• No results found

ENZYMEN Hoofdstuk 6

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ENZYMEN Hoofdstuk 6"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoofdstuk 6

ENZYMEN

(2)

 opbouw en werking mechanisme

 Invloeden op de enzymactiviteit

Temperatuur

pH

Enzym-substraatconcentratie

Remstoffen

 Naamgeving

 Toepassing mogelijkheden enzymen

 Spijsverteringsenzymen

H6 ENZYMEN

(3)

 http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20100721_enzymen0 1

VIDEO ENZYMEN

(4)

ACTIVERINGS ENERGIE

Activeringsenergie = energie die nodig is om een reactie te activeren Meeste chemische reacties verlopen langzaam

of vinden niet plaats onder standaard condities

(5)

WERKING VAN EEN KATALYSATOR

Katalysator = stof die de activeringsenergie verlaagt

(6)

 Meeste chemische reacties in de cel verlopen niet vanzelf

 Enzymen zijn de katalysatoren (biokatalysatoren)

Reactiesnelheden verhoogt met factor 106 tot 107°

WERKING ENZYM

(7)

WERKING ENZYM

(8)

SLEUTEL - SLOT MODEL

Enzym – substraat complex is een specifieke binding

Splitsing:

http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/sheet_maltase.html Synthese

http://www.bioplek.org/animaties/enzymen/enzym.swf

(9)

SPLITSING MALTOSE DOOR ENZYM

MALTASE

(10)

 Groepjes

Invloed temperatuur

Invloed pH

Invloed van de substraat-enzymconcentratie

remstoffen

 10 min verdieping individueel

 5 min doorspreken met groep

 20 min nummers bij elkaar

OPDRACHT VIERTALLEN

(11)

 Invloed van zuurgraad (pH)

 Invloed van Temperatuur

 Invloed van Enzymsubstraat concentratie

 Invloed van remstoffen

ENZYMACTIVITEIT

(12)

 Optimum curve

INVLOED VAN TEMPERATUUR

(13)

 In actief enzym

 denaturatie

RUIMTELIJKE STRUCTUUR ENZYM

(14)

 Optimum is verschillend voor verschillende enzymen

INVLOED ZUURGRAAD OP ENZYM

(15)

INVLOED SUBSTRAAT- EN ENZYMCONCENTRATIE

Er treedt Verzadiging op

(16)

 Competitieve remming (reversibel remming)

INVLOED VAN REMSTOFFEN OP ENZYMEN

(17)

 NON- Competitieve remming (irreversibel remming)

INVLOED VAN REMSTOFFEN OP ENZYMEN

(18)

Stap 1 - Opdracht: Kies een artikel per tweetal

Stap 2 - Artikel samenvatten

Lees het artikel door (15 min) – globaal (ga niet in op details)

Maak een samenvatting van 2 zinnen van elke alinea

Omcirkel of Streep in het artikel de belangrijkste punten aan. (alles wat te maken heeft met enzymen)

Stap 3 - Beantwoord de volgende vragen adv de samenvatting

Wat is het doel van het onderzoek?

Voor welke industrie/ richting wordt dit onderzoek gedaan?

Welke rol spelen enzymen in het onderzoek?

Wat hopen ze te bereiken in de toekomst?

Stap 4 – Deel het met de klas; verwerk de vragen in je verhaal

ENZYMEN IN DE INDUSTRIE

(19)

ENZYMEN IN DE INDUSTRIE

http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20060411_appelsap01

(20)

OEFENINGEN

Vraag 1

Vraag 2: stencil opdracht

(21)

 Vertering van eiwitten begint in de maag

SPIJSVERTERINGS ENZYMEN

VERTERING VAN EIWITTEN

voedseldelen

maagportier

vrijkomen maagsap

maag

maagwand

maagsapklieren

vrijkomen maagsap

pepsinogeen pepsine (actief enzym) slijmkliercellen HCl

1 Pepsinogeen en HCl komen vrij in de maag 2 HCl zet pepsinogeen om in pepsine

3 Pepsine activeert meer pepsinogeen en start zo een kettingreactie. Pepsine start de vertering van eiwitten.

(22)

SPIJSVERTERINGS ENZYMEN

VERTERING VAN EIWITTEN

(23)

 Vertering van koolhydraten begint in de mond

SPIJSVERTERINGS ENZYMEN

VERTERING VAN KOOLHYDRATEN

Speeksel bevat het enzym amylase, dat een deel van het zetmeel (amylose) in het voedsel afbreekt tot maltose (een disacharide).

Amylase is werkzaam bij een pH van ongeveer 6 tot 7,5. Het pH optimum is 6,6.

In de twaalfvingerige darm wordt opnieuw amylase toegevoegd. Dat is pancreas amylase uit het pancreassap.

(24)

SPIJSVERTERINGS ENZYMEN

VERTERING VAN KOOLHYDRATEN

(25)

 Vertering van vetten begint in de twaalfvingerige darm

 In de twaalfvingerige darm monden 2 buisjes uit waardoor de spijsverteringssap wordt aangevoerd dat een rol speelt bij de twaalfvingerige darm

1. Gal – een bruingroene bittere vloeistof gemaakt in de lever en bewaard in de galblaas. Gal maakt van grote vetdruppels zeer

kleine vetdruppels (= een emulsie) waardoor de enzymen er beter bij kunnen.

2. pancreassap (alvleessap) bevat een enzym (lipase) dat vet afbreekt tot glycerol en vetzuren

SPIJSVERTERINGS ENZYMEN

VERTERING VAN VETTEN

(26)

 Vertering van vetten begint in de twaalfvingerige darm

SPIJSVERTERINGS ENZYMEN

VERTERING VAN VETTEN

Glycerol

Vetzuur

Vetzuur

Vetzuur

Lipase

Vet Vetzuren en

Glycerol

Vetten (lipiden)

Opgebouwd uit een glycerolmolecuul en drie vetzuurmoleculen = Triglyceride

(27)

Klasse Werking Kenmerkende reactie

EC 1

Oxidoreductasen Katalyseren redoxreacties AH + B → A + BH (gereduceerd) A + O → AO (ge-oxideerd)

EC 2

Transferases

Katalyseren de overdracht van een functionele groep van het ene molecuul naar het andere molecuul

AB + C → A + BC

EC 3

Hydrolasen

Katalyseren de hydrolytische

splitsing van stoffen AB + H2O → AOH + BH

EC 4 Lyases

Voegen toe of verwijderen groepen voor de vorming van dubbele bindingen

RCOCOOH → RCOH + CO2 of [X-A-B-Y] → [A=B + X-Y]

EC 5

Isomerasen

Katalyseren de omvorming van een verbinding in een isomere structuur

AB → BA

EC 6 Ligasen

Verbinden twee moleculen ten koste van een ATP-molecuul (niet bij Rubisco) synthese reactie

X + Y+ ATP → XY + ADP + Pi

6 GROEPEN ENZYMEN (KLASSIFICATIE)

(28)

 EC-nummer

 Zij worden ook geklasseerd met een nummering: het EC - nummer (Enzyme Commission number). Dit nummer is

gebaseerd op de chemische reacties die ze katalyseren. Het EC-nummer bestaat uit 4 getallen en begint met een cijfer dat één van de zes bovenstaande hoofdgroepen (of klassen)

aanduidt. De twee hieropvolgende getallen bepalen de subgroep en de sub-subgroep. Het laatste getal tenslotte

bepaalt specifiek het enzym in de sub -subgroep waarover het gaat. Een voorbeeld is katalase, aangeduid met "EC 1.11.1.6", dit wil zeggen dat het tot klasse 1 (de oxidoreductasen)

behoort, in de subgroep 11 (met een peroxide als acceptor), in de sub-subgroep 1 (er is maar één subgroep in 1.11), en het gaat hier om het 6de enzym (katalase)

EC NUMMER

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De arts kan de diagnose PDS stellen doordat uw klachten voldoen aan de kenmerken van PDS en als er geen klachten zijn die te maken kunnen hebben met een andere ziekte.. Soms

Wanneer u deze adviezen niet heeft opgevolgd, moet u dit altijd voor het onderzoek melden aan de arts die het onderzoek verricht?. Indien u de geneesmiddelen Marcoumar of

Met een dunne naald kunnen we tijdens het onderzoek weefsel verzamelen voor eventueel microscopisch en/of microbiologisch onderzoek.. Dit is

U mag tot drie uur voor het onderzoek nog heldere vloeistoffen drinken: water, koffie of thee (zonder suiker en melk), limonade, bouillon. Wacht met het innemen van eventuele

U kunt de folder Rechten en plichten volwassenen of minderjarigen opvragen bij de balie van het MDL centrum of meer informatie vinden op de website van het ziekenhuis... te

Tijdens een sigmoïdoscopie worden soms kleine ingrepen gedaan, bijvoorbeeld het wegnemen van een stukje weefsel..

polikliniekbezoeken/ consultaties op afstand en/of meer dan 2 onderzoeken bij een ziekte van slokdarm/ maag/. twaalfvingerige darm

Nuchter zijn wil zeggen dat u de avond voorafgaand aan het onderzoek vanaf 20.00 uur niet mag eten, drinken en roken.. Als u suikerziekte (diabetes mellitus) heeft, overleg dan met