• No results found

Stresstest Gemeente Gennep 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Stresstest Gemeente Gennep 2019"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stresstest Gemeente Gennep 2019

Titel: Stresstest 2019 Gemeente Gennep Opsteller: M. Wijdeven / T. Kerkhoff Datum: januari 2020

(2)

Inhoudsopgave

1. INLEIDING 2. SAMENVATTING 3. INDICATOREN

3.1 Financiering 3.2 Reserves 3.3 Voorzieningen 3.4 Garantstellingen 3.5 Weerstandvermogen 3.6 Bouwgrond in exploitatie 3.7 Investeringen

3.8 EMU saldo

3.9 Realiteit begroting 3.10 Onvoorzien

3.11 Reëel begrotingsevenwicht

3.12 Belastingen en heffingen

3.13 Decentralisatie 3-D’s

(3)

1. Inleiding

Een stresstest is een testvorm waarbij de stabiliteit van een geheel of een organisatie wordt getest. Een dergelijke test kan in iedere bedrijfstak of organisatievorm een andere betekenis dan wel invulling hebben. Binnen gemeenten is de populariteit van de stresstest de afgelopen jaren

toegenomen. De stresstest is intern ontwikkeld en opgesteld. Het doel van deze stresstest is het informeren van de raad over de actuele financiële stand van zaken van de gemeentelijke organisatie. Vanaf 2013 voeren we jaarlijks een stresstest uit. Om in te spelen op actuele ontwikkelingen passen we de test jaarlijks aan, voegen we eventueel indicatoren toe en verbeteren we de lay out om de leesbaarheid te vergroten. Evenals vorig jaar is de samenvatting waarbij aan elke indicator een kwalificatie is gekoppeld (van onvoldoende oplopend tot uitstekend) opgenomen. Hiermee is in één overzicht inzichtelijk hoe Gennep er financieel voor staat.

De nu voorliggende rapportage is geactualiseerd met de werkelijke cijfers 2018, de begroting 2019 en de meerjarenbegroting 2020-2023. Op basis van de geprognotiseerde balans (2020-2023) is ook de toekomstige ontwikkeling van diverse balansposten in deze rapportage toegevoegd.

Een aantal indicatoren is omgerekend naar het aantal inwoners van de gemeente Gennep, op deze wijze zijn de indicatoren beter te vergelijken met landelijke gemiddelden. In onderstaand overzicht zijn de inwoneraantallen weergegeven. Voor de jaren 2021-2023 is uitgegaan van werkelijk inwoneraantal per 1-1-2020. Voor het vergelijken van kengetallen is gebruik gemaakt van externe gegevensverzamelingen. Tussen haakjes () wordt verwezen naar de bronnenlijst welke achteraan deze presentatie opgenomen is. Waar mogelijk wordt zo veel mogelijk met actuele gegevens gewerkt.

De cijfers worden in duizendtallen gepresenteerd, met uitzondering van de cijfers per inwoner; deze worden in euro’s weergegeven.

(4)

2. Samenvatting

(5)

2. Samenvatting

Conclusies:

 Het algemene oordeel van de financiële positie van de gemeente Gennep in 2019 blijft evenals 2018 “goed”.

 De gemeente beschikt over voldoende reserves en de voorzieningen zijn op niveau. Door geplande investeringen nemen de reserves de komende jaren af

 Het weerstandsvermogen is hoog.

 De meerjarenbegroting is structureel en reëel in evenwicht, daarmee blijft de financiële positie goed.

 Toekomstige uitgaven met betrekking tot het sociaal domein blijven nog steeds onzeker, doordat er moeilijk inschattingen gemaakt kunnen worden van de zorgbehoefte die op de gemeente afkomt. De gevormde bestemmingsreserve geeft een buffer om eventuele tegenvallers op te vangen.

 Vanaf 2021 zal de schuldenpositie van de gemeente als gevolg van het aantrekken van langlopende leningen toenemen. Deze leningen zijn nodig om onder andere de realisatie van het KEC te financieren.

 Door het aantrekken van nieuwe langlopende leningen (2021) wordt de “vrije” financieringsruimte grotendeels benut.

Aanbevelingen:

 Blijf de reservepositie richting de toekomst bewaken.

 Zorg ook in de toekomst voor een sluitende begroting.

 Blijf de ontwikkeling rondom de budgetten binnen het sociaal domein goed volgen. Zorg dat de resultaten van het onderzoek binnen het sociaal domein tijdig beschikbaar komen.

 Zorg bij eventuele aanvullende toekomstige financiering dat de ratio’s ten aanzien van vreemd vermogen binnen de

normen blijven.

(6)

3.1.1 Financiering

- In 2010 is voor het laatst een langlopende lening afgesloten (€ 12.500.000).

- Door de jaarlijkse aflossingen van circa € 2.000.000 daalt het saldo aan langlopende leningen. De langlopende leningen maken onderdeel uit van de netto schuldquote, zie 3.1.2.

- Door de aflossingen van de afgelopen jaren is er voldoende financieringsruimte ontstaan voor het aantrekken van nieuwe leningen.

- In 2021 ontstaat een financieringsbehoefte in verband met nieuwe investeringen, met name door de realisatie van het KEC.

Hiervoor dient een nieuwe geldlening te worden afgesloten.

- De schuldpositie zal hierdoor vanaf 2021 weer toenemen. Ter vergelijking; hiermee komt het schuldniveau op een niveau wat gelijk is aan dat van 2011/2012.

(7)

3.1.2 Financiering

- Een netto schuldquote onder de 100% wordt als gezond ervaren een schuldquote tussen de 100% en 130% is alarmerend en een schuldquote hoger dan 130% wordt als zeer hoog ervaren. (2 + 3) - De schuldquote van de gemeente Gennep is 31% eind 2018.

- De daling t.o.v. 2017 wordt veroorzaakt door aflossingen op de vaste geldleningen.

- De netto schuld per inwoner in Gennep ligt onder het landelijk gemiddelde (58% in 2018) (6) maar wel in lijn met de schuld per inwoner van gemeenten van gelijke grootte.

- De stijging vanaf 2019 wordt veroorzaakt door een afname van uitzettingen <1 jaar (liquide middelen schatkist). En door het aantrekken van nieuwe langlopende leningen vanaf 2021.

- Ondanks een voorziene stijging richting de toekomst blijft de netto schuldquote gezonde waarden houden.

De netto schuld wordt bepaald door de som van de vaste en vlottende schulden, overlopende passiva en voorzieningen minus de som van de uitzettingen, liquide middelen, overlopende activa en financiële vaste activa. Wanneer dit getal afgezet wordt tegen de totale baten is het resultaat de netto schuld als aandeel van de exploitatie (inkomsten) Dit kengetal wordt de netto schuldquote genoemd. (1) De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie en de hoogte van de investeringen uit het nabije verleden, met andere woorden hoe zwaar drukt de schuld op de begroting.

(8)

3.1.3 Financiering

- Over het algemeen wordt gesproken van een ongezonde situatie als de debt-ratio hoger is dan 80%. In dat geval is meer dan 80% van het gemeentebezit met schulden belast. De solvabiliteitsratio dient > 20% te zijn. (4)

- Uit de grafiek blijkt dat de debt-ratio en de solvabiliteitsratio een positief beeld laten zien. De ratio’s verslechteren vanaf 2021 nadat we vreemd vermogen gaan aantrekken, echter blijven ze ook dan nog binnen de gangbare normen.

- Door het aantrekken van nieuwe langlopende leningen in 2021 stijgt de debt-ratio richting 70%.

- De solvabiliteitsratio ligt in 2018 op 51% dit is beter dan het gemiddelde van gemeente van vergelijkbare grootte (39,5% in 2018) (6).

De debt-ratio geeft aan welke deel van het gemeentebezit is belast met schulden. De debt- ratio wordt berekend door de som van de langlopende schulden, de kortlopende schulden en overlopende passiva te delen door het balanstotaal. De

solvabiliteitsratio is het spiegelbeeld van de debt ratio en geeft aan welke aandeel van het gemeentebezit is afbetaald. (1)

(9)

3.2.1 Reserves

- De totale reserves van de gemeente Gennep laten de afgelopen jaren een stabiel beeld zien.

- Richting de toekomst nemen de reserves af. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het inzetten van de algemene vrije reserve voor het afboeken van de boekwaarde en sloop van scholen (KEC), de uitvoering van het routeboek en de implementatie van de omgevingswet.

(10)

3.2.2 Reserves

- Het percentage eigen vermogen in % van het totaal van de exploitatie (totaal baten) geeft aan welk deel van de exploitatie gedekt kan worden uit de reserves, tegenvallers tot +/- 40 % van de totale exploitatie kunnen worden opgevangen (2018).

- De % daling richting de toekomst wordt veroorzaakt door een afname van algemene vrije reserve doordat deze wordt ingezet voor de dekking van een deel van het nieuwe beleid dat

opgenomen is in de meerjarenbegroting 2020-2023.

(11)

3.3 Voorzieningen

- Vanaf 2014 is de omvang van de voorzieningen gedaald door de afwaardering van de grondexploitaties.

- Het voorzieningenniveau blijft de komende jaren stabiel en is gerelateerd aan onderliggende plannen.

- Bij de toekomstige herijking van onderhoudsplannen kunnen er nieuwe inzichten ontstaan in de gewenste omvang van de voorzieningen.

- Voorziening voor verplichting verliezen en risico’s betreft o.a. pensioenverplichtingen wethouders.

- Voorzieningen van derden verkregen middelen betreffen o.a. toekomstig tarievenbeleid rioolrecht en

afvalstoffenheffing

- Onderhoudsegalisatievoorzieningen betreffen o.a. groot onderhoud (school)gebouwen en planmatig onderhoud wegen.

(12)

3.4 Garantstellingen

- De gemeenten staan garant voor de leningen van de woningbouwcoöperaties. Dit is een achtervang positie omdat in eerste instantie het waarborgfonds sociale woningbouw (WSW) wordt aangesproken. Het risico voor de gemeente is heel laag.

- Wanneer we de overige garantstellingen (verenigingen, Intos, Pantein, restauratiefonds (Roepaen + Huis Heijen)) afzetten tegen de algemene reserves Totale garantstellingen ex. woningbouw

zijn 20% van de reserves, kwalificatie goed.

(13)

3.5 Weerstandsvermogen

De hoogte van de gemeentelijke reserves komt ook tot uitdrukking in het weerstandsvermogen. Een toelichting op het

weerstandsvermogen wordt in de jaarlijkse gemeentebegroting opgenomen. Het weerstandsvermogen van de gemeente Gennep betreft het vermogen van de gemeente om niet-structurele risico’s op te kunnen vangen, zodat het afgesproken gemeentelijke takenpakket toch onverkort kan worden uitgevoerd. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de begroting is. Dit is van belang wanneer zich een financiële tegenvaller voordoet. Door aandacht voor het weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen.

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:

- de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen waarover we beschikken of kunnen beschikken om niet begrote kosten te kunnen dekken, en

- alle risico’s waarvoor nog geen voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis kunnen zijn (minimaal benodigde weerstandsvermogen).

Deze relatie wordt uitgedrukt in een weerstand coëfficiënt. Deze coëfficiënt moet minimaal 1 zijn.

- De weerstand coëfficiënt ligt ruim boven 1 wat betekent dat we over voldoende weerstandsvermogen beschikken.

- In de begroting 2019 was de coëfficiënt 5,76, in de begroting 2020 was de coëfficiënt 6,3.

- Doordat de bouwkosten van het KEC bekend zijn is de omvang van het risico voor de stijging van de bouwkosten lager.

Hierdoor stijgt de weerstandscoëfficiënt.

- De weerstandscoëfficiënt voor 2023 is 8,0. Een stijging ten opzichte van 2020 die naar verwachting ontstaat door het wegvallen van de risico’s bij de locatie Gennepermolen en de nog te ontvangen exploitatiebijdrage plan Heikant.

Met een weerstand coëfficiënt van 5,76 in 2019 blijft de kwalificatie uitstekend.

(14)

3.6 Bouwgrond in exploitatie

- Als gevolg van het afsluiten van projecten (met name de Brem) en vrijval vanuit de

voorziening daalt de boekwaarde van

€ 807 per inwoner in 2014 naar € 46 in 2023.

- In vergelijking met gemeenten van gelijke omvang heeft Gennep een lagere

voorraadquote; Gennep 5,4% versus 13,2%

voor gemeenten < 25.000 in 2018.

Voorraadquote: De omvang van de voorraden uitgedrukt als het aandeel van de totale baten.(4)

(15)

3.7.1 Investeringen

- Onder materiele vaste activa (MVA) wordt verstaan alle bezittingen van de gemeente zoals gebouwen, machines, transportmiddelen, computers, inventaris etc.

- Onder financiële vaste activa (FVA) worden kapitaalverstrekkingen en leningen aan deelnemingen en verbonden partijen verstaan.

- De MVA laten de afgelopen jaren een boekwaarde zien van rond de € 2.000 per inwoner.

- Door toekomstige investeringen 2020- 2023 (Pottenhoek, KEC, verbouwing gemeentekantoor etc.) stijgt de boekwaarde van de MVA.

- De FVA laten een dalende trend zien.

(16)

3.7.2 Investeringen

- In bovenstaand overzicht zijn de mutaties in de boekwaarde van de MVA + FVA (afschrijvingen/investeringen) ten opzichte van de mutaties in de geldleningen (aflossingen/nieuwe leningen) weergegeven.

- In de afgelopen jaren is meer afgelost dan dat er wordt afgeschreven. Dit is een gezonde situatie, wanneer er minder wordt afgeschreven dan dat er wordt afgelost ontstaat een tekort aan financiering.

- Richting de toekomst is er dus ruimte om langlopende leningen aan te trekken.

- Naar verwachting is dit in 2021 nodig wanneer de realisatie van het KEC gepland staat.

- Door geplande investeringen (oa verbouwing gemeentekantoor en KEC) zal de boekwaarde (MVA) alsmede het totaal aan langlopende leningen de komende jaren stijgen.

(17)

3.7.3 Investeringen

- In nevenstaand overzicht zijn de totaal beschikbare middelen op lange termijn weergegeven en afgezet tegen de totaal vastgelegde activa op lange termijn.

- Te constateren valt dat er over het algemeen sprake is van overfinanciering, er was/is meer (vreemd) vermogen in relatie tot de activa en voorraden. Dit wil zeggen dat er voldoende middelen beschikbaar zijn om eventuele (extra) investeringen in de toekomst te kunnen financieren.

- Voor de jaren 2020-2023 zijn veel investeringen gepland waardoor een tekort aan financiering ontstaat. Naast het aantrekken van een vaste geldlening kan een gedeelte met kortgeld gefinancierd worden.

(18)

3.8 EMU Saldo

- EMU saldo 2015 is extreem positief door de verkoop Brem, ondanks hoge investeringen in met name vervanging van riolering.

- Het EMU saldo is in de jaren 2019-2023

negatief. Dit wordt met name veroorzaakt door de investeringen die gepland zijn,

verkeersmaatregelen, verbouw

gemeentekantoor, aanleg fietstunnel, bouw KEC. De afschrijvingen van de investeringen zijn gedekt in de meerjarige exploitatiebegroting waarmee in een toekomstige kasstroom is voorzien. Daarnaast wordt in 2020-2023 geld uitgegeven aan onderhoud van de gebouwen en wegen. Hiervoor zijn en worden jaarlijks

bedragen toegevoegd aan de voorzieningen.

- Het is daarom verantwoord dat we in deze jaren meer geld uitgegeven dan in datzelfde

kalenderjaar binnenkomt. Deze investeringen betalen we deels uit de beschikbare

EMU-saldo

Het begrotingssaldo van een land geeft weer of dat land een overschot of een tekort heeft bij zijn overheidsuitgaven. Als de uitgaven in een bepaald jaar groter zijn dan de inkomsten, is er in dat jaar sprake van een tekort en groeit de staatsschuld. Het begrotingssaldo geeft dus een indicatie van de staat waarin het huishoudboekje van de overheid in een bepaald jaar verkeert. De lidstaten van de Europese Unie hebben afgesproken allemaal met eenzelfde definitie van het begrotingssaldo te werken. Dit noemen we het EMU-saldo. Het EMU-saldo wordt berekend van de totale overheid. Dit betekent dat niet alleen de financiën van de rijksoverheid meetellen voor het EMU-saldo, maar ook die van de decentrale overheden (zoals gemeenten, provincies en waterschappen) en premie gefinancierde sectoren als de sociale zekerheid en de zorg. (8)

(19)

3.9 Realiteit begroting

- In de periode 2014-2018 zijn er (m.u.v. 2016) positieve uitschieters te noteren.

- De werkelijke resultaten wijken af van de begrote

resultaten maar zijn grotendeels ontstaan door incidentele meevallers die bij de 2e trimesterrapportages niet bekend konden zijn.

- Op het totaal van de begroting zijn de afwijkingen een gering percentage.

(20)

3.10 Onvoorzien

- De post onvoorzien wordt, m.u.v. 2017 niet volledig ingezet.

- Vanaf 2018 is de post onvoorzien verhoogd naar € 50.000.

- Kijkend naar de inzet van de post onvoorzien in voorgaande jaren en verhoging vanaf 2018 is het beschikbare bedrag voldoende.

- Vanaf 2020 wordt het bedrag verlaagd naar € 25.000.

(21)

3.11 Reëel begrotingsevenwicht

- Uit bovenstaand overzicht blijkt dat sprake is van een structureel (meerjarig) en reëel positief begrotingssaldo.

- De omvang van het begrotingssaldo is gering waardoor we de indicator niet als uitstekend maar als goed kwalificeren.

(bedragen x € 1.000) 2020 2021 2022 2023

Totaal lasten 52.428 48.308 48.059 47.680

Incidentele lasten -3.645 -635 -100 0

Structurele toevoegingen aan reserves

Structurele lasten 48.784 47.673 47.959 47.680 Totaal baten 52.460 48.242 48.093 47.914

Incidentele baten -3.708 -625 -100 0

Structurele onttrekkingen aan reserves

Structurele baten 48.752 47.617 47.993 47.914

Structureel en reëel saldo -32 -56 34 234

Structureel en reeel evenwicht begroting

(22)

3.12.1 Belastingen en heffingen

- De gemeentelijke woonlasten voor een

meerpersoonshuishouden bedragen in Gennep in 2019 € 683. (7)

- Gennep bezet hiermee de 70e plek van alle Nederlandse gemeenten (nr. 1 is de goedkoopste)

(23)

3.12.2 Belastingen & Heffingen

- In bovenstaande grafiek zijn de leges van omgevingsvergunningen in Gennep afgezet tegen de gemiddelde leges omgevingsvergunningen in Nederland.

- De leges in Gennep zijn in alle categorieën gelijk dan wel goedkoper dan in Nederland. (6)

(24)

3.13 Decentralisatie 3-D’s

- 2015 was het eerste jaar voor de uitvoering van de nieuwe taken op het gebeid van jeugdzorg, participatie en WMO.

- In 2015 waren de totale uitgaven nagenoeg gelijk aan de beschikbare budgetten.

- In 2016 en 2017 is geld overgehouden op de 3D budgetten, dit overschot is toegevoegd aan de bestemmingsreserve sociaal domein.

- In 2018 waren de budgetten niet toereikend en zijn er uit de bestemmingsreserve gelden overgeheveld.

- Voor het opvangen van tekorten is eind 2018 nog een bestemmingsreserve beschikbaar van € 1.000.000.

- Zorgaanbieders hebben het facturatieproces (tijdige facturatie) steeds beter onder controle, waardoor we sneller inzicht hebben in de maandelijkse kosten en overlopende posten.

- De onzekerheid over eventuele omvangrijke en dus dure zorgtrajecten die op ons afkomen blijft bestaan.

- Door deze onzekerheden willen we deze indicator als neutraal kwalificeren.

- Er gaat de komende maanden een intern onderzoek plaats vinden binnen het sociaal domein, de uitkomsten hier van worden meegenomen in de voorjaarsnota.

(25)

Bronnen

1: Kengetallen financiële positie gemeenten op 31 december 2013, VNG 24 september 2014

https://vng.nl/files/vng/nieuws_afbeeldingen/2014/20140924-kengetallen-financiele-positie-gemeenten-31december2013.pdf 2: https://vng.nl/files/vng/publicaties/2013/20130625_factsheet_investeringsruimte_en_schuldpositie.pdf

3: https://vng.nl/artikelen/paragrafen

4: https://vng.nl/sites/default/files/2019-12/2019-de-financiele-in-een-oogopslag.pdf 5: https://vng.nl/artikelen/raadgever-gemeente-let-op-uw-schuld

6: https://www.waarstaatjegemeente.nl/jive

7: https://www.coelo.nl/index.php/wat-betaal-ik-waar/interactieve-kaarten/atlas-gemeenten (nr. 28 woonlasten meerpersoonshuishouden met eigen woning)

8: http://www.europa-nu.nl/id/vi5apv0pm6zi/emu_saldo / euobserver.com

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De vorderingen, liquide middelen, schulden en overlopende activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde; waardering van vorderingen geschiedt onder eventuele aftrek van

De vorderingen, liquide middelen, schulden en overlopende activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde; waardering van vorderingen geschiedt onder aftrek van een

De vorderingen, liquide middelen, schulden en overlopende activa en passiva zijn opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs; waardering geschiedt onder aftrek van een voorziening wegens

De vorderingen, liquide middelen, fondsen, schulden en overlopende activa en passiva worden opgenomen tegen nominale waarde; voor dubieuze vorderingen wordt een afwaardering

De vorderingen, liquide middelen, schulden en overlopende activa en passiva worden opgenomen tegen nominale waarde; waardering van vorderingen geschiedt onder aftrek van

Daarom pleiten we met de Taalraad duidelijk vanuit passie en enthousiasme voor het inzetten op alle elementen: dat betekent én leesplezier, én technisch lezen, én taalvaardigheid,

Activa en passiva worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs, tenzij in de toelichting anders wordt vermeld.. Vorderingen, liquide middelen, schulden en overlopende activa

De vorderingen, liquide middelen, schulden en overlopende activa en passiva zijn opgenomen tegen de nominale waarde. Voor vorderingen wordt, voorzover nodig, een voorziening wegens