Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 1
Bijlage I Organisatieschema TNO Telecom
Rien Paulus
Directie
Gerard van Oortmerssen
Personeel &
Organisatie John Stooker
Financiën &
Ondersteuning
John Ouderling (Locatiemanager Gn) Business Innovation
Centre
Business Innovation Teams Gerlof Bosveld
Business Innovation Centre
Johan Bruin Knowledge Innovation
Voice Controlled Services Victor Huisman Knowledge Innovation
Teams Business Innovation
Teams Frank van Aken
Business Innovation Centre
Business Innovation Teams
Communicatie Josée Verbeek Paul Wijdicks Business Creation
Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 2
Bijlage II Innovatieprojecten en strategieën
Typering van innovatieprojecten van Wheelwright & Clark (1992)
De volgende typeringen van product/proces ontwikkelingsprojecten worden volgens Wheelwright en Clark (1992) gehanteerd:
Typering van innovatiestrategieën van Ansoff (1957)
Verschillende strategieën zijn in de aanpak van innovatie te volgen. Volgens Ansoff (1957) wordt dit als volg gedefinieerd:
Huidig product Nieuw product
Huidige markt Marktpenetratie Productontwikkeling
Nieuwe markt Marktontwikkeling Diversificatie
Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 3
Bijlage III Interview onderwerpen van de casestudies
Ik heb gekozen voor interviews in plaats van enquêtes omdat je in het algemeen bij interviews in tegenstelling tot enquêtes van minder mensen diepgaander dingen aan de weet kan komen.
De medewerkers die geinterviewd zijn:
Gerard van Oortmerssen: directeur TNO Telecom
Gerlof Bosveld: manager BIC Mobile in Leidschendam Evert van den Akker: manager Mobile Services, BIC Mobile Egon van de Veer: manager BIT MI2T in Groningen Michel Bais: project manager/consultant Michael Stuurman: technical Consultant
Ruud Schramp: innovator
Paul de Jager: voorzitter KIA
Saša Svitlica: business consultant Natascha Agricola: business consultant Josie Scarr: business consultant
Inge Koopman: projectleider
Esther Huisman: innovator
Sharon Prins: projectleider.
Bij de interviews met de leden van de volgende projecten:
- Internet Video Gateway (IVG);
- Radio Frequency IDentification (RF-ID);
- Customer Experience (CE);
zijn op basis van factoren die in het literatuuronderzoek naar voren kwamen de volgende onderwerpen behandeld:
Productontwikkelingsproces
Wat waren de knelpunten, management inbreng, de structuur, overleggen,
budgetaanvraag, beschikbaarheid van resources, sturing, deadlines, planning, tijd.
Projectmanagement
Hierbij zijn alles aspecten betreffende projectmanagement doorgenomen zoals de beslismomenten, organisatie van de projectfasen, en de activiteiten in de
projectfasen.
Bronnen voor ideegeneratie
Hierbij is er gekeken naar de herkomst van ideeën, van binnen TNO of extern, marktonderzoek.
Het front end proces
Selectie van ideeën, beslismomenten, productdefinitie, business case invulling.
Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 4
Bijlage IV Productcriteria
Productcriteria
Strategische criteria fit met de strategie
bijdrage aan strategische doelstellingen
synergie met portfolio
Financiele criteria payback periode
verdienmodel
risico's
omzet
budget voor beginfasen
Commerciele criteria time to market
marktgrootte
intensiviteit concurrentie
behoefte in de markt
benefits voor de klant
Technische criteria synergie met de techniek
beschikbaarheid resources
fit met de techniek
Operationele criteria synergie met de processen
verantwoordelijkheid
Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 5
Bijlage V Voorbeelden van marktonderzoek
1. Product- en ideeënonderzoek
Bij product- en ideeënonderzoek worden interviews afgenomen met klanten, deskundigen en leveranciers. Doel is het vergaren van ideeën voor nieuwe producten. De opgedane ideeën kunnen vervolgens worden geschift door wederom interviews af te nemen; maar nu met een specifieke doelgroep.
2. Productconcept-onderzoek
Het productidee wordt bij productconcept-onderzoek voorgelegd aan mogelijke gebruikers door middel van een dummy. Met de dummy kan getoond worden hoe men het product moet gaan gebruiken en wat de voordelen zijn. De reacties en bevindingen van de doelgroep kunnen aanleiding zijn onderdelen van het product te wijzigen.
3. Prijsonderzoek
De prijsstelling dient in een vroeg stadium van de productontwikkeling te worden meegenomen. Vaak zijn duurzame producten duurder dan de naaste concurrenten waarmee de prijspositionering van toenemend belang wordt;
Wat accepteert de markt nog? Wat heeft de klant over voor de
duurzaamheidwinst? Bij een prijsonderzoek worden ook indirecte vragen gesteld over bestedingspatronen om te achterhalen wat men "overheeft" voor een innovatie.
4. Pilot of demonstratieproject
Zeker bij duurzame technologie kan het opzetten van een pilot of demonstratieproject zeer tot nut zijn voor de marktacceptatie. Helaas zijn er ook nadelen aan
demonstratieprojecten: de hoge kosten en investeringen brengen een groot risico met zich mee. Bij een demonstratieproject wordt een product onder zo normaal mogelijke omstandigheden in een klein gebied op de markt gebracht en uitvoerig de markt acceptatie geanalyseerd.
Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 6
Bijlage VI Alternatief model 1
Het eerste alternatieve model voor productontwikkeling is hieronder weergegeven.
De beslismomenten zijn aangegeven door de geel gearceerde blokjes met de letter
“D” van decision erin. De besluiten in dit model worden gemaakt door de manager van de afdeling door middel van een beslisdocument. De ideeën worden hier geëvalueerd aan de hand van een economisch model.
1
2
3 4 5 6 7
Ideeën genereren
Screenen
Eisen
Analyseren
Definiëren Realiseren
Ontwerpen
D D
Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 7
Bijlage VII Alternatief model 2
Dit model zal worden vormgegeven door na elk deelproces een beslismoment te leggen, waarbij de besluiten genomen worden door de idee-eigenaar. De ideeën worden hier geëvalueerd door de methode van productidee vergelijking.
1
2
3 4 5 6 7
Ideeën genereren
Screenen
Eisen
Analyseren
Definiëren
Realiseren
Ontwerpen
D D
D D
D D
Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 8
Bijlage VIII Alternatief model 3
Dit model zal bestaan uit 4 beslismomenten aangegeven door de geel gearceerde blokken. De beslismomenten zullen als volgt worden ingedeeld:
1e beslismoment: na het screenen van de ideeën wordt er een beslissing genomen door de medewerkers in samenspraak met de manager van de afdeling.
2e beslismoment: na het analyseren wordt er door de manager van de afdeling een beslissing genomen
3e beslismoment: na het definiëren zal er door het KIA een beslissing worden genomen om de mini business case en globale projectplan uit te werken en budget te verlenen.
4e beslismoment: na het ontwerpen wordt er door de manager, projectmanager en het KIA een besluit genomen.
Er zal door middel van een beslisdocument en een overleg een besluit worden genomen al dan wel/niet door te gaan.
De ideeën in dit model zullen worden geëvalueerd door een benefit measurement methode.
1
2
3 4 5 6 7
Ideeën genereren
Screenen
Eisen
Analyseren
Definiëren
Realiseren
Ontwerpen
D D
D D
Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 9
Bijlage IX Alternatief model 4
In dit alternatief model zal na het screenen, het analyseren en het ontwerpen een besluit worden genomen om wel of niet verder te gaan. De besluiten worden hier genomen door het management team van TNO Telecom middels een
beslisdocument. De selectie van ideeën zal door een portfolioselectie methode worden uitgevoerd.
1
2
3 4 5 6 7
Ideeën genereren
Screenen
Eisen
Analyseren
Definiëren Realiseren
Ontwerpen
D D
D
Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 10
Bijlage X Benefit Measurement methoden
Volgens Cooper (1993) zijn de volgende Benefit Measurement methoden te onderscheiden:
Profielmodellen
In een profielmodel wordt aan de hand van een aantal criteria weergegeven hoeveel informatie er in een tollgate verzameld is. In de betreffende tollgate wordt dit dan vergeleken met een standaard profiel, wat dienst doet als een soort
kwaliteitscontrole. Nadeel hierbij is wel dat er geen GO/NO GO beslissing wordt genomen.
Benefit contribution benadering
Met dit model kan er vastgesteld worden hoe aantrekkelijk een project is ten aanzien van de doelstellingen van het bedrijf. Dit zijn veelal indicaties op het financiële vlak.
De methode zijn geen gedetailleerde gegevens benodigd en zou al in de eerste fasen van het proces kunnen worden gebruikt.
Checklist methoden
Om product ideeën te evalueren is de checklist methode een eenvoudige manier.
Ideeën worden hier geëvalueerd aan de hand van vragenlijsten, waarbij er een onderscheid wordt gemaakt tussen must to meet criteria en nice to have criteria. Er zal dan aan een vastgesteld aantal must to meet criteria moeten worden voldaan om verder te gaan met het idee. De methode is eenvoudig te implementeren en te gebruiken. Aan de ander kant is het zo dat de criteria die op de lijst staan even zwaar worden gewogen.
Scoringsmodellen
De scoringsmodellen zijn een uitbreiding van de checklistmethoden, waarbij de ideeën worden beoordeeld op verscheidene criteria die vervolgens gewogen worden.
Tevens wordt er een onderscheid gemaakt in belangrijke en minder belangrijke criteria. De keuze voor ideeën is dan meer verantwoordelijk dan bij de checklist methode. De methoden hangen dan wel af van de mening van de medewerkers.
Vergelijkende benadering
Bij deze benadering moet personen aangeven welke concepten de voorkeur genieten. Per persoon wordt er een beoordeling gemaakt en naderhand worden de beoordelingen aan de rest van de groep gepresenteerd en behandeld. Vervolgens zal er een keuze gemaakt worden welke doorgaan en welke afvallen. Voordeel van de methode is dat het makkelijk uit te voeren is, er ontstaat discussie en er wordt gestructureerd een keuze gemaakt. Een nadeel hierbij is dat er niet naar de
afzonderlijke criteria wordt gekeken maar naar het hele project. Een ander aspect is dat het kan voorkomen dat de hoogst geklasseerde projecten middelmatig zijn omdat geen van de ideeën echt geschikt is.
Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 11
Bijlage XI Selectiecriteria
Selectiecriteria 1e screen 2e screen 3e screen
Strategische factoren
Fit met de strategie
Bijdrage aan strategische doelstellingen
Synergie met portfolio
Financiële factoren
Payback periode
Verdienmodel
Risico's
Omzet
Budget voor beginfasen
Commerciële factoren
Time to market
Marktgrootte
Intensiviteit concurrentie
Behoefte in de markt
Benefits voor de klant
Marktrijpheid
Inspelen op trends
Onderscheidendheid tov de concurrentie
Synergie met marketing MoS
Technische factoren
Synergie met de techniek
Beschikbaarheid resources
Fit met de techniek
Factoren mbt organisatie MoS
Synergie met de processen
Verantwoordelijkheid
Telecom Innovatie Model (TIM)
Roel Schuiling 12
Bijlage XII Beslissingsmodellen
De volgende beslissingsmodellen worden volgens Baker en Albaum (1986) onderscheiden:
Het Lexicografische model
In dit model wordt op grond van gepercipieerde belangrijkheid de criteria
gerangschikt en wordt er een keuze gemaakt. Per criterium worden de ideeën met elkaar vergeleken totdat een idee beter is dan andere.
Het Conjunctieve model
Op basis van of een product wel of niet voldoet aan de evaluatiecriteria zal er in dit model een GO/NO GO beslissing worden genomen. Een product moet op z’n minst voldoen aan een minimum waarde van de criteria.
Het linear compensatory model
Per criterium wordt er aan ieder productidee een score gegeven, waarbij elk criterium een wegingsfactor heeft. Per criterium worden de scores vermenigvuldigd met de wegingsfactoren en opgeteld. Vervolgens zal idee met de hoogste score worden geselecteerd.
Het Disjunctieve model
Wanneer een idee een goede score heeft op een aantal gespecificeerde criteria zal het in dit model tot de keuze behoren. De score op de andere criteria is niet meer van belang.