• No results found

18 maart 2009

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "18 maart 2009 "

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ons kenmerk:

OPTA/ACNB/2009/200613

Zaaknummer:

09.0057.34

Datum:

18 maart 2009

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang gelezen met artikel 5.32 van de Algemene wet bestuursrecht tot het opleggen van een last onder dwangsom aan KPN B.V. wegens overtreding van artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Telecommunicatiewet.

1 Samenvatting van het besluit

1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) heeft vastgesteld dat KPN B.V. (hierna: KPN) artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de

Telecommunicatiewet (hierna: Tw) overtreedt, aangezien KPN heeft verzuimd om eindgebruikers, ondanks een redelijk verzoek daartoe, aan te sluiten op het openbare telefoonnetwerk op een vaste locatie en deze eindgebruikers toegang tot de openbare telefoondienst op een vaste locatie te bieden (de zogenoemde UD-verplichting).

2. Het college legt KPN in dit besluit een last onder dwangsom op met als doel om KPN aan te zetten alsnog aan de op haar rustende wettelijke UD-verplichting te voldoen. De last onder dwangsom heeft de volgende inhoud: KPN dient uiterlijk 1 april 2009 alle eindgebruikers die tot op de datum van dagtekening van dit besluit daartoe een verzoek hebben gedaan (zie bijlage 1 bij dit besluit) conform het bepaalde in artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw daadwerkelijk te hebben aangesloten op het vaste openbare telefoonnetwerk en toegang te hebben geboden tot de vaste openbare telefoondienst. Indien KPN de last niet opvolgt, verbeurt zij een

dwangsom van € 10.000 voor iedere dag na afloop van de laatste dag van de gestelde termijn waarop zij nalaat aan de last te voldoen, met een maximum van € 300.000.

2 Verloop van de procedure en feiten

3. Met een e-mailbericht van 27 november 2008 heeft het college KPN op de hoogte gesteld van een aantal signalen die het college via ConsuWijzer

1

hebben bereikt. Uit deze signalen blijkt dat KPN, in ieder geval op een aantal plaatsen in de Utrechtse wijk Het Zand

2

en in ieder geval sinds augustus 2008, niet voldoet aan de op haar rustende verplichtingen die

voortvloeien uit artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw). Het college heeft KPN verzocht om aan te geven waarom in het betreffende gebied niet wordt voldaan aan voornoemde verplichtingen (hierna: de UD-verplichting). Tevens heeft het college

1

ConsuWijzer is het gezamenlijke informatieloket van OPTA, de Nederlandse Mededingingsautoriteit en de

Consumentenautoriteit, waar de consument terecht kan voor praktische tips en advies over zijn rechten en waar de consument klachten kan melden (www.consuwijzer.nl).

2

Het Zand is een vinexwijk binnen de wijk en nieuwbouwlocatie Leidsche Rijn van en in de gemeente Utrecht .

(2)

KPN verzocht kenbaar te maken wanneer zij in de betreffende gebieden wel aan de UD- verplichting zal voldoen en hoe KPN de gedupeerde eindgebruikers heeft geïnformeerd over het verzuim van KPN om binnen een redelijke termijn te voldoen aan de op haar rustende UD- verplichting.

4. Het college heeft op 5 december 2008 van KPN een reactie ontvangen op zijn e-mailbericht van 27 november 2008. In deze reactie heeft KPN onder meer te kennen gegeven dat in het betreffende gebied nog geen koperlijnen beschikbaar zijn. Deze koperlijnen zouden al wel worden aangelegd, maar er zouden - onder andere voor het plaatsen van straatkasten - nog aanvullende vergunningen nodig zijn. KPN heeft verder aangegeven dat zij verwacht dat de kopervoeding in februari 2009 is gelegd, zodat de eindgebruikers in het betreffende gebied kunnen worden aangesloten. Ten aanzien van het informeren van de gedupeerde

eindgebruikers heeft KPN het college bericht dat hierbij blijkbaar iets mis is gegaan en heeft toegezegd de betreffende klanten schriftelijk te zullen informeren over de verwachte datum van oplevering.

5. In reactie op het e-mailbericht van KPN van 5 december 2008 heeft het college KPN op 23 december 2008 een aantal aanvullende vragen gesteld. Het college heeft KPN onder meer de vraag voorgelegd waarom het niet mogelijk is om vóór februari 2009 in het betreffende gebied te voldoen aan de op haar rustende UD-verplichting. Ook heeft het college KPN verzocht om aan te geven wanneer het voor de eindgebruiker in het betreffende gebied mogelijk is om van de UD-diensten

3

gebruik te maken.

6. Op 14 januari 2009 heeft KPN gereageerd op de aanvullende vragen van het college. KPN heeft aangegeven onder meer op basis van de volgende punten op dit moment niet te voldoen aan de op haar rustende UD-verplichting:

• KPN hanteert in haar algemene voorwaarden voor de vaste telefoniedienst de regel dat als

‘datgene wat benodigd is voor het in dienst stellen van een aansluiting niet aanwezig of beschikbaar is, dat KPN dit zal aanleggen binnen de termijn die bij de bevestiging van de acceptatie van de aanvraag wordt meegedeeld. Die termijn zal niet meer bedragen dan 12 maanden na totstandkoming van de overeenkomst, tenzij anders overeengekomen’ (art.

4.3 van de algemene voorwaarden voor de vaste telefoondienst). Deze bepaling en de hierin genoemde termijn van 12 maanden zou onder meer samenhangen met de voor de aanleg van de kabels benodigde vergunningen.

• De planning van KPN is er op gericht om twee weken voor oplevering van nieuwe

woningen in een woonwijk de aansluitingen gereed te hebben. KPN stelt dat in dit geval de planning van KPN evenwel iets anders is gelopen.

• Op dit moment zou de toestemming voor de graafwerkzaamheden die nodig is voor het aanleggen van de kabels nog niet zijn verleend door het college van Burgemeester en

3

UD-diensten zijn in casu de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw bedoelde openbare elektronische communicatiediensten en

voorzieningen: het aansluiten van een eindgebruiker op het openbare telefoonnetwerk op een vaste locatie en het bieden van

toegang tot de openbare telefoondienst op een vaste locatie

(3)

Wethouders van de gemeente Utrecht. In geval deze toestemming al wel zou zijn verleend, dan zou de aanleg van deze kabels mogelijk vertraging hebben opgelopen als gevolg van de strenge aanhoudende vorst.

7. De aanvullende informatie die KPN middels haar e-mailbericht van 14 januari 2009 aan het college heeft verstrekt, is voor het college wederom aanleiding geweest om KPN te verzoeken aanvullende informatie te verstrekken. Het college heeft KPN middels schrijven van 26 januari 2009 een aantal vragen voorgelegd.

8. Op 2 februari 2009 heeft het college een reactie van KPN ontvangen op haar brief van 26 januari 2009. KPN heeft in haar reactie onder meer het volgende uiteengezet:

• KPN had tot april 2008 het streven om nieuwbouwwoningen in dit gebied te voorzien van hybride aansluitingen (aansluitingen die zowel geschikt zijn voor het ontvangen van signalen die over een glasvezelnetwerk worden verzonden, als voor signalen die over een kopernetwerk worden verzonden). In 2008 heeft KPN deze beleidslijn voor woningen in deelgebied Het Zand gewijzigd en besloten alle woningen in dit gebied op het

kopernetwerk van KPN aan te sluiten.

• Omdat er niet voldoende koper beschikbaar was voor het aansluiten van de betreffende eindgebruikers in Het Zand, heeft KPN een aannemer in mei 2008 de opdracht gegeven om namens KPN kopervoeding aan te leggen.

• Voor het aanleggen van de kopervoeding is in dit geval een instemmingsbesluit van de gemeente vereist. KPN heeft deze vergunning in december 2008 aangevraagd bij de gemeente Utrecht. Deze vergunning is eind januari 2009 door de gemeente verleend.

• KPN erkent dat zij het instemmingsbesluit later heeft aangevraagd dan gewenst.

• Door het vanwege de aanhoudende vorst door de gemeente uitgevaardigde breekverbod, is nog geen aanvang gemaakt met de voorgenomen werkzaamheden.

• KPN heeft het streven om de aansluitingen in april 2009 gereed te hebben.

• KPN zal haar klanten spoedig informeren en bezien of zij haar klanten zal compenseren voor het nadeel dat zij hebben ondervonden.

• Van het niet nakomen van een UD-verplichting als bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw is naar de mening van KPN geen sprake. In artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw staat namelijk geen termijn waarbinnen een aansluiting gerealiseerd moet worden.

• De oorzaak van de vertraging die is ontstaan bij het aansluiten van de betreffende groep eindgebruikers is gelegen in een combinatie van factoren; het gewijzigd beleid van KPN met betrekking tot de realisatie van het netwerk, de uitvoering van de werkzaamheden door haar aannemer en de weersomstandigheden.

• Onderhavige zaak betreft een uitzonderlijke situatie, die zich in de toekomst niet meer zal voordoen.

• Tot het moment van de brief van het college van 26 januari 2009 heeft KPN zich niet

gerealiseerd dat het college van mening zou kunnen zijn dat er wellicht sprake is van een

niet voldoen aan de UD-verplichting uit de Telecommunicatiewet.

(4)

• KPN zal gevallen als het onderhavige voortaan signaleren als interpretatiegeschil.

9. Op 9 februari 2009 heeft ten kantore van het college een bespreking plaatsgevonden tussen medewerkers van KPN en medewerkers van OPTA. In deze bespreking heeft KPN de onderhavige situatie nader toegelicht en is het volgende afgesproken:

• KPN stuurt het college op 11 februari 2009 de detailplanning, waarin wordt aangegeven wanneer de UD-dienst op de betreffende afleveradressen wordt opgeleverd.

• KPN informeert de betreffende eindgebruikers over de vertraging die is ontstaan bij de oplevering van de dienst en de verwachte opleverdatum. Een afschrift van deze communicatie wordt aan het college gestuurd.

• KPN gaat na op welke andere locaties binnen Nederland zij op dit moment nog niet kan voldoen aan de op haar rustende UD-verplichting en stelt het college hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte.

10. Medewerkers van OPTA hebben KPN bij deze bespreking voorts meegedeeld dat het college niet uitsluit ter zake handhavingsmaatregelen te treffen

4

en dat hij KPN daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte zal stellen. Uiteraard zal alle relevante nieuwe informatie bij de overwegingen in de besluitvorming om eventueel tot handhaving over te gaan, worden betrokken.

11. Op 11 februari 2009 heeft het college van KPN een detailplanning (bijlage 1) ontvangen, waarin wordt aangegeven op welke datum de UD-dienst op de betreffende afleveradressen in Het Zand beschikbaar is. Uit deze detailplanning volgt dat eindgebruikers, die woonachtig zijn in de in de detailplanning opgenomen straten in week 14 van 2009 gebruik kunnen maken van een UD-conforme dienst, mits de weersomstandigheden niet van dien aard zijn dat de

werkzaamheden worden belemmerd door een gemeentelijk breekverbod.

12. Bij brief van 19 februari 2009

5

heeft het college KPN geïnformeerd over zijn voornemen om een last onder dwangsom op te leggen aan KPN wegens overtreding van artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw, aangezien KPN heeft verzuimd om eindgebruikers, ondanks een redelijk verzoek daartoe, aan te sluiten op het openbare telefoonnetwerk op een vaste locatie en deze

eindgebruikers toegang tot de openbare telefoondienst op een vaste locatie te bieden (de zogenoemde UD-verplichting).

13. Het college heeft KPN op grond van artikel 4:8 Awb in de gelegenheid gesteld haar zienswijze op het voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom, zoals neergelegd in het

4

In verband hiermee is KPN bij aanvang van de bespreking zorgvuldigheidshalve de cautie gegeven.

5

Kenmerk OPTA/ACNB/2009/200411 met als bijlage het ontwerpbesluit “Vooraankondiging van het besluit van het college van

de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in

samenhang gelezen met artikel 5.32 van de Algemene wet bestuursrecht tot het opleggen van een last onder dwangsom aan

KPN B.V. wegens overtreding van artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Telecommunicatiewet, inhoudende de verplichting tot

het naar aanleiding van een redelijk verzoek aansluiten van een eindgebruiker op het openbare telefoonnetwerk op een vaste

locatie en het bieden van toegang tot de openbare telefoondienst op een vaste locatie”.

(5)

ontwerpbesluit, in te brengen.

3 Juridisch kader

14. Op grond van artikel 15.1, derde lid, Tw is het college belast met onder meer het toezicht op de naleving van artikel 9.1, eerste lid, Tw.

15. Artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw

6

bepaalt onder meer dat de volgende dienst voor iedere eindgebruiker, onafhankelijk van diens geografische locatie, tegen een betaalbare prijs en met een bepaalde kwaliteit beschikbaar is: het naar aanleiding van een redelijk verzoek aansluiten op het openbare telefoonnetwerk op een vaste locatie en het bieden van toegang tot de openbare telefoondienst op een vaste locatie.

16. Artikel 2.5, derde lid, van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen (hierna: Bude)

7

bepaalt dat consumenten met betrekking tot de toegang tot de openbare telefoondienst op een vaste locatie, bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw, kunnen kiezen uit één van de volgende abonnementsvormen:

a. een belabonnement waarvan het maandelijkse tarief, en de gebruiksafhankelijke tarieven, elk afzonderlijk, uitgaande van de kosten, niet hoger dan redelijk zijn;

b. een bereikbaarheidsabonnement waarvan het maandelijkse tarief, en de

gebruiksafhankelijke tarieven, niet hoger zijn dan een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag.

17. Op grond van artikel 20.1, eerste lid, Tw is KPN Telecom B.V.

8

de aangewezen aanbieder die de verplichting heeft om de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw bedoelde openbare

elektronische communicatiediensten en voorzieningen te verzorgen.

18. Ter handhaving van artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw is het college bevoegd op grond van artikel 15.2, tweede lid, Tw juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna:

Awb) een last onder dwangsom op te leggen.

4 Zienswijze KPN

19. KPN heeft op 5 maart 2009, binnen de daartoe door het college gestelde termijn

9

, schriftelijk haar zienswijze gegeven ten aanzien van het ontwerpbesluit van het college tot het opleggen van een last onder dwangsom. In deze zienswijze heeft KPN opgemerkt dat het college het

6

Implementatie van artikel 4, eerste lid, van de Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn).

7

Besluit van 7 mei 2004, houdende regels met betrekking tot universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen (Stb. 2004, 203).

8

De rechtspersoon KPN Telecom B.V. (welke rechtspersoon sinds 1 januari 2007 is genaamd KPN B.V.) is een volle dochteronderneming van Koninklijke KPN N.V.

9

In de begeleidende brief van 19 februari 2009 bij het ontwerpbesluit heeft het college aangegeven een eventuele schriftelijke

zienswijze van KPN binnen twee weken na dagtekening van de brief tegemoet te zien.

(6)

verloop van de procedure en de feiten in het ontwerpbesluit correct heeft weergegeven. Bij brief van 10 maart 2009 heeft KPN haar schriftelijke zienswijze aangevuld.

10

Kort en zakelijk weergeven kan KPN zich om de volgende redenen niet verenigen met het ontwerpbesluit van het college.

Omvang van de universele dienst

20. KPN wijst er op dat de Universeledienstrichtlijn noch artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw een termijn verbindt aan de aansluiting op het openbare telefoonnetwerk op een vaste locatie en het bieden van toegang tot de openbare telefoondienst op een vaste locatie. Ook in de toelichting op de wet en in het Bude wordt geen termijn genoemd waarbinnen KPN aan deze UD-verplichting moet voldoen.

Redelijkheid van het verzoek

21. KPN stelt dat het criterium waar het hier om draait het begrip ‘redelijk verzoek’ is. De vraag of KPN onverwijld, dan wel binnen een redelijke termijn dient te voldoen aan de op haar rustende UD-verplichting zou afhankelijk zijn van de vraag of er sprake is van een redelijk verzoek. Het antwoord op de vraag wat als een redelijk verzoek kan worden aangemerkt, hangt volgens KPN af van de concrete omstandigheden van het geval, zoals de techniek, de klantvraag en efficiënte uitrol van het netwerk.

• Techniek

Bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een redelijk verzoek is volgens KPN allereerst van belang of het benodigde netwerk reeds aanwezig is of niet.

Doorgaans combineert KPN de aanleg van haar kabels in nieuwbouwwijken met de aanleg van de nutsvoorzieningen. Indien de realisatie van een nieuwbouwwijk volgens planning verloopt, is KPN in veel gevallen in staat de aanleg van het benodigde netwerk binnen een periode van circa 16 weken af te ronden. Als de realisatie van een nieuwbouwwijk vertraging oploopt zal dit ook gevolgen hebben voor de aanleg van het netwerk door KPN. Onverwijlde aanleg, dan wel aanleg binnen een termijn die veel korter is dan zes maanden na de aanvraag is in een dergelijk geval niet mogelijk.

• Klantvraag

Ten tweede dient volgens KPN bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een redelijk verzoek de wensdatum

11

van de eindgebruiker te worden meegewogen. De ervaring leert dat klanten ruim voor de beoogde verhuisdatum een aansluiting aanvragen.

• Efficiënte netwerkuitrol

Ten derde zal volgens KPN een verplichting tot onverwijlde aansluiting, dan wel een verplichting tot aansluiting binnen enkele maanden na de aanvraag tot onnodig hoge kosten en grote inefficiëntie voor KPN leiden. KPN plant de efficiënte uitrol van haar netwerk. Als KPN steeds onverwijld zou moeten voldoen aan de UD-verplichting zou dit betekenen dat zij steeds ‘ad hoc’ aansluitingen moet aanleggen waarin geen

10

De aanvullende zienswijze van KPN heeft het college derhalve buiten de door hem gestelde termijn ontvangen, maar desondanks in zijn overwegingen betrokken.

11

De door de klant gewenste datum van aansluiting.

(7)

structuur valt aan te brengen.

• Overige omstandigheden van het geval

Ten slotte kunnen volgens KPN ook andere omstandigheden een rol spelen bij de beoordeling van de redelijkheid van een verzoek. Zo zullen bijvoorbeeld de

weersomstandigheden een vertragende rol kunnen spelen bij de oplevering van de UD-dienst. De door OPTA gekozen lijn ‘onverwijld, tenzij’’ komt hier niet mee overeen.

Algemene Voorwaarden KPN

22. KPN stelt zich op het standpunt dat zij in haar algemene voorwaarden invulling heeft gegeven aan het begrip ‘redelijk verzoek’ zoals genoemd in artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw. Volgens deze voorwaarden staat het KPN vrij om te bepalen binnen welke termijn de aansluiting tot stand zal worden gebracht, als het benodigde openbare telefoonnetwerk nog moet worden aangelegd. Hierbij geldt echter dat die termijn nooit meer zal bedragen dan 12 maanden na totstandkoming van de overeenkomst.

12

Deze voorwaarden zijn tot stand gekomen na overleg met de Consumentenbond. Naar het oordeel van KPN zijn deze voorwaarden zeer redelijk.

Het is volgens KPN aan OPTA om aan te tonen dat dit niet het geval is. In het onderhavige geval zijn er twee eindgebruikers die meer dan zes maanden na hun aanvraag nog steeds niet over een aansluiting beschikken. In één geval wacht een eindgebruiker meer dan twaalf maanden op een aansluiting. KPN erkent dat zij de contractuele verplichting die op haar rust om de aansluiting tot stand te brengen binnen de termijn die zij aan haar klanten heeft beloofd niet is nagekomen.

Voornemen tot opleggen van een last onder dwangsom

23. KPN acht het disproportioneel en in strijd met het evenredigheidsbeginsel om in dit geval een last onder dwangsom op te leggen. Daartoe voert KPN de volgende punten aan:

• KPN heeft zichzelf benadeeld: talloze klanten hebben de overeenkomst met KPN geannuleerd. KPN is derhalve door de markt gecorrigeerd.

• Het opleggen van een last onder dwangsom enkel omdat KPN eindgebruikers niet onverwijld op het vaste openbare telefoonnetwerk heeft aangesloten, verhoudt zich niet met het doel van de UD-dienst. Het doel is volgens KPN om de beschikbaarheid van bepaalde basisvoorzieningen te garanderen. KPN hoeft slechts te voldoen aan redelijke verzoeken voor de levering van de UD-dienst. Deze redelijkheid is versleuteld in de regeling die in de algemene voorwaarden van KPN is neergelegd: aansluiting binnen een termijn van twaalf maanden. De redelijkheid van deze regeling volgt uit de evenwichtigheid van deze regeling en uit de instemming daarmee van organisaties zoals de Consumentenbond.

• Door op deze wijze in te grijpen in de contractsvrijheid tussen KPN en haar klanten verstoort OPTA de markt. Hiermee zijn volgens KPN eindgebruikers niet gediend.

Door KPN te dwingen om eindgebruikers onverwijld aan te sluiten op het vaste openbare telefoonnetwerk, wordt KPN gedwongen haar praktijk van gecombineerde aanleg te verlaten, hetgeen kostenverhogend zal werken.

12

Artikel 4.1, 4.3 en 4.5 van de algemene voorwaarden voor de vaste telefoondienst KPN.

(8)

Geen overtreding van 9.1, eerste lid, onder a, Tw

24. KPN stelt zich op het standpunt dat in het onderhavige geval geen sprake is van een overtreding van artikel 9.1, eerste lid onder a van de Tw, laat staan dat er sprake is van een zware of ernstige overtreding. De concurrentie wordt volgens KPN door haar handelswijze niet belemmerd en daarnaast is het zeer de vraag of de belangen van eindgebruikers worden geschaad, nu deze de overeenkomst kunnen annuleren.

Wet op de telecommunicatievoorzieningen (hierna Wvt)

13

en het Besluit algemene richtlijnen telecommunicatie (hierna: Bart)

14

25. In haar aanvullende zienswijze heeft KPN nog het volgende naar voren gebracht:

• De levertermijn van 12 maanden, indien de benodigde voorzieningen niet aanwezig zijn, zoals opgenomen in artikel 4.3 van de algemene voorwaarden van KPN voor de vaste telefoondienst, maakte sinds 1 januari 1989 deel uit van de Nederlandse telecommunicatieregelgeving. Tot de inwerkingtreding van de huidige

Telecommunicatiewet in 1998 luidde artikel 2.10 Bart

15

als volgt:

De houder van een concessie draagt er zorg voor dat, indien de benodigde technische voorzieningen niet in vooraanleg aanwezig of beschikbaar zijn, de in 2.26 genoemde geaccepteerde aanvraag als regel binnen 12 maanden na acceptatie wordt uitgevoerd, of binnen een met de aanvrager overeengekomen andere periode.

• De uitleg die OPTA geeft aan het begrip ‘redelijk verzoek’ zoals bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onder a Tw wijkt af van het overheidsbeleid, de telecommunicatiewetgeving en de invulling die daaraan is gegeven in de algemene voorwaarden van KPN.

• De algemene voorwaarden voor de vaste telefoondienst van KPN zijn aan OPTA voorgelegd.

5 Overwegingen van het college

5.1 Overtreding artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw

26. Op grond van artikel 20.1, eerste lid, Tw is KPN, als krachtens artikel 9.2 Tw aangewezen aanbieder, verplicht de UD zoals bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw te verzorgen. In het bijzonder is KPN verplicht om te voldoen aan een redelijk verzoek van een eindgebruiker om aangesloten te worden op het openbare telefoonnetwerk op een vaste locatie en het bieden van toegang tot de vaste openbare telefoondienst. Meer in het bijzonder dient KPN de eindgebruiker die daarom verzoekt één van de twee in artikel 2.5, derde lid, Bude genoemde abonnementsvormen voor vaste telefonie te leveren.

13

Wet van 26 oktober 1988 houdende regels met betrekking tot voorzieningen voor telecommunicatie (Stb. 1988, 520), laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 5 juli 1997 (Wet op de telecommunicatievoorzieningen).

14

Het Besluit algemene richtlijnen telecommunicatie (Bart) van 16 december 1988 (Stcr. 252) geeft uitvoering aan artikel 8 Wtv.

15

Het college neemt aan dat KPN doelt op het gelijkluidende artikel 2.28 Bart.

(9)

27. Het college heeft vastgesteld dat KPN, in ieder geval op een aantal plaatsen in de Utrechtse wijk Het Zand en in ieder geval sinds augustus 2008, ten opzichte van eindgebruikers niet voldoet aan de op haar rustende verplichtingen die voortvloeien uit artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw. Dat de betrokken eindgebruikers inderdaad nog geen gebruik kunnen maken van de UD-conforme dienst wordt ook door KPN met zo veel woorden bevestigd in haar schrijven van 2 februari 2009.

28. Het college overweegt dat het hier gaat om redelijke verzoeken van eindgebruikers. De betreffende eindgebruikers hebben KPN verzocht de UD-dienst te leveren op hun woonadres in nieuwbouwwijk Het Zand. Niet valt in te zien waarom een verzoek tot levering van de UD- dienst in dit gebied als onredelijk moet worden beschouwd, hetgeen ook door KPN niet wordt betwist. Dit geldt te meer nu het college uit de signalen van eindgebruikers heeft opgemaakt dat andere aanbieders van elektronische communicatiediensten wel in staat zijn hun diensten te leveren in deze nieuwbouwwijk. Ook dit laatste wordt door KPN niet betwist.

29. Artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw jo. Artikel 2.5 Bude noemt geen termijn waarbinnen de aanbieder aan de UD-verplichting dient te voldoen. Ook in de toelichting op de wet wordt geen nadere termijn genoemd waarbinnen KPN aan de op haar rustende UD-verplichting dient te voldoen.

30. Het college overweegt dat, nu in de wet geen termijn is genoemd waarbinnen KPN aan de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw jo. artikel 2.5 Bude genoemde verplichting dient te voldoen, KPN in beginsel direct, dat wil zeggen onverwijld dan wel zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag en rekening houdend met een eventuele wensdatum van de eindgebruiker, aan deze verplichting dient te voldoen. De planning van KPN is er ook op gericht om in nieuwbouwwijken uiterlijk 2 weken voor oplevering de aansluiting van nieuwe woningen op haar vaste telefoonnetwerk gereed te hebben

16

. Het college erkent dat er situaties kunnen zijn waarbij het voor KPN niet mogelijk is onverwijld aan haar UD-verplichting te voldoen. Het college is van oordeel dat KPN in dergelijke gevallen in ieder geval binnen een redelijke termijn dient te voldoen aan een verzoek tot levering van een UD-dienst door een eindgebruiker. Wat een redelijke termijn is zal afhangen van de bijzondere omstandigheden van het geval.

31. Mede gelet ook op de wensdatum van eindgebruikers en de toezeggingen van KPN

hieromtrent duurt het op dit moment onredelijk lang, in casu van enkele maanden tot meer dan een jaar, om eindgebruikers in een nieuwbouwwijk aan te sluiten en de gevraagde diensten te verlenen. Het college is derhalve van oordeel dat in het onderhavige geval KPN niet binnen een redelijke termijn voldoet aan de op haar rustende UD-verplichting. Ten overvloede merkt het college in dit verband op dat KPN hierdoor tevens in strijd handelt met haar eigen

algemene voorwaarden.

32. Ook KPN erkent in haar schrijven van 2 februari 2009 dat er in dit geval vertraging is ontstaan

16

E-mailbericht van KPN van 14 januari 2009.

(10)

bij de oplevering van de UD-dienst. KPN geeft aan dat de oorzaak van deze vertraging is gelegen in een combinatie van factoren: het gewijzigde beleid van KPN met betrekking tot de realisatie van het netwerk, de uitvoering van de werkzaamheden door de aannemer van KPN en de weersomstandigheden.

33. Het college erkent dat de weeromstandigheden een vertragende rol kunnen spelen bij het opleveren van de UD-dienst aan de eindgebruiker, waardoor er sprake kan zijn van een overmachtsituatie. De weersomstandigheden heeft KPN immers niet in eigen hand. In het onderhavige geval is het echter KPN grotendeels zelf te verwijten dat er vertraging is ontstaan bij de levering van de UD-dienst. Zo heeft KPN niet eerder dan in december 2008 het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Utrecht verzocht om een

instemmingsbesluit af te geven voor de door KPN geplande graafwerkzaamheden.

Beleidswijzigingen van KPN en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden door de ingehuurde aannemer kunnen KPN op dit punt evenmin verontschuldigen.

5.2 Overwegingen van het college ten aanzien van de zienswijze van KPN

Omvang van de universele dienst.

34. Het college stelt met KPN vast dat een aansluittermijn niet in de wet of in lagere regelgeving is terug te vinden.

17

Het is dan ook de bevoegdheid van het college om nader invulling te geven aan de verplichting die uit artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw en artikel 2.5 Bude volgt.

Redelijkheid van het verzoek

35. Het college overweegt hieromtrent nog het volgende.

• Techniek

De vraag of sprake is van een redelijk verzoek, is niet altijd verbonden met de vraag of het netwerk reeds is aangelegd. Is het verzoek van de eindgebruiker om te worden aangesloten op het openbare telefoonnetwerk op een vaste locatie en om toegang te krijgen tot de openbare telefoondienst op een vaste locatie niet redelijk, dan zal de UD- verplichting voor KPN niet bestaan. De wet zegt immers dat KPN alleen aan redelijke verzoeken van eindgebruikers dient te voldoen. De redelijkheid van het verzoek is dus niet gekoppeld aan de termijn waarbinnen KPN aan de UD-verplichting zal moeten voldoen, maar aan de vraag of KPN überhaupt wel aan de UD-verplichting moet voldoen.

Het college heeft

18

reeds overwogen dat het in het onderhavige geval gaat om redelijke verzoeken van eindgebruikers. Indien wordt geconcludeerd dat het verzoek redelijk is zal KPN moeten voldoen aan de op haar rustende UD-verplichting. De vraag binnen welke termijn KPN aan deze verplichting moet voldoen is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, maar in beginsel niet van de redelijkheid van het verzoek, nu deze redelijkheid reeds is vastgesteld. Indien de realisatie van een

17

Zie randnummer 18 van het ontwerpbesluit en randnummer 29 van het onderhavige besluit.

18

Zie randnummer 17 van het ontwerpbesluit en randnummer 28 van het onderhavige besluit.

(11)

nieuwbouwproject vertraging oploopt, zal het voor KPN waarschijnlijk redelijkerwijs niet mogelijk zijn om de eindgebruikers onverwijld aan te sluiten. Het college heeft in haar ontwerpbesluit

19

bepaald dat in dergelijke gevallen KPN eindgebruikers binnen een redelijke termijn moet aansluiten. In het geval het hele nieuwbouwproject vertraging oploopt zullen eindgebruikers ook geen hinder ondervinden van het ontbreken van een aansluiting op het vaste telefoonnetwerk, omdat de aanleg van de nutsvoorzieningen (gas, water en elektra) en daarmee de oplevering van de woningen ook vertraging zal oplopen. Zou de redenering van KPN omtrent de redelijkheid van het verzoek worden gevolgd, dan zou de consequentie daarvan zijn dat in situaties waarin het benodigde netwerk niet aanwezig is, de aanvraag van de eindgebruiker reeds daarom niet redelijk is. In het geval dat de aanvraag van de eindgebruiker niet redelijk is, hoeft KPN niet aan de verplichting uit artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw te voldoen. Vorenstaande zou betekenen dat indien KPN niet het benodigde netwerk aanlegt, zij ook niet aan de UD- verplichting hoeft te voldoen, waardoor de UD-verplichting de facto een dode letter wordt.

In casu is er geen sprake van vertraging in de realisatie van de nieuwbouwwijk die van invloed is geweest op de aanleg van het netwerk van KPN. Ook is er geen vertraging ontstaan in het proces van de vergunningaanvraag, althans vertraging in het proces die niet aan KPN te wijten is.

• Klantvraag

De wensdatum voor daadwerkelijke aansluiting zal in beginsel door de klant niet eerder worden gesteld dan op de datum dat hij zijn nieuwe woning zal betrekken. Eerst indien de wensdatum door de klant op een datum wordt gesteld die voor de oplevering van de woning ligt, zal er mogelijk geen sprake zijn van een redelijk verzoek.

• Efficiënte netwerkuitrol

Het college acht het niet juist en ongewenst, want in strijd met het algemeen belang, de termijn waarbinnen KPN moet voldoen aan de UD-verplichting slechts te laten afhangen van de planning van KPN ten aanzien van de uitrol van haar netwerk. Dit zou betekenen dat een aanvraag van een eindgebruiker op een locatie die niet past binnen de planning van KPN onnodig lang zal moeten wachten op een aansluiting. In het onderhavige besluit

20

stelt het college dat de planning van KPN er ook op is gericht om in nieuwbouwwijken twee weken voor de oplevering de aansluitingen van de nieuwe woningen gereed te hebben. Het criterium van onverwijld aansluiten is derhalve in lijn met de gebezigde praktijk van KPN.

• Overige omstandigheden van het geval

Het college erkent juist

21

dat onverwijlde oplevering niet in alle gevallen mogelijk is. In de gevallen waarin onverwijlde oplevering niet mogelijk is, zal binnen een redelijke termijn moeten worden voldaan aan de UD-verplichting. Bij de beoordeling wat in concrete gevallen een redelijke termijn is, houdt het college rekening met

omstandigheden van het geval, waaronder de weersomstandigheden voor zover deze

19

Zie randnummer 19 van het ontwerpbesluit en randnummer 30 van het onderhavige besluit.

20

Zie randnummer 19 van het ontwerpbesluit en randnummer 29 van het onderhavige besluit.

21

Zie randnummer 19 van het ontwerpbesluit en randnummer 30 van het onderhavige besluit.

(12)

van invloed zijn op het aanleggen van het benodigde netwerk.

Algemene Voorwaarden KPN

36. Het college houdt toezicht op artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Tw en hoeft zich daarbij niet te laten leiden door hetgeen KPN in haar algemene voorwaarden heeft bepaald.

Daarenboven stelt het college zich op het standpunt dat een termijn van twaalf maanden om een eindgebruiker aan te sluiten op het vaste telefoonnetwerk, zeker in het huidige (digitale) tijdperk, in de meeste gevallen onredelijk zal zijn. In het onderhavige geval is KPN er zelfs niet in geslaagd om conform de eigen algemene voorwaarden, alle eindgebruikers binnen een termijn van twaalf maanden aan te sluiten.

22

In het onderhavige geval zijn er twee

eindgebruikers die meer dan zes maanden na hun aanvraag nog steeds niet over een

aansluiting beschikken. Zeker in één geval wacht een eindgebruiker meer dan twaalf maanden op een aansluiting. Alleen al daarom is een last onder dwangsom in casu gerechtvaardigd.

37. Verder stelt KPN zelf dat zij de aanvragen van eindgebruikers in Het Zand heeft bevestigd en bij de bevestiging heeft aangegeven dat de aansluiting in de periode van september tot en met december 2008 tot stand zou worden gebracht. Indien het hier geen redelijke verzoeken zou betreffen valt niet in te zien waarom KPN deze aanvragen heeft geaccepteerd en in

behandeling heeft genomen. Blijkbaar is ook KPN van mening dat het hier redelijke verzoeken betreft.

Geen overtreding van artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw

38. Er is naar het oordeel van het college wel degelijk sprake van een overtreding. In Het Zand doet KPN, mede gelet ook op de wensdatum van eindgebruikers en de toezeggingen van KPN op dit punt, er op dit moment onredelijk lang over, in casu van enkele maanden tot meer dan een jaar, om eindgebruikers in een nieuwbouwwijk aan te sluiten en de gevraagde diensten te verlenen. De vertraging is voor het overgrote deel toe te schrijven aan KPN zelf. Ook KPN is van mening dat zij artikel 9.1 Tw in het onderhavige geval heeft overtreden, nu zij de door haar zelf gestelde termijn van 12 maanden, zoals opgenomen in haar algemene voorwaarden, heeft overschreden.

Ernst van de overtreding

39. Ook het college is van oordeel dat de concurrentie door de handelswijze van KPN niet is belemmerd. De belangen van eindgebruikers des te meer. Derhalve concludeert het college naar zijn oordeel terecht dat hier sprake is van een ernstige overtreding.

Wet op de telecommunicatievoorzieningen en het Besluit algemene richtlijnen telecommunicatie

40. De bepaling waar KPN in haar aanvullende zienswijze op doelt is artikel 2.28 Bart. Met de

22

KPN erkent dat zij de contractuele verplichting die op haar rust om de aansluiting tot stand te brengen binnen de termijn die zij

aan haar klanten heeft beloofd niet is nagekomen.

(13)

inwerkingtreding van de huidige Telecommunicatiewet in 1998

23

is artikel 8 Wvt en artikel 2.28 Bart komen te vervallen. In het (huidige) artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw en de daarop gebaseerde lagere regelgeving (artikel 2.5 Bude) is geen maximale termijn meer opgenomen waarbinnen KPN moet voldoen aan redelijke verzoeken van eindgebruikers om aangesloten te worden op het openbare telefoonnetwerk op een vaste locatie en toegang te krijgen tot de openbare telefoondienst op een vaste locatie. Met de totstandkoming van de huidige wet en de daarop gebaseerde lagere regelgeving heeft de wetgever er klaarblijkelijk voor gekozen geen termijn als bedoeld in artikel 2.28 Bart op te nemen in de huidige regelgeving. Bovendien heeft de wetgever het college belast met het toezicht op de naleving van artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw. Hiermee heeft de wetgever de interpretatie van artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw, en dan met name de termijn waarbinnen KPN aan de verplichtingen uit deze bepaling moet voldoen, aan het college gelaten. Het college stelt dan ook dat hij bij de interpretatie van de hiervoor genoemde termijn niet gebonden is aan de termijn zoals genoemd in artikel 2.28 Bart.

Vorenstaande geldt te meer nu, gezien de huidige technische ontwikkelingen en de maatschappelijke afhankelijkheid van basisvoorzieningen als vaste telefonie en functionele internettoegang, een termijn van 12 maanden voor het aansluiten van een eindgebruiker op het vaste telefoonnetwerk – uitzonderlijke situaties daargelaten – niet (meer) redelijk is.

Voornemen tot opleggen van een last onder dwangsom

41. KPN acht het disproportioneel en in strijd met het evenredigheidsbeginsel om in dit geval een last onder dwangsom op te leggen. Het college overweegt daaromtrent het volgende.

• KPN betoogt dat zij zichzelf heeft benadeeld, omdat talloze klanten de overeenkomst met KPN hebben geannuleerd en dat zij derhalve door de markt is gecorrigeerd. Naar het oordeel van het college geeft KPN hiermee zelf aan dat ze haar UD-verplichting niet is nagekomen, nu eindgebruikers niet binnen een redelijke termijn van de basistelecommunicatievoorzieningen en -diensten gebruik hebben kunnen maken.

Blijkbaar was de prikkel bij KPN om haar UD-verplichting na te komen door deze groep eindgebruikers aan te sluiten niet erg hoog. In het onderhavige geval heeft KPN steeds weinig aanstalten gemaakt de eindgebruikers in Het Zand aan te sluiten. Pas nadat het college naar aanleiding van klachten van eindgebruikers contact heeft gezocht met KPN is er door KPN een instemmingsbesluit bij B&W van de gemeente Utrecht aangevraagd, waarna met het aansluiten van de eindgebruikers kon worden aangevangen. Voorts overweegt het college nogmaals dat het belang van

eindgebruikers om te worden aangesloten op het vaste telefoonnetwerk en gebruik te kunnen maken van de vaste telefoondienst hier voorop staat en pas daarna het corrigeren van KPN.

• KPN betoogt voorts dat het opleggen van een last onder dwangsom zich niet verhoudt met het doel van de UD-dienst. Het college verwijst in dit verband naar hetgeen hij ter

23

Besluit van 26 november 1998, Stb. 1998, 664, houdende vaststelling van de datum van gedeeltelijke inwerkingtreding van de Telecommunicatiewet alsmede van de datum van inwerkingtreding van daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en vaststelling van de datum van gedeeltelijke intrekking van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen en van de

Vergunningenwet kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur.

(14)

zake hiervoor reeds heeft overwogen.

24

Het doel is om de beschikbaarheid van bepaalde basisvoorzieningen en diensten voor iedereen en overal beschikbaar te maken. In dit geval is deze basisdienst voor een groep eindgebruikers lange tijd niet beschikbaar. Van een eindgebruiker kan in het geval van een redelijk verzoek niet worden verlangd dat hem gedurende een periode die langer is dan redelijkerwijs noodzakelijk, in casu soms meer dan een jaar, een basistelefonievoorziening of – dienst wordt onthouden.

• Tot slot stelt KPN dat OPTA door op deze wijze in te grijpen in de contractsvrijheid tussen KPN en haar klanten de markt verstoort. Het college kan KPN hierin niet volgen. Immers, in dit geval liggen de nutsvoorzieningen er al geruime tijd. Meer in zijn algemeenheid geldt dat niet valt in te zien waarom het onverwijld opleveren een belemmering zal vormen voor de praktijk van gecombineerde aanleg. De

nutsvoorzieningen zullen altijd voor de oplevering van de woningen worden aangelegd, aangezien het niet goed mogelijk is om een woning te betrekken zonder dat deze is aangesloten op het gas-, water- en elektriciteitnetwerk. Wanneer KPN zijn praktijk van gecombineerde aanleg uitvoert zal een woning meestal voor de oplevering worden aangesloten op het vaste telefoonnetwerk en zal KPN onverwijld kunnen voldoen aan een verzoek zoals genoemd in artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw.

5.3 Ernst van de overtreding

Zwaarte van de overtreding

42. Het begrip universele dienstverlening ziet op de opvatting dat, in het algemeen maatschappelijk belang, gewaarborgd dient te worden dat in Nederland bepaalde basisvoorzieningen en –diensten op het vlak van elektronische communicatie tegen aanvaardbare tarieven beschikbaar zijn voor iedereen en overal. De reden voor specifieke regelgeving op dit gebied is dat de basistelefoondienst dermate belangrijk wordt geacht voor het sociaal-economische leven in Nederland en de Europese Unie, dat het gepast is om een regelgevend vangnet te handhaven dat er voor zorgt dat alle gebruikers toegang blijven houden tot een goede telefonievoorziening tegen een betaalbare prijs.

43. Als UD-dienst is onder meer aangewezen het naar aanleiding van een redelijk verzoek aansluiten op het vast openbare telefoonnetwerk op een vast locatie en het bieden van

toegang tot de vaste openbare telefoondienst. Deze voorziening en dienst vormen het hart van de UD-verplichting.

25

44. Overtreding van de UD-verplichting is naar het oordeel van het college, gelet op de betrokken belangen die de bepaling beoogt te beschermen, naar haar aard een zware overtreding, nu de betrokken eindgebruikers die aan KPN een redelijk verzoek hebben gedaan in de zin van

24

Zie randnummers 15 t/m 22 van het ontwerpbesluit en randnummers 26 t/m 33 van het onderhavige besluit.

25

MvT Tw, Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 28 851, nr. 3, p.148.

(15)

artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw in het betreffende gebied daadwerkelijk gedurende lange tijd verstoken blijven van een openbare telefoniedienst op een vaste locatie.

26

45. Hoewel overtreding van het bepaalde in artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw niet expliciet als voorbeeld in de categorie zware overtredingen in de boetebeleidsregels wordt genoemd kwalificeert het college in termen van zijn boetebeleidsregels

27

de overtreding van artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw in abstracto als een zware overtreding.

Economische context overtreding

46. De ernst van de overtreding wordt mede bepaald door het nadeel als gevolg van de overtredingen bij diegenen die de betrokken bepaling beoogt te beschermen.

47. Hoofdstuk 9 Tw (“Universele dienstverlening”) geeft regels om eventuele imperfecties van een geliberaliseerde markt te corrigeren. Dit is van evident economisch en sociaal belang. Een goed functionerende universele dienstverlening draagt derhalve bij aan een stabiele

samenleving en gezonde economie. De UD-verplichting is er mede gericht om een dergelijk goed functioneren te bewerkstelligen.

48. Andere aspecten die een rol spelen is dat eindgebruikers er te allen tijde op moeten kunnen vertrouwen dat, als zij een redelijk verzoek doen om een UD-dienst geleverd te krijgen, zij ook daadwerkelijk binnen een redelijke termijn gebruik kunnen maken van deze dienst. Als dit niet meer het geval is, dan kan het vertrouwen in de UD-verplichting als regelgevend vangnet voor een goede basistelefonievoorziening in Nederland ondermijnd worden.

Conclusie ten aanzien van de ernst van de overtreding

49. Op grond van het bovenstaande kwalificeert het college de overtreding van KPN, bestaande uit het geheel van gedragingen waarbij KPN gedurende een periode van ongeveer zes maanden niet heeft voldaan aan zijn verplichting om een UD-dienst te leveren aan

eindgebruikers die daartoe een redelijk verzoek hebben gedaan, de concrete omstandigheden van het geval in overweging nemende, als een ernstige overtreding.

28

5.4 Bevoegdheid college en gebruik van de bevoegdheid

50. Ter handhaving van de verplichting uit artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw is het college bevoegd conform artikel 15.2, tweede lid, Tw juncto artikel 5:32 Awb een last onder dwangsom op te leggen.

51. Het college heeft KPN er zowel mondeling als schriftelijk uitdrukkelijk op gewezen dat zij zich

26

Volgens de boetebeleidsregels zijn zware overtredingen waardoor de concurrentie wordt belemmerd of de belangen van de eindgebruiker worden geschaad, maar niet in die (aanzienlijke) mate dat deze als zeer zware overtredingen kunnen worden aangemerkt.

27

Boetebeleidsregels OPTA, kenmerk OPTA/ACNB/2008/200405, gepubliceerd op www.opta.nl op 12 maart 2008 (Stcr. 50).

28

Op grond van de Boetebeleidsregels hanteert het college voor ernstige overtredingen een boete van maximaal € 300.000.

(16)

dient te houden aan een correcte en adequate uitvoering van de UD-verplichting en haar gewaarschuwd dat het college handhavend kan optreden tegen het niet nakomen van die verplichting. Gelet op het algemeen belang dat is gediend met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift, het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel zo nodig van deze bevoegdheid gebruik maken. De achtergrond van de UD-verplichting is het aansluiten van eindgebruikers op het vaste openbare telefoonnetwerk en het toegang bieden tot de vaste openbare telefoondienst door KPN. Het belang dat met dit besluit wordt gediend is, naast het algemeen maatschappelijk belang, het bevorderen en het waarborgen van de individuele belangen van eindgebruikers.

5.5 Last onder dwangsom

52. KPN is tot op heden ondanks daartoe strekkende verzoeken van eindgebruikers haar UD- verplichting tot aansluiting niet eigener beweging (tijdig) nagekomen. Nadere

handhavingsmaatregelen zijn derhalve noodzakelijk. De last onder dwangsom dient om KPN te dwingen alsnog de wettelijk verplichte tot aansluiting van eindgebruikers te realiseren.

53. De begunstigingstermijn wordt gesteld op uiterlijk 1 april 2009. KPN is al geruime tijd op de hoogte van de bestaande verzoeken om aansluiting. De begunstigingstermijn in het besluit biedt KPN voldoende mogelijkheid om de nodige acties te ondernemen om de UD-verplichting in casu alsnog na te komen. De acties die KPN moet ondernemen om de verplichting na te komen, bestaan uit het realiseren van een aansluiting op het vaste openbare telefoonnetwerk en het bieden van toegang tot de vaste openbare telefoondienst op de afleveradressen - zoals opgenomen in de detailplanning (bijlage 1) - van eindgebruikers die daartoe bij KPN een aanvraag hebben gedaan.

54. Het college heeft de begunstigingstermijn mede afgestemd op de inschatting van KPN. KPN heeft aangegeven dat zij in week 14 van het huidige jaar kan voldoen aan de op haar rustende UD-verplichting op de afleveradressen in de in bijlage 1 genoemde straten in de wijk Het Zand. Het college acht een begunstigingstermijn tot uiterlijk 1 april 2009 derhalve realistisch.

55. Bij de vaststelling van de hoogte van de dwangsom heeft het college rekening gehouden met de aard en de ernst van de overtreding. De aard van de overtreding is het op verzoek van een eindgebruiker niet of niet tijdig realiseren van aansluiting op het vaste openbare

telefoonnetwerk en toegang bieden tot de vaste openbare telefoondienst door KPN. Voor de

ernst van de overtreding geldt hetgeen het college hiervoor heeft overwogen. De hoogte van

de dwangsom dient verder naar het oordeel van het college een voldoende prikkel te vormen

voor KPN om de last na te leven. Dit alles in aanmerking genomen, wordt de hoogte van de

dwangsom vastgesteld op € 10.000 per dag met een maximum van € 300.000.

(17)

5.6 Besluit

56. Het college legt aan KPN een last onder dwangsom op met de volgende inhoud:

KPN dient uiterlijk 1 april 2009 alle eindgebruikers die tot op de datum van dagtekening van het onderhavige besluit daartoe een redelijk verzoek hebben gedaan

29

conform artikel 9.1, eerste lid, onder a, Tw daadwerkelijk te hebben aangesloten op het vaste openbare telefoonnetwerk en toegang te hebben geboden tot de vaste openbare telefoondienst. Indien KPN de last niet opvolgt, verbeurt zij een dwangsom van € 10.000 voor iedere dag, na afloop van de laatste dag van de gestelde termijn, waarop zij nalaat aan de last te voldoen, met een maximum van

€ 300.000.

H ET COLLEGE VAN DE O NAFHANKELIJKE P OST EN T ELECOMMUNICATIE A UTORITEIT , namens het college,

Hoofd afdeling Consument, Nummers en Bestuur

w.g.

mw.drs. D.L. Braal-Verhoog

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het College van de OPTA.

Het postadres is: College van de OPTA, Postbus 90420, 2509 LK Den Haag.

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht bevatten. Voorts moet het bezwaarschrift de gronden van het bezwaar bevatten.

Het college wijst u op de mogelijkheid die de Algemene wet bestuursrecht de indiener van een bezwaarschrift biedt, om in dat geschrift het college te verzoeken de bezwaarschriftenfase over te slaan. Indien het college uw verzoek inwilligt, zal uw bezwaarschrift worden doorgezonden naar de rechtbank en daar als beroepschrift worden behandeld. De procedure kan daardoor worden verkort. Indien het college uw verzoek niet inwilligt, staat tegen deze beslissing geen beroep open en zal uw bezwaarschrift door het college worden behandeld.

29

Het betreft in elk geval de betrokken eindgebruikers op de locaties die zijn opgesomd in de bij dit besluit gevoegde

detailplanning van KPN (bijlage 1) en voor zover de wensdatum vòòr 1 april 2009 is gelegen.

(18)

Bijlage 1

Naar aanleiding van onze bespreking van afgelopen maandag deel ik u het volgende mee.

De planning is als volgt:

Satijnvlinder wk 11 afronding bekabeling wk 14 aansluiting kan in gebruik worden genomen

Vogelvlinderweg wk 11 afronding bekabeling wk 14 aansluiting kan in gebruik worden genomen

M. Ernstlaan wk 7 afronding bekabeling wk 10 aansluiting kan in gebruik worden genomen

Vlindersingel wk 11 afronding bekabeling wk 14 aansluiting kan in gebruik worden genomen

Johanniterweg wk 11 afronding bekabeling wk 14 aansluiting kan in gebruik worden genomen

Johanniterhof wk 11 afronding bekabeling wk 14 aansluiting kan in gebruik worden genomen

Vogelvlinder wk 11 afronding bekabeling wk 14 aansluiting kan in gebruik worden genomen

De planning is onder voorbehoud van het weer. Als er (strenge) vorst optreedt, kan er niet gewerkt worden. Zojuist vernam ik dat er volgende week mogelijk (wederom) een breekverbod door de gemeente zal worden afgekondigd in verband met de voor volgende week verwachte vorst. Wij zullen u op de hoogte houden van de evt. gevolgen hiervan voor onze planning.

Tevens zend ik u bijgaand in concept de brief, zoals we die in de komende dagen aan onze klanten willen sturen. Desgewenst kunnen we u een afschrift van de definitieve brief doen toekomen.

Tot slot deel ik u mee dat wij momenteel inventariseren of er in andere gebieden vergelijkbare problemen spelen. Zodra hier meer over bekend is, maar uiterlijk over 2 weken, zullen wij u hiervan nader berichten.

KPN B.V.

Corporate Legal & Regulatory

Divisie Consumentenmarkt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In artikel 9, derde, vierde lid, zesde lid, negende lid, tiende en elfde lid, van de Leveringsvoorwaarden wordt gesproken over (verlengde) garantie. Op grond van artikel 7:6a,

dwangsom oplegt om te bewerkstelligen dat KPN een einde maakt aan de overtreding van artikel 3.2a, eerste lid, onder a, Rude. Verder heeft het college geconstateerd dat KPN nog

Met deze brief informeert het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: OPTA) u over de wettelijke verplichtingen die voor postvervoerbedrijven

Bij brief van 26 augustus 2009 10 heeft het college Telfort geïnformeerd over zijn voornemen om een last onder dwangsom op te leggen aan Telfort wegens overtreding van artikel 7.2

Uit artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) volgt dat het college in plaats van het uitoefenen van bestuursdwang een last onder dwangsom kan opleggen. Op

Het derde lid van artikel 25 van de Postwet 2009 regelt met betrekking tot de tarieven van de universele postdienst dat met inachtneming van bij ministeriële regeling te

2.3 Het college heeft SD&P bij brief van 29 april 2009 over zijn voornemen geïnformeerd om een last onder dwangsom op te leggen (hierna: vooraankondiging) wegens overtreding

De fractie Leefbaar Asten geeft aan zich te kunnen vinden in het stuk maar vraagt zich tevens af waarom in fase 5, de evaluatie, de raad en/of het presidium niet zijn betrokken..