Liederen voor zondag 14 november 2021
Hemelhoog 49 1
Heer, U doorgrondt en kent mij mijn zitten en mijn staan
en U kent mijn gedachten, mijn liggen en mijn gaan.
De woorden van mijn mond, o Heer, die zijn voor U bekend
en waar ik ook naar toe zal gaan, ik weet dat U daar bent.
Refrein:
Heer, U bent altijd bij mij U legt uw handen op mij en U bent voor mij
en naast mij en om mij heen.
Heer, U bent altijd bij mij U legt uw handen op mij en U bent voor mij
en naast mij en om mij heen, elke dag.
Votum en groet Kinderen:
Here God, wij zijn hier samen, maar voordat we verder gaan, willen wij aan U belijden:
Heilig is uw naam.
Kinderen:
U schiep de hemel en de aarde, altijd blijft uw trouw bestaan.
U laat nooit los wat U gemaakt heeft,
Refrein (samenzang):
Wij zingen: God, wilt U ons helpen, hier op dit moment,
leren en ontdekken
hoe groot en goed U bent.
Wij hebben U nodig, nu en voor altijd.
Laat uw Geest ons leiden, tot in eeuwigheid.
Kinderen:
God zegt: Ik geef jou genade.
Wat je ook hebt fout gedaan, wil en zal Ik jou vergeven, heilig is mijn naam.
Kinderen:
Ook geef Ik aan jou mijn vrede, die je nergens anders vindt.
Ik bescherm je, heel je leven.
Ik hou van jou, mijn kind.
Samenzang:
God, wilt U ons helpen, hier op dit moment, leren en ontdekken
hoe groot en goed U bent.
Wij hebben U nodig, nu en voor altijd.
Laat uw Geest ons leiden, tot in eeuwigheid.
God, wilt U ons helpen, hier op dit moment, leren en ontdekken
hoe groot en goed U bent.
Wij hebben U nodig, nu en voor altijd.
Laat uw Geest ons leiden, tot in eeuwigheid.
"Jozef en zijn dromen"
Jozef krijgt een nieuwe jas, een jas met mooie kleuren.
Zijn broers zijn allemaal jaloers:
‘Dat moet hèm weer gebeuren!’
Jozef zit diep in de put.
Hoe is dat toch gekomen?
Zijn broers die pakken Jozef beet, ‘dan stopt hij wel met dromen.’
Jozef komt bij een mevrouw, die wil hem kusjes geven.
Hij moet naar de gevangenis en is daar lang gebleven.
Farao begrijpt het niet,
hij heeft steeds gekke dromen.
De schenker zegt: ‘Ik ken een man,’
en dan mag Jozef komen.
Jozef zit nu op de troon en geeft zijn broers te eten.
Na al die jaren, ver van huis, is hij ze niet vergeten.
Een groot gezin
Jakob had veel kind’ren ja hij had een groot gezin Ruben was de oudste en de jongste Benjamin Jakob hield van allemaal
maar een was voor hem heel speciaal
Simeon en Levi dat zijn twee en nummer drie Juda, Dan en Aser, Issachar en Naftali
Jozef, Dina, Gad erbij
en Zebulon nog wat een rij refrein
een groot gezin en middenin
stond niet de eerste of de laatste ja middenin
stond niet de kleinste of de grootste maar de raarste
het meest speciaal van allemaal
zelfs cruciaal
in de geschiedenis is Jozef die in deze rij nummer twaalf is
Jozef was de lieveling de rest was flink jaloers dus werd hij weggewerkt door zijn tien grootste broers hij werd een bajesklant
en later onderkoning van een land met God is alles mogelijk
ook wat je niet verwacht zo’n verhaal als Jozef
dat had jij toch niet bedacht zo leer je wie God is
in de Bijbelse geschiedenis refrein
Hemelhoog 356 Kom aan boord Voor de zieken - voor de armen voor de mensen met verdriet voor het kind dat blijft proberen maar toch denkt: 'het lukt me niet' voor de zwerver die moet zwerven en geen plek heeft waar hij hoort is er altijd nog die Ene
en die roept: 'Kom maar aan boord!'' Refr.
Kom aan boord
ook voor jou is er een plekje waar je hoort
laat de hoop niet langer varen kom aan boord
sta niet doelloos aan de kant want er is een hart vol liefde pak die uitgestoken hand
Voor het meisje dat blijft denken 'alles gaat bij mij steeds mis' voor de jongen die al vaker uit de boot gevallen is
voor het kindje dat nog nooit van trouw of liefde heeft gehoord is er altijd nog die Ene
en die roept: 'kom maar aan boord!' Refr.
Kom aan boord
ook voor jou is er een plekje waar je hoort
laat de hoop niet langer varen kom aan boord
sta niet doelloos aan de kant want er is een hart vol liefde pak die uitgestoken hand (2x)
Hemelhoog 545 / LIED 325 Onze Vader in de hemel, heilig is uw Naam.
Laat uw Koninkrijk spoedig komen.
Laat uw wil worden gedaan
in de hemel zo ook hier op aard;
Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid,
want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid;
Onze Vader in de hemel, geef ons daaglijks brood.
En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij dat doen:
hen vergeven die ons iets schuldig zijn.
Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid,
want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid;
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwaad;
Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid,
want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.
Amen, Amen.