• No results found

TOELICHTING OP DE SCORES VAN DE SCENARIO S

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "TOELICHTING OP DE SCORES VAN DE SCENARIO S"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

T OELICHTING OP DE SCORES VAN DE SCENARIO ’ S

In het onderzoek naar de toekomst van de gemeente Haaren worden 36 scenario’s bekeken. Hiervoor worden tien criteria per scenario gebruikt. Dat betekent in totaal 360

“uitspraken” over scenario’s: over elk scenario tien. Wij proberen dat zo overzichtelijk mogelijk te maken. In de tabel vindt u daarom beknopte informatie over alle afzonderlijke scenario’s. Hieronder vindt u meer uitleg over hoe u deze informatie moet lezen en hoe tot bepaalde in de tabel getrokken conclusies is gekomen.

Opmerkingen vooraf:

 Het onderzoek is uitgevoerd door WagenaarHoes Organisatieadvies. Het college van B&W en de gemeenteraad zijn niet betrokken geweest bij het ‘scoren’ van de scenario’s.

 de gemeenteraad heeft de criteria vastgesteld. Niet voor alle criteria is adequate informatie te vinden, die kan leiden tot een duidelijk oordeel per scenario. De uiteindelijke weging is aan de gemeenteraad, die een besluit zal nemen over de volgende stap.

CRITERIUM 1: DRAAGVLAK BIJ DE INWONERS

Hiermee wordt bedoeld of een scenario op instemming kan rekenen bij inwoners van (de dorpen van) de gemeente Haaren. Dit is nu nog niet onderzocht en gebeurt in twee stappen. In deze fase door de inwonersavonden en online reactiemogelijkheden, waarbij het gaat om de motivatie van inwoners bij hun mening over de toekomst, de hoofdlijnen (zelfstandigheid, herindelen en opsplitsen) en in de volgende fase via een omvangrijke raadpleging van de bevolking waarbij inwoners hun oordeel kunnen uitspreken.

CRITERIUM 2: DRAAGVLAK IN DE REGIO

Hiermee wordt bedoeld wat de gemeenten in de regio, die wij noemen in de scenario’s, van het scenario vinden. Dit is belangrijk om te weten omdat voor alle mogelijkheden geldt dat de medewerking van een of meer van de buurgemeenten nodig is. Het is bijvoorbeeld moeilijker te gaan samenwerken of te gaan herindelen met een gemeente die dat niet wil dan met een gemeente die dit wel wil. Ten behoeve van dit criterium hebben de

fractievoorzitters van de gemeente Haaren gesproken met hun collega´s van de

gemeente Boxtel, Oisterwijk, Tilburg en Vught. Voor wat betreft de andere gemeenten is gebruik gemaakt van openbare bronnen om het draagvlak te toetsen (bijvoorbeeld begrotingen, coalitieprogramma’s en visiedocumenten). Hieronder is per gemeente opgenomen wat de standpunten zijn.

Boxtel

Hoofdlijn 1: zelfstandigheid Haaren in combinatie met samenwerking. Boxtel ziet Haaren graag meedoen aan de ambtelijke fusie die Boxtel met de gemeente Sint-Michielsgestel is aangegaan.

Hoofdlijn 2 en 3: Herindeling en opsplitsing. De ambtelijke fusie van Boxtel, Sint- Michielsgestel en wellicht ook Haaren kan wat Boxtel betreft op termijn leiden tot een herindeling. Graag wil men in Boxtel de hele gemeente Haaren bij zo’n herindeling betrekken maar ook delen van de gemeente zijn welkom.

Goirle

Hoofdlijn 1: zelfstandigheid Haaren in combinatie met samenwerking. Goirle werkt nu ambtelijk samen met Hilvarenbeek en Oisterwijk. Het is ons niet bekend of deelname van Haaren aan deze samenwerking voor Goirle bespreekbaar is.

Hoofdlijn 2 en 3: herindeling en opsplitsing. Goirle kiest voor zelfstandigheid. Er is dus geen draagvlak voor herindeling en opsplitsing.

(2)

’s-Hertogenbosch

Hoofdlijn 1: zelfstandigheid Haaren in combinatie met samenwerking. Ambtelijke samenwerking ziet de gemeente niet als een goede oplossing voor de problemen van gemeenten.

Hoofdlijn 2 en 3: herindeling en opsplitsing. ’s-Hertogenbosch is voorstander van de vorming van grotere gemeenten omdat die volgens deze gemeente beter in staat zijn grote vraagstukken aan te pakken. Er zijn geen specifieke uitspraken over Haaren bekend.

Heusden

Hoofdlijn 1: zelfstandigheid Haaren in combinatie met samenwerking. Heusden werkt ambtelijk samen met Loon op Zand en Waalwijk. Het is ons niet bekend of deelname van Haaren aan deze samenwerking voor Heusden bespreekbaar is.

Hoofdlijn 2 en 3: herindeling en opsplitsing. De gemeente Heusden wil zelfstandig blijven.

Er is geen draagvlak voor herindeling of opsplitsing.

Hilvarenbeek

Hoofdlijn 1: zelfstandigheid Haaren in combinatie met samenwerking. Hilvarenbeek werkt nu ambtelijk samen met Goirle en Oisterwijk. Het is ons niet bekend of deelname van Haaren aan deze samenwerking voor Hilvarenbeek bespreekbaar is.

Hoofdlijn 2 en 3: herindeling en opsplitsing. Hilvarenbeek kiest voor zelfstandigheid. Er is geen draagvlak voor herindeling of opsplitsing.

Oirschot

De gemeente heeft een in 2013 vastgestelde visie op intergemeentelijke samenwerking.

Daarin staat dat men zich als zelfstandige gemeente richt op samenwerking in de regio Eindhoven. Dit betekent dat er in Oirschot geen draagvlak is voor samenwerking, herindeling of opsplitsing waarin Oirschot te maken krijgt met Haaren.

Oisterwijk

Hoofdlijn 1: zelfstandigheid Haaren in combinatie met samenwerking. Oisterwijk werkt ambtelijk samen met Hilvarenbeek en Goirle. De deur staat open voor andere opties, maar wel altijd in combinatie met gemeenten uit de regio Hart van Brabant (waaronder Hilvarenbeek, Goirle en Tilburg). Dit betekent dat het draagvlak voor scenario’s waarin Haaren samenwerkt met Oisterwijk, in Oisterwijk hoog is.

Hoofdlijn 2 en 3: herindeling en opsplitsing. Oisterwijk wil zo lang mogelijk zelfstandig blijven. Het dorp Haaren is georiënteerd op Oisterwijk; een opsplitsing waarbij het dorp Haaren en eventueel ook Biezenmortel samen met Oisterwijk verder gaan ziet men in Oisterwijk als logischer dan de gehele gemeente Haaren met Oisterwijk samen. Dit betekent dat het draagvlak voor scenario’s waarin Oisterwijk samengaat met een deel van de gemeente Haaren (dorpen Haaren en Biezenmortel) hoog is.

Sint-Michielsgestel

Hoofdlijn 1: Zelfstandigheid Haaren in combinatie met samenwerking. Er is wel draagvlak voor deelname van Haaren aan de ambtelijke fusie tussen Sint-Michielsgestel en Boxtel, maar niet voor andere scenario’s van samenwerking.

Hoofdlijn 2 en 3: Herindeling en opsplitsing. Sint-Michielsgestel wil een zelfstandige gemeente blijven. Er is geen draagvlak voor herindeling of opsplitsing.

Tilburg

In Tilburg twijfelt men of het “kleine” Haaren wel zelfstandig kan blijven. Als het gaat om herindelen of opsplitsen, dan staat Tilburg hier open voor.

(3)

Vught

Hoofdlijn 1: zelfstandigheid Haaren in combinatie met samenwerking. Er is in Vught geen draagvlak voor ambtelijke samenwerkingsconstructies.

Hoofdlijn 2 en 3: herindeling en opsplitsing. Vught wil zelfstandig blijven. Een eventuele aansluiting van Helvoirt en Esch is mogelijk voor Vught. Op langere termijn is wellicht een grotere herindeling mogelijk, bijvoorbeeld Vught-Boxtel-Haaren. De combinatie Haaren, Vught, Oisterwijk ziet men in Vught niet zitten.

CRITERIUM 3: OMVANG PASSEND BIJ TAKEN

Hiermee wordt bedoeld of de gemeente in een scenario groot genoeg is om de taken te kunnen uitvoeren.

Wat komt uit het onderzoek?

In de regio is sprake van een aantal ingewikkelde taken. Samenwerking tussen stad en platteland, samenwerken in het sociaal domein, ontwikkeling “groen” en

“vrijetijdseconomie”, “agrifood” en mobiliteit en Infrastructuur. Verder heeft elke gemeente opgaven op het gebied van de leefbaarheid van de dorpen. Om die taken goed uit te kunnen voeren zijn stevige organisaties nodig. De landelijke tendens is dat een

gemeentelijke organisatie voor minimaal 40.000 inwoners moet werken om een belangrijk deel van de taken zelf goed uit te kunnen voeren. Dit zien we zowel bij intensieve

ambtelijke samenwerkingsverbanden die recent tot stand zijn gekomen als bij recente en komende herindelingen. Het merendeel hiervan leidt tot een schaal van meer dan 40.000 inwoners. Slechts een enkele gemeentelijke herindeling van de afgelopen jaren leidde tot een kleinere schaal.

Op basis hiervan is het oordeel over scenario´s waarin de genoemde gemeenten bij elkaar opgeteld:

 ….minder dan 30.000 inwoners hebben: niet passend bij de taken

 …..tussen de 30.000 en 40.000 inwoners hebben: deels passend bij de taken

 ….meer dan 40.000 inwoners hebben: passend bij de taken

De score op dit criterium heeft grote overeenkomsten met die op criterium 8. Meer informatie over de scores per scenario vindt u bij criterium 8.

CRITERIUM 4: ONDERLINGE SAMENHANG

Hiermee wordt bedoeld de vraag of er tussen de gemeenten en/of dorpen binnen een gemeente of samenwerkingsverband sprake van een samenhang op cultureel, sociaal, economisch en geografisch vlak.

Wat komt uit het onderzoek?

Een aspect van de onderlinge samenhang is de maatschappelijke oriëntatie. Die is hieronder als apart criterium benoemd. Op deze plaats kijken we vooral of er in een scenario sprake is van een samenhang in de opgaven waar de gemeente in het scenario voor staat. Als we kijken naar de verschillende potentiële partners voor samenwerking, herindeling en opsplitsing, dan zien we dat Haaren met elke partner wel een vorm van samenhang in de opgaven, maar ook verschillen in opgaven heeft. Als bron hiervoor gebruiken we het onderzoek dat Elsevier jaarlijks uitvoert naar de kwaliteit van gemeenten en waar met een mix van objectieve indicatoren (bijvoorbeeld misdaadcijfers, nabijheid van sportvoorzieningen) en subjectieve indicatoren (door inwoners ervaren veiligheid, sociale samenhang) een oordeel over gemeenten wordt geveld.

Per gemeente levert dit in vergelijking met Haaren het volgende beeld op:

(4)

 Boxtel: Boxtel heeft een hoger voorzieningenniveau1 dan Haaren maar scoort aanzienlijk lager dan Haaren op zowel de groene en blauwe kwaliteit2 als op het leefklimaat.

 Goirle: heeft een hoger voorzieningenniveau dan Haaren maar is verder in hoge mate vergelijkbaar

 Heusden: heeft een hoger voorzieningenniveau dan Haaren maar scoort aanzienlijk lager dan Haaren op zowel de groene en blauwe kwaliteit als op het leefklimaat

 Hilvarenbeek: is in hoge mate vergelijkbaar met Haaren

 Oirschot: is in hoge mate vergelijkbaar met Haaren

 Oisterwijk: heeft een hoger voorzieningenniveau dan Haaren, scoort lager dan Haaren op rust en ruimte3 en aanzienlijk lager dan Haaren op het leefklimaat4.

 Sint-Michielsgestel: is in hoge mate vergelijkbaar met Haaren

 Vught: heeft een hoger voorzieningenniveau dan Haaren, scoort lager op rust en ruimte en aanzienlijk lager op leefklimaat.

 ’s-Hertogenbosch en Tilburg hebben als grote steden uiteraard een heel ander profiel dan alle omliggende gemeenten, met een hoog voorzieningenniveau maar lage scores op groene en blauwe kwaliteit, rust en ruimte en leefklimaat..

Bij de verschillende combinaties van gemeenten in de scenario’s hebben wij aan de hand van het bovenstaande overzicht een oordeel gegeven over de onderlinge samenhang.

CRITERIUM 5: MAATSCHAPPELIJKE ORIËNTATIE

Hiermee wordt bedoeld hoe inwoners in een bepaald scenario zich bewegen in de regio.

Dat gaat bijvoorbeeld over waar inwoners werken, recreëren en hun boodschappen doen.

In opdracht van de provincie is onderzoek gedaan naar hoe inwoners van alle gemeenten in de provincie zich bewegen voor werk, recreatie, boodschappen etc (periode 1999- 2009). Hieruit blijkt dat de gemeenten waaraan inwoners van de gemeente Haaren de meeste bezoeken brengen, de gemeenten Tilburg en Den Bosch zijn. Er wordt ook een trend weergegeven: aan welke gemeenten neemt het aantal bezoeken af, vergeleken met de periode 1985-1998?

Kijkend per categorie (alle categorieën zijn opgenomen) zien we dat inwoners van Haaren zich als volgt bewegen:

 Werk: meeste bezoeken aan Den Bosch en Tilburg (trend: aantal bezoeken aan Den Bosch neemt toe)

 Winkelen: meeste bezoeken aan Boxtel en Oisterwijk (trend: aantal bezoeken aan Tilburg en Boxtel neemt toe)

 Sociaal-recreatief: meeste bezoeken aan Tilburg en Vught (trend: aantal bezoeken aan Boxtel neemt toe)

 Visite-logeren: meeste bezoeken aan Tilburg en Boxtel (trend: aantal bezoeken aan Sint-Michielsgestel en Tilburg neemt toe)

Als we kijken waar bezoekers van de gemeente Haaren vandaan komen, dan zien we het volgende:

1 Indicatoren voorzieningen waaronder scholen, nabijheid en verscheidenheid winkelaanbod, nabijheid diverse zorgvoorzieningen waaronder huisarts, nabijheid en verscheidenheid sportvoorzieningen, nabijheid

rijksmonumenten, nabijheid culturele aanbod, nabijheid ziekenhuis, hogeschool, universiteit

2 Indicatoren nabijheid en verscheidenheid dagrecreatie, afstand tot strand en binnenwater, nabijheid van bos en natuur

3 Indicator o.a. bevolkingsdichtheid

4 Indicatoren contact met de buren en vrijwilligerswerk, geregistreerde vernielingen en drugsmisdrijven, Aantal aangiften en veiligheidsgevoel, beoordeling door inwoners van verkeersveiligheid, verhouding verschillende inkomensgroepen

(5)

 Werk en sociaal-recreatief: meeste bezoeken aan de gemeente Haaren door inwoners van Tilburg en Vught

 Winkelen: geen duidelijk beeld; kleine aantallen bezoekers vanuit andere gemeenten

 Visite-logeren: meeste bezoeken aan de gemeente Haaren door inwoners van Tilburg en Oisterwijk

Oriëntatie verschilt per dorp

De oriëntatie per dorp is in het bovengenoemde onderzoek niet onderzocht, maar wel in het kader van de dorpsontwikkelingsplannen van 2007. Daaruit kwam het volgende beeld per dorp:

 Biezenmortel: gericht op Udenhout (Tilburg)

 Esch: gericht op Boxtel, Vught en ‘s-Hertogenbosch

 Dorp Haaren: gericht op Oisterwijk en Vught

 Helvoirt: gericht op Vught en Oisterwijk

De onderzoeksgegevens van het provinciale onderzoek matchen niet geheel met de uitkomsten van de bovenstaande enquête. De meeste bezoeken van inwoners van de gemeente Haaren aan andere gemeenten vinden plaats aan de gemeenten Tilburg en Den Bosch. Wij gaan er daarom vanuit dat het dorp Haaren naast de bovengenoemde oriëntatie op Oisterwijk en Vught ook een oriëntatie op Tilburg heeft, conform de uitkomsten van het provinciale onderzoek. Verder gaan wij ervan uit dat inwoners van Helvoirt en Esch meer op Den Bosch georiënteerd zijn.

Oriëntatie van de andere betrokken gemeenten

Hieronder is telkens benoemd aan welke gemeenten de inwoners uit de gemeenten uit ons onderzoek de meeste bezoeken aan afleggen.

Inwoners van Boxtel: meeste bezoeken aan Den Bosch, Best en Eindhoven Inwoners van Goirle: meeste bezoeken aan Breda en Tilburg

Inwoners van Tilburg, meeste bezoeken aan Gilze en Rijen, Breda

Inwoners van Heusden: meeste bezoeken aan Den Bosch, Tilburg, Waalwijk Inwoners van Hilvarenbeek: meeste bezoeken aan Tilburg, Oisterwijk Inwoners van Oisterwijk: meeste bezoeken aan Tilburg, Eindhoven

Inwoners van Vught: meeste bezoeken aan Den Bosch, Tilburg en Haaren

Inwoners van Den Bosch: veel bezoeken aan alle omliggende gemeenten en andere grote steden (vooral Tilburg, Eindhoven, Oss)

Inwoners van Oirschot: meeste bezoeken aan Best, Eindhoven, Tilburg

Inwoners van Sint-Michielsgestel: meeste bezoeken aan Den Bosch, Vught en Schijndel Inwoners van Tilburg: veel bezoeken aan alle omliggende gemeenten en andere grote steden (vooral Breda, Den Bosch, Eindhoven)

Wat komt uit het onderzoek?

Maatschappelijke oriëntatie in de scenario’s waarin Haaren zelfstandig blijft of als geheel gaat herindelen

Grofweg heeft de gemeente Haaren zowel een oriëntatie op het (zuid)westen (Oisterwijk, Tilburg) als op het (noord)oosten (Vught, Boxtel, Den Bosch). Dit betekent dat wij

scenario’s waarin de gemeente samenwerkt óf als geheel herindeelt richting het (zuid) westen óf (noord)oosten laag scoren op maatschappelijke oriëntatie. Scenario’s waarin zowel west als oost betrokken zijn scoren wij ook laag. Zo hebben Oisterwijk en Vught bijvoorbeeld geen oriëntatie op elkaar.

Maatschappelijke oriëntatie in de scenario’s waarin Haaren wordt opgesplitst

(6)

Bij veel scenario’s waarin Haaren wordt opgesplitst gaan de dorpen samen met gemeenten waarop ze georiënteerd zijn. Die scoren dus vanuit Haaren bezien hoog op maatschappelijke oriëntatie. Echter niet alle opsplitsingsscenario’s scoren hoog. Zo zijn er scenario’s waarin Oirschot is opgenomen. Oirschot is georiënteerd op Best en Eindhoven.

Het gaat dus niet alleen om de vraag of de oriëntatie “klopt” vanuit Haaren, maar vanuit alle gemeenten in het scenario. Daarbij zal duidelijk zijn, dat een grotere stad nooit gericht zal zijn op een naastgelegen dorp. Zo is de gerichtheid van Biezenmortel op Tilburg sterk.

Maar omgekeerd niet. Toch vinden wij dan dat er in een scenario waarin Biezenmortel naar Tilburg sprake is van een hoge score op maatschappelijke oriëntatie.

CRITERIUM 6: BESTUURSKRACHT & VITALITEIT

Hiermee wordt de vraag bedoeld of een gemeente in een scenario voldoende (slag)kracht heeft om zijn taken goed uit te voeren en of ze financieel gezond is. Wat de taken van de gemeente in een scenario zijn liggen voor een deel vast: elke gemeente heeft dezelfde wettelijke taken. Maar daarnaast kan per scenario verschillen welke andere taken de gemeente heeft.

Wat komt uit het onderzoek?

Bestuurskracht gaat over de kracht van bestuur én organisatie en over de financiële situatie van een gemeente.

Kracht van bestuur en organisatie

Deze moeten de taken goed uit kunnen voeren. Dit heeft voor een deel met schaal te maken (zie criterium 3). Voor een ander deel heeft het ermee te maken of de gemeente een duidelijke opgave of focus heeft. Een duidelijke opgave maakt het makkelijker om de energie binnen gemeentebestuur en organisatie te richten. Die opgave kan bijvoorbeeld zijn:

 Een groene woongemeente worden of blijven

 Een gemeente zijn die zich richt op een bepaald type bedrijvigheid

 Een gemeente met een centrumfunctie waarbij de aantrekkelijkheid van dat centrum de belangrijkste opgave is.

Dit beoordelen wij aan de hand van de onderlinge samenhang (criterium 4). Als wij een sterke samenhang zien, denken wij dat een bestuurskrachtige gemeente kan ontstaan.

Wij zien tussen de gemeenten die betrokken zijn in het onderzoek een aantal grote verschillen. Die verschillen zullen van betekenis zijn als er sprake is van samenwerking, herindeling of opsplitsing. Wij hebben de scenario’s daarbij met de volgende blik gescoord:

 Scenario’s waarin steden betrokken zijn (Tilburg, ’s-Hertogenbosch) bieden wat ons betreft goede kansen op een hoge bestuurskracht. Alle grote steden hebben grote problemen. Denk bijvoorbeeld aan werkloosheid en criminaliteit. Maar ze bieden ook altijd kansen: een grote stad is in staat tot een sterke

belangenbehartiging in de provincie en in Den Haag. Hier kan het omliggende platteland van profiteren. Wij zien de laatste jaren ook een beweging op gang komen waarbij kleinere plattelandsgemeenten “met plezier” onderdeel gaan uitmaken van de grotere stad, bijvoorbeeld rondom Venlo en Leeuwarden, maar ook dichterbij huis met de opsplitsing van Maasdonk richting Oss en richting Den Bosch. De belangrijke opgave om stad en ommeland van elkaar te laten

profiteren en elkaar te laten versterken kan vanuit verschillende gemeenten gebeuren, maar wij denken dat het absoluut voordelen voor de bestuurskracht biedt dit vanuit een grotere gemeente te doen die bestaat uit stad en ommeland.

 Bij de samenvoeging van plattelandsgemeenten (zo noemen wij voor het gemak alle andere gemeenten in het onderzoek) is voor ons bij de beoordeling van de

(7)

bestuurskracht een belangrijke vraag wat de gemeenten nu precies bindt, behalve dat ze allemaal landelijk zijn. Wat zijn nu de centrale opgaven in deze

gemeenten? Hier zien wij toch wel forse verschillen tussen de

plattelandsgemeenten waardoor in veel van deze scenario’s niet scherp is waar de gemeente zich primair op richt:

o Vught en Oisterwijk zijn gemeenten met een hoog voorzieningenniveau die als opgave hebben hun aantrekkelijkheid in stand te houden of te vergroten

o Goirle, Hilvarenbeek, Oirschot en Sint-Michielsgestel zijn sterk

vergelijkbaar. Ze koppelen hoge scores op groene en blauwe kwaliteit en erg hoge scores op leefklimaat aan elkaar en hebben de opgave juist die kenmerken te behouden en in stand te houden

o Boxtel, Vught en Oisterwijk wijken af door lage scores op leefklimaat; zij hebben grotere opgaven dan de anderen op zaken als gevoel van saamhorigheid, overlast- en misdaadbestrijding.

 Er is sprake van scenario’s waarin plattelandsgemeenten samengaan zonder dat er een duidelijk fysiek focuspunt in de gemeente is. Als voorbeeld kan dienen een herindeling tussen Haaren, Vught en Oisterwijk. Wij zien aan de rand van die nieuwe gemeente twee heel sterke kernen met een hoog voorzieningenniveau, waarin geen duidelijke hiërarchie te maken is. Wij schatten in dat het moeilijk is tot een heldere toekomstagenda voor zo’n gemeente te komen en zien dat als een risico voor de bestuurskracht.

 Verder is een risico voor de bestuurskracht het verdienvermogen van grote plattelandsgemeenten: weinig inwoners gespreid over een groot gebied betekent dat het lastig is de kosten voor het onderhouden van dat gebied te dekken.

 De scenario’s voor samenwerking hebben alle een hoge potentie als het gaat om bestuurskracht. Echter samenwerking kan ook veel energie kosten. Het is daarom niet op voorhand te zeggen welk effect samenwerking op de bestuurskracht heeft, tenzij er sprake is van een heldere vorm van samenwerking die bewezen

resultaten elders heeft. Daarom zijn de scenario’s voor samenwerking neutraal gescoord, met uitzondering van de ambtelijke fusie Haaren-Boxtel-Sint-

Michielsgestel. Dit is de enige van de vier samenwerkingsscenario’s waarin al sprake is van een duidelijk concept, namelijk dat van een ambtelijke fusie.

Hiermee zijn al de nodige positieve ervaringen opgedaan in Nederland waar het gaat om het versterken van de bestuurskracht. Die scoren wij daarom hoog op bestuurskracht.

Financiële positie

Wij hebben de huidige financiële positie van elke gemeente in het onderzoek beoordeeld (zie criterium 10). Deze zegt iets, maar niet alles over de financiële positie van een (nieuwe) gemeente in een scenario. We concluderen dat het in elk scenario mogelijk is tot een financieel gezonde gemeente te komen, op basis van hoe de gemeenten in het onderzoek er nu voorstaan. Er zijn geen gemeenten die grote financiële problemen kennen.

CRITERIUM 7: REGIONALE SAMENHANG EN EVENWICHT

In elke regio is er sprake van meerdere gemeenten. Bij herindelingen van gemeenten is het onwenselijk dat er problemen ontstaan voor andere gemeenten. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als er bij een herindeling een aantal grotere gemeenten ontstaan en één kleine gemeente doet niet mee. Dat is misschien wel een goede oplossing voor de gemeenten die herindelen, maar niet voor de gemeente die niet meedoet.

Wat komt uit het onderzoek?

(8)

Op dit moment zijn er geen herindelingsplannen in de regio. Geen van de gemeenten die betrokken zijn in dit onderzoek, is bezig met een soortgelijk traject als de gemeente Haaren. Dit betekent dat als Haaren kiest voor zelfstandigheid, de regionale samenhang niet verandert. De regio bestaat nu uit grote steden en een groen middengebied, waarin er verschillende kleine tot middelgrote gemeenten zijn.

Een aantal opsplitsingen hebben maar een beperkt effect op de regionale samenhang. Dit geldt voor opsplitsingen waarbij een of twee dorpen van de gemeente Haaren samengaan met één buurgemeente. Bijvoorbeeld Biezenmortel-Tilburg, Oisterwijk-dorp Haaren, Helvoirt-Vught en Esch-Boxtel. De gemeente Haaren verdwijnt dan, maar de

verhoudingen blijven verder gelijk: een aantal grote steden in de regio met een groen middengebied met middelgrote gemeenten. Bij opsplitsingen en herindelingen waarbij meerdere gemeenten betrokken worden, veranderen de verhoudingen wél. Daarbij zijn er twee hoofdlijnen te zien: scenario’s met een of meer grotere plattelandsgemeenten (zonder grote steden) en scenario’s met grotere gemeenten met een combinatie van stad en platteland. Hierbij is in het kader van de regionale samenhang van belang dat er geen gemeenten “overblijven”. Wij hebben de opsplitsingsscenario’s niet gescoord op regionale samenhang, omdat die vraag alleen beantwoord kan worden voor de combinatie van opsplitsingsscenario´s. Zo is een scenario dorpen Haaren en Biezenmortel met Oisterwijk alleen te beoordelen op regionale samenhang als je ook weet wat er dan aan de oostkant van de gemeente gebeurt met Helvoirt en Esch.

CRITERIUM 8: TOEKOMSTBESTENDIGHEID

Problemen waar de gemeente nu mee kampt moeten in het scenario goed opgelost kunnen worden. Maar ook de problemen van de komende jaren moeten kunnen worden opgelost. Het is namelijk niet de bedoeling dat binnen enkele jaren een nieuwe discussie over de toekomst van de gemeente gevoerd moet worden. Wij vinden een scenario toekomstbestendig als de (nieuwe) gemeente in dat scenario naar verwachting minimaal tien jaar vooruit kan. Daarbij kijken we ook naar de termijn waarop een scenario naar verwachting gerealiseerd kan worden.

Wat komt uit het onderzoek?

Wij hebben hierboven bij criterium 3 geschreven dat ook kleine gemeenten in principe in staat kunnen zijn hun taken goed uit te voeren, mits zij stevige samenwerkingsverbanden aangaan. Dat neemt niet weg dat wij van mening zijn dat een herindeling of een

opsplitsing een goede keuze kan zijn. Bij het criterium toekomstbestendigheid kijken we daarbij of de nieuwe gemeente die ontstaat of het samenwerkingsverband naar

verwachting langere tijd vooruit kan, zonder dat opnieuw de discussie over een

herindeling of samenwerking zal worden gevoerd. Dit is belangrijk, omdat het “bouwen”

van een duurzame samenwerking, een herindeling of opsplitsing een intensief traject is.

De nieuwe gemeente of gemeenten die “gebouwd” wordt of worden, moet(en) minimaal tien jaar vooruit kunnen om deze investering te rechtvaardigen. We hanteren hierbij dezelfde maatstaf als bij het criterium omvang passend bij taken. Dit betekent dat we drie categorieën onderscheiden:

 Minder dan 30.000 inwoners: niet toekomstbestendig, tenzij er duurzame samenwerkingsverbanden zijn aangegaan

 Tussen de 30.000 en 40.000 inwoners hebben: toekomstbestendigheid

twijfelachtig, tenzij er duurzame samenwerkingsverbanden zijn aangegaan. Een nieuwe discussie over opschaling binnen enkele jaren is waarschijnlijk.

 Meer dan 40.000 inwoners: toekomstbestendig. De gemeenten kan in dit scenario minimaal tien jaar vooruit.

Met het oog op het bovenstaande scoren wij de scenario’s in hoofdlijn 1 neutraal, met uitzondering van het scenario ambtelijke fusie Haaren-Boxtel-Sint-Michielsgestel. Die laatste scoren wij hoog omdat dit inmiddels een bewezen duurzame vorm van

(9)

samenwerking is. Een risico daarbij is wel dat Boxtel een bestuurlijke herindeling niet uitsluit. Dit kan de toekomstbestendigheid in gevaar brengen. De andere scenario’s op het gebied van samenwerking zijn nog onvoldoende uitgewerkt om een oordeel te kunnen vellen over de toekomstbestendigheid.

De scenario’s in hoofdlijn 2 (herindeling als gehele gemeente) zijn vrijwel allemaal toekomstbestendig volgens de bovenstaande definitie.

De scenario’s in hoofdlijn 3 (opsplitsing) laten een wisselend beeld zien. Een groot deel is toekomstbestendig. Echter voor de “kleinere” opsplitsingen waarbij de dorpen van Haaren worden toegevoegd aan verschillende buurgemeenten geldt, dat de

toekomstbestendigheid afhankelijk is van samenwerkingsverbanden die de betreffende gemeenten aan zullen gaan. Zo is de combinatie dorp Haaren – Oisterwijk alleen toekomstbestendig als Oisterwijk er in slaagt een duurzame samenwerking aan te gaan met bijvoorbeeld Goirle en Hilvarenbeek. Deze twee gemeenten hebben aangegeven een eventueel samengaan van (een deel van) de gemeente Haaren met Oisterwijk niet als een belemmering te zien voor de samenwerking tussen die drie gemeenten.

CRITERIUM 9: DEMOCRATISCHE LEGITIMATIE

Worden inwoners van een gemeente betrokken bij plannen en besluiten van de gemeente en kunnen ze volgen hoe de gemeente tot besluiten komt?

Wat komt uit het onderzoek?

De invloed van inwoners op het democratische proces is voor iedere gemeente belangrijk, net zo goed als dat voor iedere gemeente belangrijk is dat inwoners kunnen volgen hoe besluiten worden genomen. Daarbij zien we twee tegengestelde bewegingen:

 Kleinere gemeenten scoren vaak beter dan grotere op betrokkenheid van inwoners bij de lokale politiek. Inwoners kennen hun bestuurders, die goed bereikbaar en makkelijk benaderbaar zijn. De opkomst bij verkiezingen is ook hoger dan in grotere gemeenten. Dat zien we ook bij de gemeenten die betrokken zijn in dit onderzoek. Alle plattelandsgemeenten uit het onderzoek hebben een opkomst van tussen de 50% en 60%. Tilburg heeft een opkomst van 44% en Den Bosch van 40%.

 Grotere gemeenten hebben minder dan kleinere gemeenten te maken met samenwerkingsverbanden waaraan bevoegdheden worden overgedragen. Als zij wel bevoegdheden hebben overgedragen, dan hebben zij in de

samenwerkingsverbanden een grotere zeggenschap dan kleinere gemeenten.

Vanuit dit perspectief scoren grotere gemeenten beter op democratische legitimatie. Dit is echter door kleinere gemeenten goed te ondervangen door duidelijke afspraken te maken over de bevoegdheden.

De wijze waarop democratische legitimatie vorm krijgt in een (nieuwe) gemeente, is verder afhankelijk van keuzen die de nieuw te vormen gemeente maakt. Komen er als er een nieuwe gemeente komt bijvoorbeeld dorpsraden met een eigen budget? Kiest de (nieuwe) gemeente voor nieuwe, moderne inspraak- en participatievormen zoals bij de G1000-initiatieven? Besteedt de (nieuwe) gemeente veel taken uit of probeert ze juist zo veel mogelijk taken zelf uit te voeren? Het zijn allemaal vragen die bepalen hoe de democratische legitimatie uiteindelijk scoort.

Voor de scores in het onderzoek betekent dit, dat we de scenario’s in hoofdlijn 1, waarbij Haaren zelfstandig blijft, hoog scoren op democratische legitimatie. De scenario’s in de hoofdlijnen 2 en 3 waarin er sprake blijft van kleine tot middelgrote gemeenten (minder dan 40.000 inwoners) scoren we ook hoog. Overige scenario’s scoren we neutraal.

CRITERIUM 10: GEVOLGEN VOOR INWONERS

(10)

Hierbij is de vraag wat de invloed van een scenario is op de voorzieningen en de leefbaarheid per dorp, nu en op de langere termijn. Hier vallen ook de financiële consequenties voor inwoners onder en de betrokkenheid of bereikbaarheid van bestuurders voor inwoners en omgekeerd.

Wat komt uit het onderzoek?

De drie hoofdlijnen (zelfstandigheid, herindeling, opsplitsing) hebben verschillende soorten gevolgen voor inwoners. Inwoners hebben op verschillende manieren met de gemeente te maken. We noemen een aantal belangrijke zaken:

 Dienstverlening: bijvoorbeeld paspoort en rijbewijs, afvalinzameling

 Ruimtelijke ordening: bijvoorbeeld bouwvergunning, evenementenvergunning, onderhoud van wegen en onderhoud van het groen in de gemeente

 Zorg: bijvoorbeeld wet maatschappelijke ondersteuning, leerlingenvervoer

 Sport en cultuur: bijvoorbeeld door subsidies voor sportverenigingen en

evenementen en bouwen of onderhouden van accommodaties, zoals dorpshuizen

 Belastingen: inwoners betalen gemeentelijke belastingen We zien voor de drie hoofdlijnen verschillende gevolgen voor inwoners.

Hoofdlijn 1: Haaren zelfstandig

Wat kunnen we niet zeggen over de toekomst als Haaren zelfstandig blijft?

Als de gemeente kiest voor zelfstandigheid, dan lijkt misschien of alles hetzelfde blijft. Dat weten we echter niet. Er zijn geen garanties over de toekomst. Blijft het huidige

subsidiebeleid in stand? Houden ouderen dezelfde rechten en voorzieningen als het om zorg gaat? Het zijn zaken waar geen enkele gemeente garanties over kan geven die verder gaan dan enkele jaren. Dat komt ten eerste, omdat omstandigheden kunnen wijzigen. Dit hebben we de afgelopen jaren met de financiele crisis gezien. Die leidde ertoe dat ook gemeenten (veel) minder te besteden kregen en flink moesten bezuinigen.

Dat had (bijna) niemand voorspeld. Het komt ten tweede omdat we een democratie hebben. Een (nieuwe) gemeenteraad kan altijd besluiten dat het beter is om het beleid te wijzigen. Bijvoorbeeld omdat uit de verkiezingsuitslag bleek dat veel inwoners een andere koers willen.

Wat kunnen we wel zeggen over de toekomst als Haaren zelfstandig blijft?

De gemeente Haaren staat er financieel goed voor. Dat betekent dat er voor zover nu te overzien geen financiële noodzaak is voor grote veranderingen de komende jaren.

Het kan altijd zijn dat omstandigheden wijzigen. Als de gemeente het beleid op gebieden als dienstverlening, ruimtelijke ordening, zorg, sport en cultuur of belastingen wil

veranderen, dan loopt dat via de gemeenteraad van de gemeente Haaren. De inwoner kan dan bij de gemeente Haaren terecht om invloed uit te oefenen op die verandering.

Verder is duidelijk dat het gemeentehuis op dezelfde plaats blijft staan als de gemeente Haaren zelfstandig blijft. De afstand tot het gemeentehuis blijft dus voor iedereen hetzelfde.

Conclusies over de gevolgen voor inwoners van hoofdlijn 1: Haaren zelfstandig Op basis van het bovenstaande komen wij tot de conclusie dat de scenario’s waarin Haaren zelfstandig blijft geen positieve of negatieve gevolgen hebben voor inwoners ten opzichte van nu. Dit geldt zowel voor de voorzieningen voor inwoners, het beleid als de lokale lasten.

Hoofdlijn 2 en 3: herindeling en opsplitsing van de gemeente Haaren

Wat kunnen we niet zeggen over de toekomst als de gemeente Haaren gaat herindelen?

(11)

Als de gemeente Haaren gaat herindelen, dan houden de gemeente Haaren en de gemeenten waar Haaren mee samengaat op te bestaan. De gemeenten die ophouden te bestaan, gaan samen bepalen hoe de nieuwe gemeente eruit gaat zien. Zij gaan in gesprek om het beleid van de nieuwe gemeente te bepalen op het gebied van

dienstverlening, ruimtelijke ordening, zorg, sport en cultuur en belastingen. Soms zal dit heel makkelijk zijn, omdat de gemeenten die ophouden precies hetzelfde beleid hebben.

Als er verschillen zijn, dan is dit lastiger. Er mogen bijvoorbeeld binnen de nieuwe

gemeenten geen verschillen zijn in hoeveel belasting men betaalt of wat de regels zijn om een subsidie te krijgen. Daar moeten de gemeenten dan met elkaar over gaan

onderhandelen.

Daarom zijn er geen garanties te geven over wat de gevolgen zijn van een herindeling of opsplitsing van de gemeente Haaren op het gebied van dienstverlening, ruimtelijke ordening, zorg, sport en cultuur en belastingen. Er is natuurlijk een zichtbaar gevolg van een herindeling of opsplitsing, namelijk dat het gemeentehuis mogelijk op een andere plek komt. Maar ook dat is niet zeker. Pas op het moment dat een besluit is genomen over een herindeling, voeren de betrokken gemeenten de discussie over de plaats van het

gemeentehuis.

Als de gemeente gaat opsplitsen dan zal de gemeente Haaren ook gaan onderhandelen over het beleid van de andere gemeente om ervoor te zorgen dat de belangrijkste punten voor de inwoners van de dorpen een plek krijgen in hun nieuwe gemeente. Van te voren is niet te zeggen in hoeverre dat zal lukken.

Wat kunnen we wel zeggen over de toekomst als de gemeente Haaren gaat herindelen of opsplitsen?

We kunnen zeggen dat de gemeente Haaren, die ophoudt te bestaan bij een herindeling of een opsplitsing, met de andere gemeente(n) in het scenario gaat onderhandelen over het beleid op het gebied van dienstverlening, ruimtelijke ordening, zorg, sport en cultuur, belastingen. Hoewel we niet weten wat de uitkomst is van die onderhandeling, kunnen we er wel iets over zeggen door te kijken naar drie zaken:

1. De financiële situatie per gemeente in de huidige situatie 2. De lokale lasten per gemeente in de huidige situatie

3. Onderzoeken naar de effecten van herindelingen voor inwoners

1. Financiële gezondheid per gemeente

Als gemeenten die samengaan financieel gezond zijn, levert dat een betere financiële basis op voor de nieuwe gemeente dan als dat niet zo is. Die gezonde financiële basis kan dan bijvoorbeeld gebruikt worden voor de instandhouding van voorzieningen,

subsidies, wegonderhoud, groen etc. In de tabel verderop wordt een oordeel uitgesproken over de financiële gezondheid per gemeente.

2. Lokale lasten per gemeente in de huidige situatie

Als er een nieuwe gemeente ontstaat, dan moeten de lasten worden geharmoniseerd.

Immers, onder gelijke omstandigheden moet iedereen in de gemeente hetzelfde betalen, of deze inwoners nu vroeger in de gemeente Haaren woonde, of bijvoorbeeld in de gemeente Oisterwijk of Vught (als Haaren daarmee samengaat). De kans is daarbij groot dat de lokale lasten naar het gemiddelde bewegen.

We geven hieronder een oordeel per gemeente over de financiële situatie aan de hand van kerncijfers. Daarbij merken we op, dat de lokale lasten in Haaren niet zijn

gecorrigeerd voor de relatief hoge huizenprijzen in Haaren.

(12)

GEMEENTE LOKALE LASTEN MEERPERSOONS- HUISHOUDEN 2015*

OPMERKINGEN OORDEEL FINANCIELE

GEZONDHEID

OORDEEL LOKALE LASTEN

Boxtel € 805,- Verhoging OZB

aangekondigd

Gezond maar minder sterk dan Haaren

Lager dan Haaren

Goirle € 812,- Gezond maar minder

sterk dan Haaren

Lager dan Haaren

Haaren € 899,- Gezond

Heusden € 647,- extra geraamde

verhoging van de OZB-opbrengst meer dan 20%

Gezond maar minder sterk dan Haaren

Veel lager dan Haaren

Hilvarenbeek € 780,- Gezond maar minder

sterk dan Haaren

Lager dan Haaren

Oirschot € 878,- Gezond, vrijwel gelijk

aan Haaren

Gelijk aan Haaren

Oisterwijk € 821,- Gezond maar minder

sterk dan Haaren

Lager dan Haaren

's-

Hertogenbosch € 676,- Gezond Veel lager dan

Haaren Sint-Michielsgestel € 706,- Aangekondigde

verhoging OZB van 22% in drie jaar

Gezond maar minder sterk dan Haaren

Veel lager dan Haaren

Tilburg € 702,- Gezond maar minder

sterk dan Haaren

Veel lager dan Haaren

Vught € 890,- Extra verhoging

OZB van 1% per jaar gedurende 9 jaar

Gezond maar minder sterk dan Haaren

Gelijk aan Haaren

*Dit zijn de opgetelde bedragen van:

 Het OZB-tarief in de betreffende gemeente vermenigvuldigd met de gemiddelde woningwaarde van een huis in de gemeente Haaren

 Rioolheffing van de betreffende gemeente voor een meerpersoonshuishouden

 Reinigingsheffing van de betreffende gemeente voor een meerpersoonshuishouden

(13)

3. Effecten van herindelingen volgens onderzoek

Tot slot kunnen we kijken naar wat er is gebeurd in gemeenten die eerder zijn heringedeeld5. Uit onderzoek blijken de volgende effecten van herindelingen voor inwoners:

 Herindelingen leveren geen vermindering van uitgaven op.

o Een grote gemeente is per inwoner niet goedkoper of duurder dan een kleine gemeente.

o Of de gemeenten die samengaan wel of niet op elkaar “lijken”

(bijvoorbeeld op het gebied van voorzieningen) of juist niet op elkaar

“lijken” maakt hierbij niet uit: er is geen sprake van vermindering van uitgaven.

o Het aantal gemeenten dat samengaat is ook niet van invloed op de uitgaven.

 Er is geen duidelijk effect op de dienstverlening. Het is niet te zeggen of deze verbetert of minder wordt als de gemeente groter wordt.

 Uit onderzoek blijkt dat herindelingen geen gevolgen hebben voor het voorzieningenniveau: dat wordt niet beter of slechter. Het is bijvoorbeeld niet gebleken uit onderzoek dat voorzieningen zoals dorpshuizen of sportvelden worden gesloten als gevolg van een herindeling.

Conclusies over de gevolgen voor inwoners van hoofdlijnen 2 en 3: herindeling en opsplitsing van de gemeente Haaren

Een belangrijke conclusie is dat de gevolgen onzeker zijn, omdat die altijd een resultaat zullen zijn van de onderhandeling tussen de betrokken gemeenten. Uit onderzoek blijkt dat de gevolgen voor inwoners over het algemeen beperkt zijn. Gezien de specifieke situatie in deze regio achten wij de volgende gevolgen voor inwoners waarschijnlijk:

 Doordat de lokale lasten in Haaren relatief hoog zijn, is de kans relatief groot dat bij herindelingen en opsplitsingen de lasten (iets) omlaag gaan

 Doordat Haaren financieel net wat gezonder is dan de meeste buurgemeenten, stijgt de kans dat na een herindeling of opsplitsing er ingrepen in het

voorzieningenniveau moeten worden gedaan of dat bij tegenvallers een (extra) belastingverhoging noodzakelijk is.

5 Bronnen:

o Herindelingen gewogen, Fraanje c.s., 2008

o Processen en effecten van herindeling, Beerepoot c.s., 2009 o “Geen grotere doelmatigheid door herindeling gemeenten, Allers en

Geertsema, 2014.

http://www.coelo.nl/images/artikelen/ESB%20Geen%20grotere%20doelm atigheid%20door%20herindeling%20gemeenten.pdf

o Size and local democracy, Denters c.s., 2014

o Hoe groot is groot genoeg, presentatie Bas Denters, Den Haag, 17 april 2015

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘We hadden al bij de start van de academie gepland Nieuwe Netwerken te maken, maar we kunnen niet alles in één keer implementeren.’.. Inmiddels zijn er een kleine twintig Nieuwe

Gemiddeld zou er sinds de beginjaren van het pompstation Watermolen bij de afsluiting van de Grote Watergang 16 mm extra verpompt moeten worden per jaar door het station

Om maximaal effect op de 3 K’s te kunnen realiseren zou in onze visie voor deze twee projecten idealiter gekozen worden voor een intensieve samenwerking (gezamenlijke uitvoering,

Vernieuwende initiatieven die tijdens de lockdown ontstonden, waren ener- zijds initiatieven die naar verwachting vooral bruikbaar zijn in crisistijd. Anderzijds ontstonden

De Nationale ombudsman ziet het als een gemiste kans voor de gemeente dat de ouders en Loes niet bij het overleg op het Jeugdbeschermingsplein aanwezig hebben kunnen

De op de ledenvergadering in maart 1995 gepresenteerde nieuwe statuten zijn na enkele wijzigingen door de ledenvergadering goedgekeurd. Bij de notaris wordt er de laatste hand

Hier toe dienen die fijne Aromatike geesten niet, want daar door werd de hitsige broeyendheid meerder en meerder aangestoken, het welke die lighamen meest ervaren, welke geen de

‘Mijn les voor de coronacrisis zou dan ook zijn: bekijk de pandemie niet strikt vanuit de medische hoek, maar vanuit alle disciplines.. Je ziet dat er een behoefte bestaat om