• No results found

Groei en jobcreatie houden stand

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Groei en jobcreatie houden stand"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MORGANE HAID – MEI 2016

Focus Conjunctuur

Groei en jobcreatie houden stand

VBO-ANALYSE

(2)

12% ||

percentage van de bevraagde sectoren die recentelijk een daling van hun rendabiliteit hebben vastgesteld (tegenover 37% bij de vorige enquête)

23% ||

Sectoren die binnenkort een stijging van hun investeringen verwachten

|| 89%

Percentage van de bevraagden die een stabiele (65%) of stijgende (24%) economische activiteit verwachten

|| 18%

Percentage van de bevraagde sectoren die binnenkort een daling van de werkgelegenheid verwachten (tegen- over 49% bij de vorige enquête)

1,5% ||

Verwachte economische groei in 2016

(3)

|| Economische groei leunt dicht aan bij het lan- getermijngemiddelde

Rendabiliteit verbetert enigszins, maar vanop historisch laag niveau ||

|| Groei bedrijfsinvesteringen wint aan kracht

Optimisme inzake jobcreatie groeit.

Arbeidsuitstoot in de industrie gestopt ||

|| Herstel op arbeidsmarkt vooral te danken aan de loonma-

tiging van de voorbije jaren, waardoor er bij bescheiden

groeiniveaus al veel jobs in de privé-sector bijkomen

(4)

GROEI EN JOBCREATIE HOUDEN STAND I 4 Naar halfjaarlijkse gewoonte heeft het VBO

tussen eind april en midden mei zijn sectorfe- deraties bevraagd over de conjuncturele ont- wikkelingen in hun sector. Via zijn federaties bereikt het VBO ongeveer 50.000 onderne- mingen, die samen goed zijn voor 80% van de uitvoer, 75% van de werkgelegenheid en 2/3 van de toegevoegde waarde. Bovenop dit eigen conjunctuuronderzoek wordt uiteraard ook rekening gehouden met andere nationale en internationale conjunctuurindicatoren.

Deze VBO Analyse presenteert de huidige toestand in de ondernemingen in België als- ook de vooruitzichten voor de komende zes maanden.

1. Internationale context

Groei van de wereldeconomie blijft be- scheiden…

De wereldeconomie blijft erop vooruitgaan, maar het groeitempo is eerder bescheiden.

Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zou de wereldeconomie er, na een groei met 3,1% in 2015, op vooruitgaan met 3,2% in 2016 en met 3,5% in 2017.

In de opkomende en ontwikkelingslanden is de economische dynamiek verder verzwakt.

Dat gebeurde in het bijzonder in Brazilië en Rusland, die in 2015 in een recessie zijn te- rechtgekomen (resp. -3,8% en -3,7%) en ook in 2016 nog een economische krimp zouden kennen. Deze landen hebben onder andere te lijden van (geo)politieke problemen en van de prijsdaling van de grondstoffen als gevolg van de wereldwijde overschotten op de grondstoffenmarkten. Ook in de andere olie- exporterende landen vertraagde de groei we- gens de daling van de olieprijzen.

China van zijn kant heeft aanzienlijk te lijden gehad onder de te hoog opgelopen voorra- den van grondstoffen, materialen en eindpro- ducten en heeft zijn industriële productie neerwaarts moeten bijstellen. Die tragere groei gekoppeld aan een aanzienlijke schul- denopbouw had vorig jaar enige ongerust- heid over de financiële stabiliteit van China doen ontstaan, maar het ergste lijkt daar nu achter de rug. De Chinese economische groei lijkt zich te stabiliseren op een peil dat matiger is dan enkele jaren geleden (6,5% in 2016), wat ook weegt op het handelsverkeer met zijn belangrijkste handelspartners.

In de ontwikkelde landen lijkt zich deson- danks een wat steviger groei af te tekenen. In tegenstelling tot de opkomende en ontwikke- lingslanden is de druk op de grondstoffenprij- zen gunstig voor de meeste ontwikkelde lan- den, die veelal netto-importeurs van grond- stoffen zijn. In de Verenigde Staten bijvoor- beeld zou de groei in 2016 dicht bij de 2,4%

blijven. De stijging van de dollar heeft wel wat gewogen op de Amerikaanse export, maar de economie houdt stand dankzij een verster- king van de binnenlandse vraag. Japan kent dan weer een vrij geringe groei (0,5% in 2015 en 2016) wegens een terugloop van de parti- culiere consumptie.

Al bij al blijft de wereldeconomie dus groeien, maar tegen een eerder bescheiden groei- tempo van 3 à 4%.

…maar binnenlandse vraag in eurozone wint aan kracht

De vooruitzichten inzake economische groei blijven er voor de eurozone op verbeteren.

Het IMF verwacht daar 1,5% groei dit jaar en 1,7% in 2017. Het herstel zet zich voort en de consumptie van de gezinnen − in de hand ge- werkt door de daling van de olieprijzen en de lage rentevoeten − ondersteunt het econo- misch herstel. En ook de investeringen van de ondernemingen blijven geleidelijk toene- men.

In al onze buurlanden heeft de economische activiteit inmiddels het niveau van vóór de cri- sis overtroffen. De groeiramingen voor 2016 van onze buurlanden liggen dicht bij die van de eurozone (1,5%): 1,1% in Frankrijk, 1,5%

in Duitsland en 1,8% in Nederland.

Toch blijven er nog een aantal onzekerheden die het herstel broos maken. Allereerst zetten de vertraging van de opkomende landen en de bescheiden groei van andere handelspart- ners zoals Japan de mogelijkheden om bui- ten de eurozone te exporteren onder druk.

Vervolgens kunnen het risico op een Brexit en de dreiging van nieuwe aanslagen wegen op het vertrouwen van de consumenten. En ook een opflakkering van de schuldenproble- matiek in Griekenland valt niet volledig uit te sluiten.

Het herstel van de eurozone wint dus duide- lijk aan kracht, maar is wel nog met een aan- tal risico’s omgeven.

(5)

GROEI EN JOBCREATIE HOUDEN STAND I 5

2. Belgische economie: huidige toestand en vooruitzichten

Economische groei houdt aan, ondanks aanslagen

In België heeft het economisch herstel de jongste maanden goed stand gehouden: het economisch groeitempo blijft dicht aanleunen bij het langetermijngemiddelde. De groei was met 0,5% iets meer uitgesproken tijdens het

laatste kwartaal van 2015. Vooral de con- sumptie van de privésector en de investerin- gen van de ondernemingen waren in 2015 de belangrijkste groeimotoren. Daarnaast no- teerde ook de uitvoer voor het tweede opeen

4

9 6

11 12 5

4 5

1

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Productie / economische

activiteit

Rendabiliteit Tewerkstelling

Huidige toestand t.o.v. 6 maanden geleden

Daling Stabiel Stijging n.v.t.

1 2

4 8

13 10

7

2 3

1

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Productie / economische

activiteit

Rendabiliteit Tewerkstelling

Mei 2016

November 2015

90 95 100 105 110

2008Q1 2008Q2 2008Q3 2008Q4 2009Q1 2009Q2 2009Q3 2009Q4 2010Q1 2010Q2 2010Q3 2010Q4 2011Q1 2011Q2 2011Q3 2011Q4 2012Q1 2012Q2 2012Q3 2012Q4 2013Q1 2013Q2 2013Q3 2013Q4 2014Q1 2014Q2 2014Q3 2014Q4 2015Q1 2015Q2 2015Q3 2015Q4 2016Q1

Verloop van het bbp (Hoogtepunt vóór de crisis = 100, Bron: Eurostat)

BE DE FR NL EA

(6)

GROEI EN JOBCREATIE HOUDEN STAND I 6 volgende jaar een groei van ongeveer 5%, en

dit ondanks een vertraging van de groei van onze uitvoermarkten.

In het eerste kwartaal van 2016 zwakte de groei wat af tot 0,2%. Sommige sectoren (ho- reca, toerisme, luchtvaart, handel) werden weliswaar hard getroffen door de terroristi- sche aanslagen van 22 maart, maar uit de enquête bij onze sectorfederaties blijkt dat de Belgische economie in haar geheel relatief goed wist stand te houden. Bijna alle onder- vraagde sectoren waren van mening dat hun economische activiteit de jongste zes maan- den stabiel is gebleven (47%) of is toegeno- men (41%). Het is geen verrassing dat de economische bedrijvigheid is achteruitge- gaan in de handel, die de gevolgen onder- vond van de aanslagen in Brussel en de daaropvolgende lockdown. Comeos, de Bel- gische federatie van de handel en diensten, meldt trouwens dat in de fashionsector in Brussel de verkoop in maart 2016 met 12,8%

is gedaald ten opzichte van vorig jaar.

Hoewel bijna een derde van de bevraagde sectoren van mening was dat de aanslagen een negatieve impact op hun activiteiten heb- ben gehad en nog zullen hebben, blijven ze in hun geheel genomen vrij vertrouwensvol voor de komende maanden.

Bijna 65% van de ondervraagde sectoren verwacht in de komende zes maanden een activiteitsniveau dat vergelijkbaar is met het huidige niveau en 24% voorziet een toename van hun activiteiten. Verscheidene sectoren wijzen daarbij op een significant herstel van de binnenlandse vraag, zowel in België als in de rest van de eurozone.

Enkel de voedingssector, die verwacht dat hij te lijden zal hebben van de daling van de ver- koop in de horeca vanwege de aanslagen en de stijging van de productiekosten als gevolg van de invoering van de kilometerheffing, ver- wacht een vermindering van zijn activiteiten.

Over het algemeen zijn de vooruitzichten in- zake de economische bedrijvigheid vergelijk- baar met die van de vorige enquête. De on- derliggende trend naar meer optimisme bij de bevraagde sectoren werd niet fundamenteel onderbroken.

Dit alles wordt overigens ook bevestigd door de conjunctuurindicator van de Nationale Bank, die er in de voorbije maanden in zijn geheel opnieuw op vooruitging ondanks min- der gunstige ontwikkelingen in de handel, de horeca en het toerisme.

Bo D

I ICT V

H Ch Ce

Di G

Mat P

Prod S T TSS

Gl

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

Daling Stabiel Stijging n.v.t.

Economische activiteit in de komende 6 maanden

Bo: bouw; Ce: cement; Ch: chemie; D: han- del; Di: diamant ; G: grafisch ; Gl: glas; H:

hout; I: interim; ICT: ict; Mat: materials tech- nology; Prod: production technology & me- chatronics ; S: staal; T: textiel; TSS:

transport solution systems; V: voeding

-20 -15 -10 -5 0 5 10 15

Aantal optimisten min aantal pessimisten

(7)

GROEI EN JOBCREATIE HOUDEN STAND I 7 De rendabiliteit gaat geleidelijk weer om-

hoog

Het toenemende optimisme van de bedrijven heeft wellicht ook iets te maken met de betere vooruitzichten voor de rentabiliteit van de on- dernemingen. Terwijl een jaar geleden 37%

van de bevraagde sectoren verklaarde dat hun rentabiliteit de voorgaande maanden was gedaald, is er nu slechts bij 12% van de sectoren een daling opgetreden.

Voor de nabije toekomst rekent het meren- deel van de sectoren op een stabiele rentabi- liteit. Voor het eerst in 5 jaar is het aantal sec- toren dat hierover optimistisch is, ook lichtjes hoger dan het aantal pessimisten.

Hierbij moeten we er wel rekening mee hou- den dat we hier vertrekken van extreem lage niveaus, die voor ongeveer de helft van de sectoren nog altijd beneden het langetermijn- gemiddelde liggen.

De lichte verbetering van de rentabiliteit van de ondernemingen heeft meerdere oorzaken.

Eerst en vooral heeft de loonmatiging en de zwakke euro geholpen om het (loon)kosten- nadeel voor de Belgische bedrijven te verklei- nen. Hierdoor hebben zij marktaandelen kun- nen heroveren en tegelijk hun marges op bui- tenlandse markten kunnen handhaven of her- stellen. Ook de daling van de olie- en grond- stoffenprijzen heeft bijgedragen tot het vast- gestelde lichte herstel van de ondernemings- rentabiliteit.

Investeringen in de lift

Zoals eerder gezegd, hebben de investerin- gen van de privésector aanzienlijk bijgedra- gen tot de groei in 2015. Ze stegen in 2015 met 3,3%. De omvang van die stijging werd wel beïnvloed door een eenmalige aankoop van octrooien begin 2015, maar tijdens de laatste twee kwartalen tekent zich toch een duidelijk stijgende tendens af. Het niveau van de bedrijfsinvesteringen (in volume) heeft dat van de piek van vóór de crisis nu ook duidelijk overschreden.

Ook de toekomstperspectieven zijn lichtjes verbeterd. Volgens onze enquête verwacht 59% van de bevraagde sectoren dat hun in- vesteringen op een niveau blijven dat verge- lijkbaar is met het huidige niveau. 23% voor- ziet een stijging en 18% een daling. Dat is iets beter dan de situatie van zes maanden gele- den. Ter illustratie, verscheidene onderne- mingen hebben omvangrijke investeringen aangekondigd. Dat is bijvoorbeeld het geval in de sector van de automobielassemblage of ook in de chemische en farmaceutische sec- tor.

BoD

ICTI V

ChH

Ce

Di

G Mat

P ProdTSSGlST

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

Daling Stabiel Stijging

Rendabiliteit in de komende 6 maanden

Bo: bouw; Ce: cement; Ch: chemie; D: han- del; Di: diamant ; G: grafisch ; Gl: glas; H:

hout; I: interim; ICT: ict; Mat: materials tech- nology; P: papierfabrikanten ; Prod: pro- duction technology & mechatronics ; S: staal;

T: textiel; TSS: transport solution systems; V:

voeding

Bo DI

ICT VH

Ch

Ce

Di

Mat G

P

Prod ST

TSS Gl

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

Daling Stabiel Stijging

Investeringen in de komende 6 maanden

(8)

GROEI EN JOBCREATIE HOUDEN STAND I 8 Er wordt ook een verandering opgetekend in

de aard van de geplande investeringspro- jecten. Het is geen verrassing dat de meeste sectoren innovatie nog steeds als een zeer belangrijke investering blijven beschouwen.

Daarnaast gaan de investeringen steeds meer in de richting van de vervanging van verouderde kapitaalgoederen, terwijl rationa- lisatie-investeringen minder belangrijk wor- den.

Deze evolutie richting vervangingsinvesterin- gen is niet onlogisch gezien de benuttings- graad van de productiecapaciteit in de ver- werkende nijverheid zich nu al een tweetal jaar zeer dicht bij het langetermijngemiddelde bevindt. Wanneer de bezettingsgraad nog verder stijgt, kan ook een toename van de uit- breidingsinvesteringen worden verwacht. Het ziet er dus naar uit dat het voorzichtig inge- zette investeringsherstel in de komende jaren verder aan kracht zal winnen.

Arbeidsuitstoot in industrie gestopt In de voorbije twee jaar hebben we al een dui- delijke verbetering van de werkgelegenheid in de privésector kunnen vaststellen. Tussen Q4 2014 en Q4 2015 kwamen er netto bijna 29.000 banen bij. Bovendien daalde ook het aantal faillissementen en het aantal daarbij teloor gegane arbeidsplaatsen in 2015.

Ook in onze enquête bij de sectorfederaties zijn de vooruitzichten voor de werkgelegen- heid nu beduidend rooskleuriger geworden in vergelijking met 6 maanden geleden.

Vooral in de industrie is het verschil opmer- kelijk. In de voorbije jaren heeft die vrijwel permanent te lijden gehad onder grote her- structureringen en delokalisaties. Deze evo- lutie lijkt volgens onze enquête in de meeste industriesectoren ten einde te komen. Bij onze vorige enquête verwachtte bijna 50%

van de bevraagde sectoren nog een daling van de werkgelegenheid in de komende maanden. Inmiddels ziet slechts 18% van de geënquêteerden een daling van de werkgele- genheid aankomen. Het gros van de industri- ele sectoren verwacht de werkgelegenheid in stand te kunnen houden. Enkel in de voe- dingssector (zie hoger), de cementsector en de bouw, die kampt met de problematiek van de terbeschikkingstelling van buitenlandse werknemers en van sociale dumping, wordt nog een verdere daling verwacht.

De dienstverlenende bedrijfssectoren zijn over het algemeen eerder positief over de toekomstige jobcreatie. En ook de uitzend- sector, die een voorlopende indicator voor het verdere verloop op de arbeidsmarkt is, blijft optimistisch. Dit alles houdt natuurlijk verband met het aanhoudende, voorzichtige economische herstel, maar is toch ook en 11

7

14

3 7

11

3

11

1 1 2

5

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

November 2015

Zeer belangrijk Middelmatig belang Geen belang

12

9 9

2 4

8

5

12 1

3 2

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Mei 2016

Soort investering

(9)

GROEI EN JOBCREATIE HOUDEN STAND I 9 vooral te danken aan de loonmatiging (index-

sprong, tax shift, voorzichtig IPA) van de voorbije jaren, die maakt dat er bij relatief be- scheiden groeiniveaus al relatief veel jobs in de privésector worden gecreëerd. Met loon- kosten die onder controle zijn, en met vrij sta- biele vooruitzichten voor de vraag en de ren- tabiliteit, zien de ondernemingen minder her- structureringen en in sommige sectoren ook meer aanwervingen aankomen.

Dat laatste is bijvoorbeeld het geval voor de industriesector materials technology (non- ferrometalen, metaalproducten,…).

Toch blijft er nog veel werk aan de winkel om de werkgelegenheidsgraad structureel te ver- hogen. Het is daartoe absoluut noodzakelijk om de wet van 1996 te versterken en voor meer flexibiliteit te zorgen op de arbeids- markt, wil men komen tot een stabiel klimaat dat gunstig is voor het scheppen van banen.

Bo D

I ICT

V H Ch Ce

Di G

En Ex Mat

P Prod

S T

TSS Gl

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

Daling Stabiel Stijging

November 2015

Werkgelegenheid in de komende 6 maanden

Bo D I

ICT V

H Ch Ce

Di G

Mat P

Prod S T TSS

Gl

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

Daling Stabiel Stijging Mei 2016

-20 -15 -10 -5 0 5 10

Aantal optimisten min aantal pessimisten Werkgelegenheid in de komende zes maanden

Bo: bouw; Ce: cement; Ch: chemie; D: handel; Di: diamant ; En : energie ; Ex : ontginning ; G:

grafisch ; Gl: glas; H: hout; I: interim; ICT: ict; Mat: materials technology; P: papierfabrikanten ; Prod: production technology & mechatronics ; S: staal; T: textiel; TSS: transport solution sys- tems; V: voeding

(10)

GROEI EN JOBCREATIE HOUDEN STAND I 10 Een economische groei van 1,5% in 2016

Ondanks de terroristische aanslagen die het vertrouwen van de consumenten hebben aangetast, heeft de Belgische economie over het algemeen goed stand gehouden. Zonder die gebeurtenissen had de huidige en toe- komstige groei allicht nog sterker kunnen zijn.

Een derde van de sectoren is van oordeel dat de gebeurtenissen van 22 maart de komende maanden nog een impact op hun activiteiten zullen hebben. Desondanks blijven ze ver- trouwensvol wat de toekomstperspectieven betreft. 2016 was goed begonnen en on- danks de terreuraanslagen lijkt die economi- sche dynamiek niet fundamenteel aangetast.

Onze enquête doet dan ook vermoeden dat het economische herstel zich na het dipje in het eerste kwartaal gewoon zal voortzetten.

En dat de werkgelegenheidsgroei in de privé- sector zal aanhouden.

Toch moeten verscheidene risicofactoren in het oog worden gehouden.

Eerst en vooral moeten we ervoor zorgen dat ons internationaal imago, dat een deuk heeft gekregen door de recente gebeurtenissen, wordt opgekrikt. Daartoe dienen lichtzinnige sociale acties in de komende maanden best te worden vermeden. Een sereen sociaal kli- maat draagt immers bij tot het herstel van aantrekkelijkheid van ons land voor directe buitenlandse investeringen die cruciaal zijn voor het groeipotentieel van ons land.

Daarnaast blijven een eventuele Brexit of een nieuwe opflakkering van de Griekse schul- denproblematiek reële risico’s voor het Euro- pese economische herstel en kunnen nieuwe aanslagen wegen op het vertrouwen van de Europese consumenten.

Als de sociale rust terugkeert en deze risico’s zich niet realiseren, gaan we er op basis van de resultaten van onze enquête bij de secto- ren vanuit dat het groeitempo van de Belgi- sche economie lichtjes zal versnellen tot naar schatting 1,5% in 2016, tegen 1,4% in 2015.

3. Hoe versterken we de Belgische economie op langere termijn?

De hervormingen voortzetten

Reële loonstop in 2015, indexsprong, tax shift,… De federale regering heeft meerdere maatregelen genomen en structurele hervor- mingen doorgevoerd die een positieve impact hebben op de economische activiteit. De maatregelen van de federale regering voor- zien in een substantiële verlaging van de las- ten op arbeid met 1,8 miljard euro dit jaar.

Onze belastingdruk blijft natuurlijk nog wel veel te hoog, maar hij gaat daarmee in de goede richting. In combinatie met de zwak- kere euro hebben de verschillende maatrege- len het concurrentievermogen van de Belgi- sche ondernemingen al aanzienlijk verbe-

-5%

-4%

-3%

-2%

-1%

0%

1%

2%

3%

4%

-2,5%

-2,0%

-1,5%

-1,0%

-0,5%

0,0%

0,5%

1,0%

1,5%

Economische groei (Bron: INR, vooruitzichten VBO)

op kwartaalbasis (links) op jaarbasis (rechts)

(11)

GROEI EN JOBCREATIE HOUDEN STAND I 11 terd. Door de stijging van de inflatie is de in-

dexsprong wel sneller ten einde gekomen dan verwacht.

Alles samen genomen zou de absolute loon- kostenhandicap tegenover onze drie buurlan- den, die in 2013 nog meer dan 14% bedroeg, in 2016 moeten zijn gezakt tot ongeveer 10%.

Dat is goed, maar nog niet voldoende om onze bedrijven opnieuw op gelijke voet te la- ten concurreren met de drie buurlanden.

Onze bedrijven worden immers dagelijks ge- confronteerd met deze resterende loonkos- tenhandicap ten opzichte van de drie buur- landen. Ze ondervinden daardoor dan ook moeilijkheden om hun marktaandeel uit te breiden of te behouden, zelfs al bieden ze ni- cheproducten aan en/of zetten ze volop in op kwaliteitsvolle en innovatieve producten.

Het is dan ook absoluut noodzakelijk dat de inspanningen om de loonkosten te matigen voortgezet en versterkt worden zodat de po- sitieve effecten die deze maatregelen hebben gehad op de gezondheid van onze bedrijven en de werkgelegenheidscreatie niet verloren gaan. Het is bijvoorbeeld essentieel dat de loonnormwet van 1996, die de loononderhan- deling tussen vakbonden en werkgevers om- kadert aangescherpt wordt. We pleiten daarom voor een nieuwe wet tot ‘herstel’ van het concurrentievermogen (i.p.v. ‘vrijwaring’) die de resterende, werkelijke loonkostenhan- dicap t.o.v. onze drie buurlanden structureel zal verminderen.

De groei ondersteunen, door te investe- ren en de sociale rust te herstellen Het VBO heeft onlangs aan de regering ver- schillende voorstellen voorgelegd om onze bedrijven in de moeilijke economische situa- tie als gevolg van de recente aanslagen te ondersteunen.

We zijn dan ook tevreden dat de regering de voornoemde maatregelen heeft goedge- keurd.Deze moeten op korte termijn zuurstof kunnen geven aan de bedrijven die tijdelijk in moeilijkheden verkeren.

Daar bovenop kunnen de regeringen van ons land ook een belangrijke rol spelen, niet al- leen door krachtdadig op te treden in het vei- ligheidsdebat, maar ook door te investeren.

Natuurlijk is budgettaire voorzichtigheid ge- boden gezien de hoge overheidsschuld van

meer dan 100% van het bbp, maar een in- haalbeweging inzake goed gekozen over- heidsinvesteringen is zeker aangewezen. De huidige zeer lage rentevoet rechtvaardigt dat bepaalde investeringen in mobiliteit kunnen worden gedaan (eventueel via publiek-pri- vate samenwerking). Gelet op de ongunstige toestand van ons wegennet zijn dergelijke slimme investeringen zeker te verantwoorde.

Deze kunnen best kaderen in een globaal mobiliteitsplan (zie o.a. enkele voorstellen ter zake van het VBO).

Een stabiel economisch klimaat dat onze competitiviteit bevordert en een sereen soci- aal klimaat zijn de andere onontbeerlijke in- grediënten voor een verder economisch her- stel dat banen oplevert. De tot nu toe gele- verde inspanningen mogen niet teloorgaan door lichtzinnige sociale acties die het land of delen ervan lamleggen of door een gebrek aan ambitie in de komende jaren. We moeten blijven streven naar maatregelen om het con- currentievermogen en de flexibiliteit op de ar- beidsmarkt te verbeteren. Enkel op die ma- nier zullen de economische groei en de job- creatie ook op langer termijn op hun elan kun- nen doorgaan.

(12)

GROEI EN JOBCREATIE HOUDEN STAND I 12

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Sectoren ho vergeleken: aantal opleidingen (brin-isat, voltijd en deeltijd/duaal samen genomen) in het bekostigd hoger onderwijs, naar associate degree, hbo bachelor, hbo master,

Eenen- twintig jaar geleden al tekende Roland Verbeeck voor het toen- malige ACW (nu beweging.net) voor De Andere Kerstmarkt.. „Ik wilde ngo’s en goede doelen een

Zeer opzienbarend is dat deze oplossing voor de fusies in de gemeen- te Sluis wordt toegepast, omdat de staatssecretaris hier juist niet zijn eigen nieuwe definitie van fusie

Tweede zijn de opmerkingen over de huidige situatie: mensen die zien dat er op veel plekken afval gedumpt wordt en zijn bang dat dit door het invoeren van maatregelen alleen maar

Na de verbreding van de voorbije vijf jaar via bijvoorbeeld loonlastenverlagingen, werkgelegenheidsmaatregelen en pensioen- hervormingen kiezen we nu voor meer verdieping

Samenspel Samenwerking tussen formele en informele zorg ter ondersteuning en ontlasting van mantelzorgers Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning uitgevoerd door de gemeenten. Zvw

De vaststelling dat grotere bedrijven in de eerste jaren na start hogere overlevingskansen hebben en sneller groeien dan kleinere bedrijven van dezelfde leeftijd staat haaks op

Gij moest er de degens kruisen met Filip Watteeuw uit Gent (die niet warm liep voor de avances van uw voor- zitter ten aanzien van Groen), Bart Somers uit Mechelen (die kwam