Vraag nr. 67 van 3 mei 2002
van de heer ANDRE MOREAU
Vergoeding voor sociale promotie – Leeftijdsgrens In de wet van 1 juli 1963 houdende toekenning van een vergoeding voor sociale promotie is een leef-tijdsgrens van veertig jaar bepaald.
Als men over "levenslang leren" spreekt, dan mag er toch wel worden verondersteld dat ieder mens het recht heeft om gedurende heel zijn/haar leven – ook na de leeftijd van veertig jaar – aan perma-nente vorming te doen, om levenslang te leren. Deze leeftijdsdiscriminatie is in strijd met het Vlaamse non-discriminatiebeleid en de Europese regelgeving terzake.
Wat is de stand van zaken in dit dossier ? Wo r d t deze leeftijdsdiscriminatie concreet weggewerkt ?
Antwoord
De in de wet van 1 juli 1963 opgenomen leeftijds-grens van veertig jaar was inderdaad in tegen-spraak met het huidige beleid van de Vlaamse re-gering inzake levenslang leren.
Ingevolge het op 24 april 2002 door het V l a a m s Parlement goedgekeurde decreet houdende even-redige participatie op de arbeidsmarkt, is deze leef-tijdsdiscriminatie evenwel weggewerkt. Artikel 22 van dit decreet bepaalt met name dat "in de artike-len 1 en 2 van de wet van 1 juli 1963 houdende toe-kenning van een vergoeding voor sociale promotie, de woorden "onder de veertig jaar" worden ge-schrapt".