• No results found

L, chauffeur, godoicd. te op wone:ndc - , %ouder beroep, gcbotcd tt -. op

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "L, chauffeur, godoicd. te op wone:ndc - , %ouder beroep, gcbotcd tt -. op"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2012 13:21

Gjo6

6jo1 6�02

rea dendermonde Nr. 1968 ?. 1

1• blad

De R.echtbank van Eerste Aanleg te DENDERMONDE, Dertiende Kamer, rechtdoende ln strafzaken, heeft ln haar openbare terechtzitting van 26. NOVEMBER 2012 het hiernavolgend VONNIS gewezen :

Notitienummer :

Griffie nummer: 3.5.95

IN DE ZAAK VAN HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN :

L , chauffeur, goDOICD. te op - wone:ndc

te

2. WO.O.etlCU te , %ouder beroep, gcbotCD tt - . op

3. , %Ollde:r beroep, gebos:ctl •c op'

wo=ode te�

V crdacht van : Te

A. De emtc, do tweede co de drJde , om de misdaad ofhet Wlalb=:rijf uitgevoerd te h.sbbe.D

of mn &a11 de uitV"oerlng ervan mc:btlltrecks nu:degeM1rl<:t te heb'ben, door enige daad. tot do uitvoering zodn:aigehulp vcrlco:ui te be\lbm dat zonder zijn bijm.nd het 1Ill$dtijfn.iet kon gepleegd worde?l., door giften, beloftcu, bedreigingen, mûbnrik 118ngezag afvmmacht, lXlbdedige .lroipcrijc.n of srgli5tighedctl, dit misdrijf rechtstreeks uitgololcl te hebben. Als dader of :mededader in de zin va:o arli.kcl 6ó Str.d'wetboek

:Bij blbrculc op artikel 17 van h.lll decreet d.d.· 4 februari 1997 houden.de de kwalitci!ll· cc

veil:.igbeidS!lOmlcn van k:a=ets ai stadcntc:nkamera, zoals ge:wij:;i:igd door het decrc:ct van 7 juli

2006, als verhuurder hetzij nchtBtrecks, hetzij 'Via tus:u::npcrsoon, ala pcuocm die hc:t sccd tet · bcschilá:mg stelt met bet oog op bewoning, be!Zlj rec:htstr:eb. hetzij via tllSS<mpet"sow:1 o{ als

· eVfll:llm:le Olldcrvcdnrutdcr hä.J rcob�w, hetzij via tuaso.aper;oon

een kamc.rwoniilg of CCll km::ae: die niet voldoet can de v� ven artikel.en 4, é c.n 7 VlUl. hoger v� deacci: Ui hebben verhuurd, te huur ge:itcld of te hebben ter

bcsc:bik:lcing peld :

----. te

- - - --- ----·

Cl - -- --.--!> VIU\ 18 mei 2009 tot lS juDi 2009, daar waar hot pand reeds ongcscbild en onbewoaxibaar wctd valdaard ap

1 mei 2"09 ( >). ·

:a Pe emtc m de derde, om. de misdaad of het wanbedrijf uitpvoacl te hcbbco af om llllD

de uitvoering erY8r1 rceh1$tteeb medop;vem te hahbca, door caûp daad. tot de vitvo:ring :zodaaigc bWp vc:rlCCt.ld te hcbbl!ll dat zonder zijn bijstmd. het milldtjjf niet Jam gepleegd worden, door giften, beloften, bedreigingen, miBbn.tik van 5ezag of van mac:bt, misdadige �jen of .

ar�ti@heden, dit rrUsdrijf rechtstreeb .uitgclold te hobbe:n, 11.b dader af mededader in de ziD. van artikel 66 Strat\vetbodc

(2)

30. Nov. 2012 i3:2l

...

rea dendermonóe Nr. l�M! r. ï.

2• blad

bij

iDhieWt op artik.e1 17 va.het deaeet d.d. 4 fcbraari. 1997 holió=ó� de bnllicit&- en

Vcili�

van kJmm Cll studCDJAAkmncrs1 zoala

gcwij2:igd

door het decreet van

7 juli

2006, als verlmurdcr

hetzij rechtstroclal, �

vfa tues� als persoon die het goed ter besdnliing &t:Olt �r het

oog op� hetzij :mçh� hcttij via l:IU.'llSOJ>Cl'$00%!

of ebi eventuele

ondCll.'Vc::rlluurdc: hetzij rcc:htutrc::b, hct2ij via �=

cai. �gaf em bzl:i.er die Wet'YOldoc:t am de v� van mtW:lc:u 4, ó e11 7 van hop vcmocmd d=rcct te hebben Yc:d:nrard, te lnNr gemeld of� hebben ri:::r

·1

bcscb.ikki:og gesteld ;

l:UlaleliJk hot -vemmcn, minstens ter bc3cbilcldDg &tellen. van mm kamer in het pll.llC

·te! 1 aau '. :n · 1an lS aup:itu:i 2009

tot c:n met 1

15 decc:mbc:r 2009, daarwu.r het pmd reed,,� cri. mihe'Ol'O<mbur werd veddaard op 7 mei 2009 = mal de stnfvcc:wm:n.de omstmdigheid dat van de betrokken açtivite:it een,

gewooatowordt :emaak:t a )

.

.

De la.da.srralc atOB� van het amocre:o.d goed dat h:t vcorwqi van hi:t misdtjjf i!, zijud.c:

liging: !

aard

ei oi>PcrvlaJd:i:: .

wijk en nu:mmar van het bdaeb:r. 1

C11. óc dge:s:iaan e:r:vm

gcîdcmific:cerd zijnde

als: J 11 -�

die de ci�titcl hebben vcdcrcgcn kracbtC!l.11 de notarieJ.o akte V1ID 30 juli 2009 nrlcrlen door nomis , .notaria te:

1. PROCEDURE ,

De reçhtbank nam

kennis van :

- de

dagvaarding waarmee de zaak bij deze rechtbank

werd

aanhangig gemaakt, tevens h

ou

den d

e dagstelllng voor

de

terechtzitting van 15 oktober 2012,

datum waarop

de

zaak werd behandeld en In beraad werd

genomen:

- de overschrljvjng

van de da

g

v

a

a r

d

i

n

g op het

tweede

hypotheekkantoor te .

onder de

- de processen-verbaal en de ov

erige

stukken

van

de rechtspleging.

De rechtbank aanhoorde

op de openbare terechtzitting van 15 Qktober 2012:

- de Wconinspecteur bevoegd voor het grondgebied van het Vlaamse Gewest In

zijn

herstelvordering,

vertegenwoordigd

door

zijn

raadsman

mr. P. Van Assche

loco mr.

V. Toflenaere advocaat

te

Gent.

die besluiten houdende

een aangepaste herstelvordering neerlegt;

- het Openbaar Ministerie

in

de persoon van

.

substituut-Procureur

des

Konings, in haar voordracht van· de

zaak en in-haar

els.

(3)

30.Nov, 20!2 13:21 rea dendnmoncc Nr. lYéH

De eerste beklaagde de tweede beklaagde

u

r

en de derde bekJaagde t, hoewel behoorlijk en rechtsgeldig gedagvaard. verschenen niet ter terechtzitting en werden evenmin vertegenwoordigd, aldus verstek late

n

d.

2. EEtIENRELAAS 2.1

Eerste en tweede beklaagde zijn sedert 1992 eigenaars van het

pand gelegen te , kadastraal gekend

als 1 .• Krachtens

notariële akte de dato 30 jufi 2009 verkreeg de derde beklaagde de eigendom, ·

De woning betreft een gesloten bewoning bestaande uit een gelijkvloers en een eerste verdieping onder een zadeldak. Het pand omvat twee kamers en gem eenschappelijke ruimtes. Voor minstens één van deze functies (keuken/toilet/bad/douche) zijn de bewoners afhankelijk van de gemeenschappelijke voorzieningen. waardoor deze twee woongelegenheden voldoen aan d e definitie "kamer'' zoals bepaald in het Kamerdecreet van 4 februari 1997.

Deze eensgezinswoning werd zonder stedenbouwkundige vergunning omgevormd naar een kamerwoning.

2.2 Strafdossier

Op 06 maart 2009 werd een kwaliteitsonderzoek uitgevoed door Wonen-Vlaanderen. Gelet op de vastgestelde tekortkomingen die een effectieve bedreiging vormden voor de veiligheid en de gezondheid van de

b

ewoners, werd de woning op 7 mei 2009 ongeschikt en onbewoonbaar verklaa

r

d bij besluit van de burgemeester van 1 (stuk 22 e.v. strafdossier).

Op 18 mei 2009 stelde de woninginspectle vast dat de gezinswoning (die zonder vergunning werd omgevormd naar een kamerwoning), uit twee woongelegenheden bestond en dat noch deze woongelegenheden noch de gemeenschap p elijke delen van het gebouw beantwoordden aan de (minimale) kwaliteitsvereisten van de artikels 4, 6 en 7 van het Kamerdecreet Tal van technische gebreken werden vastgesteld (zie stukken 4 e.v. strafdossier).

De beide kamers werden verhuurd aan een ::zestal Portugese bewoners die evenwel geen verklaring wensten af te leggen uit schrik voor mogelijke gevolgen.

(4)

30. Nov. 2012 13:21 rea denderrnonde " Nr. 19ó8 P. 4

4• blad

Eerste be k l aag

d

e verklaarde op 26 augustus

2009 aan

de

politiediensten

dat hij het pand destijds heeft verhuurd aan 2 Portugezen voor de 250 euro per maand. Er was naar

eigen zeg

ge n

een

schriftelijke huurovereenk�mst o p

geste

ld , doch eerste beklaagde weigerde deze over te maken nu hij geen eigenaar meer

was.

Be

tro

kk

ene

gaf verder te kennen n

i

e

t

over

de

financiële middelen

te

beschikken om de g e b r e

k

e

n

te herstellen (stukken

77

en 78 strafdossier).

De derde beklaagde werd meermaals door de Wooninspecteur aangeschreven met oog op verhoor, waaraan derde beklaagde geen g e

v

o

l

g gaf (stuk

83

strafdossier).

Bij een hercontrole

in

opdracht van het ambt van de Procureur des K

o

nin g s kon d

e

rde beklaagde op 21

november

2011 wel worden a a n g etroffen en verhoord. Hij stelde nog

geen

werken

te

hebben uitgevoerd omwille van het feit dat hij

nu pas een

le

nin

g kon aanvragen bij de bank (stuk 91) .

2.3 Strafdossiet

Op 1 i decem

be

r 2009 werd er

door

de politie van

r vaststellingen

gedaan Inzake

zwart

werk v e

rric

h

t door

de genaamde

•. V

e rd e

r onderzoek wees

uit dat betrokkene samen met haar m an verbleven in de b

ewu

s

te .

w

onin

g

g

eleg

en aan de te

dewetke ingevolge hogergenoemd besluit

van

de burgemeester nog steeds ongeschikt en onbewoonbaar was verklaard.

Eerste beklaagde v e rkl a arde dienaangaande (stuk 12 strafdossier) ;

"

(

" .

) Ik ken

' en ' vanuit

de

café

van

mijn broer .

Zij vertelde mij dat :il] dakloos waren en op zoek waren naar een woning. Ergens in augustus 2009 heb ik hen aangeboden om als noodoplossing In mijn woning : te verblijven. Dit was de bedoeling om daar maar tijdelijk te verblijven.

tot ze voldoende geld hadden om een eigen woning te huren. lot op heden verblijven ze er nog steeds (" .)".

Derde beklaagde verklaarde (stuk 13 strafdossier)

: "(. ") fk verndm van

mijn vader

dat hij een

koppel had voorgesteld om In de

woning voorlopig te verblijven aangezien hef koppel dakloos was. Ik was hiermee niet akkoord maar het ging toch door ( ... )".

(5)

30. Nov. 2012 13:21 rea denderrr.onde " Nr. 19b8 r., ':l

s· blad 3. GEGRONDHEID VAN DE STRAFVORDERING

Met betrekking tot de feiten vermeld onder de tenlastelegging A, is de rechtbank van oordeel dat ; op basis van het gevoerde strafonderzoek. niet afdoende bewezen is als zou betrokkene rechtstreeks dan wel via een tussenpersoon als verhuurder. ter beschikkingsteller of ondervemuurder zijn opgetreden. De derde beklaagde was op het ogenblik van de vaststellingen (19 mei 2009) nog geen e;genaar van de woning en ook uit het gesprek van de Wooninspec.tie met de Portugese bewoners blijkt niet dat derde beklaagde boter op het hoofd heeft.

In de gegeven omstandigheden dient derde beklaagde dan ook te worden vrijgesproken voor de feiten venneld onder de tenlastelegging A.

In acht genomen alle elementen van het strafdossier waaronder de technisçhe vaststetfingen verricht door de Wooninspectie. de verklaringen van de eerste en derde beklaagde alsook uit de behandeling van de zaak ter terechtzitting en bij gebreke aan verweer van de eerste, de tweede e n de derde beklaagde. is de rechtbank van oordeel dat afdoende is bewezen dat :

- de eerste bekla agde zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten vermeld onder de tenlasteleggingen A en B;

- de tweede beklaagde zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten vermeld onder de tenlastelegging A;

- de derde beklaagde zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten vermeld onder de tenlastelegging B met dien verstand dat -gelet op de vrijspraak voor de feiten vermeld onder de tenlastelegging A -de verzwarende omstandigheid dat v.an de betrokken activiteit een gewoonte wordt gemaakt niet bewezen voorkomt

4. STRAFTOEMETING 4.1

De in hoofde van de eerste beklaagde bewezen geachte feiten �jn telkens de opeenvolgende en voortgezette uitvoering van een zelfde misdadig opzet, zodat voo r deze feiten bij toepa�sing van artikel 65.

eerste lid van het Strafwetboek telkens slechts één straf moet

worden uitgesproken.

(6)

30. Nov. 2012 i3:21 r ea c end t � mo n o e

4.2

Nr.l�bB i'. é

6° blad

De straftoemeting moet in hoofde van de eerste, de tweede en de derde beklaagde worden bepaald gelet op de aard en de objectieve ernst van de bewezen verklaarde feiten, de begeleidende oms tandigheden en hun persoonlij<heid. zoals die blijkt uit het str afrechtelijke verleden, hun leeftijd. hun gezinstoestand en hun arbeidssituatie voor zover dit aan de hand van het strafdossier de rechtbank bekend Is.

4.3

De door de drie beklaagden gepleegde strafrechtelijke feiten zijn objectief ernstig. Zij dienen, als verhuurders I ter beschlkkingsteners van een kamerwoning, de normen die de overheid heeft uitgewerkt ter vr

ij

waring van de kwaliteit en de ve

i

ligheid rigoureus te respecteren. De rechtbank wijst er op dat de betrokkenen hun individueel

belang

niet boven het algemeen belang,

dat

gebaat is met een naleving van deze normen zodat enerzi

j

ds vermeden wordt dat huurders/bewoners In slechte omstandigh�den zouden worden gehuisvest en anderzijds een leefbare, minimale kwaliteit van bewoning wordt gegarandeerd, mogen laten prevaleren.

Gestrengheid in de bestraffing is dan ook op

zijn

plaats.

De rechtbank tilt bijzonder zwaar aan het feit dat eerste en derde beklaagde het besluit van de burgemeester waarbij de woning o.ngeschikt en onbewoonbaar werd verklaard. als een vodje papier beschouwen en dit besluit gratuit naast zich neerleggen door de woning te laten bewonen door derden. Dat eerste en derde beklaagde do or hun onverantwoord gedrag daarmee de gezondheid en veiligheid van de bewoners op het spel zetten, is klaarblijkelijk van geen tel.

4.4

De eerste beklaagde is 43 jaar oud en beschikt over een bijzonder ongunstig strafrechtelijk verleden. Het rijkelijk gevuld strafregiste.r (21 veroordenngen door de politierechtbank, vier correctionele ve roordelingen en een veroordeling door het Hof van beroep) toont af doende aan dat de eerste beklaagde lak heeft aan alle regels en normen die de samenleving beogen te ordenen. Niettegenstaande de diverse veroordelingen is eerste beklaagde nog steeds niet In staat z1ch normconform te gedragen.

De tweede bekfaagde is thans 41 jaar en beschikt ove.r een blanco strafrechtelijk verleden.

(7)

...

rea ce11dermonde .,r, 1��15 r. l

7• blad De derde beklaagde is 22 jaar en beschlkt niettegenstaande zijn jeugdige leeftijd reeds over een ongunstig strafverleden {drie veroordelingen door de politierechtbank en één correctîonele veroordeling).

Door het verstek van de eerste. de tweede en de derde beklaagde heeft de rechtbank op heden geen zicht op hun actuele sociale en professionele situatie.

4.5

De straftoemeting moet niet enkel de vergeldingsbehoefte dienen, maar ook de generale en indMduele preventie. De op te leggen straf moet dan ook van aard zljn de drie beklaagden ervan te weerhouden zich in de toekomst nog aan dergelijke feiten schuldig te maken en hen aan te sporen respect te betonen voor de regels die de samenleving beogen te ordenen op het gebied van het vrijwaren van de kwaliteit en veiligheid van verhuurde kamers.

4.6

In de gegeven omstandigheden en ter realisering van de voormelde doelstellingen van de straftoemeting acht de rechtbank het opleggen aan de eerste. de tweede en de derde beklaagde van een effectieve hoofdgevangenisstraf en geldboete noodzakelijk. passend en opportuun.

4.7

4.7.1

Artikel

29 van de wet van 01 augustus 1985 houdende fiscale en

andere bepalingen (BS. 06 augustus 1985, zoals laatst aangepast bij K.B. van 31 oktober 2005 (B.S. 07 december 2005) verplicht de strafrechter om, bij elke veroordeling tot een crlmlnele of correctionele hoofdgevangeoisstraf, een bedrag van 25 euro op te leggen als bijdrage tot het Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders.

In voormeld artikel wordt ook gesteld dat dit bedrag onderworpen is

aan de verhoging voorzien in de wet van OS maart 1952 betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke gejdboeten (B.S. 03 april 1952).

Bij artikel 2 en 3 van de Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepa6ngen inzake Justitie (B.S. 30 december 2011) werden de opdeciemes op de strafrechtelijke geldboeten zoals voorzien In de Wet van os maart 1952 verhoogd naar 50 deciernes met ingang van 01 januari 2012.

(8)

JO. Nov. 20 i 2 13: 22 r ea den de r mond� Nr. 11bH r. tl

8' blad

Vermits voormelde bijdrage tot

het

F

o

n

d

s geen

straf uitmaakt is

de

regel

van de

niet-retroactiviteit hi

e

ro

p

niet toepasselijk. Dit hou

d

t in

dat de nieuwe opd

e

cie

men, on

ge

a

c

ht of

ze hoger zijn, vanaf hun inwerkingtreding onmiddellijk

zult�

toegepast worden op deze bijdrage tot

het

Fonds,

ook al wordt deze

opgelegd

bij een v

e

roordel i

ng w e g

e

n

s fe

i

t

en

voor

de Inwerkingtreding van de wetsbepaHng

die

de nieuwe opdeciemen

Invoerde.

De drie

b

ekl

a

a

gd

e

n worden etk veroordeeld

tot het betalen

van een bedrage aan het

Fonds tot hulp aa

n de slachtoffers

van

opzettelijke gewelddaden en

aan

de occasionele redders v

an

25.00 euro,

te v

e

rTn

eer

d

e

ren

met 50 opdeciemen. 150.00 euro bedragende.

4.7.2

Bij

arrest

nr.188.928 van de Raad

van

State van 17 december 2008 (B.S. 2

februari

2009) werd het

Koninklijk Beslulc

van 27

april

2007 houdende

algemeen

reglement op de gerechtskosten in strafzaken vernietigd, zodat de bepalingen van

het Koninklijk

Besluit van 28 december 1950

h

oude

n

d

e algemeen reglement

op de gerechtskosten

in strafzaken, zoals

g

e

wi j z

igd

door de

a

rti

k

e

len 1

en 2

van

het Koninklijk Bestuit van 11 december 2001 betreffende

de

invoering van de

euro in

de regelgeving

inzake justitie.

van toepassing blijven.

Krachtens a

rti

k

e

l 91

tweede lid van voornoemd K.B. worden de eerste,

de

tweede en de derde b

ekla

a

g

d

e elk

vero

o

rdeeld tot

betaling

v

an een forfaitaire

vergoeding. Het bedrag

· ervan bedraagt actueel {Ingevolge indexatie voorzien in artikel 148 K.B. 2811211950 en de ministeriêle omzendbrief nr. 131 bis (B.S. 1610212011) en B.S. 27 januari 2012) 32,27 euro.

S. HERSTELVORDERJNG

s .1 Algemeen

Bij

schrijven de dato 27 augustus 2008

maakte

de

Wooninspectle Oost-Vlaanderen

een herstelvordering over aan het ambt van de Procureur des Konings waarbij een stopzetting van de verhuring en/of terbeschikkingstelling onder verbeurte van

een dwa

n gs

o

m werd gevorderd (stuk 66

strafdossier).

In haar 2itting

van

8 september 2009 sloot het College van Burgemeester en Schepenen

van

de gemeente

· zic

h

aan

bij

voornoemde

herstelvordering (

s

tuk 83

strafdossier).

Naast de bewezen verklaarde Inbreuken op het Kamerdeaeet, blijkt uit het strafdossier dat er eveneens een stedenbouwkundige inbreuk voorligt, met name het omvonnen zonder stedenbouwkundige vergunning van een eengezinswoning naar een kamerwoning.

(9)

�o. N� �. iO 1L u: n rea èendermonoe nr. t'iO!l r. 'i

9• blad De herstelvordering is uitgebracht met het oog op het verhogen van de woonkwalitert en om te vermijden dat de bewoners/huurders in slechte omstandigheden zouden worden gehuisvest. Het bestaan van een stedenbouwkundige overtreding heeft echter zijn gevolgen voor de vorm en de door de rechtbank uit te spreken herstelmaatregel.

Immers, het opleggen van een "'gebruikelijke" herstelmaatregel. met name het uitvoèren van werken aan het pand om het aan de woonkwartteitsvereisten te laten voldoen en het wegwerken van alle gebreken tot er nul strafpunten overblijven op het technisch verslag, zou een bestendiging van een stedenbouwkundig misdrijf in zkh houden. Een vonnis kan geen wettige titel verschaffen op het plegen. instandhouden of het uitvoeren van een ander misdrijf.

5.2 De gevorderde herstelmaatregel

In termen van besluiten werd de door de Wooninspecteur gevorderde herstelmaatregel aangepast in die zin dat aan de overtreders zou worden bevolen o m aan het pand een andere bestemming te geven of om het pand te stopen.

Bij wijzigingsdecreet van 29 apnl 2011 houdende wJjziging van diverse decreten met betrekking tot wonen (B.S. 04 mei 2011) werd deze alternatieve herstelmaatregef expliciet ingeschreven In artikel 1 7bls van het Kamerdecreet Krachtens artikel 79 van voornoemd wijzigingsdecreet is deZe nieuwe bepaling van toepassing vanaf 14 mei 2011.

Artikel 1 7bfs, § 1 bepaalt :

Naast de

straf kan

de rechtbank de overtreder bevelen om werken

uit te

voeren om het

9oed,

bedoeld In artikel 17, te laten

voldoen aan

de vereisten van artikelen

4, 6,

7

[ 7quater, lquinquies. lsexies] en 8.

Als de rechtbank vaststelt dat het goed, vermeld in artikel 17, niet

in aanmerking

komt voor werken, beveelt

ze

de overtreder om

er een

andere bestemming aan te geven overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 of om het te slopen. tenzij de sloop ervan verboden is op grond van wettelijke, decretale of

reglementaire

bepalingen. Dat gebeurt ambtshalve of op vordering

van de

wooninspedeur of het college van burgemeester en schepenen

op wier

grondgebied het goed, bedoeld in artikel

17,

zich bevindt ...

Artikel 17bis van het Kamerdecreet treedt onmiddellijk in werking en is dan ook van toepassing vanaf 14 mei 2011, ook op hangende procedures. Het verbod op dê retro-actieve toepassing van de strengere strafwet (artikel 2 Strafwetboek) is immers niet van toepassing op de niet-strafrechtelijke sancties en procedurewetten (C. VAN DEN WYNGAERT. Strafrecht en Strafprocesrecht.

(10)

--- -30. Nov. !Oli -�::-:-::-:-::-13:D :---rta denGHlllOnd� ---Nr. l�Oll r. IV --

io• blad Antwerpen, Maklu.

2006,

p. 109). De niet-strafrechtelijke sancties, zoals in casu de. herstelmaatregel, kunnen dan ook worden toegepast vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe wet, en dit ongeacht

de

datum van het bewe.z�n verklaarde feit.

Er

werd tevens een uitvoeringstermijn van 10 maanden voorgesteld zodat enerzijds de drie beklaagden de tijd hebben om de nodige werken uit te voeren en

ander.zijds

het vonnis dat de

termijn

bepaalt niet impliciet een tijdelijke verdere bestaanbaarheid van de

inbreuken mag inhouden.

Tenslotte werd een dwangsom van 125 euro gevorderd per dag vertraglt\g Ingeval van niet-uitvoering van het vonnis binnen de gestelde termijn en werd om de uitvoerbaarhcid bij voorraad van het vonnis verzocht

5.3 BeoQ!de!ing

De

rechtbank is dan ook van oordeel dat uit de materiële gegevens van het dossier afdoende blijkt dat de (aangepaste) herstelvordering v

a

n de woninginspecteur strookt met de wet en niet berust op machtsoverschrijding of machtsafwendtng zonder evenwel de gevorderde maatregel op haar opportuniteit te beoordelen. De 'klassieke' of 'gebruikelijke' herstelmaatregel (erin bestaande dat zou bevolen worden tot het uitvoeren van werken om aan de woonkwaliteitsvereisten te voldoen en het wegwerken van alle gebreken tot er nul

strafpunten

op het technisch verslag zouden overblijven) zou in casu inherent een bestendiging van een stedenbouw�undig misdrijf inhouden gelet

op

het feit dat de eensgezlnswoning zonder stedenbouwkundige vergunning werd · omgevormd tot een kamerwoning.

Om te beletten dat onderhavig vonnis een wettige titel zou verschaffen tot het plegen, instandhouden of uitvoeren van een ander misdrijf. dient de aan de eerste, tweede en derde beklaagde opgelegde herstelvordering alszodanig te worden omschreven waarbij

het

bewuste pand aan de minimale vereisten voldoet, hetgeen de toepassing van artlkel 17bis van het Kamerdecreet impliceert en waarbij de eerste. de tweede

en

de derde beklaagde bijkomend worden veroordeeld tot het herbestemmen van het betrokken pand volgens een voor de Vlaamse Codex Ruimtefljke Ordening vergunde staat.

Verder is de rech

tb

ank van oo

r

deel dat een dwangsom van

125,00

euro per dag per veroordeelde als een gepaste

aansporing

moet Worden beschouwd voor de betrokkenen om uitvoering te ge

v

en

aan

de o

p

gelegd

e

herstelmaatregel dewelke binnen een termijn van TIEN MAANDEN vanaf de dag waarop huidig vonnis in kracht van gewijsde zal treden, dient uitgevoerd te zijn. In casu bestaat er geen aan

l

eid

in

g

tot

het opleggen van een dwangsomtermijn in de zin van

(11)

30. Nov. 2V1L U: n rn óendermonde rn. !�DO i. 11

11° blad artikel 1385bis van het Gerechtelijk Wetboek en deze wordt door de rechtbank ook uitdrukkelijk uitgesloten.

Voorzover de nodige werken niet pinnen de voonnelde termijn van tien maanden vanaf ·het in kracht van gewijsde gaan van huidig vonnis, werden uitgevoerd, wordt de wooninspecteur gemachtigd om van rechtswege In de uitvoering ervan te voorzien op kosten van de eerste, de tweede en de derde beklaagde.

Tenslotte !s de rechtbank van oordeel dat er in casu geen redenen voorhanden zijn om huidige veroordeling tot herstel uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

Gezien de hiervoor en hierna vermelde artikelen:

art. 11. 12, 14, 22, 31 tot en met 37, 40 en 41 van de Wet van 15

juni

1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken;

art. 162. 179, 182. 184, 186, 189. 190. 190ter, 191, 194 en 195 van het Wetboek van Strafvordering;

art. 1, 2, 3, 7, 38, 39, 40. 65. eerste lid, 66 en 100 van het Strafwetboek;

art. 1 van de Wet van 5 maart 1952 betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten; .

art. 28 en 29 van de Wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen zoals gewijzigd door de wet van 24 december 1993;

art. 58 van het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor hulp van slachtoffers van opzettelijke gewelddaden�

art. 91 van het KB van 28 december 1950:

OM DEZE REDENEN,

DE RECHTBANK RECHTOOENOE BlJ VERSTEK, 1. De eerste beklaagde

VERKLAART de eerste bekfaagde . · SCHULDIG aan de feiten omschreven onder de enig de tenlasteleggingen A en B.

TOEPASSING makend van artikel 65, eerste lid van het Strafwetboek.

VEROORDEELT de eerste beklaagde . voor deze feiten samen tot een HOOFOGEV ANGENISSTRAJ= van EEN JAAR en een GELDBOETE van OUIZEND EURO. verhoogd met 45 declemen {x 5,5}. 5.500,00 euro bedragend.

(12)

30. N�v. ï0i2 l:>:n rea d�ncermanae IH.lH>!) r. IL

12• blad

ZEGT dat bij niet betaling binnen de door de wet bepaalde termijn van de lastens d

e

eerste b e

k

laagde uitgesproken geldboete kan worden vervangen door een gevangenisstraf van 90 dagen.

2. Pe tweede b

e

klaag

d

e VERKtAART de tweede beklaagde

het feit omschreven onder de tenlastelegging A.

SCHULDIG aan

VER.OORDEELT de tweede beklaagde . voor dit feit tot een HOOFDGEVANGENISSTRAF van ZES MAANDEN en een GELDBOETE van VIJFHONDERD EURO, verhoogd met 45

deciemen {x 5.5). 2.750,00 euro bedragend.

ZEGT dat bij niet betaling binnen de door de wet bepaalde

termijn

van d e lastens de eerste beklaagde uitgesproken geldboete kan worden vervangen door een gevangenisstraf van 90 dagen.

3. Qe derde

bek l aagde

SPREEKT de derde beklaagde

feit omschreven onder de

tenlastelegging

A : VRIJ voor het VER.KLAART d

e

derde beklaagde : SCHULDIG

aan het

feit oms

chr

e

v

en

onder de tenlastelegging

a evenwel zonder de

verzwarende omstandigheid dat

van de betrokken

activiteit

een g

ewoonte wordt gemaakt

VEROORDEELT de derde b

e

klaagde : voor dit feit tot een HOOFOGEVANGENJSSTRAI= van ZES MAANDEN en ee

n

GELDBOETE van VIJFHONDERD EURO, verhoogd met

45

deciemen

(x 5.5). 2.750,00

euro bedragend.

ZEGT

dat bij niet betaling binnen de door de wet bepaalde termijn

van

de lastens de eerste beklaagde uitgesproken geldboete kan worden

vervangen

door een gevangenisstraf

van 90

dagen.

Bjidr:agen

-vergoeding·

kosten

SPREEKT in hoofde

van eerste

b

eklaa

g

de

, tweede beklaagde : en

derde

beklaagde

1 , de verplichting uit

om

ELK éénmaal

een

bedrag

van 25,00 euro. met 50

deciemen verhoogd,

150,00

euro b

e

dr

a g

e

n

de

.

te be

ta

l

e n bij wijze van

bijdrage tot financiering

van

het Fonds tot financlêle hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden:

1

(13)

ji/. NOV. LVlL ll:LL rea ctnç�rmonot "'· "uo 1. u

13° blad

LEGT de veroordeelden en

, ELK

een vergo

e

di

ng

op

v

oor

de kostprijs

van de strafprocedure

van

32,27 euro

overeenkomstig artikel

91,

211e: tid en

1.d.8

van het koninklijk besluit

va� 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de

gerechtskosten ln strafzaken.

VEROORDEELT eerste beklaagde , tweede beklaagde . 1 en derde beklaagde .

t elk tot 113 van de gerechtskosten, In hun geheel begroot aan de zijde van het openbaar ministerie op de som van 251,10 euro.

HERSTEL\fORDERfNG

BEVEELT op vordering van de wooninspecteur zoals aangepast

in zijn

co nclusie, neergelegd ter terechtzitting de 15 oktober 2012, de

veroordeelden _ .. . en

: tot zodanig herstel van bet pand gelegen te · . kadastraal gekend als : __ .

waardoor het pand aan de mtnimale

�waliteitsvereisten voldoet.

STELT evenwel VAST dat het wegwerken van de gebreken aan de bewuste woning niet tot een wettige herstelvordering kan leiden aangezien zulks een bestendiging

van een

bestaande stedenbouwkundige inbreuk met zich zou meebrengen.

ZEGT derhalve VOOR RECHT dat de veroordeelden

._ __ ; � :. overeenkomstig artikel

1 Zbls van het Kamerdecreet ertoe WQrden veroUcht over te gaa

n

tot het herbest�mmen van het bewuste pand volgens een door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vergunde staat en dit binnen een TERMIJN van TIEN MAANDEN vanaf de dag waarop dit vonnis In kracht van gewijsde zal zijn getreden.

BEVEELT dat voor het geval voornoemd pand niet binnen de opgelegde

termijn

wem hersteld, de wooninspecteur, ambtshalve in de uitvoering

ervan

zal kumen voorzien.

ZEGT VOOR RECHT dat

op vordering van wooninspecteur,

een

PWANGSOM van 125,00 euro zal

worden

verbeurd

per

dag vertraging in de

nakoming van

dit bevel en per veroordeelde e n

ZËGT t

ev e

n

s

VOOR RECHT dat de

aan

de

hoofdveroordeling gekoppelde

termijn

ge

en

termijn

is

zoals voorzien artikel 1385bis.

vierde lid

van het

Gerechtelijk Wetboek.

WIJST het meergevorderde af als ongegrond.

(14)

30. Nov. l O l L l j : /L r e a � e n o e rmonot Nr. 1 �00 r. I'+

WIJST de veroordeelden er

o

p

dat de

tenuitvoerlegging van

dit

vonnis, wat betreft de uitgesproken

effectieve

gevangenisstraf zoals hoger in dit vonnis bepaald.

zal

geschieden overeenkomstJg de bepalingen van

de Wet van 17

m,e;

2006

betreffende

de externe rechtsposjtie

van

de veroordeefden tot een

vrijheidsstraf en

de

aan

het

slachtoffer toegekende rechten in

het

raam van de stra'fuitvoeringsmodaliteJten

e

n

dit in:zoverre

de bepalingen van

voornoemde wet

op

het

ogenblik van

de strafuitvoering

in werking zullen zijn getreden.

Overeenkomstig de aldus in werking getreden bepalingen van deze wet zal de uitvoering van de effectieve vrijheidsstraf zoals hoger in dit vonnis bepaald eventueel kunnen geschieden volgens de modaliteiten die worden bepaald door de strafuitvoeringsrechtbank, de strafuitvoerlngsrechter of door de Minister van Justitie.

Voor het geval

de panJjen

niet

aanwezig

zijn

op het ogenbilk van de uitspraak gelden de huidige vermeldingen

als

inlichting bij kennisname van

dit vonnis (lezing v

an

dit vonnis

of kopie eNan).

*

VOROEBlNG TOT ONMIDPELLIJKE AANHOUDING.

Het

Openbaar Ministerie

vordert de

onmiddellljke aanhouding te bevelen van de

1

ste

veroordeelde

Beklaagde

verscheen niet,

noch ie

man

d

voor hem;

De Rechtbank stelt dat er geen gronden

zijn

om in te gaan op de vordering van het Openbaar Ministerie tot de onmiddellijke aanhouding van 1 ste veroordeelde

(15)

30. Nov. 2 0 1 2 1 3 : 22

.. �

-�����������--�---­

rea d e nótrmQnde " Nr. l 9b� �. 1'J

15 ° blad ALDUS UITGESPROKEN IN OPEN BARE TERECHTZlmNG VAN ZESENlWlNTIG N OVEMBER TWEEDUIZEND EN lWAALF

Aanwezig :

E. Böting, alleenrechtsprekend rechter in strafzaken, A. De Cauwer.

substituut-Procureur des Konings.

G.

De v.:

c; er, griffier,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Afgezien van strijdigheid met de letterlijke wettekst is het naar mijn mening ook niet in overeenstemming met de bedoeling van de wet(gever) als de désaveuverklaring wordt

When you click on 'Permalink', what you entered in the form is stored on the server, and an URL is generated that, when you access it, will give you the form, populated with the

Gemeenten staan in 2015 voor de moeilijke taak om voor het eerst zorg en ondersteuning te gaan regelen voor de in hoofdstuk 1 beschreven taken en groepen.6 In dit

Naast de relatie tussen coaching en competentieontwikkeling in het algemeen wordt in de literatuur ook gerapporteerd over onderzoek naar de relaties tussen de vier dimensies

Sinds 2008 wordt er in deze Kamer vaak gesproken over dieren die ernstig gewond dan wel ziek op transport worden gezet naar het buitenland om daar geslacht te worden, en over de

Nu een kerntaak van het bestuur is het in kaart brengen en systematisch beheren van de risico’s, dient de RvC zich ervan te vergewissen dat het bestuur deze taak zorgvuldig

De slag die heeft vier uur geduurt Daar nog geen Hollands Bloed om treurt Schep moet ‘t is ons meer gebeurt, De Leeuw is niet vervaart, Heeft nog krullen in zyn staart.. hier op

Willem van Geldof, Een nieuw lied, gemaakt op de victory, bevogten door de koning van Pruyze, den 1 october 1756... Een Nieuw Lied, gemaakt op de Victory, Bevogten door de Koning