• No results found

Working Capital

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Working Capital "

Copied!
105
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Working Capital

Management

~ Een beleidsmatige benadering~

(2)

Working Capital Management

~een beleidsmatige benadering~

Het ontwerpen van een strategisch beleid ter optimalisering van de cash conversion cycle.

Auteur: Mark van Ommen

Studentnummer: 1273345

Afstudeerbegeleiders: Drs. E. Postma

Drs. A. Smeenge RA

Begeleiders KT: T. van Heijgen

P. Gros

De auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het afstudeerverslag. Het auteursrecht van het afstudeerverslag berust bij de auteur.

(3)

Voorwoord

De afgelopen zes maanden ben ik bij Kender Thijssen te Veenendaal werkzaam geweest op de afdeling Finance & Business Control. Het onderzoek dat ik hier heb uitgevoerd en de bijbehorende scriptie, vormen de laatste fase van de studie Bedrijfswetenschappen aan de RijksUniversiteit te Groningen.

Mijn dank gaat ten eerste uit naar iedereen op de afdeling Finance & Business Control bij Kender Thijssen. Dankzij hen zijn de afgelopen zes maanden zeer aangenaam geweest. In het bijzonder wil ik hierbij Timme van Heijgen en Peter Gros bedanken voor hun feedback en medewerking.

Voorts wil ik Ed Postma bedanken voor zijn begeleiding. Steeds wist hij nuttige adviezen aan te dragen die mij hebben geholpen het onderzoek te vormen. Bovendien hebben we het restaurant bij strand Nulde mooier en vooral duurder zien worden.

Ook wil ik drs. A. Smeenge RA bedanken voor zijn feedback op de conceptrapportage.

Het afgelopen halfjaar heb ik me kunnen bekwamen in een vakgebied, heb ik dit vakgebied in de praktijk kunnen toepassen en heb ik bovendien een leuke tijd gehad.

Mark van Ommen

Groningen, 15 September 2005

(4)

Managementsamenvatting

Het doel van dit onderzoek was het ontwerpen van een working capital management beleid voor Kender Thijssen. Er is gekozen voor vijf onderdelen. Het eerste onderdeel is een overkoepelend beleid voor de gehele werkkapitaalcyclus of cash conversion cycle.

Daarnaast zijn er beleidsstukken ontworpen voor respectievelijk crediteurenbeheer, debiteurenbeheer, voorraadbeheer en het rente- en valutamanagement.

Om tot een optimaal beleid te komen zijn er drie informatiebronnen onderzocht. Eerst is een analyse gemaakt van externe omstandigheden die invloed hebben op het working capital management van Kender Thijssen, zoals de veranderende wet- en regelgeving.

Ten tweede is er een theoretisch kader opgebouwd. Tenslotte is de huidige situatie binnen Kender Thijssen geanalyseerd.

Uit deze deelonderzoeken is een verzameling aandachtspunten en ontwerpeisen naar voren gekomen. Deze lijst vormde het uitgangspunt bij het ontwerpen van het beleid.

Per onderdeel is er een exploratie van de mogelijkheden gemaakt en een beleidsontwerp. Deze ontwerpen zijn vervolgens getest door ze te laten beoordelen op realisme, volledigheid en toepasbaarheid. Hieruit is een herontwerp tot stand gekomen.

Dit beleid is gericht op de volgende doelen:

• Liquiditeit vrij maken uit de werkkapitaalcyclus door deze te verkorten

• Kosten binnen de werkkapitaalcyclus verlagen

• Kortom, aandeelhouderswaarde creëren

• Bij dragen aan organisationele control en compliance met wet- en regelgevingen Aan de hand van het beleidsontwerp zijn de volgende verbeterpunten geformuleerd:

Cash conversion cycle:

• Draagvlak creëren binnen de organisatie. Vooral debiteurenbeheer en crediteurenbeheer moeten niet gezien worden als een taak van alleen Finance &

Business Control. De nadruk komt vanuit wet- en regelgeving steeds meer te liggen op cash flows in plaats van omzet. Het belang hiervan moet dus duidelijk gemaakt worden.

• Het invoeren van meer periodieke reviews waarin de prestaties op het gebied van de cash conversion cycle worden besproken.

• Het invoeren van KPI’s om zowel business teams als Finance & Business Control verantwoordelijk te maken voor hun deel van de werkkapitaalcyclus.

• Het invoeren van een verplichtingenregister en de frequentie van de latest estimate verhogen. Op deze manier wordt de liquiditeitenplanning accurater.

Bovenstaande maatregelen dienen ter verbetering van de cash conversion cycle als geheel. Momenteel is de waarde die in deze cyclus vastligt zo’n 10 miljoen Euro.

Verbetering op alle onderdelen door betere samenwerking kan dit bedrag aanzienlijk verkleinen. Wanneer bijvoorbeeld de gemiddelde betalingstermijn van debiteuren teruggebracht wordt van 50 naar 41 dagen en de omloopsnelheid van de voorraad van 30 naar 26, dan verlaagt dit de waarde in de cash conversion cycle met 3 miljoen Euro.

Wanneer de liquiditeitenplanning van Kender Thijssen accurater wordt, betekent dit dat

er een veel kleinere buffer kan worden aangehouden. Dit scheelt letterlijk miljoenen

Euro’s. Deze Euro’s kunnen elders in de organisatie rendabeler worden besteed.

(5)

Crediteurenbeheer:

• Het invoeren van richtlijnen voor het nemen van handelskortingen.

Een handelskorting werkt weliswaar verlengend op de cash conversion cycle, maar is toch bijna altijd rendabel. Wanneer structureel gebruik gemaakt kan worden van handelskortingen van 1 procent (binnen 10 dagen ipv 40 dagen), levert dit op elke duizend Euro ongeveer 6 Euro op. Dit betekent dat het benutten van een handelskorting 6 procent meer rendement oplevert dan het vasthouden van crediteurengelden ter financiering van de cash conversion cycle.

Debiteurenbeheer:

• Het verbeteren van de klachtenprocedure. Hierbij hoort een periodieke review. Dit zal bijdragen aan het verkorten van de cash conversion cycle.

De klachtenprocedure vormt een bottleneck in de customer-to-cash cyclus. Een uitgevoerde Receivables Quality Equation analyse geeft aan dat de kwaliteitsscore van de debiteurenportfolio met 50 procent onder de maat is. Deze klachten zijn vaak eenvoudig op te lossen. Het verlagen van de gemiddelde debiteurentermijn met 4 dagen leidt al tot een verlaging van de waarde in de cash conversion cycle van 1 miljoen Euro.

Rente- en valutamanagement:

• Het gebruik maken van rente- en valuta-instrumenten om kosten te verlagen en valutaverlies te beperken. Eventueel dient hiervoor training plaats te vinden.

• Vernieuwen van de kredietovereenkomst met de bank. Hierbij kan eventueel een poolingovereenkomst worden afgesloten.

De huidige kredietovereenkomst is niet meer marktconform en hier kan dus op worden bespaard. Pooling kan voor Kender Thijssen (bij 1 miljoen credit en 5 miljoen debet) een besparing van zo’n 40.000 Euro betekenen.

Door gebruik te maken van valuta-instrumenten kan Kender Thijssen haar valutaverlies

aanzienlijk inperken.

(6)

INLEIDING... 3

1. KENDER-THIJSSEN ... 3

1.1 J

URIDISCHE ENTITEITEN

... 3

1.2 Z

ES BUSINESS TEAMS

... 3

1.3 F

INANCE

& B

USINESS

C

ONTROL

... 3

2. WORKING CAPITAL MANAGEMENT ... 3

2.1 T

HE

W

ORKING

C

APITAL

C

YCLE

... 3

2.2 D

OELEN VAN WORKING CAPITAL MANAGEMENT

... 3

2.3 O

NDERDELEN VAN WORKING CAPITAL MANAGEMENT

... 3

3. ONDERZOEKSOPZET ... 3

3.1 P

ROBLEEMSTELLING

... 3

3.2 O

PZET VAN HET ONDERZOEK IN ENGERE ZIN

... 3

4. ONDERZOEKSORGANISATIE ... 3

4.1 M

ETHODEN VAN DATAVERZAMELING

... 3

4.2 D

ATA

-

ANALYSE

... 3

4.3 P

LANNING ONDERZOEK

... 3

5. EXTERNE OMGEVING ... 3

5.1 D

E

ICT-

MARKT

... 3

5.2 O

NTWIKKELINGEN IN WETGEVING

... 3

5.3 G

ELDMARKTSITUATIE

... 3

5.4 C

ONCLUSIES EN IMPLICATIES

... 3

6. THEORETISCH KADER... 3

6.1 C

ASH CONVERSION CYCLE

... 3

6.2 C

REDITEUREN

... 3

6.3 D

EBITEUREN

... 3

6.4 V

OORRAAD

... 3

6.5 R

ENTE EN VALUTA

... 3

6.6 C

ONCLUSIES EN IMPLICATIES

... 3

7. WCM BIJ KENDER THIJSSEN... 3

7.1 C

ASH CONVERSION CYCLE

... 3

7.2 C

REDITEUREN

... 3

7.3 D

EBITEUREN

... 3

7.4 V

OORRAAD

... 3

7.5 R

ENTE EN VALUTA

... 3

7.6 V

ISIES OP WORKING CAPITAL MANAGEMENT

... 3

7.7 C

ONCLUSIES EN IMPLICATIES

... 3

8. ONTWERP ... 3

8.1 C

ASH CONVERSION CYCLE

... 3

8.2 C

REDITEUREN

... 3

8.3 D

EBITEUREN

... 3

8.4 V

OORRAAD

... 3

8.5 R

ENTE EN VALUTA

... 3

8.6 H

ERONTWERP

... 3

9. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ... 3

(7)

9.1 D

EELVRAGEN

... 3

9.2 A

ANBEVELINGEN

... 3

9.3 R

EFLECTIE

... 3

9.4 S

LOTWOORD

... 3

BIJLAGE 1: REFERENTIES... 3

BIJLAGE 2: BEGRIPPENOVERZICHT ... 3

BIJLAGE 3: FIGURENOVERZICHT ... 3

BIJLAGE 4: UITGEBREIDE INFORMATIE OVER KENDER THIJSSEN... 3

4.1 O

NTSTAANSGESCHIEDENIS

... 3

4.2 M

ISSIE

,

VISIE EN DOELEN

... 3

4.3 K

ENDER

T

HIJSSEN

... 3

BIJLAGE 5: RICHTLIJNEN CREDITEURENBEHEER ... 3

BIJLAGE 6: RICHTLIJNEN CREDITEURENBEH. TOEGEPAST OP KENDER THIJSSEN... 3

BIJLAGE 7: RICHTLIJNEN DEBITEURENBEHEER TOEGEPAST OP KENDER THIJSSEN .... 3

(8)

Inleiding

Op vliegveld A staan twee vliegtuigen. Het eerste toestel is een groot passagiersvliegtuig met alle denkbare luxe en een capaciteit van 400 inzittenden, hierna te noemen vliegtuig X. Het tweede is een klein, sober, chartervliegtuigje, hierna te noemen vliegtuig Y. Van de buitenkant ziet X er vele malen betrouwbaarder uit dan Y.

Het kleine toestel is al wat ouder en is niet geheel zonder beschadigingen. Beide machines zullen over enkele minuten koers zetten richting vliegveld B, een kleine vierduizend kilometer verderop.

X heeft een kerosineverbruik van vijfhonderd liter per duizend kilometer. Het toestel heeft een tank voor tweeduizend liter, normaal gesproken dus genoeg om de vlucht over een kleine vierduizend kilometer af te leggen. Y verbruikt per duizend kilometer gemiddeld tweehonderd liter kerosine. Er is een tank met een capaciteit van driehonderd liter.

De maatschappij die vliegt met Y heeft contracten met diverse luchthavens waar tussenstops gemaakt kunnen worden om bij te tanken. Elke duizend kilometer maakt toestel Y zo´n stop. Toestel X heeft een dergelijk contract vanzelfsprekend niet nodig, omdat men op een enkele tank vliegveld B kan bereiken.

Beide vliegtuigen vertrekken en onderweg gebeurt er iets onverwachts. Beide vliegtuigen worden slachtoffer van een brandstoflek en verliezen een kwart van hun brandstof. De rest laat zich raden.

Vele auteurs en professionals hebben geld al omschreven als de brandstof van een onderneming. Bovenstaande analogie illustreert een aantal dingen. Ten eerste hebben grote organisaties net zoals grote vliegtuigen een grotere geld- cq brandstofbehoefte.

Ten tweede kan een organisatie er op papier erg gezond uitzien, maar slachtoffer worden van het feit dat geld niet op de juiste momenten aanwezig is. Een bedrijf analoog aan vliegtuig Y, zou haar kasinstromen beter hebben geregeld.

In het kader van deze problematiek wordt in dit onderzoek toegewerkt naar een working capital management beleid voor Kender Thijssen. Elk hoofdstuk beschrijft een stap om tot dit beleid te komen.

In het eerste hoofdstuk wordt de organisatie Kender Thijssen beschreven.

Het tweede hoofdstuk dient als een inleiding op het vakgebied working capital management. Er worden verschillende definities uit de literatuur aangehaald en uiteindelijk wordt er een afbakening gekozen die voor dit onderzoek relevant is.

De eerste twee hoofdstukken betreffen vooronderzoek en vormen de input voor de onderzoeksopzet.

Hoofdstuk drie en hoofdstuk vier beschrijven respectievelijk de onderzoeksopzet en de onderzoeksorganisatie. Eerstgenoemde is conceptueel van aard en laatstgenoemde beschrijft de praktische aanpak.

Hoofdstuk vijf biedt een beschrijving van de relevante externe omgeving. Hierin worden

externe factoren besproken die van invloed zijn op het te voeren beleid. In dit hoofdstuk

(9)

zal ook de relevantie van een effectief en efficiënt working capital management beleid duidelijk worden.

In hoofdstuk zes wordt een theoretisch kader opgebouwd. Het doel hiervan is ten eerste het vergaren van ontwerpeisen voor het uiteindelijke beleid. Daarnaast helpt het theoretisch kader bij het analyseren van de huidige situatie.

Deze huidige situatie komt in het zevende hoofdstuk aan de orde. De huidige gang van zaken op het gebied van working capital management wordt hier beschreven. Ook hieruit komen aandachtspunten voor het uiteindelijke ontwerp.

In hoofdstuk acht wordt het beleid ontworpen. Dit gebeurt met de in hoofdstuk vijf, zes en zeven opgedane inzichten. Het ontwerp wordt vervolgens getest en eventueel aangepast.

De conclusies en aanbevelingen, tenslotte, zijn het onderwerp van hoofdstuk negen.

(10)

1. Kender-Thijssen

~The part can never be well unless the whole is well~

Plato

Het doel van dit hoofdstuk is het beschrijven van de structuur van de organisatie Kender Thijssen. Deze structuur speelt een grote rol in het te ontwerpen beleid en dus is kennis hierover van essentiëel belang.

Kender Thijssen is een ICT-dienstverlener met een breed scala aan diensten. Men levert en adviseert over tijdelijke en permanente telecommunicatie- en ICT-voorzieningen.

Kender Thijssen verhuurt en verkoopt hard- en software, ontwikkelt en implementeert kostenbesparende informatie- en communicatie-infrastructuren, en onderhoudt en beheert deze. Het bedrijf richt zich primair op middelgrote ondernemingen en (semi)- overheidsinstellingen van 100 tot 1,000 werkplekken. Kender Thijssen kan ook worden ingeschakeld voor monitoring, beheer en onderhoud van volledige ICT-infrastructuren of delen daarvan. In dit hoofdstuk volgt een korte beschrijving van de structuur van de organisatie. Voor meer informatie over de historie van Kender Thijssen en haar missie, visie en doelen wordt verwezen naar bijlage 4.

1.1 Juridische entiteiten

De Kender Thijssen groep is als volgt gestructureerd. In totaal zijn er acht juridische entiteiten in de Kender Thijssen Beheer groep. De Beheer groep bestaat uit een aparte werkmaatschappij (Remarkable Systems B.V.) en een tussenholding (Kender Thijssen Holding B.V.). Onder de tussenholding zijn vijf werkmaatschappijen geplaatst. Deze vijf bedrijven zijn actief op het gebied van ICT. Elk bedrijf is een zelfstandige vennootschap, echter wel met de opdracht middels samenwerking de synergie te bevorderen.

Remarkable systems is het onderdeel dat remarketed computerapparatuur verkoopt.

Daarnaast bestaat Kender Thijssen uit zes business units. Ten eerste is er de business unit computerverhuur. Daarnaast zijn er nog vijf business units die onder Kender Thijssen Solutions B.V. vallen. Kender Thijssen Computerlease B.V. heeft haar commerciële activiteiten in 1999 gestaakt.

Overzicht organisatie Kender Thijssen Beheer groep

Kender Thijssen Computerlease B.V. (NL) Kender Thijssen Computerverhuur B.V. (NL)

Kender Thijssen Solutions B.V. (NL)

Kender Thijssen Computer Rentals N.V. (BE) Kender Thijssen Solutions N.V. (BE) Kender Thijssen Holding B.V.

Directie

Remarkable Systems B.V. (NL) Kender Thijssen Beheer

Figuur 1: Organisatie Kender Thijssen Beheer groep

(11)

1.2 Zes business teams

Kender Thijssen Holding B.V. Bestaat uit zes business units. Ten eerste is er de business unit computerverhuur, welke onder een aparte BV geplaatst is. De overige vijf business units bevinden zich onder de BV Kender Thijssen Solutions:

• Infrastructure & Business solutions

• ICT producten

• Telecom

• Service & Beheer

• European Repair & Parts Services

Ook voor België is er een aparte Solutions BV en een Computerverhuur BV

Daarnaast is er nog Remarkable Systems, het onderdeel dat remarketed computerapparatuur verkoopt. Dit onderdeel opereert niet onder de kleuren en naam van Kender Thijssen. Het is wel onderdeel van dit onderzoek.

Voor meer informatie over de verschillende business teams wordt verwezen naar bijlage 4.

1.3 Finance & Business Control

Kender Thijssen heeft een afdeling Finance & Business Control. Deze afdeling ressorteert onder de Manager Finance & Business Control en heeft tot doel het tijdig, juist en volledig verwerken van financiële gegevens tot financiële management informatie voor zowel interne als externe doeleinden.

1

Finance & Business control is tevens verantwoordelijk voor de boekhouding en de salarisadministratie.

De aparte BV’s computerverhuur en remarkable systems dragen allebei zorg voor hun eigen administratie.

Dit onderzoek is uitgevoerd op de afdeling Finance & Business Control.

1 Afdelingshandboek Finance & Control Kender Thijssen

(12)

2. Working Capital Management

~No complaint... is more common than that of a scarcity of money~

Adam Smith, The Wealth of Nations, Book II, Chapter II

Het doel van dit hoofdstuk is het verrichten van enig vooronderzoek betreffende het vakgebied working capital management. Er zal een beeld worden geschetst van wat working capital management precies inhoudt en welke plaats het inneemt in de organisatie. Vervolgens zal worden bepaald welke afbakening wordt gemaakt in dit onderzoek. Hoofdstuk twee geldt dus als input voor de onderzoeksopzet.

Scherr

2

deelt het financiële management van een bedrijf op in drie delen. Capital budgeting is het managen van lange termijn activa. Capital structure is het managen van lange termijn kapitaal. Working capital management tenslotte, is het managen van korte termijn activa en schulden.

Figuur 2: Positie working capital management

Onderwerp van dit onderzoek is het working capital management. In dit onderzoek wordt cash flow management beschouwd als een grotendeels overlappend, maar iets smaller vakgebied.

2 Frederick C. Scherr, Modern working capital management, 1989: 1

Financial management of a firm

Capital budgeting

Capital structure

Working capital

management

(13)

2.1 The Working Capital Cycle

In bovenstaand figuur van Scherr

3

is aan de linkerzijde de werkkapitaalcyclus te zien. Dit is de cyclus waarin de operationele bedrijfsvoering van het bedrijf zich bevindt. In feite begint deze cyclus bij het omzetten van geld in arbeid en grondstoffen. Deze worden vervolgens via het productieproces omgezet in voorraden. Via het verkoopproces worden deze gelden omgezet in debiteuren. Na betaling wordt het weer in geld omgezet.

2.2 Doelen van working capital management

Het hoofddoel van cash flow management is het hebben van voldoende geld wanneer het nodig is. Dit wordt onderstreept door Mamis

4

(“The goal of good cash-flow management ought to be obvious: to have enough cash on hand when you need it”) en Sagan

5

(“having funds available to meet current expenditures or for investment”). Het belangrijkste doel van modern working capital management is het verminderen van de waarde in de werkkapitaalcyclus om zo aandeelhouderswaarde te creëren.

Ross et al.

6

vatten de doelen van working capital management samen als het plannen, monitoren en managen van liquide middelen. Het reduceert het risico van verliezen en heeft een positieve invloed op netto winsten.

Uit deze globale doeleinden leidden zij tien specifiekere functies van working capital management af.

3 Frederick C. Scherr, Modern working capital management, 1989: 4

4 Robert A. Mamis, Money in, money out, in Inc. Magazine, Mar 1993: 2

5 John Sagan, Toward a theory of working capital management, in The journal of finance, mei 1955: 122

6 Derek Ross, Ian Clark en Serajul Taiyeb, International treasury management, 1987: 1 Figuur 3: Working capital cycle

(14)

Moir

7

vat de doelen van working capital management samen in drie woorden. Liquidity, een bedrijf moet op het juiste moment aan zijn verplichtingen kunnen voldoen. Safety, investeringen moeten niet blootgesteld worden aan waardeverminderingsrisico’s en leenfaciliteiten dienen beschikbaar te zijn indien nodig. Profitability, wanneer aan de eerste twee doelen is voldaan, kan gekeken worden hoe de hoogste winstgevendheid bereikt kan worden.

2.3 Onderdelen van working capital management

Er bestaan verschillende standpunten over welke onderdelen behoren tot het working capital management. Er bestaat echter veel overlap tussen deze standpunten.

Het is mogelijk een opdeling te maken in het managen van bankrekeningen en bankrelaties enerzijds en het managen van de cashflow time line anderzijds. Onder laatstgenoemde vallen onder andere afspraken met leveranciers, krediettermijnen voor afnemers en het beheren van voorraden. Deze indeling wordt gebruikt door Ross et al

8

. Checkley

9

noemt de onderdelen van de werkkapitaalcyclus als onderdelen die beheerst moeten worden. In zijn model zijn dit de componenten cash, creditors, overheads, labour, work in progress, finished goods en debtors. Daarnaast noemt hij drie belangrijke methoden om een beter beeld van de kasstromen van een bedrijf te krijgen. Dit zijn:

• Het anticiperen op het gedrag van kasstromen

• De kwetsbaarheid van kasstromen analyseren

• De volatiliteit van kasstromen analyseren

7 Lance Moir, The act guide to managing liquidity, 1992: 4

8 Derek Ross, Ian Clark en Serajul Taiyeb, International treasury management, 1987: 3

9 Keith Checkley, Cash is king: A practical guide to strategic cash management, 1994: 10

1. To maintain the ability to pay obligations as they become due.

2. To ensure the availability of funds at the right time, in the right place, in the right currency, and at an acceptable cost.

3. To reduce borrowing requirements and interest expense.

4. To minimise idle balances.

5. To maximise after-tax earnings on surplus funds.

6. To keep foreign currency exposure and transaction costs as low as possible.

7. To improve credit control and reduce customer payment delays, leading to greater cash generation.

8. To reduce bank charges.

9. To make possible increased remittances to the parent company from divisions, branches and subsidiaries.

10. To reduce tax liabilities.

Figuur 4: Specifiekere functies working capital management naar Ross et al.

(15)

Een derde optie is het opdelen van het vakgebied in de volgende vier onderdelen:

• Kasstromen en het voorspellen ervan

• Investeringen en leningen tot 1 jaar

• Beschikbaarheid van leenfaciliteiten

• Rente management

Deze afbakening wordt gebruikt door Moir

10

. Hij gebruikt hiervoor de term liquiditeitsmanagement. Hoewel Moir zich wel richt op de kasstromen van de onderneming, is er in zijn benadering geen plaats voor het valutamanagement over deze kasstromen.

Het is ook mogelijk om werkkapitaalmanagement op te delen in revenue management (debiteuren), expenditure management (crediteuren) en supply chain management (voorraden). Deze benadering wordt gebruikt door Hall

11

die hiervoor een door ‘REL consultancy group’

12

ontwikkeld model gebruikt.

Wanneer hier cash and ‘near cash securities’ bij worden gevoegd, ontstaat de benadering die Havoutis

13

gebruikt. Voorbeelden van ‘near cash securities’ zijn commercial paper en treasury bills:

• Geld en ‘near cash securities’

• Debiteuren & crediteuren

• Voorraden

John Sagan

14

geeft aan dat er een ‘money manager’ moet zijn en dat zijn taken niet liggen op het gebied van debiteuren, crediteuren en voorraden. Zijn taken liggen primair op het gebied van kasstromen.

Cash flow management en working capital management kunnen ook als twee verschillende concepten worden beschouwd. Chastain et al.

15

hanteren deze visie. Zij laten voorraden dan ook weg en richten zich puur op de kasstromen van en naar de onderneming.

Scherr

16

tenslotte ziet working capital management als het managen van de activa en passiva in de bovenste helft van de balans

17

. Hieronder vallen bijvoorbeeld de activa kas, debiteuren, voorraden en vooruitbetaalde uitgaven. Voorbeelden van passiva die onder working capital management vallen zijn crediteuren en te betalen loonkosten.

Bovenstaande visies en definities maken duidelijk dat er subtiele verschillen zijn in de manier waarop het vakgebied kan worden beschouwd. Over het algemeen geldt echter dat het bestaat uit de werkkapitaalcyclus (crediteuren, voorraden, debiteuren, cash). De drie subcycli van de werkkapitaalcyclus zijn in het figuur hieronder weergegeven.

10 Lance Moir, The act guide to managing liquidity, 1992: 2

11 Chris Hall, Total working capital management, in AFP exchange, Nov/Dec2002: 26

12 REL consultancy group is gespecialiseerd in working capital management

13 Nicholas Havoutis, Profitability in the balance, in Treasury & cash management, Nov/Dec 2003: 35

14 John Sagan, Toward a theory of working capital management, in The journal of finance, mei 1955: 122

15 Clark E. Chastain, Thomas A. Cianciolo, Strategies in Cash-flow management, in Business Horizons, Mei/Jun 1986: 66

16 Frederick C. Scherr, Modern working capital management, 1989: 1

17 In de Amerikaanse situatie; volgens het Nederlandse besluit modellen jaarrekening is het de onderste helft van de balans

(16)

Cash

Voorraden

Debiteuren Rente- en valuta

management

Cash conversion cycle Werkkapitaal

-cyclus Crediteuren

Figuur 5: Drie subcycli van de werkkapitaalcyclus18

2.3.1 Onderdelen binnen dit onderzoek

In dit onderzoek zal worden gekozen voor een complete benadering van working capital management. Dit biedt namelijk de mogelijkheid om voor Kender Thijssen een integraal beleid te ontwerpen. Dit betekent dat crediteuren, debiteuren, voorraden en cash management worden meegenomen. Dit is gevisualiseerd in figuur 6. Het onderdeel cash conversion cycle is te typeren als het totale overzicht van het werkkapitaal van de onderneming. Voor de onderdelen cash en rente- en valutamanagement geldt dat deze zijn beperkt tot de invloed op werkkapitaal. Langlopende financieringen zijn dus geen onderdeel van dit onderzoek. Het betreft hier dus de rente- en valuta-invloeden op de stroom van debiteuren naar geld, op bankrekeningen en van geld naar debiteuren.

18 Chris Hall, Total working capital management, in AFP exchange, Nov/Dec2002: 26 Figuur 6: Afbakening ontwerp

(17)

3. Onderzoeksopzet

~The most incomprehensible thing about the world is that it is comprehensible~

Albert Einstein

Volgens De Leeuw

19

is het doel van de probleemstelling tweeledig:

• Afstemming met de klant

• Interne sturing van het onderzoek

De onderzoeksvariant die in dit onderzoek wordt gebruikt is de klassieke variant van De Leeuw

20

. Deze methode is gekozen vanwege haar stapsgewijze benadering om tot dataverzamelingsmethoden te komen. Er worden namelijk eerst inhoudelijke deelvragen opgesteld waaruit vervolgens methodische deelvragen worden afgeleid. Hierdoor wordt de onderzoeker gedwongen om na te denken over de beste methoden om het gewenste resultaat te bereiken.

Deze methode begint voorts met een conceptuele probleemstelling, waarna het onderzoek in engere zin wordt vormgegeven.

De klassieke variant van De Leeuw helpt richting te geven aan het onderzoek en helpt duidelijke afbakeningen te maken. In dit onderzoek zal de vierde stap uit deze methodologie worden aangepast. Deze stap is normaliter de analyse en verwerking van data. Nu zal het een ontwerpfase zijn.

De stappen die gevolgd zullen worden zijn:

Stap 1: Probleemstelling

Stap 2: De opzet van het onderzoek in engere zin

Stap 3: Verzamelen van gegevens (literatuur, intern, extern)

Stap 4: Ontwerpfase (programma van eisen, ontwerp, testen, herontwerp) Stap 5: Rapportage

Stap 1 en 2 vormen samen de onderzoeksopzet.

In dit onderzoek wordt een beleid ontworpen. Het onderzoek is dan ook te classificeren als beleidsondersteunend onderzoek.

3.1 Probleemstelling 3.1.1 Het probleem

Kender Thijssen groeit. De omzet groeit en de winstgevendheid groeit. Bij veel bedrijven en ook bij Kender Thijssen leeft het besef dat working capital management steeds belangrijker wordt, zeker in een groeiende organisatie.

De hoofddoelstellingen van Kender Thijssen zijn het boeken van groei en winst, het positioneren als ICT huisleverancier en het worden van strategische ICT partner voor bedrijven.

19 A.C.J. de Leeuw, Bedrijfskundige methodologie, 2001: 86

20 A.C.J. de Leeuw, Bedrijfskundige methodologie, 2001: 85

(18)

Cash

Voorraden

Debiteuren Rente- en valuta

management

Cash conversion cycle Werkkapitaal-

cyclus Crediteuren

Een van de subdoelstellingen die hiervoor zijn geformuleerd is het bewerkstelligen van een effectieve en efficiënte organisatie. Hierbij speelt ook het working capital management een rol van betekenis.

Men heeft echter nog weinig beleid geformuleerd op dit gebied. Het doel van dit onderzoek is dan ook het ontwerpen van een working capital management beleid voor Kender Thijssen.

3.1.2 Doelstelling, Vraagstelling, Onderzoeksvragen

Doelstelling

Het doel van dit onderzoek is het ontwerpen van een working capital management beleid voor Kender Thijssen. Dit beleid moet bijdragen aan het strategische doel efficiëntie en effectiviteit, hetgeen weer bij moet dragen aan het boeken van groei en winst.

Vraagstelling

Rekening houdende met Kender Thijssens interne en externe omgeving, hoe dient haar working capital management beleid eruit te zien op het gebied van debiteurenbeheer, crediteurenbeheer, voorraadbeheer, rente- en valuta management en de gehele werkkapitaalcyclus, teneinde optimaal bij te dragen aan de ondernemingsdoelstellingen?

Inhoudelijke onderzoeksvragen:

1. Welke eisen worden er vanuit de externe omgeving van Kender Thijssen gesteld aan haar working capital management?

2. Welke eisen worden er vanuit de interne omgeving van Kender Thijssen gesteld aan haar working capital management?

3. Op basis van haar interne en externe omgeving en op basis van theorie, hoe moet het working capital management beleid van Kender Thijssen eruit zien?

Methodische onderzoeksvragen:

1. Hoe zijn de gegevens over de externe factoren die invloed hebben op het working capital management van Kender Thijssen te achterhalen?

2. Hoe zijn de gegevens over de interne factoren die invloed hebben op het working capital management van Kender Thijssen te achterhalen?

3. Hoe kan een beleid geformuleerd worden op het gebied van working capital management, rekening houdend met interne en externe invloeden?

De methodische deelvragen zullen in het hoofdstuk onderzoeksorganisatie gebruikt worden om tot dataverzamelingsmethoden te komen.

3.1.4 Afbakening en aggregatieniveau

Het onderzoek zal plaatsvinden op beheerniveau. Het aggregatieniveau hierbij is het strategische en tactische niveau. De focus zal liggen op het working capital management systeem.

Voorts zal het onderzoek beperkt worden tot Kender Thijssen Nederland.

De vakinhoudelijke afbakening, zoals gekozen in hoofdstuk twee, is te zien in

onderstaand figuur.

(19)

3.1.5 Randvoorwaarden

Productrandvoorwaarden:

• Debiteurenbeleid is reeds geformuleerd en wordt niet herontworpen.

• Bij het ontwerpen van het systeem moet rekening worden gehouden met de organisatiedoelen van Kender Thijssen.

Procesrandvoorwaarden:

• Begin september adviesrapport afleveren: 6 maanden.

• Onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van manager finance en business control en financieel manager van Kender Thijssen.

3.2 Opzet van het onderzoek in engere zin 3.2.1 Onderzoeksmodel

Figuur 7: Onderzoeksmodel

H8: Working Capital Management beleid

- Cash Conversion Cycle

- Crediteurenbeheer - Debiteurenbeheer - Voorraadbeheer

- Rente en Valuta management

H7: Interne omgeving

- Huidige situatie

H5: Externe omgeving

- ICT markt

- Geldmarkt - Relevante

wetgeving

H6: Externe kennis

-

Literatuur

H2: Working Capital Management H1: Kender

Thijssen

H3: Onderzoeksopzet H4: Onderzoeksorganisatie

Introductie

Methodiek

Dataverzameling

Ontwerp

H9: Conclusies en aanbevelingen

(20)

De externe omgeving zal in hoofdstuk vijf worden behandeld. De literatuur is het onderwerp van hoofdstuk zes. Vervolgens komt de interne omgeving aan de orde in hoofdstuk zeven. In hoofdstuk acht wordt het beleid ontworpen.

3.2.2 Definities

Relevante wetgeving: Wetten en regelgevingen (codes) die van invloed zijn op de beheersing van kasstromen. Dit zijn de code Tabaksblat, de wet Sarbanes-Oxley en de IFRS. Deze zullen meegenomen worden als eventuele beperkende factoren bij het ontwikkelen van een working capital management beleid.

Huidige situatie: De huidige situatie van KT m.b.t. de onderdelen debiteuren, crediteuren, voorraden, rente- en valutamanagement en de cash conversion cycle als geheel.

Cash conversion cycle: Hieronder worden instrumenten geschaard om de gehele werkkapitaalcyclus te monitoren, te voorspellen en om risico’s te vermijden.

Voor uitweiding over de onderdelen van het working capital management beleid, wordt

verwezen naar hoofdstuk twee.

(21)

4. Onderzoeksorganisatie

~Things may come to those who wait. But only the things left by those who hustle~

Abraham Lincoln

In dit hoofdstuk zal de feitelijke opzet van het onderzoek worden toegelicht. Duidelijk zal worden hoe de benodigde data zal worden vergaard en wat hier mee zal gebeuren. Het doel van het hoofdstuk is dus het beschrijven van de praktische opzet van het

onderzoek.

4.1 Methoden van dataverzameling

Met behulp van de hierboven genoemde methodische deelvragen wordt hier bepaald welke methoden van dataverzameling gebruikt zullen worden. Geschikte en haalbare mogelijkheden hierbij zijn diepte-interviews en desk-research van bestaande informatie

21

. Deze diepte-interviews zullen gehouden worden met de financiële beleidsmakers (bepalen huidige situatie en gewilde situatie) en overig personeel dat betrokken is bij de onderdelen van het working capital management.

Desk-research betreft in dit onderzoek het doornemen van interne documenten op het intranet.

Tenslotte is literatuuronderzoek nodig voor het opbouwen van het theoretische kader.

Het betreft hier diverse boeken en artikelen op het gebied van working capital management, cash flow management en de onderdelen hiervan.

1. Hoe zijn de gegevens over de externe factoren die invloed hebben op het working capital management van Kender Thijssen te achterhalen?

In het conceptueel model zijn de verschillende onderdelen genoemd die als externe factoren worden geclassificeerd. Voor het opbouwen van het theoretische kader zal literatuuronderzoek plaatsvinden. Voor het beschrijven van de ICT marktsituatie zal gebruikt gemaakt worden van externe bronnen zoals vakbladen (bestaande gegevens).

De relevante wet- en regelgeving zal ook onderzocht worden door middel van bestaande gegevens (vakbladen, juridische literatuur).

2. Hoe zijn de gegevens over de interne factoren die invloed hebben op het working capital management van Kender Thijssen te achterhalen?

De huidige situatie zal onderzocht worden door middel van diepte-interviews (met personeel) en desk-research (interne documenten op het intranet). De in het theoretisch kader opgedane inzichten kunnen gebruikt worden om gerichter te zoeken.

3. Hoe kan een beleid geformuleerd worden op het gebied van working capital management, rekening houdend met interne en externe invloeden?

Aan de hand van alle verzamelde gegevens, zowel theorie als praktijkinformatie, wordt een voor Kender Thijssen optimaal beleid op het gebied van working capital management opgesteld. Hierbij dient dus rekening te worden gehouden met de diverse randvoorwaarden die in de voorgaande delen van het onderzoek naar voren zijn

21 Braster, De kern van casestudy’s, 2000: 98

(22)

gekomen. Deze randvoorwaarden zullen een programma van eisen vormen. Dit programma van eisen dient als bouwpakket voor het te ontwerpen beleid. Dit beleid zal vervolgens getest worden door de toepasbaarheid en aanvaardbaarheid binnen Kender Thijssen te peilen alsmede het realisme en de volledigheid. Hierop volgt een herontwerp.

4.2 Data-analyse

De data uit de literatuur wordt opgebouwd tot een theoretisch kader. Per onderdeel van het ontwerp worden er theorieën aangehaald.

De data over de externe omgeving wordt gebruikt om een beeld te schetsen van de omstandigheden die van invloed zijn op het working capital management van Kender Thijssen.

De vergaarde data over de interne situatie wordt gebruikt om de huidige situatie te schetsen.

Het theoretisch kader en de beschrijvingen van de interne en externe situatie zullen leidden tot een verzameling aandachtspunten en eventuele problemen. Om hier een overzicht van te creëren, zullen deze steeds zoals in de tabel hieronder gerapporteerd worden. Na ieder hoofdstuk (respectievelijk hoofdstuk vijf, zes en zeven) wordt dit overzicht bijgewerkt. Uiteindelijk moet het volledige overzicht als uitgangspunt dienen voor het in hoofdstuk acht te ontwerpen beleid.

Externe omgeving

Externe kennis

Interne omgeving Rente en FX

Crediteuren

Voorraden

Debiteuren

Cash conversion cycle

Op basis van het opgebouwde theoretische kader, de verzamelde data over de externe omgeving en de beschrijving van de interne omgeving, zal een beleid worden geformuleerd.

4.3 Planning onderzoek

Maart: Oriënteren, onderzoeksopzet maken, literatuurstudie April: Literatuurstudie, dataverzameling

Mei, juni: Dataverzameling, ontwikkelen beleid

Juli: Ontwikkelen beleid, schrijven adviesrapport

Augustus: Schrijven adviesrapport

(23)

5. Externe Omgeving

~Everything in the world may be endured except continued prosperity~

Johann Wolfgang van Goethe

In dit hoofdstuk zal een analyse worden gemaakt van externe factoren die van invloed zijn op het te ontwerpen beleid. Dit zal ten eerste enkele eisen opleveren voor de ontwerpfase. Daarnaast zal de relevantie van een effectief en efficiënt working capital management beleid duidelijk worden.

Het doel van dit hoofdstuk is dus het vergaren van ontwerpeisen alsmede het aantonen van de relevantie van een effectief en efficiënt working capital management beleid.

5.1 De ICT-markt

Het doel van deze paragraaf is het beschrijven van de situatie in de markt waarin Kender Thijssen actief is. Indien een markt met grote zekerheid een positieve outlook heeft, kan er uiteraard meer risico worden genomen dan in een markt met pessimistische verwachtingen. In een markt waarin het slecht gaat is het risico op dubieuze debiteuren immers groter. Kortom, de situatie in een markt heeft invloed op het betalingsgedrag en dus ook op de cash flow.

De ICT-sector bestaat uit meerdere onderdelen. Te denken valt aan dienstverlening, en software- en hardwareproductie. Naast automatiseringsbedrijven omvat deze sector ook bedrijven die actief zijn op het gebied van telecom. Dit onderzoek vindt plaats op beheerniveau en dus wordt er niet dieper ingezoomd op de verschillende deelmarkten van de ICT sector.

In 1998 werd er door de lidstaten van het OECD (Organisation for Economic Co- operation and Development) een definitie opgesteld voor de ICT sector. Het werd afgebakend als een combinatie van productie en dienstverlenende industrieën die data en informatie electronisch vastleggen, verzenden en visualiseren.

22

Het moge duidelijk zijn dat Kender Thijssen met haar zes verschillende business teams breed in deze sector actief is.

5.1.1 Crisis

In de jaren negentig groeide de ICT-markt in een fors tempo. Vele bedrijven wilden gebruik maken van de internet-hype en investeerden miljoenen in informatietechnologie.

Een ICT opleiding volgen was bijna een garantie voor een goedbetaalde baan.

Automatiseerders floreerden en dit ontging ook beleggers niet.

Eind 2000 sloeg de markt om. Bedrijven gingen bezuinigen en gaven minder uit aan ICT. ICT bedrijven gingen failliet en de branche ging door een diep dal. De grootste problemen lagen bij de automatiseerders en de telecom

23

. De problemen worden het best geïllustreerd door de situatie rond KPNQwest.

“De eerste maanden van het jaar lijkt er nog geen vuiltje aan de lucht bij dit samenwerkingsverband van KPN en Qwest, maar in april sijpelen de eerste paniekerige

22 OECD, Reviewing the ICT sector definition , 27 november 2003: 4

23 http://www.webwereld.nl/nieuws/13612.phtml

(24)

berichten naar buiten. Hierna treedt het verval in razendsnel tempo in. Er zit amper een maand tussen de eerste winstwaarschuwing en het aanvragen van uitstel van betaling.

Daartussen zakt KPNQwest heel diep weg op de beurs en stapt de voltallige Raad van Commissarissen op. “

24

KPNQwest is maar een voorbeeld van de vele faillissementen. Ook bedrijven die de crisis wel overleven, moeten fors bezuinigen en er vallen veel gedwongen ontslagen.

5.1.2 Verwachtingen

Vanuit verschillende hoeken wordt het gevoel uitgesproken dat de ICT sector uit het dal aan het klimmen is. ICT-office, de branchevereniging van de IT-, telecom- en officebedrijven in Nederland heeft op 20 januari 2005 de omzetcijfers over het voorgaande jaar bekendgemaakt.

25

De sector is in 2004 met 3,6% gegroeid. Dit is het dubbele van de groei van de Nederlandse economie. ICT office spreekt voor 2005 een verwachting uit van 4,2% groei. Deze groei komt vooral uit de IT- en telecommarkt.

Ook onderzoeksbureau Heliview geeft aan de eerste tekenen van herstel te hebben waargenomen.

“Er zijn meer organisaties die een toename in het ICT-budget in 2005 verwachten dan die aangeven het met een lager budget dan in 2004 te moeten stellen, namelijk 30 procent ten opzichte van 20 procent. De laatste groep organisaties verwacht vooral nieuwe ICT-projecten en vervangingsinvesteringen uit te stellen.

IT–dienstverleners zullen de vraag naar migratietrajecten volgens Heliview volgend jaar zien toenemen. Door de veelal beperkte mankracht op ICT-afdelingen, zullen organisaties zich tot externe dienstverleners richten. Een kwart van de organisaties verwacht binnen zes maanden te migreren naar nieuwe server besturingssystemen en het aantal verwachte upgrades van diverse bedrijfsapplicaties is enorm. Zo’n 40 procent van de markt geeft aan gezamenlijk met een IT–dienstverlener migraties te zullen uitvoeren, 20 procent verwacht dat externe dienstverleners deze projecten volledig zullen begeleiden

.

26

Daarnaast geeft Heliview aan dat er door de bezuinigingen ten tijde van de ICT recessie

“sprake is van ‘achterstallig onderhoud aan IT-infrastructuren’.” 40% van de pc’s is meer dan drie jaar oud. Ook worden voor zowel pc’s als servers verouderde besturingssystemen gebruikt. Financiële applicaties en ERP-systemen tenslotte, zijn ook dringend aan upgrades toe.

5.1.3 Voorzichtigheid

Al met al dus gunstige vooruitzichten voor de ICT sector. Het is echter de vraag of het verstandig is om hier al te optimistisch over te zijn. Er moeten enkele kritische vragen worden gesteld. Is er wel echt sprake van herstel of is dit maar een tijdelijk herstel in een krimpende markt? En wanneer de markt wel enkele jaren zal groeien, is het dan wel verstandig om te investeren? In het verleden is immers gebleken dat een crisis zeer plotseling kan ontstaan. ICT lijkt een van de eerste onderdelen te zijn waar bedrijven op bezuinigen in economisch moeilijke tijden. En is het niet zo dat wanneer het grootste deel van de organisaties in deze periode van herstel haar systemen vernieuwt, men

24 http://www.webwereld.nl/nieuws/13612.phtml

25 ICT-office persbericht 20 januari 2005

26 http://www.channelweb.nl/nieuws.jsp?id=398758

(25)

daar straks dan weer enkele jaren minder behoefte aan heeft? Met andere woorden, is de ICT geen sterk cyclische markt?

Ook uit de door Kender Thijssen opgestelde externe analyse komen enkele punten die enige mate van onzekerheid met zich meebrengen. In deze analyse wordt de ICT- barometer aangehaald. Dit is een onderzoek dat om de twee maanden wordt uitgevoerd door “Interview NSS” in opdracht van Ernst & Young. Het onderzoek wordt gehouden onder 672 directeuren, managers en professionals uit de ICT-branche. De uitkomsten van dit onderzoek staan op www.trends-in-ict.nl.

27

Uit het onderzoek van september 2004 blijkt dat er in de maanden daarvoor meer kortingen dan normaal werden gegeven. Dit kan erop duiden dat de groei in de ICT markt voor een deel kunstmatig tot stand is gekomen, onder invloed van de kortingen.

Als deze kortingen erg belangrijk zijn voor het binnenhalen van orders, kan dit de marges van een bedrijf als Kender Thijssen drukken.

Ook wordt er in dit onderzoek aangegeven dat de groei die nu te zien is zich vooralsnog beperkt tot investeringen in zowel hardware als software. “Hoewel er sinds begin 2004 een eind gekomen is aan het krimpen van de markt voor externe ICT-diensten is er voor ICT-dienstverleners nog steeds geen zicht op aanzienlijke groei.”

28

Dit is voor Kender Thijssen van belang omdat enkele van haar business teams voor een groot deel uit dienstverlening bestaan.

Te veel optimisme kan leiden tot een hernieuwde zeepbel in de markt voor informatie- en communicatietechnologie. Aan de andere kant kan de crisis simpelweg een groeistuip zijn geweest van een relatief jonge markt. Misschien is het kaf nu van het koren gescheiden en ligt de weg open voor verdere groei. Hoe dan ook, in dit onderzoek zal de nodige voorzichtigheid in acht worden genomen bij het ontwerpen van een working capital management beleid. Bij het ontwerpen van een dergelijk systeem speelt de mate van risico aversie namelijk een belangrijke rol. De gunstige verwachtingen op de korte termijn zullen uiteraard ook mee worden genomen.

5.2 Ontwikkelingen in wetgeving

De afgelopen jaren zijn er enkele regelgevingen ontwikkeld op het gebied van financiële verslaglegging en interne beheersing. Voor de verslaglegging is dit IFRS (International Financial Reporting Standard). De Code Tabaksblat en de Sarbanes Oxley wetgeving richten zich op bestuur en interne beheersing. In deze paragraaf zullen deze regelgevingen worden besproken met het oog op hun invloed op het working capital management van de onderneming.

5.2.1 Sarbanes Oxley en Code Tabaksblat

In 2002 werd in de Verenigde Staten de wet Sarbanes Oxley ingevoerd. Deze wet is een reactie op de grootschalige bedrijfsschandalen bij ENRON en Worldcom. De volledige naam is Public Company Accounting Reform and Investor Protection Act. De wet werd per direct van toepassing op Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven. Buitenlandse bedrijven met een beursnotering in Amerika moesten zich een jaar later conformeren. In de praktijk krijgen alle bedrijven die actief zijn in de Verenigde Staten ermee te maken.

27 Externe analyse Kender Thijssen

28 ICT-barometer September 2004, www.trends-in-ict.nl

(26)

De wet Sarbanes Oxley is dus niet van directe invloed op Kender Thijssen. Het is echter niet ondenkbaar dat een dergelijke wet in de nabije toekomst wordt uitgebreid naar alle ondernemingen. Bovendien is Kender Thijssen voor een deel (Remarkable Systems) al internationaal actief.

Sarbanes Oxley is vooral gericht op risicobeheersing en het verduidelijken van de verantwoordelijkheden voor de interne controle. De doelen van de nieuwe wetgeving zijn het herstellen van vertrouwen in financiële markten en het voorkomen van nieuwe schandalen.

De belangrijkste punten van de wet Sarbanes-Oxley zijn

29

:

• De leiding van de onderneming moet jaarlijks door middel van een persoonlijke verklaring bevestigen dat de jaarrekening kloppend is. Daarmee zijn zij persoonlijk aansprakelijk.

• Elk jaarverslag moet een evaluatie van het controlesysteem bevatten.

• Ieder jaar opnieuw moet een intern control rapport worden ingediend met de uitkomsten van de jaarlijkse evaluatie van het controlesysteem.

• Het controlesysteem moet gebaseerd zijn op een internationaal erkende standaard.

• Elke onvolkomenheid in het controlesysteem (ook een fraudegeval) dient direct te worden gerapporteerd aan het Audit Committee en de externe accountant.

• Naast de eisen aan de verslaggeving is de controle op integriteit minstens zo belangrijk.

Bestuurders zijn in de Verenigde Staten nu dus persoonlijk aansprakelijk voor de gepubliceerde jaarrekening. Zij kunnen strafrechtelijk vervolgd worden.

Bovenstaand pakket maatregelen heeft naast de invloed op corporate governance en financiële verslaglegging, ook invloed op interne beheersing. Een beter inzicht in de eigen bedrijfsvoering en minimalisering van de risico’s wordt belangrijk. Dit is waarin de wet invloed heeft op de inrichting van het working capital management van een onderneming. Om de continuïteit van de onderneming te waarborgen, zal de focus gedeeltelijk moeten overgaan van winst naar feitelijke cash flow. Men zal moeten gaan verantwoorden wat er ‘echt’ gebeurt. Dit betekent ook een uitbreiding van de traditionele rol van treasury afdelingen. Stetter

30

omschrijft de nieuwe rol van Treasury als de nieuwe bewaker van economische integriteit met betrekking tot de kas uitstromen en ontvangsten van de onderneming.

Dit impliceert een aantal dingen voor het working capital management. Stetter noemt het verminderen van werkkapitaal om zo de afhankelijkheid van externe geldbronnen te verminderen. Immers, minder werkkapitaal betekent een kleinere geldbehoefte.

Daarnaast geeft hij aan dat bedrijven een duidelijke strategie en beleid moeten ontwikkelen op het gebied van hun treasury. Het is dus niet langer een ondersteunende functie, maar een beleidsgebied waarmee nieuwe mogelijkheden en competitieve voordelen kunnen worden uitgebuit.

Kender Thijssen zelf ziet de wet Sarbanes Oxley als een kans om de interne beheersing te verhogen en als een bedreiging omdat het kostenverhogend is.

31

Ook in Nederland is er een code opgesteld met richtlijnen voor de corporate governance van bedrijven. De code Tabaksblat is opgesteld op verzoek van het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Economische zaken. De veertig aanbevelingen van de

29 Themabericht 2004/25, Stafgroep Economisch Onderzoek Rabobank

30 G.M. Stetter, The Transformation of Treasury, in Treasury & Cash management, Nov/Dec 2003: 66

31 Visie en Missie Finance & Business Control, Intranet Kender Thijssen

(27)

Commissie Peters uit 1997 worden hierdoor vervangen. Beursgenoteerde ondernemingen moeten vanaf 2004 voldoen aan de code Tabaksblat. Wederom is het echter niet ondenkbaar dat deze code uitgebreid zal worden naar niet beursgenoteerde ondernemingen. Tabaksblat heeft in eerste instantie dan ook meer relevantie voor Kender Thijssen dan Sarbanes Oxley.

Ook voor deze voorschriften geldt dat Kender Thijssen ze ziet als een kans om de interne beheersing te verhogen en als een bedreiging omdat het kostenverhogend is

32

. De code Tabaksblat biedt bepalingen voor het bestuur, de Raad van Commissarissen, de aandeelhouders en de financiële verslaglegging en interne auditfunctie. Alhoewel de meeste aandacht uitgaat naar de eerste drie, nemen ook interne risicobeheersing- en controlesystemen een prominente plaats in. Er is een aparte paragraaf betreffende de interne auditfunctie.

Bovenstaande wil niet zeggen dan Sarbanes Oxley en Tabaksblat gelijk zijn aan elkaar.

De Nederlandse code is meer geënt op het Rijnlandse systeem en is gebouwd op principes. Hierdoor is er ruimte voor enige mate van zelfregulering. Sarbanes Oxley, daarentegen is geënt op de Angelsaksische benadering en bevat nauw gedefiniëerde regels waaraan moet worden voldaan. Afwijkingen van de regels zijn meteen overtredingen.

5.2.2 IFRS

Vanaf 2005 zijn alle beursgenoteerde ondernemingen en financiële instellingen binnen de Europese Unie verplicht hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen volgens de IFRS. De verwachting is dat dit op korte termijn ook doorgevoerd zal worden naar alle ondernemingen.

Een belangrijk gevolg hiervan is ten eerste dat een onderneming verplicht wordt haar handelsportefeuille tegen marktwaarde in plaats van kostprijs weer te geven. Daarnaast dient zij een uitgebreide toelichting te geven omtrent het aanwezig rente- en kredietrisico.

33

“De nieuwe waarderingsgrondslag zorgt daarmee voor een betere vergelijkbaarheid van marktgevoelige of financiële risicofactoren, i.e. financiële kredietwaardigheid, tussen ondernemingen onderling”, aldus Marc Friedel van Zanders Treasury and Finance Solutions.

Uit bovenstaande blijkt dat het onder de regels van IFRS voor een onderneming belangrijk wordt om inzicht te hebben in haar rente- en kredietrisico.

Voor wat betreft het waarderen tegen marktwaarde geldt een vrijstelling voor handelsdebiteuren en –crediteuren. Deze blijven gewaardeerd worden tegen kostprijs.

Veranderingen op het gebied van waardering zijn echter van belang voor de financiële verslaglegging, hetgeen niet het onderwerp is van dit onderzoek.

32 Visie en Missie Finance & Business Control, Intranet Kender Thijssen

33 Marc Friedel, Europese Integratie en Financiële Verslaggeving, www.zanders.nl, September 2003: 1

(28)

5.2.3 Basel II

In 1974 werd het comité Basel opgericht. Door de groeiende concurrentie tussen banken hielden deze steeds minder eigen vermogen aan in verhouding tot de verstrekte kredieten. Dit leidde tot grote risico’s. Om de financiële markten te beschermen werden toezicht en afspraken noodzakelijk. In 1988 werd het eerste kapitaalakkoord van Basel opgesteld. Hierin werd onder meer vastgelegd dat elke bank 8% eigen vermogen aan moet houden voor elk zakelijk krediet dat uitstaat.

Vanaf 2007 wordt echter de nieuwe regeling, Basel II, in werking gesteld. Hierin zullen banken “eigen vermogen moeten gaan aanhouden naar gelang het kredietrisico van de lener.”

34

Op dit moment betalen bedrijven een rente die is gebaseerd op een gemiddeld risico.

Vanaf 2007 moeten banken het feitelijke risico van elk bedrijf hanteren. Dit betekent dat een bedrijf met een hoger risicoprofiel straks meer betaalt aan rentelasten. Er ontstaat dus meer differentiatie in rentetarieven. Een belangrijk voorbeeld van een risicoverhogend item is een hoge debiteurenportefeuille.

35

Om dit risico te bepalen, moeten banken de kredietwaardigheid van hun klant gaan onderzoeken, ook wel de credit rating genaamd. Dit kunnen ze opvragen bij een extern bureau, maar ze kunnen het ook zelf uitvoeren. Opvragen bij een extern bureau is echter niet voor alle cliënten mogelijk, omdat er simpelweg niet van alle bedrijven een credit rating bestaat. Het zelf onderzoeken van de kredietwaardigheid dient volgens de regelgeving met een computermodel te gebeuren.

Deze modellen berekenen aan de hand van financiële gegevens van een onderneming de kans op faillissement. Hierbij worden onder meer ratio’s zoals rentedekking en solvabiliteit gebruikt. Daarnaast krijgen kleine ondernemingen een hoger kredietrisico dan grote ondernemingen. Er vindt echter voor het midden- en kleinbedrijf weer een correctie plaats. “Voor individuele ondernemingen kunnen de effecten ten opzichte van de huidige regels echter aanzienlijk zijn.”

36

De complete lijst met rangcriteria waarmee een bank haar relaties moet raten is als volgt

37

:

• Historische en geprognosticeerde rentabiliteit en cash flows.

• Vermogensstructuur en solvabiliteit.

• Kwaliteit van de continuïteit van inkomsten en cash flows.

• Kwaliteit en tijdigheid van de informatievoorziening.

• Rentabiliteit van het eigen en het vreemde vermogen en de gevoeligheid van omzetschommelingen.

• Financiële flexibiliteit in relatie tot de toegang tot de kapitaalmarkt.

• Kwaliteit en risicohouding van het management.

• Positie van de kredietnemer in de branche en zijn toekomstperspectieven.

• Eventueel landenrisico.

34 V. Thijssen, Basel II, beperkte financierbaarheid ondernemingen, de Accountant, 1 december 2003

35 E. Schnezler en P. Verberne, Basel 2 jaagt bedrijven op hogere kosten, Financieel Dagblad, 28 mei 2004

36 V. Thijssen, Basel II, beperkte financierbaarheid ondernemingen, de Accountant, 1 december 2003

37 F.J.A. Witt, Gevolgen van Basel II – Nachtmerrie of ver van m’n bed?, www.witt-interim.com, juli 2004

(29)

Het feit dat computermodellen gebruikt worden om het risicoprofiel in kaart te brengen, brengt voor organisaties ook mogelijkheden met zich mee. Ze kunnen zelf immers ook deze modellen gebruiken. De invloed van strategische beslissingen op de kredietwaardigheid kan vervolgens worden getest. Ook kan men actie ondernemen om de eigen kredietwaardigheid te verhogen. Zo voorkomt men hoge rentelasten in de toekomst.

Voorbeelden van te ondernemen acties zijn “een andere financieringsstructuur, wel of geen lease van huisvesting of bedrijfsmiddelen, of een verbetering van het debiteurenmanagement. Ook managementacties voor margeverbetering, een hogere omzetsnelheid of vermindering van de voorraden kunnen leiden tot verbetering van het kredietrisicoprofiel.”

38

.

5.3 Geldmarktsituatie

In deze paragraaf zal worden gekeken wat de te verwachten ontwikkelingen zijn in de markt voor geld en valuta. Dit is van belang om te kunnen beoordelen of de huidige regelingen van Kender Thijssen nog wel marktconform zijn.

5.3.1 Rente ontwikkelingen

Wat is het beste moment om een financiering te kiezen? Is het beter om vast of variabel te financieren? Moet er sprake zijn van indekken tegen rente-schommelingen? Deze vragen hangen allemaal samen met de renteverwachtingen.

Er is sprake van een normale rentecurve, zoals beschreven in paragraaf 6.5.1. Dit heeft tot gevolg dat variabele financiering op korte termijn voordeliger is. Hoe korter de looptijd, des te kleiner het rentepercentage. Het risico hierbij is echter dat de geldmarktrente fors kan stijgen.

Wanneer de ontwikkeling van de Euribor over de laatste tien jaar wordt bekeken, valt direct op dat er de laatste twee jaar sprake is van een zeer laag rentepercentage. In dit opzicht is het een zeer aantrekkelijk moment om een financiering af te sluiten of kredietvoorwaarden te vernieuwen.

Om een beeld te geven van de verwachtingen betreffende de ontwikkeling van de rente worden hier enkele visies tentoongespreid.

Treasury and finance solutions adviesbureau Zanders geeft in haar rentevisie journaal van 4 mei 2005 een overzicht van verwachtingen van verschillende banken.

Voor wat betreft de korte termijn rente (geldmarkt) verwachten de banken een wat grotere stijging over twaalf maanden. Op kortere termijn verwachten zij over het algemeen een gelijkblijvend of iets stijgend percentage.

38 V. Thijssen, Basel II, beperkte financierbaarheid ondernemingen, de Accountant, 1 december 2003

(30)

Figuur 8: Rentevisie banken 3M Euribor, per aangegeven datum, verwachting over 3 en 12 maanden, FRA’s en Forwards. Tussen haakjes staan de percentages van een maand geleden. *ING is de forecast voor ultimo 2005.39

Voor wat betreft de langere termijn rente (kapitaalmarkt) verwachten de banken een snellere stijging. “De verwachte stijging van de kapitaalmarktrente ligt boven de huidige forward en dus blijft voorfixeren aantrekkelijk”, aldus Zanders treasury and finance solutions.

40

Figuur 9: Rentevisie banken 10Y Swap/Bund, per aangegeven datum, verwachting over 3 en 12 maanden, FRAs en Forwards. De S staat voor de 10Y Swap en de B staat voor de 10Y Bund. Tussen haakjes staan de percentages van een maand geleden. *ING is de forecast voor ultimo 2005.41

5.3.2 Valuta ontwikkelingen

Een grote verandering op de valutamarkt was uiteraard de introductie van de Euro in 2002. Binnen de deelnemende landen werd hierdoor het valutarisico weggenomen. In onderstaand overzicht is een verwachting gegeven van de lange en korte termijn ontwikkelingen in de koersen van de Amerikaanse dollar en de Britse pond.

Figuur 10: Overzicht korte en lange termijn verwachtingen valutamarkt42

39 Rentevisie 4 mei 2005, Zanders Treasury and Finance Solutions, www.zanders.nl

40 Rentevisie 4 mei 2005, Zanders Treasury and Finance Solutions, www.zanders.nl

41 Rentevisie 4 mei 2005, Zanders Treasury and Finance Solutions, www.zanders.nl

42 FX Outlook 2 mei 2005, Zanders Treasury and Finance Solutions, www.zanders.nl

(31)

5.4 Conclusies en implicaties

In dit hoofdstuk is een situatieschets gemaakt van de markt waarin Kender Thijssen actief is en de omstandigheden die van invloed zijn op haar working capital management. Hieruit blijkt dat er ondanks de gunstige vooruitzichten toch voldoende redenen zijn om enige voorzichtigheid in acht te nemen. Kender Thijssen bevindt zich in een markt waarin eerder vele faillissementen zijn voorgekomen. De kans op herhaling hiervan brengt een verhoogd debiteurenrisico met zich mee.

De veranderende regelgeving impliceert een aantal dingen voor het working capital management van Kender Thijssen. Ten eerste wordt de rol van cash management belangrijker. Het is belangrijk om risico’s te minimaliseren en dus om te zorgen dat er voldoende geld voorhanden is. De afhankelijkheid van externe geldbronnen moet niet te groot zijn. Daarnaast wordt working capital management een vakgebied waarop voordelen te behalen zijn en waarvoor er dus een duidelijk beleid moet komen.

Kasstromen worden een belangrijkere maatstaf. De focus zal gedeeltelijk overgaan van winst naar feitelijke cash flow, om zo bij te dragen aan het minimaliseren van risico. Dit betekent ook dat er voldoende inzicht moet zijn in de eigen kasstromen. Dit is vooral van belang voor het ontwerponderdeel cash conversion cycle.

Ten tweede zijn er de implicaties op het gebied van verslaglegging. De onderneming zal een duidelijk beeld moeten hebben van haar rente- en kredietrisico.

Tenslotte wordt het vanuit Basel II belangrijk om de kredietwaardigheid van de onderneming te verhogen, om zo lagere rentelasten te bewerkstelligen.

Voor wat betreft de geldmarktsituatie is aangegeven dat de rente historisch laag is en dat het dus een geschikt moment is om leenvoorwaarden te bespreken. De algemene verwachting is dat de rente op termijn weer zal stijgen.

Externe omgeving Externe kennis Interne omgeving Cash conversion cycle

-Wetgeving eist control -Treasury wordt risicobewaker

Crediteuren

Voorraden

Debiteuren

Rente & Valuta

-Instabiele markt -Rente laag

-Rentestijging verwacht -BASEL: risico/rente -IFRS eist risico toelichting

(32)

Cash

Voorraden Rente- en valuta management

Werkkapitaal -cyclus

Crediteuren Debiteuren

Cash conversion cycle

6. Theoretisch Kader

~All men by nature desire knowledge~

Aristoteles

Het doel van dit hoofdstuk is om aan de hand van de theorie dieper in te gaan op de in hoofdstuk twee gekozen onderdelen van het working capital management. Hierdoor zal er een theoretischer kader ontstaan dat zal worden gebruikt om de huidige situatie te beoordelen en keuzes te maken over het te ontwerpen beleid.

6.1 Cash conversion cycle

De cash conversion cycle moet ervoor moet zorgen dat er een totaalbeeld is van de werkkapitaalstromen van de onderneming. Daarnaast moet de organisatie haar kasstromen optimaal kunnen voorspellen. In paragraaf 6.2 tot en met 6.5 zal vervolgens specifieker op elk onderdeel worden ingegaan.

Deze paragraaf zal betrekking hebben op de overall control (aggregate control) van het working capital management. De relatie tussen de potentieel beschikbare gelden en de potentiële geldbehoeften van de onderneming wordt de aggregate liqiduity position genoemd

43

.

6.1.1 Cash Conversion Cycle

Er bestaan vele kengetallen die helpen om de liquiditeitsstatus van de organisatie te bewaken. Hier zal gekeken worden naar een methode om de gehele werkkapitaalcyclus, ook wel cash conversion cycle, te monitoren.

De totale waarde die de cash conversion cycle op een bepaald moment vertegenwoordigt, wordt weergegeven met onderstaande formule

44

:

t * Revenue * (1+VATaverage) Vccc = ---

Yearbase Waarin:

Vccc = De totale waarde die vastligt in de cash conversion cycle t = Totale doorlooptijd van de cash conversion cycle

VATaverage = Gemiddelde BTW last op inkomsten (revenue) Year base = Aantal relevante dagen per jaar

43 Frederick C. Scherr, Modern working capital management, 1989: 351

44 Bas Rebel, Put your company on a healthy working capital diet, Gtnews.com, Oktober 2004: 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The recommendations of this research are focused on improving the quality of working capital management by supplying more detailed, but relevant, information, complementing

Working capital management is measured by four different variables instead of only the cash conversion cycle it also uses receivables days outstanding, inventory days outstanding

53 Die Bylae bepaal egter verder dat die Direkteur ’n diskresie het om getuiebeskerming te verleen ten opsigte van enige misdaad indien hy van mening is dat die veiligheid van ’n

This thesis investigates the determinants of working capital management (measured by the cash conversion cycle) of Dutch private firms for a period of 2008-2017.. Using

H et in aanm erking nem en van resultaten op m onetaire activa en passiva wordt door het Sandilands Com m ittee afgewezen op grond van de overweging dat „ac­ counts should continue

Key words * : Working Capital Management, Firm Profitability, Return on Assets, Gross Operating Profit, Cash Conversion Cycle, Net Trade Cycle, the number of days Accounts

As hypothesized, my results provide an evidence that country economic development has a negative effect on the relationship between internationalization and working

evidence from related research areas such as cash management and supply chain literature show the importance of the firm scope, no research has yet explored the difference