Vraag nr. 63
van 29 januari 2003
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Randgemeenten – Franstalige mandatarissen De FDF-verkozenen uit de Vlaamse rand rond Brussel nodigden onlangs de Franstalige mandata-rissen uit om het gebruik van het Frans in hun meenteraden te veralgemenen. Hier en daar ge-beurt dat naar verluidt al.
1. Kan de minister in dat verband bevestigen dat de arrondissementscommissaris alle gemeente-raden van de zes faciliteitengemeenten in de Vlaamse Rand systematisch opvolgt ?
2. Heeft die aanwezigheid al gevolgen gehad ?
Antwoord
Ik heb via persberichten kennis genomen van de oproep waarnaar de Vlaamse volksvertegenwoor-diger verwijst om het gebruik van het Frans op-nieuw ingang te doen vinden in de gemeenteraden van de faciliteitengemeenten. Va n z e l f s p r e k e n d keur ik dit voornemen, dat er enkel toe kan leiden de rust en de pacificatie in de randgemeenten te v e r s t o r e n , ten strengste af. Dergelijke oproepen ondergraven immers de noodzakelijke sereniteit van het bestuur.
Normaliter worden de gemeenteraadszittingen van de gemeenten Sint-G e n e s i u s-R o d e, We z e m -b e e k-Oppem en Linke-beek systematisch gevolgd door een vertegenwoordiger van de gouverneur van V l a a m s-B r a b a n t . Voor de gemeenten We m m e l , Drogenbos en Kraainem gebeurt dit niet even sys-t e m a sys-t i s c h , aangezien er zich in die gemeensys-ten veel minder problemen stellen.
Indien er zich op de zittingen van de gemeentera-den die door een vertegenwoordiger van de gou-verneur worden bijgewoond, o n r e g e l m a t i g h e d e n v o o r d o e n , is het evident dat hiervan nota genomen wordt door de voornoemde vertegenwoordiger en dat de maatregelen getroffen worden die terzake eventueel noodzakelijk zouden zijn. Tot voor kort werden mij door de gouverneur nog geen onregel-matigheden gemeld.
Onlangs kreeg ik echter, via een vraag om uitleg, melding van feiten die zich op de gemeenteraads-zitting van 27 januari 2003 in de gemeente We z e m-b e e k-Oppem zouden hem-bm-ben voorgedaan, en waar-bij de gemeenteraadszitting werd geschorst
tenein-de tenein-de ombudsman van BIAC tenein-de gelegenheid te geven in het Frans van gedachten te wisselen met de gemeenteraadsleden en het publiek, over het nachtlawaai veroorzaakt door opstijgende vliegtui-gen.
Alhoewel de feiten die zich voordeden op de ge-meenteraad van We z e m b e e k-Oppem plaatsvonden buiten de formele vergadering van die raad, a a n g e-zien de zitting geschorst was, ben ik niettemin van oordeel dat de taalwetgeving ook in dit geval van toepassing bleef en dat de voertaal het Nederlands had moeten zijn. Ook als de raadszitting geschorst i s, blijft het immers een vergadering van de ge-m e e n t e b e s t u u r d e r s, georganiseerd door het be-stuur en in de raadszaal, met de bedoeling derden, zoals in casu de ombudsman, te betrekken bij de voorbereiding van standpunten of van de besluit-vorming.
Wanneer een gemeenteoverheid een vergadering "sui generis" organiseert, geldt voor het taalge-bruik tijdens deze vergadering dezelfde regel als die voor de vergaderingen van de door de gemeen-te opgerichgemeen-te commissies, a d v i e s r a d e n , en dergelij-k e : voor de bestuurders geldt uitsluitend het Ne-derlands als bestuurstaal.
Men kan in casu niet volhouden dat hier sprake is van een "betrekking met een particulier", a a n g e-zien de uitwisseling van informatie met de ombuds-man duidelijk voor een ruimer publiek bestemd w a s, dan voor een welbepaalde particulier die in concreto een of andere vraag zou hebben gesteld. Het bestuur kan zich dan ook niet beroepen op ar-tikel 25 van de SWT om het gebruik van het Fr a n s te rechtvaardigen, ook al was de zitting geschorst. Het feit dat het ging om een regelmatige vergade-ring van de gemeenteraad, die werd geschorst met het oog op het contact met de ombudsman, t o o n t overigens onmiskenbaar aan dat deze bijeenkomst in het verlengde lag van de raad zelf. (SWT : g e -c o ö rd i n e e rde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken – red.)
Ik wil in dit verband ook verwijzen naar het arrest 97.257 van 29 juni 2001 waarin de Raad van State uitdrukkelijk heeft gesteld dat een inleiding of toe-lichting van een agendapunt of de beantwoording van een interventie van een raadslid (weliswaar tij-dens de zitting van de raad) wezenlijk strekt en moet strekken ter verheldering van de gemeente-raadsleden en dus in het Nederlands moet gebeu-ren.
om-budsman van BIAC toe te laten een "gedachtewis-seling" te hebben, onder meer met de raadsleden, verandert niets aan het feit dat deze bijeenkomst tijdens de schorsing, betrekking heeft op de bin-nendienst van de gemeente, zodat het Nederlands de voertaal moest zijn. Dat is des te meer relevant o m d a t , na de schorsing, de gemeenteraad blijkbaar werd hervat en over het desbetreffende punt werd gestemd.
Blijkt nu dat, door omstandigheden, er op 27 janu-ari geen vertegenwoordiger van de gouverneur aanwezig was op de gemeenteraadszitting te We-zembeek-Oppem.
Gezien de oproep van het FDF, waarnaar ook de Vlaamse volksvertegenwoordiger verwijst, en na hetgeen zich klaarblijkelijk heeft afgespeeld op minstens één van de gemeenteraden van de facili-t e i facili-t e n g e m e e n facili-t e n , heb ik de gouverneur van V l a a m s-Brabant dan ook verzocht om in de toe-komst systematisch alle vergaderingen van de ge-meenteraden van de zes faciliteitengemeenten bij te wonen en mij over het verloop ervan verslag uit te brengen. Ik heb bovendien de gouverneur op-dracht gegeven in het concrete geval van We z e m-b e e k-Oppem een grondig onderzoek in te stellen en de maatregelen te treffen die terzake eventueel noodzakelijk zouden zijn.