• No results found

Review of Vollmer, D. (1994) Alte Geschichte in Studium und Unterricht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Review of Vollmer, D. (1994) Alte Geschichte in Studium und Unterricht"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

K O R T E A A N K O N D I G I N G E N

Afbeelding als bron

B. Kempers ed.,

Openbaring en bedrog. De afbeelding als bron in de Lage Landen (Amsterdam Uni

versity Press, Amsterdam 1995) 203 blz.

f 39,50. ISBN 90 5356 089 0.

Openbaring en bedrog bevat zes artikelen

die zijn voortgekomen uit een studiedag, georganiseerd door de Atlas van Stolk, over de afbeelding als historische bron. De Atlas van Stolk, tegenwoordig een dependance van het Rotterdams Histo risch Museum, omvat een collectie van Prenten, tekeningen en foto's die de vaderlandse geschiedenis documenteren. Deze instelling leverde het leeuwedeel van het verbindende beeldmateriaal in de essays van de auteurs die allen pogen het beeld systematisch in hun beschouwin gen over de vaderlandse geschiedenis te betrekken. Dit houdt in dat, beginnend bij de late Middeleeuwen, kenmerkende aspecten van een periode worden bespro ken, waarbij telkens expliciet wordt gemaakt hoe aan de hand van afbeeldin gen gebeurtenissen verduidelijkt maar °°k gemanipuleerd kunnen worden. Zo brengt Scheller de beeldende kunst als neerslag van een ontluikend identiteitsbe sef in de late Middeleeuwen onder de aan dacht. De ontwikkeling van het vader lands standaardsymbool, de Leeuw, wordt door Kempers besproken. De Jongh maakt duidelijk dat men voor de zeventiende eeuwse kunst een onderscheid moet maken tussen artistieke en sociaal politie ke manipulatie. Grijzenhout bespreekt aan de hand van achttiende eeuwse pren-ten de veranderingen in het gebruik van de karikatuur, terwijl Van Sas laat zien hoe de prent rond 1800 werd ingezet om de e'gen nationale identiteit tegen die van andere naties af te zetten. Bank ten slofte, noudt een, soms wat gemakkelijk, betoog over de visuele biografie van de Oranjes. Wilhelmina placht zich gaarne martiaal te Paard laten uitbeelden, Juliana hield het bij een degelijk damesrijwiel, terwijl het galopperen van Beatrix in een tv docu nientaire door de auteur in verband wordt

jebracht met de vorstelijke drang tot lei geven.

Deze bundel is door Kempers voorzien van een heldere inleiding die nog eens wijst op de onder historici tamelijk vige rende preoccupatie met het woord en het begeleidende wantrouwen voor de verlei-dingskunsten van het visuele. Deze bun del vormt niettemin het bewijs dat die vrees allengs minder wordt en dat het overwinnen van die vrees tot in verbaal en picturaal opzicht prachtige boeken kan leiden.

C A T R I E N S A N T I N G D

Bibliografie Oude Geschiedenis Dankward Vollmer,

Alte Geschichte in Studium und Unter-richt. Eine Einfuhrung mit kommentier-tem Literaturverzeichnis (Steinerk,

Stutt-gart 1994) 205 blz. DM28. ISBN 3 515 06468-0.

Dit werk is een beredeneerde bibliografie voor de Grieks Romeinse geschiedenis, van Bronstijd tot Late Oudheid (plus een klein beetje Byzantium), in al haar aspec ten. Het bestaat uit vijf delen: A. Naslag werken, handboeken, overzichtswerken; B. Bronnen ( k r i t i e k ) . C. Detailstudies (inclusief enkele pagina's Nachbarkultu

ren, historiografie en geschiedtheorie); D.

Vakdidactiek; E. Boekenlijst (wat moet de docent in zijn eigen kast hebben?). Be-halve titels met commentaar staan ver-spreid door het boek ook enkele beschou-wingen over de aard van het vakgebied en handige informatie over citeerwijzen, afkortingen, uitgave-conventies enzo-voort. Het geheel sluit in onderwerpskeu ze goed aan op wat momenteel internatio-naal de zwaartepunten zijn van het oudhistorische onderzoek.

De tekst is primair gericht op studen ten in de Duitse lerarenopleiding en de nadruk ligt dan ook op Duitstalige publi katies. Bij gevolg kan deze bibliografie in de Nederlandse situatie, met zijn grote en groeiende nadruk op Engelstalige litera tuur, als een gezond correctief werken. Natuurlijk zal elke recensent, geconfron teerd met andermans selectie van 1000 titels, de aan dan wel afwezigheid van

(2)

Korte aankondigingen

bepaalde werken betreuren. Ik heb hier niet de ruimte voor opsommingen, maar een vergelijking met bijvoorbeeld de 800 titels in F.G. Naerebout en H.W. Singor, De

Oudheid (Baarn 1995) levert interessante

verschillen op.

Een retrospectieve bibliografie is ver-ouderd op het moment van verschijnen, en een bibliografie op papier ondervindt ernstige concurrentie van nieuwe media (een concurrentie die wel genoemd had mogen worden!). Tegen de veroudering helpt slechts regelmatige herziening; ver-der blijft een papieren bibliografie handig om even snel iets na te kijken (en hij gaat nooit 'down'). Bovendien is dit een selec tieve, systematische, beredeneerde bibli ografie Vollmer en zijn helpers reiken een helpende hand aan wie in de informatie stroom dreigt te verdrinken. Het com mentaar bij de titels is vaak erg beknopt, maar heeft toch zijn nut: inleidingen en dieper gravende studies worden onder scheiden, kritische kanttekeningen ge plaatst enzovoort. Bij steekproeven bleek de tekst foutloos; alleen het register is hier en daar onvolledig.

Voor de Nederlandse docent geschie dénis of klassieke talen is het werk, zeker de delen D en E, te zeer gericht op de Duit se situatie (al kan een vergelijken natuur lijk verhelderend zijn). Maar anderzijds maakt, zoals reeds opgemerkt, de nadruk op de hier te lande vaak verwaarloosde Duitstalige literatuur deze bibliografie voor andere geinteresseerden juist tot een n u t t i g hulpmiddel.

F . G . N A E R E B O U T D

Angst in de Romeinse Oudheid Alfred Kneppe,

Metus temporurn. Zur Bedeutung von Angst in Politik und Gesellschaft der romi sehen Kaiserzeit des l. und 2. Jhdts. n. Chr. (Franz Steiner Verlag, Stuttgart

1994) 410 blz. DM 128. ISBN 3-515 056572.

Dit boek is een 'Habilitationsschrift' dat in 1994 aanvaard is aan de universiteit van Munster. Het verraadt een ruime eruditie en een grote belezenheid in de oudhisto rische vakliteratuur, maar het mist een duidelijke formule. Van alles wordt be

handeld, allerlei vormen van angst en schaamte, bij alle lagen van de bevolking van het Romeinse rijk in de eeuwen van het principaat. Het accent ligt uiteraard op vormen van angst en daardoor gecondi tioneerde gedragingen bij de leden van de hogere standen en de keizers, omdat de antieke teksten die wij kennen zich in hoofdzaak op hen richten. Senatoren, rid-ders en aanzienlijken in de provincies van het Romeinse rijk waren bevreesd voor tirannieke willekeur van de kant van de heersers, de keizers vreesden voor con-spiraties en complotten en iedereen was bang voor rampen en bedreigingen van buiten het rijk. De steden in de provincies waren beducht voor willekeurig ingrijpen van de Romeinse overheden en de leden van de Romeinse bovenlaag waren bang voor gedragingen die inbreuk maakten op hun etikette. Zij zaten in het keurslijf van normen, die hun vrees voor gezichtsver lies en voor opvallend afwijkend gedrag hen oplegde. Sommige keizers doorbra ken die normen en veroorloofden zich vrijheden, die de senatoren en ridders deden huiveren. Keizer Nero bijvoorbeeld (54 - 68 na Chr.) deed mee aan wagenren nen en spelen en schond op die manier de gedragsregels van de Romeinse aanzien-lijken.

Kneppe vertelt maar weinig over vrees en angst onder de lagere standen. Het gebrek aan informatie in de antieke bron nen laat ook niet veel toe.

Het boek bevat veel gegevens voor

stu-diosi die op zoek zijn naar passages in

antieke teksten over alle denkbare vor-men van angst, vrees en schaamte, maar het is geen eenheid en het verdedigt ook niet een bepaalde hypothese. Het theore tische kader is uitgesproken zwak en dat kan bij zo'n onderwerp eigenlijk niet. Parellellen met andere tijdperken en/of cultuurkringen worden niet getrokken. De auteur toont met dit boek aan dat men over een modieus, psychologiserend onderwerp als dit niet kan schrijven uit-sluitend vanuit de traditionele filologi sehe methode. Ondanks het vele werk dat de schrijver ongetwijfeld in deze onder-neming gestoken heeft moeten we hier spreken van een gemiste kans.

L. DE B L O I S D

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

37-41 Caligula (Gaius): gelastte de plaatsing van zijn beeltenis in de synagoge van Alexandrië en Jeruzalem. 79-81 Titus: Vesuvius

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Behalve dat dit een indicator kan zijn voor de (erva- ren) aantrekkelijkheid van het raadslidmaatschap van de betreffende partij, geeft dit ook inzicht in de omvang van

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

Dankzij een overzichtelijke structuur met front- offices onder één overkoepelend merk kan duidelijk worden welke diensten onontbeerlijk zijn voor de verbetering van

gemeenten, bezuinigingen, decentralisaties in het sociale domein en verzelfstandiging) die van invloed zijn op de manier waarop het openbaar bestuur functioneert en zich verhoudt

Deze laatsten bezaten tegenover de steden kennelijk een behoorlijke machtspositie; begrijpelijk genoeg in een tijd waarin heel veel steden dongen naar de deelname van atleten