniaa, sive Flos Linguarum: the art of

punning or the flower of languages, deed leuke Latijnse

woord-spelletjes in het gezelschap van Swift, zoals: mi mollis ab uti, an angeli se (=my Molly is a beauty, an angel I say!). Joyce was dol op dit soort zaken. Ten tweede was er een groep classici van Trinity College, Dublin, zoals Tyrrell en Mahaffy, die een tijd-schrift, Kottabos genaamd, vulden met vertalingen en parodieën, bijv. 'Herodotus in Dublin', De stap naar Odysseus In Dublin is niet zo groot, en via zijn vriend St. John Gogarty, een student van Trinity College, was Joyce bekend met Mahaffy c.s.

Koch serieuze, noch grappige opmerkingen van Joyce moet men kritiekloos accepteren; hij is er ten zeerste op gebrand 'to pull Anglo-Saxon legs' (de woorden van R.C. Churchill). Met dui-delijke1 tongue in cheek' schrijft Joyce over zijn "Ölyeeee: "I've

put in so many enigmas and puzzles that it will keep the profes-ssors busy for centuries arguing what I meant, and that's the only way of insuring one's immortality", of met nog meer over-drijving: "There's not a single serious line in it". Natuurlijk moet men ook dit niet geheel serieus nemen: bij Joyce is alles een valkuil met of zonder dubbele bodem, soms duidelijk, zoals in het citaat uit een brief aan zijn kinderen,als titel boven dit stukje geplaatst, soms zeer verraderlijk. 'And then so many Irish-men find an innocent glee in misleading and deceiving for its own sake. Obfuscation is the rule, and while it may seem a little foolish at times, there is no doubt that it makes for a great deal of fun', schrijft H.Tracy in zijn studie van de Ierse volks-aard Mind you I've said nothing (Londen 1953). Veel zwaarwichti-ge anthropologische studies bevestizwaarwichti-gen deze merkwaardizwaarwichti-ge folk-lore, die ook Joyce niet onberoerd heeft gelaten.

Het is bij Joyce natuurlijk meer dan platte lol; hij schreef al In 1903: 'tragedy is the imperfect manner and comedy the perfect manner in art'. In risu veritas. Humor is niet lollig, zeker Ierse humor niet, Joyce is in zijn humor zowel wrang als absurd, zowel droef als onderhoudend; en altijd is er sprake van een diepe menselijkheid, een groot medelijden met de mens als 'merely play-ers' in een niet-aflatende 'comédie humain'. Hier lijkt Joyce mij nauw verwant aan Dickens, wiens werk ook inderdaad van invloed blijkt te zijn geweest op Ulyoees (M.Spilka, 'Leopold Bloom as Jewish Pickwick', Vooel 1979). Ook Joyce zelf ziet sijn 'pulling of legs' als veel meer dan grapjasserij: bij spreekt over zijn grote drang tot schrijven als het 'cross of cruelfiction'. En, hoe kenmerkend, dat is een vrij sombere visie op zijn schrijver-schap én een geslaagde woordspeling.

(4)

En zo komen wij terug bi^Finn^gana Vake, Joyce's grootste woord-speling, een 'roman' in een speciaal gecreëerde taal, een

Joysperanto (dat had Joyce leuk gevonden). Ongetwijfeld een geniaal boek, maar een heel eind op de weg leidend naar het punt waar kunst voor het publiek ondoorgrondelijk wordt en dan ophoudt kunst te zijn. FJ/ kan ik niet beschrijven: dat zou neerkomen op het napraten van vele commentatoren, die het ook niet weten. Sommige delen hoop ik te snappen, andere vrees ik nooit te zul-len doorgronden. Maar toch valt er ook voor de wanhopige lezer met weinig tijd van alles te genieten in FW, een gigantische kruiswoordpuzzel, een fantastische test voor eenieders algemene ontwikkeling. Alles en iedereen {bv. ook Hahaffy komt erin voor als'Mayhappy Mayhapnot'), ook zeer veel klassiek materiaal, is door Joyce in dit prachtig misbaksel verwerkt.

Er worden verschillende filologische spelletjes bedreven, bv. met de dlgamma: w's worden toegevoegd of weggelaten, f en w dooreen gebruikt. Als je de trucjes eenmaal kent, is heel wat merkwaardigs op te lossen. Problematischer zijn hele zinnen, als 'men, teacan a tea simmering, hamo mavrone kerry o? Teapotty, teapotty'. Dat is dus: yev, TL «avere anucpov, o EUOU uaupo KUOLO; TL HOTE, TL TtotE, of 'eggs squawfish lean yoe nun feed mare curious' hetgeen geïnterpreteerd dient te worden als 'ex quovis ligno non fit Mercurius'. Heel fraai, maar zonder handige naslagwerken (zoals Hehir ADillon, A alaaaical dictionary for FV, 1977) veelal moeilijk te ontraadselen. Makkelijker en erg aardig zijn de losse woordjes, opmerkingen, namen overal in het boek. Een paar speclmina: 'an exegious monument aerlly perennious', 'Lards Personal1, 'Jellyous Seizer', 'viragos ontactas', 'insomnis somnia

somniorum', 'quaysirs and galleyliers', 'a Punic admiralty report from MacPerson's Oshean round by the tides of Jason's Cruise', 'whose verdhure's yellowed therever Phaiton parks his car'. Ik geef de oplossingen er niet bij, even puzzelen dus, maar 'there's nothing like the classics before breakfasr'. Niet leuk? Dan ben ik zeker te 'yung and easily freudenend'.

F.G. Naerebout

P.S. Vorige stukje door meerder fouten ontsierd: de ernstigste: post facto, lees ex post facto; parodie op het archetype, lees parodie en liet archetype.

PP.S. Als troost voor het feit dat hij voor Joyce moest wijken, is de naam van Mahaafy toch vier maal gevallen. Volgende keer meer over hen.

o o o

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Provinciale Staten besluit de artikelen 2, 10, 14 en 24 van de ‘Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent referendum

In longitudinal and intervention designs, it was examined what types of intellectual abilities can be discriminated in upper primary school children, how these abilities develop

Paulus vatte het evangelie dat hij door openbaring van God had ontvangen als volgt samen, en daar is niets in over Jezus die in onze plaats naar de hel ging: “Want ik heb u ten

Nota van de minister van Financiën (2018) waarin staat dat de operatie als doel heeft om de maatschappelijke toegevoegde waarde van publiek geld te vergroten door meer inzicht in

Is mijn slaap vol dromen Laten mijn ogen tranen stromen Is het mijn hart dat smacht. Bij het zien van geluk, dat anderen niet

Tijdens deze workshops hoop ik veel kennis te vergaren over het werken met een digibord en het betrekken van de kinderen bij mijn lessen met het digibord. Welke ervaring heb ik

werkwoorden ook altijd twee rollen horen?’ Daarop kun je na de nodige denk- en onderzoekstijd verder doorvragen: zouden er werkwoorden zijn met maar één rol of werkwoorden met

Overigens is de volgende brief ook aardig als illustratie van Boswells tot mislukken gedoemde streven iets te maken van zijn studietijd in Utrecht (jawel, Utrecht: Schots recht is