• No results found

Vraag nr. 327 van 11 februari 2005 van de heer PAUL WILLE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 327 van 11 februari 2005 van de heer PAUL WILLE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 327 van 11 februari 2005 van de heer PAUL WILLE

Vergunningsdossiers – Uitspraken in beroep Zoals bekend, krijgt een vergunningsaanvrager een stilzwijgende vergunning in het kader van de Vlarem-reglementering indien de beroepsinstantie, in casu de minister van Leefmilieu, te laat een uit-spraak doet in beroep over het vergunningsdossier. Dit wil dus zeggen dat het vervaltermijnen betreft. Hetzelfde is het geval met artikel 35 van het Vlaams Reglement op de Bodemsanering (Vlarebo) m.b.t. de behandeling van een administratief beroep op bodemsaneringsdossiers. Na die datum houdt de beroepsmacht van de minister op.

Volgens meerdere hoge ambtenaren die het kunnen weten, bestond bij de voorganger(s) van de minis-ter de slechte gewoonte de uitspraken in beroep te doen na datum en deze dan te antidateren, om op die manier de schijn te wekken dat de beslissing in beroep rechtsgeldig zou zijn. In feite is het antida-teren van ministeriële beslissingen om te ontkomen aan een vervaltermijn, valsheid in geschrifte. De betrokken burger heeft wel een ministerieel besluit, maar het is waardeloos en vervalst. Op het vlak van rechtsonzekerheid kan dat tellen.

Bij de aanpassing van Vlarebo werd dit systeem veranderd, omdat men zelf ook wel inzag dat deze slechte gewoonte niet kon. De vorige minis-ter maakte het zich gemakkelijk en maakte er voor zichzelf "termijnen van orde" van. Voor de burger die een beroep instelt, zijn het termijnen van verval gebleven.

Meerdere personen zijn in dat geval en weten niet waar zij staan. Aan het woord van de reeds genoemde hoge ambtenaren kan niet worden getwijfeld, vermits zij zelf geen enkel belang heb-ben bij de inhoud van het dossier, maar "het spel wel moesten meespelen".

Welke initiatieven neemt de minister om dergelijke miskleunen voortaan te vermijden en om de mis-kleunen uit het verleden recht te zetten ?

Antwoord

De problematiek van bodemverontreiniging wordt in het Vlaams Gewest geregeld door het bodemsa-neringsdecreet1 en het Vlarebo2. Artikel 18 en 23

van het bodemsaneringsdecreet maken het moge-lijk om een georganiseerd administratief beroep in te stellen tegen OVAM-beslissingen bij de Vlaamse Regering. Tot 31 maart 2002 behandelde de afde-ling Milieuvergunningen (administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departe-ment Leefmilieu en Infrastructuur) deze beroepen (OVAM: Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest – red.).

De wijziging van het Vlarebo van 12 oktober 2001 stelde een adviescommissie bodemsane-ring in.3 De afdeling Milieuvergunningen (AMV)

zou niet meer de georganiseerde administratieve beroepen behandelen. Dit werd de taak van de afdeling Juridische Dienstverlening (adminis-tratie Algemene Adminis(adminis-tratieve Diensten van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur) samen met de adviescommissie bodemsanering.

Sinds 1 april 2002 is de adviescommissie bodemsa-nering werkzaam. Standplaats van deze beroeps-commissie is de afdeling Juridische Dienstverlening (AJD) van het departement Leefmilieu en Infrastructuur, die ook het secretariaat van de commissie waarneemt en tevens de beslissing voor-bereidt van de bevoegde minister over de beroeps-dossiers.

(2)

Vervaltermijnen en "termijnen van orde".

Bij het georganiseerd administratief bodemsane-ringsberoep wordt procedureel een onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde artikel 18- en arti-kel 23-beroepen.

Artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001.

Artikel 18 van het bodemsaneringsdecreet regelt de beroepen die ingesteld worden tegen de con-formverklaring van een bodemsaneringsproject. De afhandeling van deze beroepschriften is gebon-den aan decretaal vastgestelde vervaltermijnen. Dit betekent dat aan het niet respecteren ervan sancties verbonden zijn, namelijk dat de bestreden beslissing wordt geacht bekrachtigd te zijn indien binnen de termijn geen beslissing wordt genomen. Sinds 1 april 2002 werden 37 ontvankelijke artikel-18-beroepschriften ingediend. Zij werden alle tijdig behandeld.

De vergelijking met het verkrijgen van een stil-zwijgende vergunning in het kader van de Vlarem-reglementering indien de beroepsinstantie een laattijdige uitspraak doet in beroep over het ver-gunningsdossier gaat niet op. De bestreden beslis-sing wordt geacht bekrachtigd te zijn, wat geen andere rechtsgevolgen tot stand brengt dan vóór het beroep het geval was. Maar de administratie beklemtoonde dat alle artikel18-beroepschriften tijdig behandeld worden en dit zonder enige vorm van antidatering van ministeriële besluiten.

Artikel 23 van het bodemsaneringsdecreet regelt alle beroepen die ingesteld worden tegen het aan-wijzen als saneringsplichtige, het niet verlenen van het statuut van onschuldig bezitter, het niet-con-form verklaren van het beschrijvend bodemonder-zoek, het conform verklaren van het beschrijvend bodemonderzoek, het niet-conform verklaren van het bodemsaneringsproject, de uitvoering van de bodemsaneringswerken, ... De afhandeling van deze beroepschriften is gebonden aan een termijn van 90 dagen, zoals vastgelegd in artikel 35, 36 en 37 van het Vlaams Reglement betreffende de Bodemsanering (Vlarebo). Het overschrijden van deze termijn heeft volgens voornoemde artikels geen gevolgen. De bestreden beslissing blijft dus van toepassing tot de beslissing getroffen is.

Er is evenwel wat betreft de beroepen conform artikel 23 van het bodemsaneringsdecreet een achterstand in de behandeling van deze dossiers, waardoor er geen beslissing kon getroffen worden binnen de termijn van 90 dagen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens diverse mondelinge en formele verklarin- gen van hogere ambtenaren van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (Aminal) en van de Vlaamse openbare

Bij de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest worden de ontvangen verkeers- boetes doorgegeven aan en betaald door de betrokken chauffeur. Deze regel

Op 22 september 2000 hechtte de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan een voorstel voor het afsluiten van een huurcontract voor negen jaar voor de huisvesting van de OVAM-2.

De OVAM wenst in deze tevens te bena- drukken dat het de OVAM is, die op basis van al de elementen in de aanvraag beslist omtrent het al dan niet toekennen van het verlaagd tarief

In heel de EU zal bijge- volg via de milieureglementering erop toegezien worden dat de oude gsm 's eerst ontdaan wor- den van de gevaarlijke onderdelen (niet alleen batterijen,

De jaarlijkse kostprijs was beperkt en werd gedeel- telijk gerecupereerd door bijdragen van enkele dochterondernemingen voor het begeleiden van deze ondernemingen in

De zogenaamde tweede oproep voor het indienen van subsidieaanvragen voor stadsvernieuwings- projecten werd niet gelanceerd door de OVAM, maar wel door het Ministerie van de Vlaamse

In de begrotingsdocumenten van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) kan men lezen dat er voorzien werd (of nog wordt) in de besteding van 16.000.000