• No results found

13188/20 dau/sv 1 RELEX.1.C

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "13188/20 dau/sv 1 RELEX.1.C"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Raad van de Europese Unie

Brussel, 20 november 2020 (OR. en)

13188/20

CFSP/PESC 1024 CSDP/PSDC 580 COPS 413

EUMC 225 POLMIL 178 NOTA

van: het secretariaat-generaal van de Raad

aan: de delegaties

nr. vorig doc.: 12659/20

Betreft: Conclusies van de Raad betreffende de Strategische PESCO-evaluatie 2020

Voor de delegaties gaan hierbij de conclusies van de Raad betreffende de Strategische PESCO-evaluatie 2020, die volgens de schriftelijke procedure zijn goedgekeurd.

____________________

(2)

CONCLUSIES VAN DE RAAD BETREFFENDE DE STRATEGISCHE PESCO-EVALUATIE 2020

De Raad hecht zijn goedkeuring aan de resultaten van de strategische PESCO-evaluatie 2020, zoals weergegeven in het bijgevoegde document.

(3)

BIJLAGE

Strategische evaluatie van de PESCO 2020

De permanente gestructureerde samenwerking (PESCO), die in december 2017 van start ging, betekent een doorbraak in de samenwerking op defensiegebied binnen de Unie, met het oog op de meest veeleisende missies en om bij te dragen tot het realiseren van het door de Raad in november 2016 overeengekomen ambitieniveau van de Unie op het gebied van veiligheid en defensie.

De PESCO omvat 25 deelnemende lidstaten die met elkaar 20 verdergaande verbintenissen zijn aangegaan, overeenkomstig de bepalingen van de EU-Verdragen. Binnen het institutionele en wettelijke kader van de PESCO maken de deelnemende lidstaten vorderingen met de nakoming van de verdergaande verbintenissen, onder meer omdat de defensie-uitgaven een stijgende tendens vertonen. Er werden 47 samenwerkingsprojecten gelanceerd, waarvan er 12 reeds concrete resultaten opleveren of hun initiële operationele capaciteit hebben bereikt. Door de samenhang tussen de PESCO en met name de gecoördineerde jaarlijkse evaluatie inzake defensie (CARD) en het Europees Defensiefonds (EDF) en de voorlopers ervan worden de schaarse middelen beter benut: de voor de veiligheid van Europa benodigde vermogens worden namelijk in toenemende mate gezamenlijk ontwikkeld. In 2019 werden verschillende acties in verband met PESCO-projecten gefinancierd in het kader van het industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie.

De PESCO is een krachtig instrument dat een verschil kan maken bij het opschroeven van de defensie-investeringen, het uitbreiden van de gezamenlijke ontwikkeling van vermogens en het verbeteren van de beschikbaarheid van inzetbare, interoperabele strijdkrachten, in overeenstemming met het Protocol (nr. 10) van het VEU en indachtig het beginsel van één set strijdkrachten.

De deelnemende lidstaten kunnen die strijdkrachten gebruiken binnen het EU-kader, en dit zowel voor nationale behoeften als in ander verband, zoals de VN en de NAVO. Daarom moet tijdens de tweede initiële fase van de PESCO (2021-2025) worden voortgebouwd op de tot dusver geboekte vooruitgang. Daarbij moet onder meer aandacht worden besteed aan gebieden waar verbetering nodig is en worden gestreefd naar tastbare resultaten.

(4)

Inleiding

1. Overeenkomstig Besluit (GBVB) 2017/2315 van de Raad van 11 december 2017 tot instelling van de PESCO werd eind 2019 een strategische evaluatie van de PESCO gestart. Die werd in de loop van 2020 geïntensiveerd om na te gaan of de verdergaande verbintenissen moeten worden geactualiseerd en zo nodig aangescherpt in het licht van de resultaten die via de PESCO zijn bereikt, om in te spelen op de veranderende veiligheidssituatie van de Unie.

Zo kregen de deelnemende lidstaten de kans om te beoordelen hoever het staat met de verwezenlijking van de verdergaande verbintenissen en met de projecten aan het einde van de eerste initiële fase van de PESCO (2018-2020).

2. Doel van dit document is dat de Raad de strategische evaluatie onder leiding van de deelnemende lidstaten afrondt en sturing geeft voor de volgende PESCO-fase (2021-2025) wat betreft het algemene doel, de belangrijkste beleidsdoelstellingen, de met de PESCO verband houdende processen, en de stimulansen om tot een betere nakoming van de verbintenissen te komen. Het betreft met name operationele verbintenissen en verbintenissen in verband met de Europese collaboratieve benadering waarbij de hoge vertegenwoordiger vond dat de vorderingen ontoereikend waren, iets wat door de Raad nog eens is benadrukt.

3. De Raad bevestigt de resultaten van de door het PESCO-secretariaat ondersteunde besprekingen onder de deelnemende lidstaten sinds december 2019 over de verbintenissen.

Daarbij werd onderstreept dat de verdergaande verbintenissen die de deelnemende lidstaten met elkaar zijn aangegaan een solide leidraad zijn gebleken voor een consistente uitvoering van de PESCO en dus tijdens de huidige strategische evaluatie van de PESCO niet mogen worden gewijzigd. Nog meer resultaten in verband met de projecten en de processen/werkmethoden zijn te vinden in aanhangsel 1.

4. De Raad is ingenomen met de in aanhangsel 2 opgenomen lijst van lopende PESCO-projecten die naar verwachting vóór eind 2025 concrete resultaten zullen opleveren of de volledige operationele capaciteit zullen bereiken.

(5)

Algemeen doel voor de volgende PESCO-fase (2021-2025)

5. De PESCO zal blijven bijdragen tot het realiseren van het ambitieniveau van de EU op het gebied van veiligheid en defensie, onder meer met het oog op de meest veeleisende missies. In dit licht zal het algemene doel voor de tweede initiële fase tot 2025 erin bestaan de verdergaande verbintenissen die de deelnemende lidstaten jegens elkaar zijn aangegaan, na te komen. Dat moet onder meer gebeuren door te werken aan een samenhangende het gehele spectrum bestrijkende strijdkrachtencombinatie ("full spectrum force package" - FSFP) overeenkomstig de PESCO-kennisgeving, die bijdraagt tot het realiseren van het ambitieniveau van de EU dat nader moet worden gedefinieerd door de lidstaten in het nog te verschijnen strategische kompas. Een en ander moet ertoe leiden dat de defensievermogens van de deelnemende lidstaten verbeteren en ervoor zorgen dat die vermogens bij dringende noodzaak ook beschikbaar zijn voor GVDB-missies en -operaties, conform het hoofddoelproces. Om tot zo'n samenhangende, interoperabele, inzetbare en modulaire FSFP te komen zal de vermogensontwikkeling van de lidstaten worden voortgezet volgens de prioriteiten van de EU op het gebied van vermogensopbouw, waaronder de vermogensdoelstellingen met een grote impact (high impact capability goals - HICG's) en de CARD-aanbevelingen. Daarbij moet worden gezorgd voor samenhang met de verschillende NAVO-processen, voor zover de vereisten overlappen, doch met inachtneming van het verschillende karakter van de beide organisaties en hun respectieve verantwoordelijkheden en ledenbestand. Bij het ontwikkelen van de FSFP moeten de deelnemende lidstaten ook een oplossing vinden voor de steeds terugkerende tekorten bij de troepenopbouw voor GVDB-missies- en operaties en moeten zij voor het ontwikkelen van hun vermogens systematisch de EU-instrumenten in aanmerking nemen en optimaal benutten.

(6)

Beleidsdoelstellingen voor de uitvoering van de verbintenissen en projecten in de volgende PESCO-fase (2021-2025)

6. De Raad onderstreept, overeenkomstig Besluit 2017/2315 van de Raad tot instelling van de PESCO, dat de verdergaande verbintenissen die de deelnemende lidstaten met elkaar zijn aangegaan uiterlijk in 2025 moeten zijn nagekomen en onderkent het belang van concrete resultaten en tastbare doelstellingen voor de volgende PESCO-fase, en komt de volgende richtsnoeren overeen voor de uitvoering van de verdergaande PESCO-verbintenissen:

‒ In het licht van de veiligheidssituatie en de internationale verantwoordelijkheden van de Unie en met het oog op het behalen van de afgesproken doelstellingen moeten de deelnemende lidstaten zich houden aan de collectieve benchmarks voor defensie-uitgaven en de nodige middelen uittrekken opdat de positieve trend, nl. regelmatige verhoging van de defensiebudgetten en defensie-investeringen, versterkt doorzet. Dat geldt ook, bij het gecoördineerd aanpakken van uitdagingen in verband met de financiële gevolgen van de COVID-19-crisis voor defensie.

‒ De defensieapparaten van de deelnemende lidstaten verder op elkaar af te stemmen door de EU-defensie-instrumenten en -initiatieven (het vermogensontwikkelingsplan (CDP), waaronder de HICG's, de CARD, de PESCO en het EDF) stelselmatig in aanmerking te nemen en optimaal te benutten bij hun nationale defensieplanningsprocessen om de samenhang ervan te bevorderen. Zo moet bij het maken van nationale defensie-evaluaties naar deze instrumenten en initiatieven worden verwezen. Waar mogelijk moeten de bevindingen van dergelijke evaluaties worden gedeeld met en gepresenteerd aan de andere deelnemende lidstaten.

‒ De PESCO-projecten voor het verbeteren van de operationele capaciteiten van de deelnemende lidstaten beter benutten en het werk met het oog op de samenhangende FSFP ondersteunen, zulks conform het ambitieniveau van de EU en de PESCO-kennisgeving.

(7)

‒ De beschikbaarheid, paraatheid en interoperabiliteit van strategisch inzetbare formaties voor het realiseren van het ambitieniveau van de EU verder verbeteren, onder meer te bezien of gemeenschappelijke strategische planning, opleiding en oefeningen voor de strijdkrachten van de lidstaten mogelijk zijn. De bestaande militaire EU-instrumenten, bijvoorbeeld de EU-gevechtsgroepen, en andere multinationale structuren moeten hiervoor een basis en ondersteuning bieden, op grond van de beginselen inclusiviteit, transparantie en openheid voor alle deelnemende lidstaten, en gekoppeld aan het hoofddoelproces en de databank voor snelle respons alsook het werk inzake militaire mobiliteit.

‒ De operationele effectiviteit van de Unie versterken, onder meer door substantiële bijdragen te leveren aan de voor militaire missies en operaties benodigde strijdkrachten en middelen en door de troepenopbouw te voltooien, onder meer door de operationele EU-hoofdkwartieren en de EU-hoofdkwartieren van de troepen volledig te bemannen, en het militair planning- en uitvoeringsvermogen (MPCC) versterken, zodat het beter in staat is GVDB-missies en -operaties te plannen en uit te voeren conform zijn overeengekomen mandaat.

‒ Vermogens verder ontwikkelen in overeenstemming met de prioriteiten van de EU op het gebied van vermogensopbouw en de bijbehorende "strategic context cases", waaronder de HICG's. De Europese collaboratieve benadering als prioriteit aanmerken om de vermogenstekorten aan te vullen en optimaal gebruikmaken van het Europees Defensieagentschap (EDA) als het Europees forum voor gezamenlijke vermogensopbouw conform de overeengekomen verbintenis in PESCO-verband.

‒ Ervoor zorgen dat alle projecten in verband met vermogens onder leiding van deelnemende lidstaten de Europese defensie-industrie competitiever maken en dat samenwerkings- programma's en aankoopstrategieën van de lidstaten een positief effect hebben op de Europese industriële en technologische defensiebasis (EDTIB), onder meer door de grensoverschrijdende deelname van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en midcaps in de hele Unie te bevorderen.

(8)

7. Opdat de PESCO-projecten die bijdragen tot het nakomen van de verdergaande verbintenissen en tot het uitvoeren van de vermogensprioriteiten die in het kader van het CDP en de CARD zijn gesteld, effectief worden uitgevoerd, komt de Raad de volgende richtsnoeren overeen voor de PESCO-projecten in de volgende PESCO-fase:

‒ De inspanningen voor vermogensopbouw richten op zowel vermogenstekorten op korte termijn als vermogens voor de volgende generatie, om grote tekorten te verhelpen en als bereiding op PESCO-projecten na 2025. Bij de toekomstige gezamenlijke planning, die ook dient als uitgangspunt om deelnemende lidstaten te helpen mogelijkheden voor toekomstige PESCO-projecten in kaart te brengen, de bevindingen en aanbevelingen, en de aandachtsgebieden die worden vastgesteld in het komende CARD-verslag, ten volle mee te nemen.

‒ Onder meer PESCO-projectvoorstellen indienen met een operationele focus en een kortetermijneffect op basis van reeds bestaande vermogens, met het accent op met name de gezamenlijke opleiding en oefeningen voor strijdkrachten ter facilitering van de gezamenlijke inzet op de grond.

‒ De governance en het beheer van PESCO-projecten verbeteren, rekening houdend met de resultaten van de in aanhangsel 1 beschreven besprekingen onder de deelnemende

lidstaten.

‒ Ervoor zorgen dat de in aanhangsel 2 genoemde PESCO-projecten voor het einde van de volgende PESCO-fase (2021-2025) concrete resultaten opleveren of de volledige operationele capaciteit bereiken.

(9)

Stimulansen om de follow-up en naleving van de verdergaande verbintenissen te verbeteren

8. De Raad benadrukt het belang van politiek momentum voor de PESCO en van de taak van de Raad om jaarlijks strategische sturing te geven aan de PESCO, en is het erover eens dat de deelnemende lidstaten alle verdergaande verbintenissen beter moeten nakomen, in het bijzonder de operationele verbintenissen en de verbintenissen in verband met de Europese collaboratieve benadering. Daartoe komt de Raad de volgende stimulansen overeen:

‒ Ter verbetering van de beschikbaarheid, inzetbaarheid en interoperabiliteit van strijdkrachten en vermogens met het oog op het gebruik ervan in GVDB-missies en -operaties, zal op politiek niveau meer stelselmatig de aandacht worden gevestigd op inschatting van benodigde troepen en troepenopbouw, onder meer bij de voorbereiding en follow-up van conferenties over de troepenopbouw.

‒ De deelnemende lidstaten moeten nog transparanter worden over hun eigen nakoming van de verbintenissen. In dit verband moet de mogelijkheid om indicatieve meetbare doelstellingen met bijbehorende voortgangsindicatoren vast te stellen, onder meer voor de operationele verbintenissen teneinde een billijk aandeel te leveren aan de respectieve troepenopbouw voor GVDB-missies en -operaties, binnen de middelen en vermogens van de lidstaten, verder worden besproken in het kader van de herziening van de aanbeveling van de Raad inzake de volgorde en nadere precisering van de doelstellingen.

‒ Zorgen voor regelmatige gesprekken onder de deelnemende lidstaten in het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en/of het Coreper over de voortgang van de uitvoering van de PESCO, met bijzondere aandacht voor de gebieden waarop de inspanningen moeten worden voortgezet of opgevoerd (bv. nakoming van defensie-uitgavenverbintenissen, nationale inspanningen voor overeenstemming met de Europese collaboratieve benadering voor de ontwikkeling van vermogens, de voortgang van projecten of de vorderingen bij het systematisch in aanmerking nemen en optimaal benutten van de EU-instrumenten en -initiatieven op het gebied van defensieplanning bij nationale planningprocessen).

(10)

De verbanden tussen de betrokken EU-financieringsinstrumenten in de context van het volgende MFK verder onderzoeken wat betreft operationele verbintenissen, en de

uitvoering van PESCO-projecten op operationeel gebied verder onderzoeken, onder meer door het PESCO-secretariaat, en in voorkomend geval, de Commissiediensten te betrekken bij de projectwerkzaamheden. Manieren onderzoeken ter verbetering van de financiering van militaire missies en operaties in de context van het besluit van de Raad over de Europese vredesfaciliteit, meer bepaald in verband met de inzet van EU-gevechtsgroepen, en, te gelegener tijd, van de inzet van kritieke vermogens, op basis van de lering die is getrokken uit lopende missies en operaties. De mogelijkheid om de gezamenlijke kosten regelmatig te evalueren op basis van de lessen die zijn geleerd tijdens eerdere en actuele crises en GVDB-missies en -operaties, zou kunnen bijdragen tot de nakoming van de desbetreffende PESCO-verbintenis.

De bestaande financiële stimulansen onderzoeken (bv. btw-vrijstelling voor ad-hoc- projecten in het EDA) ter ondersteuning van defensiesamenwerking overeenkomstig het toepasselijke EU-recht en de nationale regelgeving.

Openheid in grensoverschrijdende toeleveringsketens bevorderen, met name voor kmo's en midcaps, om langetermijnstimulansen te creëren voor de rol van de defensie-industrie in de deelnemende lidstaten bij de uitvoering van PESCO-projecten, onder meer via het EDF, ook om een impuls te geven aan opkomende en baanbrekende technologieën en innovatie binnen een meer geïntegreerde, duurzamere, innovatievere en competitievere EDTIB, die blijft openstaan voor samenwerking.

(11)

Te volgen koers en volgende stappen

9. Onderhavig document sluit de strategische evaluatie in 2020 af met de belangrijkste resultaten wat betreft het verbeteren van de gerelateerde PESCO-processen en het vaststellen van de beleidsdoelen, oogmerken en verdere stimulansen voor de volgende PESCO-fase in 2021-2025.

De volgende stap is dat de aanbeveling van de Raad inzake de volgorde van de verdergaande verbintenissen en de nadere precisering van de doelstellingen wordt herzien aan het begin van de volgende fase in 2021. Overeenkomstig Besluit (GBVB) 2017/2315 van de Raad, en rekening houdend met relevante initiatieven op defensiegebied en met het toekomstige strategisch kompas, zal de volgende strategische evaluatie worden verricht voor het einde van de tweede initiële fase, in 2025. In deze context zullen de deelnemende lidstaten, conform de PESCO-kennisgeving die ook aan het specifieke karakter van het veiligheids- en defensiebeleid van bepaalde lidstaten herinnert, de nakoming van alle PESCO-verbintenissen beoordelen en bespreken, en beslissen over nieuwe verbintenissen zodat een nieuwe fase richting integratie van de Europese veiligheid en defensie kan ingaan.

(12)

Aanhangsel 1 bij de BIJLAGE

Resultaten van de besprekingen van de deelnemende lidstaten over de verbintenissen, de PESCO-projecten en de processen/werkmethoden

Verbintenissen

De deelnemende lidstaten onderstreepten dat de verdergaande verbintenissen die zij zijn aangegaan een solide leidraad zijn gebleken voor de consistente uitvoering van de PESCO en dus niet mogen worden gewijzigd. De vorderingen met de nakoming van die verbintenissen, meer bepaald de operationele verbintenissen en de verbintenissen in verband met de Europese samenwerkings- aanpak, werden door de hoge vertegenwoordiger ontoereikend bevonden, en dit werd door de Raad in juni 2020 nog eens benadrukt. De deelnemende lidstaten moeten zich dus meer inspannen om alle verdergaande verbintenissen na te komen met het oog op de meest veeleisende missies en om het ambitieniveau van de EU te helpen verwezenlijken. De eventuele vaststelling van indicatief meetbare doelstellingen met bijbehorende voortgangsindicatoren en de ontwikkeling van stimulansen voor de nakoming van de operationele verbintenissen die verder zullen worden besproken, zouden hiertoe kunnen bijdragen.

De deelnemende lidstaten zijn het eens over het belang van de verwezenlijking en/of de aanpassing van de bestaande preciezere doelstellingen waar nodig, en overwogen om gelet op de veranderende veiligheidssituatie preciezere doelstellingen vast te leggen op samenwerkingsgebieden als klimaatverandering, het tegengaan van hybride dreigingen, cyber, artificiële intelligentie, ruimtegerelateerde aspecten, energiezekerheid en maritieme veiligheid. De aanbeveling van de Raad inzake de volgorde en de precisering van de preciezere doelstellingen zal begin 2021 worden herzien om de doelstellingen en concrete te behalen resultaten voor de volgende PESCO-fase (2021-2025) vast te leggen conform de strategische evaluatie. In dit verband zal het PESCO-secretariaat samen met de deelnemende lidstaten voorstellen doen. Deze doelstellingen

(13)

PESCO-projecten

In verband met de PESCO-projecten onderstreepten de deelnemende lidstaten dat het huidige verslagleggingssysteem voor PESCO-projecten behouden en ten volle benut moet worden, onder meer door het verder ontwikkelen van aspecten voor projectbeheer, zoals gezamenlijk overeengekomen voortgangsindicatoren, risico-indicatoren en succescriteria, om de voortgang van PESCO-projecten transparanter te maken. In verband met de evaluatie van de voortgang van projecten, moeten projecten, wanneer projectleden vaststellen dat zij niet de verwachte resultaten kunnen opleveren, ofwel nieuw leven ingeblazen, ofwel afgesloten worden middels een besluit van de deelnemende projectleden, teneinde de relevantie, effectiviteit en geloofwaardigheid van alle PESCO-projecten te waarborgen.

De deelnemende lidstaten onderkenden tevens dat er, met inachtneming van de voorrang van de projectleden, argumenten zijn om sommige projecten te bundelen of samen te voegen om hun effect te vergroten en ze efficiënter te maken, middelen te besparen, meer synergie te behalen en dubbel werk te voorkomen.

Op verzoek van de deelnemende lidstaten kan het PESCO-secretariaat worden verzocht ideeën te lanceren voor potentiële nieuwe PESCO-projecten die de deelnemende lidstaten nog niet ter hand hebben genomen, rekening houdend met de bevindingen en aanbevelingen van de CARD en de aan het CDP ontleende EU-prioriteiten voor vermogensopbouw, waaronder de HICG's. Het PESCO- secretariaat wordt tevens verzocht om naar aanleiding van het jaarlijkse verslag van de hoge vertegenwoordiger over de uitvoering van de PESCO de voortgang van projecten te monitoren en aanbevelingen te doen om in een gestaag tempo concrete resultaten te behalen, met name op basis van speciale routekaarten van de projectleden.

Hoewel de PESCO een door de lidstaten aangestuurd proces blijft, onderkenden de deelnemende lidstaten de cruciale ondersteunende rol van het PESCO-secretariaat tijdens de initiële fase van de PESCO, en zien zij er in de toekomst een sterkere adviserende rol voor weggelegd, in het bijzonder tijdens de eventuele bundeling, samenvoeging en afsluiting van projecten, onder voorbehoud van de desbetreffende besluiten van de projectleden. In dit verband moet het PESCO-secretariaat, ook rekening houdend met de bevindingen en aanbevelingen van de CARD, een volledige inventaris van de projecten opstellen en bijhouden als essentiële voorwaarde voor bundeling.

(14)

Processen/werkmethoden

Na de raadplegingen over de processen/werkmethoden en opties om de algemene tijdlijn van de PESCO te verbeteren en tegelijk het nodige politieke momentum te creëren en ervoor te zorgen dat de Raad zijn rol - het jaarlijks verstrekken van strategische richtlijnen en sturing voor de PESCO - kan spelen, kwamen de deelnemende lidstaten de volgende aanpassingen overeen in verband met de tijdslijnen van de PESCO:

De transparantie onder de deelnemende lidstaten (over de nakoming van de verbintenissen en de uitvoering van projecten) moet centraal blijven staan in de PESCO-processen en -werkmethoden. De deelnemende lidstaten zullen de nationale uitvoeringsplannen voor zover toepasselijk evalueren en actualiseren en jaarlijks indienen om een efficiënte beoordeling van de voortgang van de deelnemende lidstaten te garanderen. Het PESCO-secretariaat wordt verzocht aanvullende middelen te beoordelen en prioritair concrete oplossingen te bieden om onnodige administratieve lasten voor de deelnemende lidstaten weg te nemen, zonder dat de kwaliteit van de verstrekte informatie daalt of het aantal geëvalueerde verdergaande verbintenissen vermindert. Dit zou de ontwikkeling van een digitaal platform voor de indiening van nationale uitvoeringsplannen kunnen behelzen, met informatie die elke deelnemende lidstaat deels vooraf moet invullen op basis van gegevens die hij reeds in het kader van de PESCO, de CARD en andere relevante EU-defensie-initiatieven heeft verstrekt.

‒ Om de twee jaar zouden de nationale uitvoeringsplannen vergezeld moeten gaan van een politieke verklaring op hoog niveau waarin de deelnemende lidstaten een overzicht geven van de voornaamste verwezenlijkingen en lidstaatspecifieke nationale prioriteiten en bijdragen.

Regelmatige politieke besprekingen op hoog niveau tussen de deelnemende lidstaten en de hoge vertegenwoordiger moeten het politiek momentum gaande houden. Het nationale uitvoerings- plan zal jaarlijks uiterlijk 10 maart aan het PESCO-secretariaat worden meegedeeld. De hoge vertegenwoordiger zal het jaarlijks verslag over de uitvoering van de PESCO elk jaar uiterlijk in juli presenteren, zodat de Raad zijn aanbeveling waarbij de vorderingen van de deelnemende

(15)

‒ Om beter rekening te houden met de CARD-resultaten, zullen nieuwe PESCO-projecten om de twee jaar in overweging worden genomen en eventueel worden goedgekeurd door de Raad, om zo te komen tot een tweejaarlijkse projectcyclus zonder dat de mogelijkheid van uitzonderlijke tussentijdse indiening wordt uitgesloten. Elk even jaar zullen nieuwe projectoproepen uitgaan, en elk oneven jaar kunnen nieuwe PESCO-projecten worden goedgekeurd. De oproepen zullen uitgaan in juli na de geaggregeerde CARD-analyse en tot uiterlijk oktober kunnen voorstellen worden ingediend. Daarna volgt een periode van beoordeling en verduidelijking van projectvoorstellen, onder meer om ervoor te zorgen dat meer lidstaten deelnemen. Op basis van de aanbeveling van de hoge vertegenwoordiger en na militair advies van het Militair Comité van de Europese Unie aan het PVC zal de Raad, indien relevant, uiterlijk in mei een besluit tot wijziging van de lijst van PESCO-projecten vaststellen. In 2021 is er een overgangsperiode gepland waarin de volgende oproep tot het indienen van voorstellen voor nieuwe PESCO-projecten bij wijze van uitzondering begin maart zal worden gelanceerd. De uiterste datum voor indiening zal eind juni zijn en de Raad kan in november 2021 een nieuwe lijst van PESCO-projecten overeenkomen.

(16)

Aanhangsel 2 bij de BIJLAGE PESCO-projecten die volgens de planning voor het einde van de volgende PESCO-fase

(2021-2025) concrete resultaten zullen opleveren / volledig operationeel zullen zijn Opleiding, faciliteiten:

‒ EU-cyberacademie en innovatiehub (EU Cyber Academia and Innovation Hub - EU CAIH)

‒ EU-netwerk van duikcentra (European Union Network of Diving Centres - EUNDC)

‒ Geïntegreerd gemeenschappelijk Europees opleidings- en simulatiecentrum (Integrated European Joint Training and Simulation Center - EuroSim)

‒ Hot-and-high-helikoptertraining (H3T)

‒ Gezamenlijke EU-inlichtingenschool (Joint EU Intelligence School - JEIS)

‒ Programma voor vermogens en interoperabiliteit op het gebied van elektronische oorlogvoering, voor toekomstige samenwerking op het gebied van gezamenlijke inlichtingen, surveillance en verkenning (JISR)

‒ Opleidingsfaciliteit voor CBRN-defensie (CBRN Defence Training Range - CBRNDTR) Land, formaties:

‒ Operationele kern EUFOR-crisisrespons (EUFOR Crisis Response Operation Core - EUFOR CROC)

‒ Geïntegreerd onbemand grondsysteem (Integrated Unmanned Ground System - UGS)

‒ EU-gevechtsraketsystemen te land voor doelen buiten zicht (Beyond Line Of Sight (BLOS)) Maritiem

‒ Haven- en maritieme bewaking en bescherming (Harbour & Maritime Surveillance and Protection - HARMSPRO)

‒ Verbetering van maritieme bewaking (Upgrade of Maritime Surveillance - UMS)

‒ Inzetbaar modulair pakket van vermogens voor interventie onder water (DIVEPACK) Cyberbeveiliging, C4ISR

‒ Europese beveiligde softwaregedefinieerde radio (European Secure Software defined Radio - ESSOR)

‒ Platform voor het delen van informatie over cyberdreigingen en respons op incidenten (CTIRISP)

‒ Snellereactieteams bij cyberincidenten en wederzijdse bijstand op het gebied van cyber- beveiliging (CRRT)

‒ Strategisch commando- en controlesysteem voor GVDB-missies en -operaties (ESC2)

‒ Één inzetbare SOF tactische C2-commandopost (SOCC)

(17)

‒ Ondersteuningscoördinatie-element voor GeoMETOC (GMSCE)

‒ Materialen en onderdelen voor het technologische concurrentievermogen van de EU (Materials and components for technological EU competitiveness - MAC‐ EU)

‒ CBRN-surveillance als dienstverlening (Surveillance as a Service - CBRN SaaS)

________________

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op basis van de algemene beoordeling van de Commissie en in het licht van de activering van de algemene ontsnappingsclausule voor 2020, die het mogelijk maakt tijdelijk af te wijken

Ik stuur u separaat de aanbevelingen van de Raad van 16 februari 2021 inzake de aan de Commissie te verlenen kwijting voor het uitvoeren van de verrichtingen van het achtste 5 ,

In lijn hiermee blijft de Raad van de partners verwachten dat zij hun verantwoordelijkheid nemen, sterk toegewijd zijn aan de Europese waarden en zich krachtig blijven inzetten

11. onverminderd Richtlijn 98/79/EG, overeenstemming moeten bereiken over een gemeenschappelijke, geactualiseerde, door hen bij te houden en met de ECDC en de Commissie 9 te

In die hoedanigheid werkte hij mee aan de verdere integratie van het illegaal geannexeerde schiereiland de Krim in de Russische Federatie, en is als zodanig verantwoordelijk voor

De Raad verwelkomt de aanstaande tiende toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (Non-Proliferatieverdrag - NPV) en

Wij steunen ten volle de inspanningen van de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de dialoog tussen Belgrado en Pristina en andere regionale kwesties in verband met de

31 Aangezien een groot aantal lidstaten heeft gebruikgemaakt van de openingsclausule van artikel 2, lid 1, van richtlijn 2016/681 (ook het in casu als land