• No results found

E-mail adres: amber-hekman@hotmail.com & a.hekman.1@student.rug.nl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "E-mail adres: amber-hekman@hotmail.com & a.hekman.1@student.rug.nl "

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opleiding en vak: Master Archeologie Student nummer: S3223280

Naam: Amber Hekman

Adres: Van Ostadestraat 38, te Ommen Telefoonnummer: 06-27588116

E-mail adres: amber-hekman@hotmail.com & a.hekman.1@student.rug.nl

Naam en locatie van stagegever: Het Oversticht, Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Overijssel Bergpoortstraat 191-193, te Deventer

Naam van externe stage begeleider: Suzanne Wentink

Naam van stage docent: Peter Attema

(2)

Stageverslag

Amber Hekman

S3223280

Masterstage

Archeologie

Begeleider universiteit: Peter Attema

Begeleider Het Oversticht: Suzanne Wentink

03 april 2021

(3)

Inhoudsopgave

Inhoud

Inhoudsopgave...1

1. Inleiding...3

2. De organisatie...5

Provinciaal depot...6

2.1 Rol van de stagiaire & stageopdracht...7

2.1.1 Hoe heb ik de stageopdracht uitgevoerd?...7

2.2.1Resultaten...8

3. Evaluatie...10

4. Conclusie...13

5. Bibliografie...14

Bijlage 1 - Stageopdracht...0

(4)

1. Inleiding

Voor mijn master archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen was een vereiste om 280 uur stage te lopen. Voor mijn stage wilde ik graag een kant van het vak bekijken die ik tijdens colleges en andere vakken nog niet gezien had. Dit was de museumkant of depotkant; wat is er gaande aan de achterkant, hoe wordt een tentoonstelling klaar gemaakt en bedacht, welke stappen volgen daarna, etc. Ook wilde ik graag weten hoe het kantoorleven er uit zag. Het echte werken in het veld met opgravingen en/of het uitwerken had ik tijdens de opleiding al een aantal keer ervaren en hoewel ik dit interessant vond, zag ik dit niet als mijn toekomstige baan. Daarom besloot ik meerdere musea en depots te benaderen met de vraag of ik daar stage kon lopen. Na een aantal afwijzingen, maar ook een aantal toezeggingen, heb ik besloten bij Het Oversticht stage te lopen. Suzanne Wentink reageerde op mijn mail en gaf mij een aantal suggesties en ideeën. Door te mailen en bellen zijn wij tot de uiteindelijke opdracht gekomen.

Ik heb voor Het Oversticht gekozen omdat het zich op meerdere aspecten richt en in een regio waarin ik zelf ook woon. Het richt zich niet alleen op archeologie, maar ook op

publieksbereik, educatie, erfgoed etc. Dit is wat mij interesseert, meer dan alleen in het veld staan. Het Oversticht liet mij hiermee andere kanten van het vak archeologie zien. Zoals eerder genoemd ben ik in overleg met Suzanne Wentink tot een uiteindelijke opdracht gekomen. Dit werd een plan van aanpak maken, om het draagvlak van de archeologie in Overijssel te verbreden. Ik zou mij hierbij vooral gaan richten op publieksbereik en educatie.

Er kan hierbij gedacht worden aan de musea in Overijssel die archeologie kunnen huisvesten en op welke manier zij dit kunnen doen. Voor de educatie heb ik gekeken hoe archeologie een grotere rol kan spelen op zowel het basisonderwijs als voortgezet onderwijs. Op welke manier kan dit aangepakt worden en moeten er aparte archeologielessen gemaakt worden of kan het als het ware samengevoegd worden met al bestaande vakken.

Op het moment dat mijn stageopdracht duidelijk was, heb ik een aantal leerdoelen opgesteld die aansluiten bij de opdracht. Deze leerdoelen zijn gefocust op de kennis die ik op wou doen door middel van de stage. Dit waren de volgende leerdoelen (later in het verslag zal gekeken worden in hoeverre deze leerdoelen bereikt zijn):

- Inventariseren wat momenteel opties zijn om archeologie tentoon te stellen aan het publiek en op welke manier dit gedaan wordt.

- Kijken wat nieuwe technieken zijn om meer mensen te betrekken bij archeologie (bijvoorbeeld virtual reality of het gebruik van apps)

- Leren hoe je als archeoloog mensen kan interesseren voor archeologie en hoe het soms vrij technische verhaal op een boeiende manier te vertellen is

- Het opstellen van een plan van aanpak waar duidelijk is wat er al gedaan is en wat er nog gedaan kan worden en op welke manier dit aangepakt kan/moet worden.

In dit stageverslag zal allereerst aandacht besteedt worden aan de stageplek, wat is Het Oversticht voor organisatie en waar leggen zij de focus op. Vervolgens zal mijn stageopdracht in meer detail besproken worden, ook hoe ik deze uitgevoerd heb en de resultaten hiervan.

Hierna zal een evaluatie gedaan worden, waarbij meerdere vragen over de stage beantwoordt zullen worden, op deze manier wordt duidelijk wat ik van mijn stage heb geleerd en hoe ik de

2

(5)

toekomst zie. Hierna zal een conclusie volgen, waarbij gekeken wordt hoe ik mijn

stageperiode ervaren heb en wat mijn ideeën zijn voor de toekomst met deze stage in mijn

achterhoofd. Ten slotte zal mijn uiteindelijke stageopdracht bijgevoegd worden als bijlage,

zodat het hele verslag compleet is.

(6)

2. De organisatie

Het Oversticht is een organisatie die staat voor het behoud en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving.

1

Sinds 1925 biedt Het Oversticht onafhankelijk en deskundig advies voor ruimtelijke inrichting. Het uiteindelijke doel is de leefomgeving verbeteren met aandacht voor milieu en erfgoed.

Het maatschappelijk belang staat bij Het Oversticht voorop, omdat een goede kwaliteit van de omgeving een positieve invloed heeft op het functioneren van mensen en daarmee op de samenleving.

2

Om deze taken te voltooien heeft Het Oversticht een aantal taken:

- Signaleren & Agenderen: aandacht vragen voor maatschappelijke ontwikkelingen die in relatie staan met de leefomgeving. Dit wordt gedaan door middel van

bijeenkomsten en publicaties.

- Informeren & Inspireren: evenementen rondom architectuur, archeologie en

monumenten worden ondersteund. Daarnaast wordt geïnvesteerd in erfgoededucatie en worden er publieksactiviteiten in het depot georganiseerd.

- Activeren & Verbinden: beleidsmakers- en uitvoerders, bestuurders, maatschappelijke organisaties, bedrijven en particulieren worden geïnformeerd en verbonden met elkaar en met Het Oversticht.

- Onderzoeken & Adviseren: er wordt advies gegeven en onderzoek gedaan op het gebied van ruimte en erfgoed.

3

Bovenstaande is een algemene introductie van Het Oversticht. Binnen de organisatie heb ik gewerkt voor het Provinciaal depot Overijssel.

Provinciaal depot

In het archeologisch depot van Het Oversticht liggen alle vondsten uit Overijssel opgeslagen van meer dan 100 jaar. Dit wordt allemaal door Het Oversticht beheerd, in opdracht van provincie Overijssel. De centrale plek van Het Oversticht in Deventer maakt de vondsten toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek en publieksactiviteiten.

4

Het Oversticht heeft de afgelopen 10 jaar archeologische activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd voor verschillende doelgroepen. Basis- en middelbare scholen kunnen op het depot een archeologische les volgen; archeologiestudenten krijgen een stageaanbod. Een kleine, wisselende expositie op de begane grond vertelt het archeologische verhaal van Overijssel, rondleidingen in het depot tonen het gebouw en geven een kijkje in de rijke archeologische collectie.

5

Het Oversticht heeft ook activiteiten buiten het depot ontwikkeld, zoals ‘schatgraven in eigen collectie’.

Schoolkinderen maken hierbij samen met de plaatselijke historische vereniging een

tentoonstelling. Vondsten komen uit de regio. De tentoonstelling is in het plaatselijke museum of gemeentehuis. Het depot zelf is ook interessant: gehuisvest in een graansilo in de

1 www.hetoversticht.nl

2 https://hetoversticht.nl/over-ons 3 https://hetoversticht.nl/over-ons

4 https://hetoversticht.nl/diensten/product/22/provinciaal-archeologisch-depot#:~:text=In%20het

%20archeologisch%20depot%20liggen,opdracht%20van%20de%20provincie%20Overijssel

5 Loc. cit.

4

(7)

Raambuurt in Deventer, een uit 1899 stammend rijksmonument. Een voorbeeld van hergebruik van industrieel erfgoed.

6

2.1 Rol van de stagiaire & stageopdracht

Mijn stageopdracht bestond uit het opstellen van een plan van aanpak om het draagvlak van de archeologie in Overijssel te verbreden. De focus van het plan van aanpak lag op

publieksbereik en educatie. Omdat er in Overijssel geen provinciaal museum aanwezig is, is er gekeken naar welke andere musea in Overijssel een mogelijkheid hebben om archeologie tentoon te stellen. Daarnaast is er gekeken naar de methode van tentoonstellen, hierbij kan gedacht worden aan vitrines, films, maar ook virtual reality en QR-codes. Verder is er

gekeken naar educatie, welke rol kan archeologie spelen in educatie en hoe is dit te doen? Zijn er bestaande vakken waar archeologie aan gekoppeld kan worden, zodat het een grotere rol gaat spelen op scholen? Ten slotte heb ik een aantal aanbevelingen over opties waarvan ik denk dat ze realistisch en haalbaar zijn vanuit het depot.

Mijn rol als stagiaire was een plan van aanpak en een inventarisatie te maken over opties in Overijssel. Op deze manier zou er een duidelijk overzicht ontstaan van opties die al gebruikt worden door het depot, maar in een uitgebreidere context besproken, maar ook nieuwe ideeën die interessant kunnen zijn voor het depot. Het uiteindelijke doel van de opdracht was dat dit na het afronden direct bruikbaar zou zijn voor Het Oversticht. Ik ben met mijn stagebezig geweest vanaf 1 februari 2021 en heb het eindproduct ingeleverd op 26 maart 2021.

2.1.1 Hoe heb ik de stageopdracht uitgevoerd?

Voor mijn stageopdracht heb ik de eerste twee weken een inventarisatie uitgevoerd. Hierbij heb ik gekeken naar andere musea in zowel Nederland als in het buitenland om te kijken wat zij deden aan publieksbereik (hoe lieten zij archeologie zien en hoe betrekken zij mensen hierbij; welke activiteiten konden mensen doen) en educatie. Deze inventarisatie heb ik gedaan om te kijken wat verschillende opties zijn en mogelijk konden sommige gebruiken als inspiratie dienen voor het depot. Het kon zijn dat er manieren gebruikt werden die ook voor Het Oversticht een goed idee zouden zijn. Bij deze inventarisatie heb ik ook onderzocht wat Het Oversticht zelf al doet aan activiteiten en educatie, zodat er geen overlap kwam met ideeën die al uitgevoerd waren, maar er is wel gekeken of sommige activiteiten verder uitgebreid konden worden.

Toen de inventarisatie klaar was, heb ik mij gefocust op verschillende musea in Overijssel waarbij ik dacht dat er een koppeling kon plaatsvinden met archeologie. Ik heb daarom gekeken naar de volgende musea: De Fundatie, Rijksmuseum Twente, Museumfabriek, Oyfo Techniekmuseum, Het Palthe Huis, Natura Docet/Wonderrijck Twente, ANNO, maar ook kleine regionale musea. Voor elk musea heb ik gekeken hoe archeologie binnen dit museum zou passen. Ook heb ik gekeken naar toekomstige musea, hierbij kan gedacht worden aan een digitaal museum en een reizende tentoonstelling. Toen de geschikte plaatsen besproken waren, heb ik gekeken naar de manieren van tentoonstellen, hierbij heb ik het over vitrines,

6 Loc. cit.

(8)

film, panelen en virtual reality gehad, maar ook over folders en QR-codes. Deze aspecten zijn allemaal bruikbaar binnen musea. Er waren ook andere opties om archeologie tentoon te stellen die niet persé aan een museum gekoppeld hoeven te worden en ook los door het depot uitgevoerd kunnen worden, hierbij gaat het over een boekje met archeologische

wandel-/fietsroutes en social media. Op deze manier werd het duidelijk waar archeologie in Overijssel gehuisvest kon worden en op welke manieren het publiek geïnteresseerd kon worden voor archeologie.

Nadat het aspect musea volledig uitgewerkt was, is er aandacht besteed aan educatie.

Er is gekeken naar de manieren waarop archeologie een rol kan spelen in lespakketten, via film, leskisten, opdrachten op de computer en met praktijklessen. Daarnaast is er ook gekeken naar koppelingen met andere vakken en hierbij is een soort idee gegeven hoe dit zou kunnen werken. Er is naar de volgende vakken gekeken: techniek, kunst, aardrijkskunde en biologie.

Dit is gedaan omdat archeologie niet alleen aspecten van geschiedenis in zich heeft, maar archeologie is een soort mengelmoes van allerlei aspecten. Juist hierom kan archeologie gekoppeld worden aan meerdere vakken, op deze manier gaat het ook een grotere rol spelen in de educatie. Ten slotte zijn er aanbevelingen gegeven op beide vlakken om te kijken welke aspecten haalbaar en realistisch zijn om vanuit het depot door te voeren en welke ideeën weggelegd zijn voor een andere organisatie.

2.2.1Resultaten

De resultaten die mijn stageopdracht opgeleverd hebben, zijn terug te vinden in de

uiteindelijke aanbevelingen die ik heb gedaan. Deze aanbevelingen zijn gedaan voor zowel locatie/manier van tentoonstellen en educatie. Hieronder zullen puntsgewijs verteld worden wat vanuit mijn perspectief wel en niet geschikt is, de redenering zal in 2.2.1.1 besproken worden:

Plaats:

- De Fundatie mogelijk geschikt

- Rijksmuseum Twente mogelijk geschikt

- Museumfabriek geschikt

- Het Palthe Huis geschikt

- Natura Docet/Wonderrijck Twente geschikt

- Oyfo Techniekmuseum geschikt

- ANNO geschikt

- Regionale musea geschikt

- Reizende tentoonstelling geschikt

- Digitaal museum niet geschikt

Middel:

- Vitrines geschikt

- Film geschikt

- Panelen geschikt

- Virtual reality niet geschikt

- Folders geschikt

6

(9)

- QR-code geschikt

- Archeologische routes mogelijk geschikt

- Social media niet geschikt

Educatie:

- Film geschikt

- Leskisten geschikt

- Opdrachten op de computer geschikt

- Praktijklessen niet geschikt

-

Koppeling met vakken

- Techniek geschikt

- Kunst geschikt

- Aardrijkskunde geschikt

- Biologie geschikt

2.2.1.1 Uitleg resultaten

De meeste musea zijn naar mijn weten geschikt voor een samenwerking met Het Oversticht om archeologie tentoon te stellen. Vele van deze musea werken ook al samen met het depot, zij hebben namelijk objecten in bruikleen, of de objecten van hun liggen in het archeologisch depot. Vele musea zijn realistisch, omdat geschiedenis hier al een onderwerp is, of omdat archeologie goed tussen de al bestaande expositie past. De Fundatie en Rijksmuseum Twente schat ik als mogelijke geschikt, omdat deze musea geen archeologie in hun exposities hebben, maar gericht zijn op kunst. Voor een samenwerking met deze musea moet er duidelijk verteld worden wat de meerwaarde voor hen zal zijn om archeologie mee te nemen in de collectie.

Dit kan bijvoorbeeld zijn dat een breder aanbod kan zorgen voor een breder publiek. Wanneer de meerwaarde voor deze musea bekend is, lijkt mij dat een samenwerking mogelijk is.

Een digitaal museum lijkt mij vanuit Het Oversticht niet heel logisch. Dit is namelijk een lang traject en ik weet niet zo goed of dit voor Het Oversticht zou zorgen voor

meerwaarde. Dit is een optie die mogelijk voor grotere musea geschikt is als het Rijksmuseum in Amsterdam en het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Wanneer andere musea objecten van Het Oversticht meenemen in hun collectie, denk ik dat een digitaal museum een

overbodige stap is.

Ook de meeste middelen zie ik als geschikt, wel moet dit soms in samenwerking gedaan worden met andere bedrijven. Bijvoorbeeld voor de panelen, hierbij kan de informatie aangeleverd worden door Het Oversticht en de borden zouden gemaakt kunnen worden door bijvoorbeeld de musea waar het komt, of door bijvoorbeeld de ANWB. Virtual reality is niet zo geschikt voor het depot, om dezelfde reden als het digitale museum. Social media is niet geschikt omdat het constant bijgehouden moet worden, dit is voor het depot niet zo

interessant, de site zou dan beter goed bijgehouden kunnen worden.

(10)

Voor educatie zijn vele mogelijkheden haalbaar. Aspecten als leskisten worden momenteel al gebruikt, maar dit zou verder uitgebreid kunnen worden en bijvoorbeeld per gemeente gedaan kunnen worden. Opdrachten op de computer zijn ook zeker geschikt. Momenteel zijn er een aantal fysieke spelletjes, die gedigitaliseerd kunnen worden en op de site van Het Oversticht kunnen staan, zodat ze voor iedereen toegankelijk zijn. Om de opdrachten te produceren moet ook gebruik gemaakt worden van een bedrijf van buitenaf.

Iets wat niet haalbaar is vanuit het depot zijn praktijklessen. Dit komt omdat het depot niet heel veel personeel in dienst heeft. Het is daarom eigenlijk alleen haalbaar om

praktijklessen te geven bij activiteiten en bij open dagen. Voor deze grotere bijeenkomsten is het haalbaar om iemand in te huren, dit is echter niet mogelijk om wekelijks/maandelijks uit te voeren.

Koppelingen aan andere vakken lijkt mij zeer realistisch en ook slim. Op deze manier komen meerdere aspecten van de archeologie aan bod, waardoor archeologie een groter onderdeel wordt van de educatie.

Er is hier een korte uitleg gegeven waarom sommige ideeën wel bruikbaar zijn voor Het Oversticht en sommige ideeën niet. Een volledige uitleg en aanbevelingen zijn terug te vinden in mijn uitgewerkte stageopdracht (zie bijlage 1).

8

(11)

3. Evaluatie

Wat heb ik kunnen betekenen voor de stagegever?

Door mij is er een duidelijke inventarisatie gemaakt over mogelijkheden om archeologie tentoon te stellen binnen Overijssel. Hierbij kan gedacht worden aan opties om archeologie te huisvesten in verschillende musea, maar ook de manieren van tentoonstellen. Verder is er ook onderzoek gedaan naar opties om archeologie een grotere rol te laten spelen in het onderwijs.

Door het verslag staan alle ideeën duidelijk onder elkaar. Sommige ideeën waren er al en/of werden al gebruikt, maar in mijn verslag zijn bestaande ideeën uitgebreid en er zijn nieuwe ideeën naar voren gebracht.

Het uitgevoerde werk zorgt ervoor dat mijn inventarisatie/plan van aanpak gebruikt kan worden als overzicht voor de opties die er zijn en gebruikt kunnen worden. Het kan ook gebruikt worden als beginpunt voor een volledig plan van aanpak inclusief de financiële kant (dit heb ik niet meegenomen). Verder kunnen de nieuwe ideeën die aangedragen zijn

aangepakt worden, en waar nodig, verder uitgewerkt worden. Ook kan er contact opgenomen worden met de musea die ik genoemd heb, om de ideeën voor te leggen en zo een mogelijk uitgebreidere of nieuwe samenwerking te starten. Over het algemeen heb ik dus gezorgd voor een duidelijk overzicht van mogelijkheden wat gebruikt kan worden als startpunt voor verdere ontwikkelingen.

Welke kennis en vaardigheden uit je studie heb je kunnen benutten?

Voor mijn stage heb ik gebruik kunnen maken van een aantal vaardigheden die ik tijdens mijn studie opgedaan heb. Deze vaardigheden zijn vooral afkomstig uit vakken die het over

publieksbereik gehad hebben, hierbij kan gedacht worden aan veldwerk, omdat hier soms nagedacht moest worden hoe de informatie naar buiten te brengen. Ook het mastervak Archeologie & Maatschappij heeft geholpen bij bekijken van sommige aspecten. Bij dit vak speelde ook publieksbereik een grote rol, de manieren waarop archeologen het verhaal naar de buitenwereld moet brengen, maar ook de mogelijke gevaren die komen kijken bij het delen van interessante vondstplekken. Tijdens de studie heb ik ook geleerd om meer en intensief samen te werken, dit is anders dan met collega’s, maar de beginselen van het samenwerken heb ik kunnen gebruiken.

In welke mate zijn je leerdoelen bereikt?

Mijn vooropgestelde leerdoelen waren:

- Inventariseren wat momenteel opties zijn om archeologie tentoon te stellen aan het publiek en op welke manier dit gedaan wordt.

- Kijken wat nieuwe technieken zijn om meer mensen te betrekken bij archeologie (bijvoorbeeld virtual reality of het gebruik van apps)

- Leren hoe je als archeoloog mensen kan interesseren voor archeologie en hoe het soms vrij technische verhaal op een boeiende manier te vertellen is

- Het opstellen van een Plan van Aanpak waar duidelijk is wat er al gedaan is en wat er

nog gedaan kan worden en op welke manier dit aangepakt kan/moet worden.

(12)

Deze leerdoelen waren al gekoppeld aan de opdracht van de stage. Het inventariseren van de manier van tentoonstellen is gelukt, dit heb ik voor vele musea in Nederland en een aantal in het buitenland gedaan. Ook heb ik een inventarisatie gemaakt voor Het Oversticht zelf. Op deze manier kwam ik erachter hoe verschillende musea dit aspect aanpakken en er zaten zowel veel gelijkenissen in als veel verschillen. Door deze inventarisatie is er een duidelijk beeld ontstaan hoe veel verschillende opties er zijn.

Nieuwe technieken heb ik ook bekeken, hierbij kan in mijn geval vooral gedacht worden aan virtual reality, een digitaal museum, QR-codes en social media. Stuk voor stuk interessante onderdelen, die ook zeker een grotere rol gaan spelen in de toekomst voor musea.

Echter, deze aspecten zijn mogelijk niet voor het depot allemaal even bruik- en haalbaar. De QR-code lijkt mij zoals eerder genoemd wel haalbaar. Dit onderzoek heeft mij wel laten inzien hoe deze aspecten in de praktijk gebruikt worden.

Het leren hoe je als archeoloog mensen kan interesseren en een technisch verhaal kan

overbrengen heeft achteraf niet een hele grote rol gehad in mijn opdracht. Ik heb wel gekeken welke middelen er gebruikt kunnen worden om de informatie over te brengen, maar niet per sé naar het technische verhaal omzetten naar een verhaal voor iedereen. Wel denk ik dat film een goede manier is om informatie over te brengen, omdat hier informatie samengevoegd kan worden met reconstructies/nabootsingen. Een verhaal over voedselbereiding kan vervolgens nagespeeld worden, zodat men duidelijk voor zich ziet wat er bedoeld wordt. Dit is wederom een middel om het verhaal over te brengen. Ik heb dus wel een duidelijk beeld welke

middelen gebruikt kunnen worden om een verhaal over te brengen, maar niet hoe het verhaal overgebracht kan/moet worden.

Het opstellen van een plan van aanpak waarbij gekeken wordt wat al gedaan is en wat nog gedaan moet worden. Zelf denk ik dat ik met een aantal nieuwe of uitgebreidere ideeën gekomen ben. Of het echt een plan van aanpak geworden is, durf ik niet met zekerheid te zeggen. Het lijkt meer op een inventarisatie en goed beginpunt voor een officieel plan van aanpak. Maar zoals bij de eerste vraag in deze evaluatie denk ik wel dat mijn verslag bruikbaar is voor de nabije toekomst.

Welke nieuwe kennis en vaardigheden heb je opgedaan?

Nieuwe kennis en vaardigheden die ik opgedaan heb, heeft vooral te maken met het uitvoeren van een opdracht die vrij ruim opgezet was. Dit was iets anders dan de normale verslagen die gemaakt moeten worden voor mijn studie, omdat deze meestal iets specifieker zijn en iets meer gestuurd worden. Het was nu vooral zelf onderzoek doen en een verslag in elkaar zetten.

Daarnaast heb ik geleerd om met collega’s te werken, alhoewel ik ze door de pandemie niet in persoon heb gesproken, heb ik wel met meerdere mensen gemaild en gebeld. Het werken met collega’s is natuurlijk anders dan samenwerken met medestudenten, of de collega’s die ik heb bij mijn bijbaantje als ijsverkoopster. Door stage heb ik geleerd om contact te zoeken met mensen via mail en via telefoon. Dit is vooral een persoonlijke overwinning, omdat ik soms moeite heb om te bellen met mensen die ik niet ken. Dit aspect wordt straks in het werkveld wel belangrijk, waardoor het nu een belangrijke ontwikkeling is voor mij als persoon om dit voltooid te hebben.

10

(13)

Iets anders nieuws wat ik geleerd heb gaat over de mogelijkheden om archeologie tentoon te stellen en op welke manier dit gedaan kan worden. Door mijn onderzoek kwam ik op

verschillende manieren om dit te doen. Ten slotte is het opschrijven ook weer een vaardigheid die ik opgedaan heb. Ik ben wel gewend om een aantal verslagen te schrijven, maar zoals eerder genoemd is de opdracht hiervan vaak iets meer gestructureerd.

Hoe was de aansluiting van de opleiding met de beroepspraktijk?

Door mijn stage heb ik nieuwe inzichten gekregen voor de toekomst. Tijdens mijn studie heb ik vooral vakken gevolgd en veldwerk uitgevoerd, waardoor het niet altijd even duidelijk was wat je na de studie nog meer kan doen naast alleen daadwerkelijk opgraven. Daarnaast waren vele vakken vaak gericht op de theorie en niet altijd bruikbaar in de praktijk. Deze stage heeft mij laten zien dat er wel aspecten zijn van de studie die ik mee kan nemen, maar dat niet alle informatie uit alle vakken gebruikt zullen worden voor mijn latere beroep.

Hoe was de begeleiding van je stage?

De begeleiding van de stage is op een goede manier gegaan. Elke week heb ik met Suzanne gebeld, waarbij ik een update gaf over mijn voltooide werk van de afgelopen week. Daarnaast kreeg ik soms wat op- en aanmerkingen over ideeën die ik mee kon nemen, of hoe ik bepaalde dingen anders moest verwoorden. Ook kreeg ik via Suzanne contacten van andere mensen die ik kon benaderen, omdat zij soms meer wisten over bijvoorbeeld leskisten en erfgoededucatie;

op deze manier sprak ik ook meer mensen. Ik heb de begeleiding als fijn ervaren, het ging op een spontane en vriendelijke manier, waardoor ik mij comfortabel voelde om vragen te stellen als dit nodig was.

Hoe heeft de stage bijgedragen aan je carrièreperspectieven?

De organisatie waar ik stage heb gelopen heeft mij inzichten gekregen in verdere

baanmogelijkheden naast het daadwerkelijk opgraven. Ik heb gezien dat er ook meer gedaan kan worden in de sociale sfeer, waarbij ik doel op publieksbereik en educatie. Dit zijn beide aspecten die mij interesseren. Ik vind het belangrijk om een verhaal goed over te brengen naar andere mensen, zodat zij de correcte geschiedenis te horen krijgen. Dit is ook de reden waarom ik denk dat archeologie een grotere rol moet spelen in het onderwijs. Archeologie bevat meer aspecten dan alleen geschiedenis zoals besproken is bij het koppelen aan andere vakken en aspecten. Door koppelingen te maken met andere vakken zullen leerlingen en mensen ook bevatten hoe groot het begrip archeologie is en hoeveel het toe kan voegen aan het complete beeld van de geschiedenis en de wereld.

De stage heeft mij dus in laten zien dat ik meerdere kanten op kan. Je hoeft niet alleen te

denken aan opgraven, onderzoeker voor de universiteit of bijvoorbeeld professor. Ik kan vele

andere kanten op. Het Oversticht is een bedrijf waar archeologie een deel is van een bedrijf,

maar het focust ook op andere aspecten. Het heeft mij in laten zien dat het werkleven breder is

dan ik in eerste instantie dacht.

(14)

4. Conclusie

De stage die ik de afgelopen 7-8 weken gelopen heb, zie ik als voldaan. De stage heeft mij nieuwe perspectieven geboden op het werkvlak, waardoor mijn beeld voor de toekomst verbreed is. Tijdens de studie zelf werd mij niet altijd duidelijk wat ik precies kon doen wanneer ik de studie voltooid had, naast professor, onderzoeker voor de universiteit of echt opgraven. Ik deed de studie vooral omdat ik het leuk en interessant vond en ik zou daarna wel verder zien. Door stage te lopen heb ik ingezien dat er meer mogelijkheden zijn. Er zijn meerdere paden die ik kan bewandelen. Tijdens mijn stage bij Het Oversticht heb ik geleerd zelfstandig een vrij groot onderzoek uit te voeren en dit in woorden te brengen. Met

begeleiding van Suzanne leerde ik te letten op mijn bewoording en dat ik soms standvastiger mag zijn, laten zien wat ik wil.

De opdracht die ik vooraf heb gekregen, het maken van een plan van aanpak, is gedeeltelijk voltooid. Mijn plan van aanpak is mogelijk meer blijven hangen bij een

inventarisatie. Een reden hiervoor is onder andere de huidige situatie met de pandemie. Door Covid-19 heb ik vanuit huis gewerkt, hierdoor was er toch wat minder sturing dan wanneer ik op locatie gewerkt had. Echter ben ik er wel van overtuigd dat mijn inventarisatie een goed startpunt is voor verdere verwerking. Het heeft bestaande ideeën verder uitgewerkt en mogelijk nieuwe inzichten gegeven in andere ideeën.

Over het algemeen heb ik mijn stage als leerzaam ervaren, ookal heb ik vooral thuis gewerkt door de gehele situatie. Ik heb een onderzoek uitgevoerd die nieuw was voor mij en bij een organisatie die mij liet zien dat er veel meer mogelijk is met mijn diploma archeologie. Het was een positieve ervaring.

12

(15)

5. Bibliografie

www.hetoversticht.nl

https://hetoversticht.nl/diensten/product/22/provinciaal-archeologisch-depot#:~:text=In

%20het%20archeologisch%20depot%20liggen,opdracht%20van%20de%20provincie

%20Overijssel

https://hetoversticht.nl/over-ons

(16)

Bijlage 1 - Stageopdracht

Inventarisatie en Plan van Aanpak – Publieksbereik en Educatie

In opdracht van Het Oversticht

Amber Hekman

S3223280

Masterstage Rijksuniversiteit Groningen

Begeleiders: Suzanne Wentink & Peter Attema

26-03-2021

(17)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave...1

1. Inleiding...3

1.1 Doelgroepen...3

1.1.1 De scholier...3

1.1.2 De museummedewerker...4

1.1.3De amateurarcheoloog...4

1.1.4De geïnteresseerde...4

2. Wat doet Het Oversticht momenteel aan activiteiten en educatie...5

2.1 Activiteiten...5

2.2 Educatie...5

3. Inventariseren van musea in Nederland...7

3.1 Rijksmuseum van Oudheden...7

3.2 Archeologisch museum Haarlem...8

3.3 Het Valkhof...8

3.4 Drents Museum...10

3.5 Hunebedcentrum...10

3.6 Archeon...11

3.7 Museum Wierdenland...11

3.8 OERmuseum...11

3.9 Thermenmuseum...12

3.10 Museum Dorestad...13

4. Inventariseren van musea in het buitenland...14

4.1 National Museum of Ireland...14

4.2 National Archaeological Museum of Athens...15

4.3 Museo archaeologico nazionale di napoli...15

4.4 Muzeum Archeologiczne W Krakowie...17

4.5 Archäologisches Museum Hamburg – Stadtmuseum Hamburg...21

5. Mogelijkheden in Overijssel...22

5.1 Verschillende aspecten in musea...22

5.2 Wat te doen in bestaande musea?...22

5.2.1 De Fundatie& Rijksmuseum Twente,...23

5.2.2 De Museumfabriek...23

5.2.3 Het Palthe Huis...24

(18)

5.2.4 Natura Docet/Wonderrijck Twente...24

5.2.5 Oyfo Techniekmuseum...24

5.2.6 ANNO...24

5.2.7 Kleinere regionale musea in bijvoorbeeld Ommen, Vollenhove of Hardenberg...24

5.3 Mogelijke toekomstige musea...25

5.3.1 Reizende tentoonstelling...25

5.3.2 Digitaal museum...25

6. Manieren van tentoonstellen...28

6.1 Binnen musea...28

6.1.1 Vitrines...28

6.1.2 Film...28

6.1.3 Panelen...28

6.1.4 Virtual reality...30

6.2 Meer informatie...31

6.2.1 Folders...31

6.2.2 QR-code...32

6.3 Andere opties (los van musea)...32

6.3.1 Boekje met archeologische routes...32

6.3.2 Social media...33

7. Archeologie en educatie...36

7.1 Wat te doen?...36

7.1.1 Film...36

7.1.2 Leskisten...37

7.1.3 Opdrachten op de computer...38

7.1.4 Praktijklessen...38

7.2 Koppeling met andere vakken...38

7.2.1 Archeologie en techniek...38

7.2.2 Archeologie en kunst...39

7.2.3 Archeologie en aardrijkskunde...39

7.2.4 Archeologie en biologie...40

8. Aanbevelingen...41

8.1 Aanbevelingen plaats en middelen...41

8.2 Aanbevelingen educatie...42

9. Bibliografie...43

Bijlage 1...45

2

(19)

1. Inleiding

Voor mijn master archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen was één van de vereisten het lopen van een stage. Om deze reden heb ik ervoor gekozen om stage te lopen bij Het Oversticht. In overleg met Suzanne Wentink is er gekeken naar mijn interesses en vanaf dat punt is er een aantal opties ontstaan in de vorm van mijn stageopdracht. Uiteindelijk kwamen wij uit bij het maken van een plan van aanpak dat zich richt op het verbreden van het draagvlak van archeologie in Overijssel. Binnen dit plan ligt de focus op publieksbereik en educatie. Binnen deze twee aspecten wordt rekening gehouden met verschillende doelgroepen, die hieronder kort worden. De provincie Overijssel heeft zelf geen provinciaal museum, maar wel vele andere musea waarbinnen diverse mogelijkheden zijn om archeologie tentoon te stellen. In dit plan van aanpak gaat gekeken worden naar verschillende musea waar archeologie tentoongesteld kan worden en er worden manieren gegeven waarop dit gedaan kan worden. Er wordt dus gekeken naar zowel plek als middel. Daarnaast wordt er ook gekeken naar educatie, op welke manier kan archeologie een rol spelen in al bestaande lessen en welke nieuwe lessen kunnen ontwikkeld worden?

Het Oversticht is een maatschappelijke organisatie die zich bezig houdt met de omgeving: straten, gebouwen, landschappen en archeologie zijn onderdelen daarvan. De provincie Overijssel is één van de opdrachtgevers van Het Oversticht. In opdracht van de provincie Overijssel beheert Het Oversticht het provinciaal archeologische depot, waar meer dan 100 jaar aan archeologisch onderzoek in

Overijssel, objecten en documentatie is opgeslagen. Via verschillende activiteiten zijn deze objecten te bewonderen, maar ook kan het depot tijdens rondleidingen bezocht worden.

7

Binnen Het Oversticht is Suzanne Wentink mijn stagebegeleidster, zij heeft mij geholpen met het opzetten van het plan, het geven van extra informatie en contactgegevens en de voortgang van het proces. Vanuit de universiteit is Peter Attema mijn begeleider.

Het plan van aanpak bestaat uit meerdere hoofdstukken die verschillende aspecten zullen belichten. Er zal eerst kort aandacht besteedt worden aan de verschillende doelgroepen die mogelijk te maken krijgen met archeologie of die hier geïnteresseerd in zijn. Daarna wordt er gekeken naar alles wat er binnen Het Oversticht gedaan wordt aan publieksbereik en educatie. Dit zal vervolgens ook gedaan worden voor verschillende andere musea in binnen- en buitenland om zo een compleet overzicht te krijgen. Wanneer de inventarisatie gedaan is, wordt er gekeken naar opties voor musea; welke musea in Overijssel zouden archeologie kunnen huisvesten en hoe zou dit binnen het museum passen?

Vervolgens wordt er gekeken op welke manieren dit gedaan kan worden, welke middelen zijn er te gebruiken om archeologie neer te zetten? Hierna wordt er gekeken naar educatie, hoe en op welke manier kan archeologie een rol spelen op scholen. Hiervoor hoeven niet altijd nieuwe lespakketten opgesteld te worden, want het zou vaak gekoppeld kunnen worden aan al bestaande vakken. Ten slotte worden er aanbevelingen gegeven over welke plannen haalbaar en uitvoerbaar zijn voor het depot.

1.1 Doelgroepen

Vele mensen komen wel een keer in aanraking met archeologie. Om de interesse te wekken of juist te blijven houden, moet er rekening gehouden worden met verschillende doelgroepen. Voor dit plan van aanpak zullen niet alle doelgroepen belangrijk zijn, maar hieronder worden de groepen besproken waar dit plan van aanpak het meeste mee te maken heeft.

1.1.1 De scholier

Scholieren zijn te verdelen onder twee groepen, leerlingen van het basisonderwijs en leerlingen van het voortgezet onderwijs. Beide groepen zijn te interesseren voor geschiedenis en archeologie op verschillende manieren. Voor nu zijn er vanuit het depot verschillende lespakketten en activiteiten opgezet voor al deze leerlingen, ze kunnen langskomen om het depot te bekijken, maar ze kunnen ook contact zoeken als ze vragen hebben.

7https://hetoversticht.nl/archeologie

(20)

1.1.2 De museummedewerker

Musea en historische verenigingen nemen regelmatig objecten in bruikleen voor tentoonstellingen en vragen om advies betreffende informatievoorziening. Dit onderzoek zal mogelijk nieuwe inzichten geven in mogelijkheden die musea ook mee kunnen nemen. Zij kunnen op deze manier hun exposities en interessegebieden met archeologie verbreden en mogelijk daarom een breder publiek trekken.

1.1.3De amateurarcheoloog

Amateurarcheologen van onder andere de werkgroep AWN, Archeologische Werkgroep Nederland, onderhouden goede contacten met het depot. Deze archeologen zijn ook belangrijk omdat zij geïnteresseerd zijn in de archeologie en soms veel kennis bezitten over bepaalde gebieden, perioden en/of materialen. Amateurarcheologen kunnen soms ook helpen bij archeologiedagen en andere demonstraties.

1.1.4De geïnteresseerde

Deze doelgroep is divers en omvat geïnteresseerden in geschiedenis en archeologie, maar ook mensen die gewoon nieuwsgierig zijn naar wat er in hun woonplaats gevonden is. Daarnaast kan het zijn dat ze geïnteresseerd zijn wanneer de informatie aansluit op andere interessegebieden als kunst of techniek.

4

(21)

2. Wat doet Het Oversticht momenteel aan activiteiten en educatie

Het Oversticht heeft een flink aanbod in erfgoedlessen. Adviseurs van Het Oversticht gaan in gesprek met scholen om te praten over onderwerpen die van toepassing zijn in de eigen omgeving. Op deze manier kan er een lespakket op maat gemaakt worden, die aansluit bij gebruikte methodes van onder andere geschiedenis en aardrijkskunde. Deze lespakketten bestaan uit een doorgaande leerlijn erfgoed.

Leerlingen leren op deze manier meerdere aspecten van erfgoed, bijvoorbeeld de ontwikkeling van een dorp of een landschap. Elke les heeft een lesdoel en alles sluit uiteindelijk weer aan bij de landelijke kerndoelen die behaald moeten worden.

8

De door Het Oversticht ontwikkelde methode heet ‘op ontdekkingsreis’. Het is een collectie van acht lessen voor de bovenbouw van het basisonderwijs. De inhoud van deze lessen kan naar de regio aangepast worden. Deze methode zorgt voor verbindingen tussen lokale culturele aanbieders en het onderwijs.

9

Een ander aspect dat vanuit Het Oversticht geregeld en gerealiseerd wordt is erfgoededucatie.

Erfgoededucatie moet volgens de overheid een belangrijkere rol gaan spelen in de lessen. Het Oversticht heeft meegedacht over een lespakket voor dit onderwerp. De lessen zorgen ervoor dat er meer aandacht besteedt wordt aan de omgeving. De eerste lessen die hiervoor gemaakt zijn, waren voor het dorp Haarle, in de lessen voor deze school staat dit dorp dan ook centraal.

10

2.1 Activiteiten

Vanuit het depot worden meerdere activiteiten georganiseerd die op meerdere plekken plaats kunnen vinden. Deze plaatsen kunnen variëren van musea, festivals tot een evenement voor kinderen. De activiteiten zijn vaak voor kinderen ontwikkeld, maar ook voor volwassenen leuk om te doen.

11

De activiteiten zijn onder andere:

- Kinderlab – prehistorisch verven: verven met eigengemaakte verf. Kinderen laten zich inspireren door kunst van de prehistorie. Ze mengen zelf aardpigmenten met water om zo hun eigen ‘prehistorische’ schildering te kunnen maken.

- Kinderlab – scherven plakken: een compleet bord of een pot worden vrijwel nooit gevonden, maar wel worden er vele scherven gevonden. Bij het scherven plakken mogen kinderen kopjes, schotels, borden en potten weer in elkaar zetten.

- Kinderlab – beerputtenspel: beerputten worden vrij vaak opgegraven. Bij deze activiteit mogen kinderen een zak met grond uit een beerput onderzoeken en kijken wat ze allemaal vinden.

- Graafbak: in een zandbak van ongeveer 200x200x50 cm worden archeologische voorwerpen die vervolgens door kinderen opgegraven mogen worden.

- Pieperdepiep: kinderen gaan met een metaaldetector op zoek naar archeologische voorwerpen.

Dit gebeurd op een terrein dat van te voren geprepareerd is.

- Kasteel veroveren: dit is een werpspel waarbij de ridders van het kasteel gegooid moeten worden om zo het kasteel te veroveren.

2.2 Educatie

Hier zal kort besproken worden wat Het Oversticht doet aan educatie.

- Basisschool:

Op het depot kan de archeologieles Reis je Wijs gespeeld worden, waarbij leerlingen in groepjes in het depot op zoek gaan naar dozen met echte archeologische vondsten. Met een speelbord en een route gaan ze op zoek en beantwoorden ze vragen. De leerlingen mogen alles aanraken wat in de doos zit.

12

8https://hetoversticht.nl/diensten/product/24/erfgoededucatie 9https://hetoversticht.nl/diensten/product/24/erfgoededucatie 10https://hetoversticht.nl/projecten/2/erfgoededucatie-op-maat 11https://www.archeologieoverijssel.nl/activiteiten/

12https://www.archeologieoverijssel.nl/onderwijs/

(22)

Ook erfgoededucatie heeft verschillende lespakketten voor het basisonderwijs. Zo zijn er voor verschillende steden/dorpen ontdekkingsreizen gemaakt waarbij de leerlingen leren over de

geschiedenis van hun eigen stad en/of dorp. Hierbij wordt er een verschil gemaakt tussen lessen en activiteiten voor groep 5 & 6 en groep 7 & 8.

13

Naast volledige leerlijnen, worden er ook losse lespakketten opgesteld. Een voorbeeld hiervan is een lespakket over de ‘Schat van Dalfsen’. De leerlingen maken kennis met de Trechterbekercultuur en de vondsten hiervan. In de bovenbouw richtten ze zich vooral op de vondsten en voor de midden- en onderbouw ging het vooral over onderwerpen over de eigen omgeving. Deze lessen zijn allemaal gratis toegankelijk en te downloaden.

14

- Middelbare school:

Leerlingen kunnen in zowel het depot als in de binnenstad van Deventer kennis maken met

archeologie. Er zijn drie verschillende activiteiten ontwikkeld, zo kunnen ze kijken bij het Archeolab of kunnen ze een speurtocht doen door de stad.

15

De onderdelen van het Archeolab zijn:

beerputtenspel, scherven plakken en bottenspel.

13https://erfgoededucatieopmaat.nl/

14http://www.schatvandalfsen.nl/lespakket-schat-van-dalfsen/

15https://www.archeologieoverijssel.nl/onderwijs/

6

(23)

3. Inventariseren van musea in Nederland

Bij deze inventarisatie zal gekeken worden hoe verschillende musea in Nederland hun archeologische voorwerpen en verhalen tentoonstellen, doen zij dit via vitrines, met filmpjes etc. Daarnaast zal er ook aandacht besteedt worden aan activiteiten die ze in de musea hebben om mensen actiever bij de geschiedenis te betrekken. Ten slotte wordt er aandacht besteed aan de educatie, zijn er

lespakketten/lessen beschikbaar vanuit het museum? Op welke leeftijdscategorie richten zij zich vooral en op welke manier?

Deze inventarisatie is gedaan om zo duidelijk in beeld te krijgen wat de verschillende mogelijkheden er zijn om archeologie te laten zien aan een groter gebied en wat er te doen is in de educatie. Daarnaast kan de inventarisatie voor nieuwe inspiratie/ideeën die mogelijk ook voor Het Oversticht een rol kunnen spelen.

3.1 Rijksmuseum van Oudheden

16

- Verschillende tentoonstellingen over meerdere onderwerpen, waaronder Romeinen langs de Rijn

- Een doe-boekje voor het gehele gezin, waarbij de familie samen puzzelt en speurt om zo het hele Romeinse grensgebied te ontdekken. Ze krijgen een Romeinse naam en maken kennis met Latijn en de gewoontes van de Romeinen.

- Live meekijken met een restauratie van een Romeinse sarcofaag van Simpelveld. Ze kunnen hier ook vragen stellen aan de restaurator.

- Kindertentoonstelling ‘Ontrafel de mysteries rond het graf van de farao’. Door middel van opdrachten, spelletjes, films en verhalen zoeken de kinderen mee in de Egyptische vallei der Koningen. In de ondergrondse tombe leren ze over het Egyptische dodenrijk, de farao, zijn graf, mummies en de Egyptische goden. In het zogenaamde mummielab kunnen de kinderen proefjes en experimenten doen me onder andere hightech scans. Door kopieën van de originele voorwerpen te gebruiken, kunnen kinderen het aanraken en van dichtbij zien.

- Op de site zijn verschillende voorwerpen uit de collecties te zien, die meer informatie geven zodra je er op klikt.

Educatie

- Videorondleiding door het museum via een live-verbinding, waarbij de kinderen vragen kunnen stellen aan de museumdocent en de museumdocent stelt ook vragen terug. Geschikt voor groep 5 t/m 8.

- Een museumdocent geeft les op school met behulp van lesmateriaal en replica’s. Dit gaat meestal over het oude Egypte en de Romeinen, maar het kan ook over de verschillende tijdvakken gaan.

o Onderbouw (groep 1-2): Amon en Amara, een Egyptisch avontuur (oude Egypte)

 Het verhaal van Amon en Amara wordt voorgelezen, waarna er voorwerpen tentoongesteld worden die een rol speelden in het verhaal. Bij de voorwerpen ligt de aandacht vooral op de verschillende vormen, kleuren en texturen. Om af te sluiten maken de kinderen een eigen Egyptische amulet.

o Middenbouw (groep 3-4): Amon en Amara, een Egyptisch avontuur (oude Egypte) of Tureluurtje (Nederland in de prehistorie/Romeinse tijd/middeleeuwen)

 Hierbij kijken de leerlingen naar twee grote kijkplaten over het leven in twee historische periodes en worden ze met elkaar vergeleken. Bij de platen horen opdrachten, replica’s van voorwerpen die te zien zijn op de platen.

o Bovenbouw (groep 5-8): op reis naar het oude Egypte.

 Hierbij bekijken leerlingen de Egypte-collectie van het museum. Vervolgens bekijken ze hiërogliefen, mummies, beelden van farao’s en

16https://www.rmo.nl/

(24)

gebruiksvoorwerpen en leren het verhaal hierom heen. Bij deze lessen horen ook opdrachten.

 100 procent Romeins (Nederland in de Romeinse tijd). Door middel van korte filmpjes en replica’s leren de leerlingen hoe Romeins ze zijn. Daarnaast leren ze de invloed van de Romeinse beschaving op de inheemse volkeren van het noorden te herkennen. Daarnaast zien ze welke elementen van de Romeinse tijd nog steeds een onderdeel zijn van ons dagelijks leven.

3.2 Archeologisch museum Haarlem

17

- Verschillende tentoonstellingen.

- Verschillende lezingen.

Educatie

- Er zijn verschillende programma’s die voor kinderen bedoeld zijn, ze hebben programma’s voor zowel basis- als middelbaar onderwijs.

- Basisschool: hierbij kan rekening gehouden worden met verschillende thema’s (bijvoorbeeld eten en drinken) of periodes (de steentijd).

o Onderbouw (groep 1-2):

 Op onderzoek in het archeologisch museum. De kinderen gaan zelf op ontdekkingstocht in het museum en leren spelenderwijs over het werk van de archeoloog. Ze vergelijken spullen van vroeger en nu met elkaar.

o Middenbouw (groep 3-6):

 ‘Graaf je mee in het archeologisch museum?’: aan de hand van de collectie krijgen de kinderen inzicht in het werk van een archeoloog, wat er gevonden wordt in de grond van Haarlem en of er verschil zit tussen voorwerpen uit de middeleeuwen en nu. De leerlingen mogen zelf opgraven, ontdekken wat ze hebben gevonden, bestuderen resten uit een beerput, puzzelen met scherven en doen skeletonderzoek.

 ‘Wie bewaard heeft wat’: hierbij leren de leerlingen hoe archeologen bepaalde voorwerpen herkennen. Ook ontdekken zij wat zij belangrijk vinden om te bewaren. Ze mogen ook bij deze les zelf opgraven. Bij dit programma zit een voorbereidende les.

- Middelbaar onderwijs: voor het middelbaar onderwijs is een educatieprogramma beschikbaar.

Ook is het mogelijk om een escape game ‘The Haarlem Heist’ te spelen.

o Het is een spel met puzzelelementen uit een escape room met een archeologisch tintje.

Doel van het spel is om de code van de conservator te kraken. Het decor zijn de catacomben van het museum.

o Onderbouw (1

e

-2

e

klas):

 ‘Verhalen uit de beerput’: wat zijn beerputten, wat is de functie en waarom zijn er in Haarlem zoveel? Wat vertelt een beerput over de gebruikers. Aan de hand aan een archeologisch voorwerp uit de beerput gaan de leerlingen op onderzoek uit. Ze besturen het voorwerp en verzamelen informatie om er daarna een, mogelijk fictief, verhaal over te schrijven. Leerlingen leren hier ook over middeleeuws Haarlem en hoe archeologisch onderzoek werkt. Ze krijgen opdrachten als het determineren en dateren van vondsten en leren verschillende typen aardewerk te herkennen.

17https://www.archeologischmuseumhaarlem.nl/

8

(25)

3.3 Het Valkhof

18

- In de Romeinenwerkplaats van het museum is een Romeinse stad en een legerkamp

nagebouwd, waar men zich kan wanen als een Romein: maak kleurrijke mozaïeken, bouw een boog zonder cement, schiet met een katapult of maak een dak zoals ze dat toen deden.

- Archeolab, hier wordt het gehele verhaal van de archeologie verteld. Hoe gaat in een opgraving in zijn werk, welke stappen worden er gezet om vondsten uit de bodem bloot te kunnen leggen en welke technische middelen worden daarvoor gebruikt?

o ArcheoHotspot is onderdeel van het Archeolab. Hierbij kunnen mensen kijken naar alle scherven en ze mogen ze zelf weer in elkaar puzzelen. Op deze manier helpen mensen mee met het archeologisch onderzoek.

Educatie

- Er wordt bij de educatie verschil gemaakt tussen online en themarondleidingen.

o Onderbouw (groep 1-4):

 ‘Met Freddie door het museum’: op school maken kleuters kennis met Freddie en het museum door een bijzonder prentenboek en een memoryspel. In het museum gaan ze onder leiding van een museummedewerker op zoek naar Freddie en de dingen die hij in het prentenboek heeft ontdekt. De kleuren krijgen zo antwoorden op de vragen: wat is een museum? Wie werken er in een museum? Etc.

 ‘Oude dingen, nieuwe dingen’: in het museum gaan leerlingen met kistjes met voorwerpen van nu op zoek naar dingen die mensen heel lang geleden gebruikten. Ter voorbereiding op het bezoek, kan in de klas het verhaal van Fiep en Freddie vertoont worden, zij hebben de afdeling van het museum bezocht en spannende dingen meegemaakt

o Bovenbouw (groep 5-8):

 ‘Romeinenwerkplaats’: dit is een gewone expositie, zoals die hierboven al beschreven staat, maar dit kan ook onder begeleiders gedaan worden.

 ‘Laat geschiedenis herleven’: een lessenserie voor groep 8, maar ook voor de onderbouw van voortgezet onderwijs. Deze lessenserie is ontwikkeld door Coachvoorjou, waarmee de leerlingen zelf op een creatieve manier aan de slag kunnen met het ontrafelen van archeologische vondsten.

 ‘JuniorLab op de schop’: op een originele historische plek net buiten het museum gaan de leerlingen op zoek naar het verleden. Ze krijgen een troffel en een kwast in de hand en tekenen hun ontdekkingen op de eigen

vondstenkaart. Zo graven ze als echte archeologen naar resten uit de middeleeuwen en de Romeinse tijd.

 ‘Op zoek naar de Romeinen’: de leerlingen gaan met een medewerker op zoek naar de Romeinen. Ze zien zwaarden, munten en sieraden, die archeologen in de grond vonden. Ook kunnen ze soldatenhelmen passen en voelen hoe zwaar een maliënkolder was.

 ‘Webgame Romeinen in Nijmegen’: via een website kunnen leerlingen opdrachten doen over het Romeinse leger en de Romeinse stad.

 ‘Expeditie Steentijd’: de leerlingen gaan onder leiding van een medewerken op expeditie naar de steentijd en ervaren hoe mensen leefden in de prehistorie.

Ze ontdekken hoe leer gelooid werd en hoe vuur werd gemaakt. Ze mogen de originele voorwerpen vastpakken en vervolgens met replica’s zelf dingen uitproberen.

- Voortgezet onderwijs:

o VMBO/HAVO/VWO:

 ‘De buit van Bataven’: in kleine groepjes probeer je zoveel mogelijk denarii uit de buit te winnen door in de omgeving van het Museum opdrachten uit te voeren.

18https://www.museumhetvalkhof.nl/

(26)

 ‘Schervenworkshop’: ze kruipen in de huid van een onderzoeker die als een detective aan het werk gaat om kleine mysteries te ontrafelen. Dit doen zij aan een lange tafel met allerlei archeologische objecten die het verhaal vertellen van 3000 jaar geschiedenis. Ze onderzoeken de vondsten met scanners, microscopen, en dendrochronologie app en een 3D-scanner.

 Presentaties en rondleidingen over en door de collecties.

 ‘Archeologie in de klas’: een archeoloog komt naar de school toe om lessen aan te bieden over het vak.

o HAVO/VWO onderbouw:

 ‘Roman Quest’: in groepjes proberen de leerlingen de Roman Code te kraken en klasgenoten te verslaan. Via een app maakt het team opdrachten in de archeologische collectie.

3.4 Drents Museum

19

- Op de site zijn meerdere expositiestukken uitgelegd, echter geen afbeeldingen.

Educatie

- Hoewel op de website aangegeven wordt dat er onderwijs voor basis- en middelbare scholen beschikbaar is, wordt niet aangegeven in welke vorm dit is.

3.5 Hunebedcentrum

20

- Grootste hunebed.

- Hondsrug UNESCO Geopark, waar men kan zien hoe de grote stenen in het Hondsruggebied terecht gekomen zijn en wat de mensheid met het landschap heeft gedaan. Daarnaast zie je de 150.000 jaar oude geschiedenis van het gebied.

- Oertijdpark: waar je in de buitenlucht door een prehistorisch dorp wandelt, je ziet de vroegste mens, grafheuvels en veenwegen.

- Soms zijn er acteurs aanwezig die het leven uit die tijd naspelen.

- Keientuin.

- Vele interactieve exposities voor jong en oud.

- Lezingen, die in deze tijd online gegeven worden.

Educatie

- Archeoloog op school: het Hunebedcentrum is gestart met het geven van online lessen over de archeologie en de prehistorie, waarbij de hunebedden en de bouwer centraal staan.

- Het Hunebedcentrum heeft iets genaamd de ‘Oerschool’, waarbij kinderen van verschillende leeftijdscategorieën onderwerpen als de ijstijd en prehistorie kunnen bespreken.

o Middenbouw (Groep 5-6):

 ‘Ontdek de prehistorie’: tijdens het bezoek ontrafelen kinderen het mysterie rondom de hunebedden. Ze beleven de prehistorie met alle zintuigen. Via de ontdekpaden leren de leerlingen over de ijstijden en zien ze dat overal in Drenthe sporen van de ijstijden te vinden zijn.

o Bovenbouw (Groep 7-8):

 ‘Vind de prehistorie uit’: aan de hand van objecten ontdekken de leerlingen de wereld van de hunebedbouwers. Het wordt gestart met een korte les en een film. In het oertijdperk worden ze door figuranten begeleid en zij zullen laten zien hoe men toen leefden.

- Het Hunebedcentrum levert ook lesideeën aan als familierecept van de oermensen en museumschatten bij het Hunebedcentrum. Dit laatste is vooral bedoeld om kinderen

enthousiast te maken over musea. Maar ook een lesidee over beelden, waarin leerlingen leren

19https://drentsmuseum.nl/

20https://www.hunebedcentrum.eu/

10

(27)

over het feit dat archeologen aspecten als mensen, maar ook haardkuilen en waterputten, aan de hand van sporen kunnen reconstrueren. De kinderen leren hoe dit gedaan wordt.

- Voortgezet onderwijs:

o VMBO, HAVO en VWO:

 ‘Break in’, als oermens moet je bepaalde dingen kunnen doen om te overleven in de prehistorie. In een groepje krijgen de leerlingen 60 minuten de tijd om te bewijzen dat ze kunnen overleven in de prehistorie. Ze moeten nadenken, puzzelen, doen en in de hoofden van hun prehistorische voorouders kruipen.

o VMBO GT:

 Leren over hunebedden via een vlog, Koen van Eventuin heeft een vlog gemaakt voor zijn leerlingen.

3.6 Archeon

21

- Veel tijdsperiodes worden hier nagebouwd en nagespeeld, zo komt de prehistorie, Romeinen, middeleeuwen aan bod.

- Er zijn allerlei activiteiten als exerceren, Romeinse massage, fibula maken, kruidenspeurtocht, vilten armbandje maken, zwaard vechten, boogschieten.

- Er is een introductiefilm met de geschiedenis van het land.

- Laboratoriumtafel waar mensen aan de slag kunnen als archeologen, ze kunnen aardewerk en skeletmateriaal onderzoeken.

- Er worden ook lezingen gehouden.

3.7 Museum Wierdenland

22

- Tentoonstelling van voorwerpen.

- Georganiseerde rondleidingen, fietstochten, gruttotochten.

- Er zijn kinderactiviteiten die op bepaalde data plaatsvinden en ze organiseren kinderfeestjes.

Educatie

o Basisschool (groep 5-8):

 ‘Het Mysterie op de wierde’: samen met personages Kaatje en Jacob leren de leerlingen wat men vroeger op de wierden deden, wat ze aten en in welke omgeving ze leefden. Ook ontdekken ze wat voor planten er groeiden en hoe mensen dit verwerkten tot een maaltijd. Ze ontdekken door opdrachten te doen waarbij ze delen van een schatkaart verzamelen.

3.8 OERmuseum

23

- In een route ontdek je de oertijd van Noord-Nederland, via een reis door de tijd beleef je verschillende fasen in de ontwikkeling van de regio.

o Bij deze route zijn er ook activiteiten, zo kunnen kinderen de kleren van rendierjagers aantrekken. Maar ook door informatieve borden, touchscreens met meer informatie en filmpjes, spelelementen voor kinderen wordt het meer aansprekend gemaakt.

- Er wordt in de kelder uitgelegd wat archeologie is en welke moderne onderzoeksmethoden zij gebruiken.

- Elk jaar worden er workshops georganiseerd voor alle leeftijden.

- Er zijn verschillende wandel- en fietsroutes die men kan afleggen.

- Lezingen.

Educatie

21https://www.archeon.nl/index.html 22https://www.wierdenland.nl/

23https://oermuseum.nl/

(28)

- Er is een programma ‘OERwijs’ ontwikkeld over de prehistorie die dient als aanvulling op lessen van leerlingen (groep 7/8). Er is een mogelijkheid om een dagdeel te vullen met activiteiten.

3.9 Thermenmuseum

24

- Audiofragmenten: bij 20 voorwerpen zijn audiofragmenten te beluisteren, dit kan gedaan worden in het museum zelf, maar ook vanuit huis.

- Een badhuis is via een ultrarealistische expositie opgezet. Door een 96 meter lange houten looppad staat men letterlijk met de neus op de Romeinen. Tot in de details kan de

geschiedenis bestudeerd worden. Er zijn resten van koud- en heetwaterbaden, winkeltjes, stookoven, tweeduizend jaar oude vloerverwarmingen, zwembad en massageruimtes.

- Lezingen.

- 3D-voorstelling.

- Filmzaal.

- Romeinse spellen in de kantine.

- Beleefroute: een theatrale wandel-, luister- en beleefroute die bezoekers langs de belangrijkste historische plekken van Heerlen stuurt, inclusief Nederland Mijnmseum, SCHUNCK,

Savelbergklooster en Thermenmuseum. Er zijn Ontdek- en doeopdrachten in een gids en audiofragmenten die via de telefoon te beluisteren zijn.

- Bekijken van een pottenbakkersoven.

Educatie

- Erfgoededucatie: kinderen gaan aan de slag met het verleden van de eigen omgeving en ontdekken spelenderwijs hoe de Romeinen vroeger leefden. Dit doen ze door middel van knutsel mozaïeken, het bekijken van het badhuis, een knutsel archeologen toolkit, vlogs bekijken, recept voor Romeinse biscotti, het ontwerpen van een eigen Romeinse munt, Romeinse armband maken, recept voor Romeinse body olie, doe vondstkaart, objecten memory, Latijnse woordzoeker en een knutsel kruik.

- Basisonderwijs:

o Onderbouw (groep 1-2):

 Museumles ‘De schat van Lucius’: in de zandbak ligt de schat van Lucius. De leerlingen mogen dit opgraven en bekijken. In het museum mogen de

leerlingen nog meer Romeinse schatten onderzoeken. In deze activiteit gaat het om verzamelen, sorteren, presenteren, plakken, voelen en tekenen ze de vondsten.

o Middenbouw (groep 3-4):

 Museumles ‘Feest! Bij de Romeinen’: elk familielid van Lucius heeft eigen dingen die hij of zij leuk vindt en met elkaar delen ze familietradities. Door deze les maken leerlingen door middel van actieve opdrachten kennis met het Romeinse badhuis: hoe leefden de Romeinen, wat deden zij op een dag?

Verschillende aspecten als werk, hobby’s, tradities, feest en familie komen voorbij. Leerlingen zullen het leven van vroeger met hun eigen dagelijks leven vergelijken.

o Midden- en bovenbouw (groep 5-8):

 ‘Ontdektocht: Lucius &Amaka en het verloren fresco van Coriovallum’:

Lucius en Amaka hebben hulp nodig met het vinden van het verloren fresco en om het weer compleet te krijgen. Door middel van opdrachten waarmee van alles geleerd wordt over het museum en badhuis wordt dit uitgevoerd.

 Museumlessen ‘De Romeinen komen’: Zuid-Limburg was deel van het Romeinse Rijk, maar hoe zag het leven er toen uit? De museumdocenten vertellen van alles over het badhuis en de Romeinen. De leerlingen gaan daarna zelf actief aan de slag met opdrachten, die diverse thema’s behandelen

24https://www.thermenmuseum.nl/

12

(29)

(geloof, eten en drinken, handel, mobiliteit en het badhuis). Het uiteindelijke doel is om een verloren mozaïek terug te vinden.

- Er zijn ook verschillende workshops, waarbij men leert wat de Romeinen in hun vrije tijd deden, maar ook een workshop die zich richt op het maken van kleren. Je kunt een Romeinse munt maken of Romeinse oliebollen. Een Romeins portret van mozaïek of een Romeinse selfie, een potje maken. Fresco schilderen met pigmenten, een workshop over Romeinse soldaten en heldinnen, een mozaïek tegel maken, superstructuren maken.

- Voortgezet onderwijs:

o VWO met Latijn:

 ‘De Romeinen komen’: de leerlingen krijgen twee inleidende films te zien, om vervolgens in groepjes aan opdrachten te werken.

o Onderbouw VMBO/HAVO/VWO:

 Digitale Kijkwijzer ‘Het Verhaal Van Coriovallum’: door middel van een tablet of telefoon stappen leerlingen in de wereld van Marius, een inwoner van het Romeinse dorp Coriovallum. Op deze manier leren ze over zijn dagelijkse leven.

 Digitaal lespakket: ‘Dit vertelt mij, er was eens...’: dit lespakket laat zien hoe archeologen hun verhalen maken op basis van bodemvondsten. Hoe losse stukken informatie in elkaar worden gepast om zo een compleet mogelijk beeld te krijgen van ons vroegere leven. Leerlingen leren een eigen geschiedenis te schrijven rond een zelfgekozen artefact en leren waar ze informatie vandaan moeten halen om het verhaal te checken.

- Workshops over handel en Romeins badderen.

3.10 Museum Dorestad

25

- Vanaf 2019 tot heden is het museum gesloten. Eerst omdat ze druk bezig waren met verhuizen en daarna kwam de huidige pandemie erover heen. Hierdoor zijn er geen exposities gaande.

Wel zijn er een aantal museumlessen opgesteld.

Educatie

o Onderbouw (groep 1-4):

 ‘Scherfgoed/Potten en scherven’: kinderen mogen graven in een zandbak en kunnen de opgegraven scherven in elkaar zetten. Door middel van fotokaarten wordt het proces van potten maken en bakken verteld, waarbij ze ook oude scherven kunnen zien en voelen. Met behulp van de computer kunnen de kinderen scherven en botten determineren. In een nagebouwd Prehistorische huis wordt gepraat over het dagelijks leven van vroeger en nu. Tot slot mogen ze zelf een potje van klei maken en versieren om mee te nemen naar huis.

o Middenbouw (groep 5-6):

 ‘Op stap met Jet en Jan’: dit project geeft leerlingen het beeld van het

dagelijks leven rond 1910. In voorbereidingslessen maken de kinderen kennis met leeftijdsgenootjes uit 1910. Hierna volgt een museumles met een

activiteitencircuit met activiteiten als wassen, sokken stoppen, koffiebonen malen, op een leitje schrijven met een griffel, tollen met een priktol en bikkelen. Tot slot wordt er op school een les gegeven waarbij alle informatie verwerkt kan worden door middel van opdrachten.

o Bovenbouw (vanaf groep 6 t/m groep 8):

 ‘De Noormannen/Vikingen en Dorestad’: er wordt aandacht besteed aan de

Noormannen, wie waren dat en hoe zat dat met Vikingen? Hoe zag Nederland

eruit en waar lag Dorestad? Kinderen werken met een breivork (voor het

maken van een armbandje), krijgen een opdracht over het runenschrift en een

opdracht touwknopen. Een schoolplaat wordt bekeken en interactief wordt er

25http://www.museumdorestad.nl/

(30)

gekeken of deze plaat wel klopt. Vervolgens wordt er een handelsspel gespeeld en een puzzel gemaakt.

4. Inventariseren van musea in het buitenland

Naast Nederlandse musea, zijn er ook vele archeologische musea te vinden in het buitenland.

Hieronder zal een inventarisatie plaatsvinden van een aantal geselecteerde musea om te kijken hoe zij archeologie tentoonstellen en of zij doen aan educatie. Het is belangrijk om ook naar het buitenland te

14

(31)

kijken, omdat zij mogelijk andere manieren hebben van educatie en/of lespakketten. Dit kan bijdragen aan nieuwe ideeën voor musea en het depot in Nederland. Op deze manier worden meer opties

duidelijk.

4.1 National Museum of Ireland

26

- Vele tentoonstellingen, het museum bestaat ook uit meerdere verdiepingen met verschillende thema’s als nationale geschiedenis, kunst en archeologie.

- Veel informatie op de site met filmpjes over het gebied

- Online activiteiten voor families, waarbij je kunt leren om in hiërogliefen, runen of in ‘Ogham Code’ (dit is het vroegste schrift van Ierland) je naam te schrijven.

- Je kunt leren over oude Egyptenaren, Vikingen en heiligen van Ierland door spelletjes te spelen.

- Er zijn workshops voor de gehele familie, maar ook voor volwassenen.

Educatie

- Op de site van het museum staan verschillende linkjes met pdf’s die gedownload kunnen worden. Deze bevatten allerlei leerbladen en spelletjes die leraren in de klas kunnen gebruiken. Er wordt geen lespakket aangeboden.

- Er is een Bronstijd box pakket die scholen kunnen aanvragen waarbij verschillende replica’s zitten. Deze kunnen leraren gebruiken om hun verhaal over de Bronstijd te ondersteunen.

Hierbij zit ook een boekje met extra informatie die leraren kunnen gebruiken.

- Verschillende video’s over Vikingen die gemaakt zijn met educatieve doeleinden. Deze filmpjes omvatten onder andere de komst van de Vikingen en wat zij geloofden, de vrouwen, die Ieren en de Vikingen, het dagelijks leven en het nalatenschap.

- Basisschool:

o De bronnen, activiteiten en sessies die zijn voordragen zijn verbonden aan het curriculum van de basisschool.

o Alles is ontwikkeld door een team dat zich vooral richt op de educatie en zij zorgen voor een sessie waarbij studenten hun kennis kunnen verbreden, meer begrijpen en nieuwe vaardigheden kunnen leren.

o Op de site staat aangegeven wat de lessen inhouden, bij welke onderwerpen ze horen (welk verhaal, welke mensen/maatschappij, hoe is dit veranderd in de tijd, waar ligt de plaats), of er een verbinding is met andere vakken als kunst, scheikunde etc. en wat de uiteindelijke leerdoelen zijn.

 ‘Classroom Activity: Ancient Egyptians’: hierbij leren de kinderen hoe oude Egyptenaren hiërogliefen gebruiken en leren ze met deze hiërogliefen hun eigen naam te schrijven. In een woordzoeker kunnen ze de namen van Egyptische goden en godinnen zoeken om vervolgens te leren hoe zij gekoppeld werden aan bepaalde dieren.

 ‘Classroom Activity: The Vikings’: ontdek het schrift van de Runen en gebruik het om een Vikingzwaard een naam te geven en te versieren. Leer over de goden van de Noorse mythologie en welke speciale objecten aan de verhalen gekoppeld kunnen worden, bijvoorbeeld de hamer van Thor.

 ‘Classroom Activity: Early Medieval Ireland’: kinderen leren over de ‘Ogham stenen’ en ze leren een eigen verhaal te schrijven in Ogham. Veel

monumenten in Ierland zijn afkomstig uit de Vroege Middeleeuwen, toen vele heiligen de Ierse mensen leerden over het christendom. Via woordzoekers komen ze namen tegen van deze heiligen en leren ze over hen en hun objecten.

- Na de basisschool:

o Hiervoor worden twee activiteiten aangeboden, die vooral bedoeld zijn om les te

geven in de klas. Hierbij worden verschillende artefacten uit de collectie van het

26https://www.museum.ie/en-IE/Museums/Archaeology

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelovig of niet, ze laten zich één voor één ra- ken door de miserie en de veer- kracht van mensen in arme

Op andere dagen gaat hij naar Het Veer, een dagcentrum van de Broeders van Liefde, of doet hij vrijwilligers- werk voor Inclusie Vlaanderen, een organisatie die ijvert

Tijdens een zogeheten Collection Day worden verhalen genoteerd en objecten gescand en gefoto- grafeerd, zoals hier in een museum in de Britse stad Preston. ©

Hiermee geeft u leden, vrijwilligers en sponsoren een goed beeld van uw vereniging en overtuigt u hen van de meerwaarde die u te bieden heeft.. Het verhaal van

Wanneer de hele maatschappij ter discussie staat en het overleven van allen in het geding is, vormt het scheppingsverhaal een handvat tot het herscheppen van de wereld zoals zij

Links, rechts of recht door zee, iedereen mag hier zijn mening uiten zonder bang te zijn vervolgd te worden.. Maar wij zijn ook het land van de stamppot en stroopwafels, van

Voor de uitbreiding en vervangende nieuwbouw van (een deel van) de gebouwen is verzocht om gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Eelde. De wijziging

Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van € 50.000,- per jaar, gedurende drie jaar ter uitvoering van de plannen, zoals opgenomen in deze notitie.. In september 2000 kwamen