15.3 Enzymen en vertering
Animatie 1 Enzymen Bioplek Animatie 2 Enzymen Bioplek
substraat producten
Enzym-substraatcomplex
enzym enzym
Enzymen = Eiwitten die chemische reacties versnellen (katalysator) (-ase) Worden gebruikt, niet verbruikt
Substraat-specifiek
Substraat = Stof die door enzym wordt omgezet (-ose)
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Eiwitten (proteïnen)
Eiwitmoleculen zijn opgebouwd uit een groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuurmoleculen (polymeer)
In eiwitten van de mens komen twintig verschillende aminozuren voor. Bij volwassenen kunnen acht aminozuren niet of onvoldoende worden gevormd.
Deze moeten via het voedsel binnenkomen essentiële aminozuren.
De overige niet-essentiële aminozuren kunnen in de lever worden gevormd uit andere aminozuren.
Een aminozuurmolecuul
Een eiwitmolecuul
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Vorming van een aminozuurketting door een dehydratie reactie (onttrekken van water)
Computerweergave van een eiwitmolecuul
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen bestandsdeel van cytoplasma, kernplasma en van tussencelstof
Sommige eiwitten werken als:
- Enzymen: versnellen chemische reacties in cellen - Hormonen: regelen processen in het lichaam
- Transporteiwitten: hebben een functie bij het transport van stoffen Aminozuren die niet bij de synthese van eiwitten worden gebruikt, worden gedissimileerd. Hierbij ontstaat ammoniak, die in de lever wordt omgezet in ureum. Ureum wordt uitgescheiden met de urine.
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Pepsinogeen is een inactief pro-enzym dat in de maagwand wordt geproduceerd. In de maag wordt pepsinogeen onder invloed van zoutzuur geactiveerd tot pepsine.
Onder invloed van het enzym pepsine worden eiwitmoleculen gesplitst.
De verteringsproducten zijn enkele vrij lange aminozuurketens, die polypeptiden worden genoemd.
Eiwitten Koolhydraten Vetten
voedseldelen
maagportier
vrijkomen maagsap
maag
maagwand
maagsapklieren
vrijkomen maagsap
pepsinogeen
pepsinogeen pepsinepepsine (actief enzym) HClHCl
slijmkliercellen 1 Pepsinogeen en HCl komen vrij in de maag
2 HCl zet pepsinogeen om in pepsine 3 Pepsine activeert meer pepsinogeen en start zo een kettingreactie. Pepsine start de vertering van eiwitten.
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Animatie Bioplek Eiwi tten
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Bron: Biologie voor Jou
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Koolhydraten
Kunnen worden ingedeeld in:
- Monosachariden: glucose en fructose
- Disachariden: sacharose, maltose
- Polysachariden: zetmeel Koolhydraten zijn belangrijke brandstoffen in je lichaam:
1 gram koolhydraat levert 17 kJ energie
Koolhydraten kunnen ook een rol spelen als bouwstof.
Vorming van een disacharide uit twee monosachariden door dehydratie
Eiwitten Koolhydraten Vetten
De vertering begint in de mond. Drie paar speekselklieren produceren per etmaal 1 tot 1,5 liter speeksel.
Speeksel bevat het enzym amylase, dat een deel van het zetmeel in het voedsel afbreekt tot maltose (een
disacharide). Amylase is werkzaam bij een pH van ongeveer 6 tot 7,5. Het pH optimum is 6,6.
Maltose
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Animatie vertering ze tmeel
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Maltose 2 glucose
Bron: Biologie voor Jou
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Vetten (lipiden)
Opgebouwd uit een glycerolmolecuul en drie vetzuurmoleculen = Triglyceride
Verzadigd vetzuur:
Bevat het maximaal aantal waterstofatomen en heeft een rechte vorm vooral dierlijke voedingsmiddelen (bevatten ook veel cholesterol)
Onverzadigd vetzuur:
Bevat niet het maximaal aantal waterstofatomen en heeft geen rechte vorm vooral plantaardige oliën en vis
Belangrijke rol bij voorkomen hart en vaatziekten
Essentiële vetzuren: moeten voorkomen in de voeding.
Dienen als brandstoffen (1 gr 38 kJ) en bouwstoffen.
Dubbele binding onverzadigd vetzuur
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Glycerol
Vetzuur
Vetzuur Vetzuur
Glycerol
Vetzuur Vetzuur Vetzuur
Lipase
Vet Vetzuren en
Glycerol
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Animatie Vertering Vetten
Eiwitten Koolhydraten Vetten
Wasmiddelen
Neem de
bloedvlek op je favoriete shirt...
Wasmiddelen bezitten enzymen als
proteasen (eiwitten) en lipasen (vetten)
De bloedvlek bevat Haemoglobine
Deze kleine moleculen zijn niet gekleurd en lossen op in water. Ze kunnen dus worden weggespoeld.
Protease