• No results found

Bankier voor de armen?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bankier voor de armen?"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

O N T W I K K E L I N G 12

K E R K + L E V E N - 2 0 J U N I 2 0 0 7

Welke risico’s loopt een canna- bisgebruiker? Cannabinoïden, het actieve bestanddeel van de drug, werken in op onze herse- nen. Geregelde gebruikers kam- pen niet zelden met concentratie- stoornissen en een falend geheu- gen. Op langere termijn dreigt de- pressiviteit. Ook acute vergifti- ging is een risico, evenals de ver- sterking van algemene onaange- name gevoelens.

Gebruikende studenten ver- waarlozen makkelijker hun stu- dies, want ze raken uitgeblust.

Medisch onderzoek toonde trou- wens aan dat cannabisgebruik op jonge leeftijd ingrijpende gevol- gen kan hebben. Het remt de ont- wikkeling naar een volwassen hersenstelsel, legt soms de groei helemaal stil. Samengevat: canna- bis is vooral voor jongeren een ri- sicodrug.

Mythe

De grootste mythe is wellicht dat het spul minder ongezond zou zijn dan tabak. De rook van een joint, meestal cannabis vermengd met tabak, wordt dieper en langer ingeademd. Het teergehalte is bo- vendien hoger. Dat betekent dat één joint hetzelfde nadelige effect heeft op de longen als het roken van drie tot vijf sigaretten. Er be- staat een hele groep mensen die longproblemen ontwikkelden als gevolg van overmatig roken van cannabis. De Druglijn, die jonge- ren ook via het internet raadple- gen, waarschuwt zelfs voor het ge- vaar van het af en toe roken van een jointje. Dit kan immers leiden tot onverantwoorde beslissingen en roekeloos gedrag, net zoals bij het gebruik van alcohol.

Jongeren blijken dus de meest kwetsbare groep, en wat cannabis betreft aan de grootste risico’s bloot te staan. Het huidige ge- doogbeleid heeft dat probleem niet opgeheven, integendeel. Ou- ders en jongeren dienen beter geïnformeerd over het goedje en zouden de schadelijke effecten best genuanceerd inschatten.

Daarom zijn de verschillende campagnes van preventie toe te juichen. Zo lanceerden de Vlaam- se jeugdorganisaties vorige maand de actie Drugs in bewe- ging, om in de sfeer van de vrije tijd cannabisgebruik ter sprake te brengen en aan te pakken. Dat kan allereerst door het opstellen van ondubbelzinnige ‘huisregels’, heldere grenzen zeg maar. Ver- volgens is er voorlichting, wat jeugdleiders die echt tijd maken voor de vragen van jongeren trou- wens nu al doen. Tegelijk kunnen groepen af en toe uitdrukkelijke acties van alcohol- en drugspre- ventie organiseren. Ten slotte moeten ook stappen durven gezet wanneer het misloopt.

Ons besluit: naast een volgehou- den campagne om het grote pu- bliek gevoelig te maken voor de gevaren van cannabis dringt zich meer dan ooit een sereen en on- derbouwd maatschappelijk debat op over het gebruik.

Vervolg van bladzijde 5

D

E WERELDBANK is één van die eerbiedwaardige instituties die na de Tweede Wereldoorlog werden opgericht vanuit de overtuiging dat samen diende gewerkt aan een betere toekomst.

De heropbouw van de vernielde Europese infrastructuur financie- ren in het kader van het Marshall- plan, was de eerste opdracht. Van- daag is de bank vooral gekend als financier voor ontwikkelingslan- den. Maar zij speelde ook een be- langrijke rol in de overgang van de oude communistische Cen- traal- en Oost-Europese landen naar een markteconomie. En tij- dens het grote financiële debacle in Azië einde jaren 1990 behoedde haar tussenkomt voor erger.

De middelen komen van de 181 lidstaten. De Wereldbank is geen gewone bank, maar werkt met middelen die de lidstaten ter be- schikking stellen. Die kunnen al- len hun stem laten horen. Al klinkt die van de landen uit het Zuiden nog altijd erg zwak en we- gen de Verenigde Staten van Amerika, als belangrijkste geld- schieter, het zwaarst door.

De kerntaken van de bank zijn het verstrekken van leningen, gif- ten en garanties aan ontwikke- lingslanden, het geven van be- leidsadvies en het verlenen van technische assistentie aan ont- wikkelingslanden. Dit alles vanuit de bekommernis mee te werken aan het terugdringen van de ar- moede in de wereld. Hoe komt het dan toch dat onze ngo’s die We- reldbank zo kritisch benaderen?

Met die vraag trekken we naar de onderzoeksgroep Ontwikkelings- economie van de K.U.Leuven. Pro- fessor Jo Swinnen en zijn assisten- te Nathalie Francken, beiden erg vertrouwd met de Wereldbank, staan ons te woord.

Onder verdenking

De verwijten zijn hen bekend.

De Wereldbank is te bureaucra- tisch, haar rapporten ideologisch gekleurd en vaak nutteloos, de in- vesteringen komen al te zelden de gewone burger ten goede en de voorwaarden gekoppeld aan de kredieten zouden nefast zijn voor de lokale bevolking. „Het verhaal is uiteraard veel ingewikkelder en kent vele schakeringen”, betogen beide onderzoekers. „Ik ontken geenszins de tekortkomingen en fouten, maar toch vind ik veel van die kritiek wat achterhaald en ten dele ook wel ideologisch”, formu- leert Swinnen behoedzaam zijn antwoord.

„Toch blijf ik er bij, de bank le- vert prima werk. Er is echt hoog- staande competentie aanwezig en de hoog gekwalificeerde mede- werkers leveren prima werk. Al is de snelle rotatie soms problema- tisch. De kritiek berust volgens mij voor een groot deel op fouten uit het verleden. Ik erken graag dat er in de jaren tachtig en ne- gentig van de vorige eeuw vaak voorwaarden werden opgelegd die niet het beoogde effect sor- teerden. Men ging uit van goede modellen, maar hield er onvol- doende rekening mee dat de insti- tutionele hervormingen niet volg- den. Zo werd inderdaad gepleit voor liberalisering van de markt,

zonder goed in te schatten hoe- veel tijd daarvoor nodig was. Men hoopte zo bijvoorbeeld de voed- selvoorziening doeltreffender te laten verlopen. In veel van die sta- ten spelen echter de staat of para- statalen een determinerende rol, met alle corruptie en ondoeltref- fendheid van dien.”

„In plaats van de efficiëntie te verhogen, liep het systeem vast, omdat de instituties – hiertoe re- ken ik ook de wetgeving – achter- wege bleven. Het voedsel raakte niet meer verdeeld. Gevolg: de re- gering nam onder druk van de problemen opnieuw het initiatief, met alle kwalijke neveneffecten.

Maar laat ons eerlijk zijn,” richt hij zich tot zijn medewerkster, „ook de academische wereld maakte hier een inschattingsfout.”

„Ik blijf ervan overtuigd dat de markteconomie op termijn en op voorwaarde van goede begelei- ding de beste garantie is voor wel- vaartscreatie”, stelt de prof. Daar- bij verwijst hij naar de vroegere communistische landen in Euro-

pa, waar het welvaartspeil nu ge- voelig toeneemt. Al erkent hij dat er een moeilijke overgangsperio- de aan voorafging.

„Hoe dan ook heeft de Wereld- bank uit deze fouten geleerd”, vervolgt Nathalie Francken. „Ze houdt nu veel meer rekening met de plaatselijke toestanden. Geeft de lokale regeringen en bestuur- ders veel meer ruimte. De ngo’s zijn almaar vaker echt betrokken partij en partners, en niet langer wordt alles vanuit de centrale in- stelling gepland. Al zijn er nog problemen.”

Uit eigen ervaring weet Franc- ken dat de nieuwe aanpak best wel resultaten oplevert. Zij deed voor haar thesis onderzoek naar het onderwijs in Madagascar, één van de armste landen. Veldwerk ter plaatse leerde haar hoe de steun van de Wereldbank voor die straatarme bevolking wel degelijk het verschil maakt. Ook voor de strijd tegen de armoede en voor het bereiken van de millennium- doestellingen.

Toch blijven we met de vraag zit- ten of zo’n instelling wel nodig is.

Onze gesprekspartners aarzelen even. „Je moet natuurlijk weten dat vooral de armste landen af- hankelijk zijn van de bank. Zodra een land een iets betere plaats in- neemt in de rangschikking van kredietwaardigheid, kan het op de privémarkt geld ontlenen, en daar worden geen voorwaarden ge- steld. De Wereldbank doet dit wel.

En al liep dat in het verleden wel eens fout, het heeft ook voordelen.

Zo worden garanties gevraagd voor maatregelen tegen de cor- ruptie, voor het milieu, voor duur- zaamheid. Ook moet het geld de bevolking ten goede komen. Voor- waarden die er echt wel toe doen.

Vergelijk maar eens met bijvoor- beeld Sudan. Dat ontleent niet lan- ger via de Wereldbank, maar bij China. Het gevolg: het overgrote deel van de middelen wordt geïn- vesteerd in bewapening.”

Meer weten over de Wereldbank? Surf naar www.kerknet/kerkenleven/wereldbank.

Onpersoonlijke mastodont van het Westen of redder der armen in het Zuiden? © Belga

Bankier

voor de armen?

Ondanks de klinkende naam is de Wereldbank voor de meesten een illustere onbeken- de. Onlangs trad ze toch uit de schaduw, zij het in minder fortuinlijke omstandigheden.

Voorzitter Paul Wolfowitz moest opstappen wegens het niet volgen van de regels bij het toekennen van loonsverhoging aan een vriendin. Pijnlijk voor een bank die verweten wordt landen in het Zuiden goed bestuur op te leggen met onhaalbare voorwaarden .

To o n O s a e r

Onbekende Wereldbank toch onontbeerlijk

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

agendafunctie. 2p 1 Leg uit welke andere twee politieke functies van de media, die vallen onder de informatiefunctie, te herkennen zijn in de regels 1 tot en met 34 van tekst

Volledige objectiviteit bestaat niet: het beeld dat media schetsen zal nooit volledig overeenstemmen met de werkelijkheid. Een redactie die meer gemengd is, kan echter wel

• In een meerderheidsstelsel (wordt het land verdeeld in districten en) krijgt de partij die in een district de (absolute of relatieve) meerderheid haalt alle zetels / de zetel van

• Het referentiekader van een redactielid (zender) is van invloed op zijn waarneming van de werkelijkheid: zijn interpretatie en zijn waardering van die werkelijkheid worden

In deze medische rapporten heeft een meerderheid van de gebruikte woorden een hogere frequentie dan de wet van Zipf voorspelt voor teksten met deze omvang.. Deze medische

Het is de bedoeling van dit onderzoek om Slow Food in de milieubeweging te plaatsen, daarom zal een meer globale schets van alle facetten van de milieubeweging meer van waarde voor

marketing of fear enkel pleiten voor optimale terugbetaling van zinloos geworden, nauwelijks betaalbare behandelingen terwijl zowel de palliatieve zorg als de psycho-.

Hierbij vraag ik namens de schooldirecteuren van obs Valckesteyn te Poortugaal en obs De Overkant te Rhoon en het bestuur van Stichting Openbaar Primair Onderwijs