bEESBOEK III.

bEESBOEK

SC

H

E JEU

G

.

n::aux:.

ll

FONDAMENTSTEENEN.

N°. III.

LEESBOEK

'(()Ill{

DE AFR

I

KAANSCH£ JEUGD»

ONZE

TWEE- EN DRIEKLANKEN

.

Nommer

lilt

Zie eens, Zuster,

nom-mer drie!

lk

heb er wei lang op

gewacht. Wat zal ik nu

weer vlijtig leeren!

En

gij

helpt

mii zeker,

niet

waar lieve Zus P

Gij

weet tach, dat dit Pa en

zijn.

Pa zegt im-mers

:al-toos: "Leer, mijn

jon-gen, dan wordt gij groot,

.dan zijt

gij

haast een

man." Nuja,ik zal wakker

zijn, en flink leeren. En

niema~d

mag mij

hin-de-ren.

Het zal wei

< ,

gaan!

Elk

blaadie brengt

-

~ii

verder ; we

.

er een

lesje, weer wat anders,

en zoo kom ik voort.

r .

nom-"nu weer weet:

Met i e schrijft men drie,

Met

j

e wie ... en die

!

Met i e heb ik

't

mis

?

· 0 neen, het is ge-

~is­

Uw

naam, mijn beste Mie,

Mijn lie-ve zus, JVIa-rie

!

II.

'am ·ar aa1 001 ver-draai-en

w

aar fr aai m 001 ont-plooi~en

.

_k

af-maai-en

z

aa1 zw aa1 001

kr aai l

.

be-strooi-en

m aa1 001

Waai-en,

zaa1-en

.

en

maa1-en

.

Ka-rel-tje ;

hij her-haalde

ze dik-"\·djls

.

.

W aar-on1

?

0, dat zal ik u

zeg-g·en.

Hoor maar.

J{arel

'Yoonde

·

in

het ho-ven-land,

waar

het in

den

wintel'

veel

reg

·e

nt.

Als

het

nu

hij

gc ..

d

u-l'ig op naar de lncht,

eu

d:tn

riep

hij

"

N

oor-de-,vind,

noor-de-wind,

stuur~:;ch

hcortjc,

booren ;

w

·

:-uti

toch

hard,

en

wani

toch

lang·.

Koor-de-wjnd,

uoor-de-wind,

norsch

hocrt~ie,

drijf

voor ons de \volkjes

toch

aan-;

waRi

toch

hard,

en

waa1

toch

lang."

Dan

gebood

baas

Noor-cleu

de wo

lkj

eH

om voor

heni.

heen

to

w

·

an

-

de-len

,

hij

c

b:e

e

f

ze

ann,

e

n d

roe

f

ze

aan, to

t

-d

at

z;ij

dik

op

elk-aar

gepakt

·

waren,

eu

dau

r

egen

rtc

het

!I

at

hct

stroo1n<le

.

H

Vader,"

~prak

J{nrol

clau,

~' llll

knnnou

_"'~I

..

:=

u

n-

.

en;

dnt

nuta.kt

onzc

veld

·

1 lllOOl,

.

onzc

akkers

al::-;

tn-pj

dan

zingen

er

vog·el-

tjes,

kl

e

n cr

kwar-tel

-

t:ics,

en

lntor

in

den

oogst

-t.ijd,

danseu

·

en

huppe-len

cr

<le

vroo-l~jke

n1nai-er

s."

III.

oe k1 oek koe-kuek zon-ue-l1' '"ill m 00 vr oe<r

"

0 croctl-blootl hloc<l-ver-\v:.ut t oe k bl oed krijgs-roL•m kloa k -ruoc-cli ... ₀

oe o· _{~w oeg zoctt-doocl l>loc-mell-krau~}

h

l\fnar

\Vat

is

to

ch

~ani-eu,

kiu-der

-tjeR?

En

,

hoc

knn

h

et

zaai

-

e

n de

ve

l-den

n1ooi

1nakcn, en

het

land.

iu

ecn

g

roen

ta

-

pijt

ver

-an-de-ren ?

Zal ik

bet

u ver-tellen?

dan

za

l

ik be-g·in

-

uen.

De

groote

:t;aa.

1-

er

s

m ons

htn

d

n

oe

-

1nen

wjj

ko-r

o

n-bo

e

-r

c

u.

~\.Is

het

nn

zaai

-tij

(

l

i~,

ziet

g

ij den

h

oo

1·

n1et

een znk

ko

-

n•n

•

ro

:0

o

·

'

bo·arst

of

hn.

ver,

over

zjjn

h

tull

:-;tappen

.

Tclken:-:~

ne

en1.t

hij

c

r

een

hn.n<l-Yol

,~m1,

en

_.

::;tro

o

i

t

het

over den

nkkcr ;

dat

strooi-e

n

nu,

noemt

1nen

.%at-ti

-

en.

Daar-na

ko1nt

d

e

knecht 1net

<l

e

11

ploeg,

en 'verkt

dicn

akker

o1n, hoo

-da

t

h

et

zn<ttl o

n

dcr

rnakt

.

Dau

gaat

o

r

'tlc

cg

nog

over h

ce

n

on1

d

en

grond

gc

lijk

to ma

-k

en,

en daar-me-de

is

het werk van

den boer af-g

·c

-d

aan

.

De

zaad-kor-rel-tjes

lig

gen

nu

stil

-on-der de aar-de.

Maar er is

Een

die ze niet vergeet. \Vie is Hij ?·

'Vie doet de korrel-t,jos

zwellen,

"\Yie

doet ze wortel-tjes

schie-teu,

en wio

1naakt dot

zij

hunne

groe-ne

blaacl-jes naar bo-ven

zen

-den

on

het land vcndcrcn?

,J

a,

1nijn

kind,

zoo

iR

hct.

liet

is do lleer ! de licvo I-Ioor, die

voor

al-les

zorgt.

Hij

geeft regen,

zoodnt

<lc

hocr

zaai

-

en,

plo<·-g·t)n

en

bra-ken

kan.

lijj

geoft

J.~Jon-nc­

sch\iu,

<1<~

nnrdo . w

·

nrdt wanu <)n

brcnp;t

hanr

ge-vnu.;

voort.

1~n

gaa.t

gij

dnu

,

over

ccni-ge

\v<.~ln~u

unar

d

e boer met ZIJnen zaad-zak stapte,

waar

-

over gis

-

te

-

ren ploeg en egge

h

con

-

gi

n

g·en,

"\Vat vindt,

wat ziet

g

\

j

daar?

0 ja!

Dat dor

-

re land, al

die

do

rre akkers,

zijn

in

een

groot,

prachtig· green tapjjt her-scha-peu

.

IV.

".

oe._l ge-loei bloei-encl af-ge-snoeid

f oe 1 ge-stoei bloei-se1 on-ver-moeiJ

b oe i ge-boeid ver·knoeid op-ge-groeid

kn OS i snoe1-cn groei-kracht ont-gloei e11

bl oe i knoei-en snoei-maand af-brot:li-en

Mijn oom heeft geeu koreu-plaats. Oom

to zaa1-eu en to ploegcH, oo ·( niet tc bra. ken~

Hij hc-hoeft ook, iu deu win-ter, r.oo vroeg nict op tc stu.tuJ alr.; oum \Yillcm.

b\i

Oom Jan is mijn pcct-oom. Ik hen gattt'lll'

hem, cu l>rctw ₀ ~OlllS _llllJUC vacu.n-

tie-<lag<'n bij hem door. Oom i8 cen knappe

unm, ZIJLlC plant~ is nltoo~ in f.rOe-uc <mle. Rij ht'Cf~ vecl tc tlocn. 'l'ocn ik cr laat:4

wa:-;. lict hij hoo-mcu snDCl-t'D. Z~j 1l

Wl.)ll-gn.~tl'1l 111\l!:!t ie-dcr janr gc-~llOCi<1. gc-~pit, l'lt wonleu. Dat

Smntijus laat ltij t\q:e, of clrie m:Lnl selto

r-fel<>n. Dat illoet bij docn (lJJ1tln.t hct gra~ ct· zoo "\·e-li g gwcit. Hlil' ft ua.t. _{( '} <Tl'a!:) ~ttL<tll. _' clnn

komen cr mpsl'll 111 hij11c stok-kl'u, cu tlau

kan hi1' _• '''l't:_b ll ₀ uoe-dcu _' <IO~Ht _,, ver-wuehtca .

Dan is hij Incest 'hij hrt volk: en Tan-te-zit in den kel-der, ow tc zien dat daar alles gocd toe-gaat. Z~j lweft het clan ook nog al moei-e-lijk. Zij moet voor vee I zorgen: want

(:'1' ~~ dan vcel \'Olk l11 hct werk,

en

(·r

moet vccl gckookt en tlik-wijl~> <rebak-ken

wor-b '

d<>u. Zij i~ ech-tcr til-too:; eveu vrien-rlclijk~

('ll Y0(Jl' Oll~ is het Cl' da,U 0₁ 7,()() prcttig ! N n eellH roept xjj OllH om most te proe-vcn, tlan Wl'l'l' om most-bol-lc11 tc eten. En

vrnch-h•n ~ 0, -rr1.tehteu Jn<~geu wij nemcn zoovecl

"ij li"UW.r lu~-teu!

H(lC' heet tnch <le vrucht die wij Yttll tlcu

'r~ju-stok Hnij<lcn, Dn.nic ?-Li-ze W1e1nt V.t.•

en gij ?-Zoo, dat is JllOOi _{) 0} If('

Wl'l zoo ~lim a.l:-; Li-ze !- En wec•t. gq ock,

most-bol-letjes gcmaakt worden ?-Wei, die •noemt Lizc kra-kcr-tjm~, omclat ze zoo onder .de ta.nden kra-ken kunnc11. Aar-diO' lief _e•

clin-,ge-tje! Zij wcet er den rechtcn naam nog

.niet van.

v .

. b m be-schuit ei-eren om-lei-den

1 Ul tui-nier lei-en ver-sprei -den

.dnif brni-loft rein reis-ge-nc.o.ten

ibruid ha-gel-bui brein vcr·lei-dend

·druif ge-brui-ken trein on-rein-heid

V<m morgen kwam Em-ma tlc ka-mer m. ·" lYrocder,'' Y.Ci ;r.e, "Moeder, Aj<th vraagt ecn ei." \Vat wil %ij cr mec <loen?" vroeg hare

mocder.

" Maar l\Ioe-der-tje, '' an t-woo)'(l-de het kind," he~ft u dan wo even uiet _,.., uczectd _{0 '} da.t A]. ah

eeu citjc lit het ~toof-vleesclt moc:·;t snijdeu '? ·r

... A.eh, ki11d-li~f," r.ei moe1lcr, een ui-tje, ~cuo ui: un ver-Hta ik u eerst ! \ V:w-uecr r.ult gij

tod1 lec-n.·n tla.t _~ •toe<l l'll <lui-deliJ'k tt• l6ecrrrc₀₀ u?

Gis-tc-ren wa~ ltd ook: •· VmiL·r iH eit-g<'gmm; ., en "gcef mij todt eon t1tk-:ic 1lrei-YL'lt.··

'· U ver-Mant 111ij ttwh: ){ol·-~je; eu .Aja.h

Kla-m vcr~taat mij ook;, rit•p Eut-ma la-chewl

uit.

·· Zd,er uid .. infi·L·r-f.il'," Zt·f illlJ,\.t,!l: \TIIt~lijk, '' lhtt ill::•{

_.

•.:·i_. 1' _. J.II~Ht lltl _''_'""' '"L'Zjl!ll. I: 1 . rlt:b. . ·:: j

_-

~

'l'lll' lltl .1 ll.l₁ Ill• llttiTtL

l •• '

drnif.- Zu••, •lat i::; goe•l, ltll lwl>t

c-n

J

lwt!

])auk u, lief ~Ioet-jl·, nn mcrk ik ltet rer -sehil, boor nu!

r~ell ci, lm:ugt :;teeds l1UJn lcipje ml.J ;

De ui komt uit Ilea groncl. )lid waar 'M<lllta,

Nn zeg 'k het goed '?

Hcr-ilHJ~r

m\i

maar altoos

VnJ

:

··Trek tueh uvv motH1-jc· ron d .. ,

VI.

Kom; l'll Bram wn-re11 twL·c· lit'-\'C klcino JOn-gclls. .%~i kou-cleu wo l'C('ht :wet sa.-nH·n :;pe-lcll, sa-lllcn lec-rct1 ook. U-tl'll la11g thmr-tle clat soms voort. Ld-tt.'r-tje:; :;,l't-tcn, was hun groot-ste \'tW-maak. Zi.i luul-clen l'CUe dous met

let-tl'r-bluk-jcH, en cln~u·-nit zd-tetJ 'l.1J woor-cleu sa-11\eu. Die het ece:;t (le rochte let-ter:-: Yoor

het woord had, kret•g L'~ll l1oon nit <.len pot. W as het uur om, cla.u wcr-den de 1 •oo.ncn geteld, om to zien wie de rijk-ste w~uo;: Koos

won het altooR, wu,ut Bram wa1; wat 1ang-zaam. Dut gaat wo niet. daL"ht J3ram. \Vie niet vlug is, n1oet met orer-lecr wedwn u.n-tlers

0 '

komt hct nict rccht. ·' Kom Koor;," 7>ei hjj

"hicr geef ik u aeht let-ter1'. maa1< 1l<t;tr twee ·

woor<lcn va,n. 'l\vce woor-<len clie el!n-rler, <'n io~h ook niet cc11·der zi,iu."' ·' Keen," ~ci Koos, ~: :t:oo kun-st.ig hl'll ik 11irt, lloe g~j llat wuar· ~elf."-" .Ju., uutar tlau mu~t ,ie <lnb-lJc·l be-ta-len," riep llntm. '· U·oecl," r.ei Koo"i, .( voot·

jc-dere twec woor-cle11 1lie et'Jl-tler, en toch ook nict ceu-tler ~iju. krUg je ticu bocmcn."-" Dan r.et ik acllt. paar znl-ke woor-lleu necr," ril\p Bram; " hie dtt1tr ! ''

zeil en ziel Mei en Mie ver-bei·den en ver-bie-den heir en hier hei-den en bie-den be-drei-gen en be-drie-gen

neil en hiel rei-ken en rie-ken lei-den en lie-den 2*

Daar! nog

cen

mcer dan ik beloofde, ne-gcn l" "Goec1 ge-claan !... Mau, daaJ" vcr-dicn je clcn M·C-lea pot voor!" zei Koo::;. "Twce woor-dcu

h.01J-lH'll dt'-zelf-de let-ter::;, tlus ziju ze (•on-der.

Docl• (lie twcc woor-dcll hcb-bcn nict dc-~clf-de

bc-tec-kc'-·1iR, en dnn.r-om zijn ze, toch ook uid

ccu-der. ~1:tar, weet je, Bram, met de ic et1 oi :r.it ik ttog aJ-ioOI:) itt de war.''-'· Daar WC'l'i

ih; Wl'l wat llp," :~.ci Braill; Jeer tlit r~rs-je: <lnu

<tt1akl gij 11011ii meer in clu wnr:

.Stuo.tt 1ll· i er cer:-;L 1lau ll'l'l'\t Jllvll 1,

Zoo tlllt'l gij ook, :\Iaril·!

Km.,; tlt- u t1~t ccr-,l, dnu 1~ lH.'t ij ..

VII.

ie·n

Nieu-won Kieu-won Hieu-wen

menw kienw hieuw

Ber-tha..-

-

Ee

n

lttcu-we man-tel, <>en mcuw

hoetl-je cu een nier:.w kleed-je, dat. x.al Floor

-tjc wel :ttm-stmm ! Kom Auuu, WlJ gau.n Floor-tje lw.-lcn ett dan gaan wij juf·fcr-~jc,

jnt~fcl'·tje Bpclcu.

Anna.-1\{et pl<}7.ier Bertha.

ldei-ne Tn1i zd\:Cl' me<:.

\Ve HeH'H::ll

Bert. 0 ja, clnt H1oet! Als wij h<tar pop nc-mcn, blUft 7.l.J Illl't wr,g, clat spi'eckt.

Wnebt, <lau.r boor ik hau.r! rrrui, Anna Cll ilr willcn uwc pop heh-ben om te gactn Rpc-le~. Trui.-Goed zus, ik ga ook mee; ik i'M kin·der-meid-je ziju hoor zus Ber-tha.

Bert.- Hch ik lwt uiut

gc

-

zegu

An-na?

Nu

}t,

lic.f krullc-kop-je. gc· ruoogt .L\.jah-~je

ZIJ u. E11

ki

.i

k hil'1" wd-kr· moui -jr· klc·t'r-~jes ZHs ' onr uw Flonr-tjl' g('mnn.kt IH'l'tt. Ko111,

WIJ znl-h:11 !mar (liL' Zc"IO met ct31l lJlltat· H,.LTI -docm.

Trui.- 0. hnL' moni ! Ben uJeuw ldPL'Il~ic,

ccn uiell-\n' lll;tu-td. et>\ ('f'll Pit!UW ltc•~,l~je o<lk! ,~.:;<..''' r.us! \rij zi,iH tJn l.::laal'. Laat ndj L{t:ll' <1m-gt·IJ. liai\11 wi.i tHlar 1td lul:-lrlt? (i-Ma

wij ~'-Jil'h•;l \\;utr An-tm al-ion:-. \-i-oul-tje:4 7.th•:d,

Cfl W<tnr <le \'o~d-t.ic;-; i'<N iJel'r-lijk ziugt'JJ '?

Bt:r-t. - Ja, jn ld0iu-tj\'; mrtctr loop 7.1.HI <..la. -clc-lijk uict weg! lllOl'-(h•r wil ook uw kincl-jc ccri't zien. Moe-dcr r.al onR .;ok koek en kton-~jc~ op rc1s mee gG-n.'-n.

zc.ivcr reeds Olll

ge

-

gaan.

Zoo ! ... Nu heh-l>eu wij al-1('s. J(om Ber-tha, kolll An· Tttt,

W 1-Wht, 7.un la11g "-~1 lno-pt:H. r.al ik \'OOr

lmar Zlll-g'Cll.

Hoe df..'fti~ tK Jlll;)ll .Floor-tj(•,

Zit- wat :~,us ller-tlm <kl'tl! \ \'ie kan ltd ooi t ,-er· Yl'-leu,

J\ll·t 1mlk ct·u kind te :;pc lf.~H? .lij<Jtl dc·f.tig- :.d-; mij11 Floor ~!e. :Jh·t lllUll-tf.·l. hof.•d t'll kkc:d.

Jl<'l't. -lllll' 11lolli ltit•J' l1ii ltC't lu1~tli.

.\n-ml! lt~t"1 wt·i·tJi1f \'t'r-<lL·r ltlll<·t dl· plant:-- r.lJU

stN'li ~'pnl'lt. claar p:<tall w~j rusten. hnOI'! l;uop no;,: \ovttt 'Trui, <lnar is ltt't. ik zil• dPn :-;tl'Oom

An.- 0. hoe fruai Bt-rtba I '\Vat een menigte

bier ri.iet aan het woord van den lie-ven Hei-land! J a) die le-lie-en daar, die ar- bei-den

niet, en toch zijn ze zoo schoon, om~dat God :ze al-zoo kleedt. Die bloe-men, die le-lie·en, ·spreken tot ons van Gods zorg. Die vo-gelen, ·die duif daar, de·ze fris·sche· stroom. al-les, al-les roept ons om aan den. Heer te denken

!

Hoe waar is het wat uwe moe-der zei, toen wij haar verlieten : " in het veld ziet uw oog, ,en hoort uw oor, elk oogenblik, wat uw hart he·mel-waarts kan trek-ken." Dat voe-len wij ook, niet waar lie-ve Bertha ? Wij mogen van midt.. .dag wei uws moe-ders ge:liefd yersje samen zingen:

Hoe heer-lijk is de Schep-ping, · W aar de Al-macht al-les tooit! Van berg, nit dal en stroo-men, Door voog'len, bloe-men, boo-men, Roept, als om strijd, die Schep-ping; "' Go4s glq-rie ein-dig n.ooi~!"

VIII.

oud ZOU•den vrou-wen vrouw

goud kou-de tou-wen touw'

zout wou-den schott-wen sohouw

Ei, ei! een brief van Grootrivier. Ze-ker van Frans. Dat noem ik woord hou-den! Zoo heb ik het graag. J a, Frans is een goe-de

ou-cle-~roer, clat heb ik al-toos ge-zegd! hij heeft ons

in-nig lief. Hij ver-laat ons ook niet om-dat hij van ons . weg wenscht te zijn ; cloch het is nu e~n~maal z66, hij heeft er het hoofd op ge-zet om in het on-der-veld te gaan boe-ren. En Pa zegt dat het ver-stan-dig van hem is.

Ko-ren-boer wil hij niet zijn, een wijnplaats be-valt hem ook niet; neen, hij wil vee-boer we-z;en.-" En daar-toe moet ik gaan, waar de wereld wijd is," zegt hij. "Daar ver-re in het

on.der·vclc.1 lm,)p ik llllJ t•eHl' ''l'c-plauts. Dn.ar boer 11< rn<'t groote troe-pen sdta·puu, bokkcn,

llt'eKtCll. L'll paanle11. Da11 ~it ik t•l-k<.•tt <.lag

11-rou ]i\,ltg te pmtnl. eu r1j1l llt\j-leu \'Cr 111 lH:.t l'Olld Olll IIII.Jil ltt'l'll' itoeJ-tjl' te ltt•7.k•ll. JJ;d i::;

11ct lc-vclt dat ik ltl'·g't!l'l". Hi<·r iu ltet lJ••·YL'It

-la u t1 lH hd llllj \C•d tt• l'llg.

.

.

<..iol!d Bl'llCl'. ,~a uutar, ( \ ll a!!.; _{!.!1.1 <l<rt} nlh:s

ec:n:t :/.(Ill l l l t ll'·( ll' l,t•bt. znl t pt~ \ lllk \rt>l \"t 101'

<·t·H uel hni-: ~~·l';.!C'II. e1; l'l'll lil'l' \Tuttw-ije

viu-dt•Jl ultl u g'L'-ZL•I·:-.dwp ll' 111>11-<lvu. E 11

dan kolll ik '-'''1.'- hi.i ll kui-<·-rell. '\Y:u·ltt ~ clit

IX.

Au! dauw klau-wen Blauw-klip

Lanw, is nocb warm noch 1<oud.

Een ganw-dief: lS nog geen gonll-dicf. KolJI hier kl<.~llll'. \Vat ::><:lteelt <:r ann? 1:w

l\aud-je ge·hran<l? Tnt! tnt! tut! 1\.rw halltl-.ic,

udt lto<: rauw! 1·~11 lweft Jnu~-je <.lat al-wt•er

g-l'·daan '? () ! tlie Jnn~, tlie :-.tou·tt·. wil-de

. l'

rnv 11 • .Al-t~jd moct zi.i bnuul I.rou-wvn. _al-tijtl wil<l ziju: al-tij1l H)>l'ill·g('ll t'lL klan-tt'-l'VH. Uccu

uogcn-Llik is :t.ij met du klei-111..'11 a.I-Leen

or

CJ'

i:-i Wt>Pr wat. \Vie 7.<Jit llll up zoo 'n ge-tlaL"h-te lw-JnCtl, om met <.'I..'Ite bran·demle lump iu lie

}utud, roud te Hprill-gl..'ll?

En nic-man<l ltecft cr nu )';OO erg spijt 'Yttll

a,ls zij. Necn, uiemnn<l heeft meel' l'OUW, uij 't

het gc~bra,ml heoft. Zoo JS bet altnof', hc

-ronw komt als het genta.r nict meer tc k('c·rcn.

is; lllocht zij rr jn h0t vcr-volg maal' nan d.enkcn.

Jam~! .J n.us I wat zul 1k met jc hc-giu-nen !

Met cen wil-lle.hm::. vau ecu JOU·gcn zuu men nog ntad w\'ten, muar met zuo 'n wi.ld JIICis-jc!

0

I

o

,

diP J n.n~.

X.

en ueugchmam eeuw leeu-we-l'.ik

teug vrcng-dc-vol leonw leon-wen. bek

dour treu-rig-heid .s:preeuw ocn-·wig-heid

Rat.td toeh Cl!ll~, Gruot-moe-llet·, waur kom ik

vu.n UU<tn ? Ik hel1 (hti-zen-dcn, en dni-zcJL·!len cli-a .. man-teu ge2jcu. Hautl un, raad un, waar

kom ik van da.-'l.n ?

ook wd lwt din-mant-graven gc-r.ien, en nog heel wat mcer. Nu moest gij mij

,·an

dat aUes·

ta.ar zoo wat komc11 ver-td-lcu.

]Iifl, Groot-moe, rn1s! Necn, die dia-mantcn

wa-rcn niet ge-gra-ven. H.aacl nog ceuH. Toe

Gr<~<>t-moe-del', raad uog l'l'Hs.

K wam m.ij 11 FritH-je dau mis-schiou \'an uit

de <h·ooll1-\\'e-1'el<l terug '? IIeeft hij dau1· ~oms

zoo veel fhmiH gc-z.ieu ·~

Keen. ueeu, nog 11iet rvdn. Kmll, groot- moe-dt>r, kmu :.ra mee. Cil..'<.f 111ij uwc hawl. dau lJ1·~·ug i k n naur 'l<· p lautH wuar ik zun-<·n•u

v:wtlaan kwam. I>aar lttm-gen de tlia-man-teu

bij dui-zelt-tlt·u en dui-r,en-cleu ann l'l"L'lll t·u

au.11 blatl; 1>, r.oo schoou! o: zoo schoou. ~

0! ~ij kk·i-n0 1i>p-per. :Moe~-;t ik ntet u lU<'e,

niet htng. Voor Wl.J er kumcu, ZI.Jll r.e ul-leu

wcg. 7Jou-lh·a, het lief wu-ue-tje ziju hoofd wat

opstcekt., Ycr-tl wij-ucn z~i al-len. lin dan i~

wiju Writ::;-ju nl z\ju ri,ikclom zoo ma,a,r lltt>t een

kwi,it.

Kwijt. en ook uiet kwijt! 1\'[orgen-orhtvntl

zijn ze er allen weer, cn~u l.ht<Li, t\·cn f-wlwun!

Ach gij. met nw danw-tlrop-clia-mtmtj(•s! De

kin-dcrell ;t,ou-den zcgge11: ·•

r·

\\'C Yl'Cilgdt• i-; te

arnot' .,

0 .

TcK·h niut, G-root-moe-ller, htis·t~.:r ~ .... \.1') hct

zoo warm 'mr<lt, ja. dau knmt C:L'll lief cugel-tje

V<l.It bo-n:n eu pukt ze ullcu sa<un ell Ylicgt cr

mee weg, daut· nuar de lJlau-we ]ncht; <1a.H.r

berHt hi]. _{0 •} zc tot<lat het lwei is. ~11 laat in

den TH"teht brcugt hij ze weer. <lau xtn>oit h~i zc weer op blocm en up blatl. l{0os-jc \'Tttagt cl.tn :

"Oeef mij rJok W<l.t, goof mij oc,k wat!"

Ma-<le-lil'f-J'e zc(it · '' Vunrect _{n J n} llliJ. tot·h 11id, n.l ben

ik znn klciul" Lecn-wen-l>ck roept: :c Ik heb

cr Yeel 11oodig, ~<t llllJ nid vourhij!" l~u rtl

tle jeng-1li-ge, · gruc-11e hlMt•l-je:-; ::;clll:Cclt-wen

&tam ; '' Koll1 toe l1 !tier, kom toe It hier! " · Of

mUn eu-gel-~je l1et cla11 nok drnk l1eeft! ~fanr,

bij komt toeh klaar.

vroeg, iH lwt er <"tlles weer. Dni-zc.~-tlen llia

-mn.nteu alwcor op hloem en op hht.l. 0, ~oo e

schol)u! 0, r.oo "cl10ou! Onnit-:-;prC'k<'lijk schuon!

.A.' 1 .

Au!

Ooi!

E., 1 .

XI.

inge-ent ingeent urioen Gocl

gu-crgord geergerd twceen Lelien

onae_n -cerd ongoeerd .rr,eeeend ~eecn

\V c 7ijn uu ook, met <le twec-klH.nkt·n ou

dric-klankt'n, gcrccJ. Ji~n dam·mee wenscl1 ik

u gclukl ... O( heb jk l1et mi-;, Hcheelt cr nog wut an.u '? Laa.t hooren I ... Zid cen:::; of _o. <•i1' zc goed en du.idc~jk llit-:-;prekell lmut. Toe,

b('·.,iut nmar _;:'> I

' Ul Cl lC t.ll H.IU 001 Oll <\.ll 0(.:' Ll'U

1\[oni! ... 7ieer gnucl. klt•in-lj<·:-:. juist /.WI <tl:-: ik lwt ver-wat:ht had.

1~11. WUHL'nltl ol' ik l'l' Z.IIO i>l~j Plll

u\'tt '! ... D:tt ~a] il·

'

"

l l Zq!~t'll. ll~.·r l :--;~ IIIII -ua1 ik llliJ I Ill llll't tlt> ~II o, I ]I \'lo 'j l; II ltL;l:_!'. tlat c.; 1.] elk \\•U(IJ'd _<bt Ynnr-1\oltlll _... "'()('I I IIJ

t-kH11t.

" Lk l1v11 uok blij tbt 1k le:~.t•IL kan, .. hnnr ik kJcine, le"Ven-tligc PiPt r.cggt•JI, ·' wn11t, nu

behoc•f ik Outa tdet mcer tc n age11 om mLJ

sprookje~ tL' Ycr-tcllcn; ik kau 1111, itt elL' hoek

-jes die Vat1er mij gaf, mooic sprookjcs L'll H·t·

-tcl-seltje~ geuoeg vim1en. eu le(•s ~e. met lust, VO(Il' mij-r.l'h·eu en au<lcn•u." ... Goctl <lat gij er

z66

on·r dL·nkt.. Pil't ! Ik hoop {1nt gij JJog

c u k tmp ttUttt hnlt ,,-o t'tlt> 11.

El'tts ltoon1~ ik el'll kkin llll'l~JC' ;~,c•ggen :

nid ·

'

:I.PII ll kiwl ka•t nooit gul'd \'om·nit ktfHll'll. ll\:

]w~tp JHa;n· dat Htijll niC'It-ditHtdjv iu tijtl~

!even lang, wut WlJ ecn "weet-niet " noc-men.

Luistert kinderen ~ "\Vij ga.ven ons vcel moeite,

om u te leeren lezcn. \Vij dcdcll hct om mecr

dau eene rcdcu. Kan ceu kiU<.l lezeu, llau is

hij in st:1.at te verneme,:, hoe ltct tnct zijne vendj-derde vrienclen of t~1milie gaut, Een hrief

of nicmns-hla<l brengt hem soms goc<le tijding uit ven·e hmden. Ook lm11 hij, tloor vcel lezl'n,

de gcn1c-lens tc wcten komeu van geleer-dc manuc1t YtLrt i'Jijneu tijd, eu 'l.Ccr veel kcnui:;

ver-%amc-leu. Of, b\j kau l1oc-keu opne-mL'Il, die hem de gcuach-ten ,·er-tdlvu V<-l.ll uwu:;dwH, die hon-ucnlcn jan!H gc-lc<lcll geleetil hehbell, en altius kan hii groote wijsueitl op<lo<'n. Dit js

echter uiet c.tl. Hct is nog maar hct mindc-rc.

Lr u nu ~cggen zal.

v

Vie

lc;~,cn ku.n, it-i in de

gelc-gcnbcirl gc~tclu, om gc-du.ehteu Gods te

ver-nemen. Dit is groot en hecrlijk, niet wa.ar?

Een nrm kind, een zondig mensch, k;ln te we-ten komen wn.t 1le Behcppcr vu.u heme] en n.urde

denkt. 0, het i~"> womlerbttc:tr ! Het. i~

onbc-gr\j-pelijk l En toch is het zoo.

IVI.au.r , \\'elk o·el'chrift l j , wclk hoek zult 0 "'IJ uu

op-ucmeu ell lcze11, jnflicn gij met die hooge

gcdac:h-tcn, mot <lc gcthtehtcn Gotls hckeml

wilt worden'? \Vt'Ct g~j hue un,t lJoek hcet '?

Bezit gij het? Hcht gij cr al uoit iet:-; uit ge

-leer<l? Bemint gij ;~,~jn inhnntl '? Of vcrmnakt

Bjj.bel-liaal

Bjj-bel-ken-nis

Scltrift-on-dor-zoek

XII.

Bij-bel-ge-schie-de-nis

Schrift-ge-leer-den

0£-fer-al-ta-ren

Mij1w •mdcr~ l1oud.en zcer vccl va11 den

Eijhel. Vatlcr lrcHt helll 's morg0ns en 't; avolldR, bjj <lell lmi::;-gocl~H.licl\~t, JTI~t 7.ijnt• kin-der(•JI, D<tn t-:preekt ltij f.:OTUH ook 7.('er 111ooi met ow~, en

legt o11s 11it wat hij ~ele-7-cn hec·ft. lk Wt'UHCit

m:t.ar, dat ik rr mcer vau YCI'i:'hwn kou.

Gruut-Y;H1er t•u grc,ot-mc>edl'r hc1)1)('11 <lat 11oek

ool: lid'. O~t-htllg~ :~,ei Groot-1n.oecler Illig': "At:l1,

ac·L! 1ht On-lll<'t 11iet C'l'US C'c·uc kleilt-docltter hcc·ft: die lt1t:u· 11it de1t Dij-Ld yoor-lel'-ett lcm11'' Zij novmt tkll B~ilJL·l : de Heilige :-idn:ift, of ook God..- \Voonl. Zi.i wil ook, •lat ik l'.<'t'r i--til c11 (lp-ll'i tt•ntl 7.ij. al.:-. de DijLt'l ~l'·kzcu Wllrtlt;

Hc61', nls g1J onccr-bicclig ~ijt, WtWJU..!el' Zijn

woor<l ,,·ehoonl I") wonh.

Zij ]weft mij ook t~.l vde lllc>ow gesdlie-dc

-ultiSCil uit tlcu Bijbcl vet'tdl. . ~uc> al~ \'all Ah~l, tlte cc11 ::;dmap-boer wa~->, en t'cllc mc.mig-te

]run-mctjes hncl. Hoe vroom l1ij W!t::l: l1oe hij van 1.ijnc lmnmetjes w.tm, cu zc den HeeJ·e offenle. Da.t hij een boo-zen hroe1· hcul, tlic a~jrli~ up lJCm

wu8, met hem ru-~ic zocht, hem nit:;uhol<l: l'll hem ei n-<k-lijk, met CCJl grootell :-;t11k dcJcHl-~loug.

Uroot·moetlcr vc1·· haaldc mij ook nog Yall ccn

and.eren licvcn dcnl!d·za.mcu J'ou-•reliH·•· · Vtloll

' ' .._. n n '

J ozcf, <lie zijuc moedcr :wo vroeg hacl verlo-ren.

Da.t zijn vader hem zoo teer be·llliudc 011 voo.r

hem ceu fraai-cn, bontcn rok maakte, waar·over

zijne broers zeer afguustig Wctren. Dat zij hem

W<.tar b~j, in huis van ecu hoog~ juf-fi·onw, knceht word. En dat die jntfwuw ccn slccht mensch wa~. clir hem kwaad wou ler-rcn, en

hem d\Yong om zijtt lllCCH-ter gru-wdijk tc bc-dricgen; mtutr;: dn.t hij wo l'Crlijk, r.oo vroom,

en r.oo I'l'lll wa:-:, 011 uaar h<tal' nict won

luiF-te-reu.

Tocn z~j mU <lit vct·-lmulde1 :t.ei-clc 'l.~J nog

jctR, <lat ik uiet l't'Cht ver .. stonrl, ma~tr <lat l111J

toch zoo mooi ,\·a::::. Ik gcloof, \lat ik hct nog weet .... Wncht.. .. U, Ja! Oroot-1noe ~L·i<lc : ··De gc-schie-<leniH V<'tn

.r

ozcf dol't mij de a ken an.u

ectt ~;c-hoone, zuivt•r-witte blo(•m. ac.~n wil·r :-.tell

-gel con lcc-lijkc: :groote ~pi11 he·gou op te

klau-tt>·ren, tot er ceuc ]icf-de-lw.tHl kwmn, tlie

haa1· nf-~loeg, zoorlnt 'l.ij de bloem uiet. he -sclta.-cligcn kon.''

Ja, dit zeicle Gl'oot-mocdcr, muar ik

ver-stom1 bet nict en Vl'aag-dc lmar om hct uog

eens te zcg-gen. Z\j deed het, doch werd toeu

berlroefrl, trok mij na.der, elt <1rnk-te mij aau

hct lH'I.l't ell ~prak: " 0, HtljO. doch-tertje! Wttak

voor elke oiu.lcugd. Kin-de-reo. zijn tlc hloe4 men der aanl~: k1cinC' mci:sjcs ziju de wit-tc lelien. Als Dltge-dicrte de 1-;choonc, with~ bloem

bcschadigt, wordt z\j vol zmtrtc vlekken ell is

bedorvcu. ~oo wordt ook mijn meis-jc be<lor

-n•n, uls de on-deng<l haar lunt-jc in-ueemt. 0, die lieYc Groot-moede~! Ik r.it wo ga.a.rne

b~i haar, cu ltoor zoo g~.tarue uaar hare woor

-dcn. :Morgen ga ik haar WN~1· be-zoc-keu. Zij heeft zc-kcr al \Veer iets moois om mij tc

ver-tel-len. Eu ik heu oolc om icts gedacht, clat ik haar vra-gen wi.l. Zij zal IIDJ wei

knll-lle·u 7.Cg-gcn, watu·-out of onzc lie,·e Ilecr nic~t ;~,plf llli~l'r mut c)lt:-1 komt ~prekeu. 011

'WU<ll'llltl nf Hij cl<.•n Dijlld 1it't ~<:hrijn•ll. •>ltl ·Oll:; cluarin t<.· zeggl'JI w;tt \\ij Wt>tl•n JILOL'-h•n '? En, uf er meer Zlll-kc IIPl'kt'll Zl,lll waar

-tloor WIJ H~m Jccre11 kell-II~U '?

XIII_

we-ken. Ecnc weok is Zovon dageu.

wee-ken. :\lijn brooLl is hard, ik zal het wee-ken.

we.zen. 'i\Iijn broer~je zei : 11

ik zal zoot wc-zon." wee·7.en. Als ouze ouclers storven zijn wij wce-JT.cn.

vVel, wei, Duch-tertjc ~ ... ~ocm jc clttt

nu,

t.ot we<lcr-zieus '? ...

'1 Tot wc<ler-zicns, 0lm1cl.

r,

was ]Jet imlllC.LS

tocn jc, cen paar weken gclerlen, mij \!en

dat '? Hn<l )loe<Lr a1 weer zoo vcel vour Je te tlue n ? .... Eu gnf < ll~ j nfti.·nu w in ~choul, ook :1.00

.,11 hod wnk ? .... Xn j'c.t ik knn het n·octl \'el'

-' 0

staan, ~·u l•t:JJ vr llok uiet lJoos out .... K01u. gcef llll' 1111 Jtmar t!l'll morgen-z.oeH~j<:, cu groct

g'il<\.11, ll<lUl' CIIIH I k zal g<tll\\'

llllJII 1,rei-Wl'l'k 110~ hc.Lll'u .... Zoo, hjer is ltet

gol'<l ! .... Brcr1g nn cl..tm tlat kleiu tuirt-:;toeHje, cu kom JWt<ll' :t..•Jn <1ie;ht

hU

mij r.ittcu.

lloe lief, h•Je :-;til i:-; lh~t ],it•l', in

1lit

:-;t;hoone morgcn-unr ~ ....

Zoo

lief 011 ;;til, uls Ouuw, hct g<t}\1'-l!C lweft, ttlH zij met lta.at tlochtcr-tjc over ict::; goeLi:s spl'ckcu wil.

Ge wilt dan wetcn : waarom onze licve

Iieer niet mccr op aarde on<.ler mentiehen wan-delt, maar tot hen door Zijn Woord, tipreekt.

dnt de r.ondt den mcnsuh ~oo Rlecht gcmankt

heeft, dn.t hij voor den licveu Hccr ba11g werd en Hem nict hmgcr wcus<;hte te ontmoe-teu ....

Doch ik hegrijp ua.t mijn klei-nc wcet-graag,

daa.1· niet ll'tt·c tc-vrecleu v.ou x\jn, maar er eeuc

hiEltorio VH.II W<.'ugcht te lwbl)Cn. Dnm·om moot

ik cln.n w<.•l ,·err<.· t<.•1·ng ga~m; ju tot naar hct

p:\l'iHlij~, Wtl~uTan gij r0eus ltct cell cu nuder

wcet. In tlat p'tra-clijH, <.·cncu hof, dien. God cxprr~, voor <len mcllf:lcll. op aar<.le gcplant

hnd, hacltlcn onr.c '"oor-omlcr:s hut uit-111nn-tend

go<'fl ; C'n de Hecr wa.R lm11 vriu11 cl; H\i kwn.m

tot hen i11 rlje11 hof. Mam er kroop ook eenc

:;;laug, ccn di<?r, tla:u hui-tcu van het velcl, <leu

ruooi-en hof biuncn. Die slaug hits-te onze

dat zij Z\jn gcbou ongehoor:~,aam werueu. ZiJ

aten vau den boom, clien God de Heer ver

-boden ~.)had, en waren ter-stond diep ou-ge-·

lnk-kig.

Hoe gmwe

-

li,ik

waren Zlj lllll.{ . 1 . l (!I( ' . . . .

'' LniRtert nam· mij! " had de sla.ug gc

-zcg<l, ,, g1j zult niet ster-,·en ; 11een God

wect dit ook wcl heter. Hij weet, clat gt.)

..

dau 'als God zult ~lJll, ken-nendc het

goed eu het kw<.utd. ' " , ... Maar ! .... In

plaats nttt "alR God ' l

I waren 7.1.) ll11 als

de ::;lang. Die kroop wcg; ~lJ duchtten

ook weg.

I

u

phtats Vt\11 "1tL't goed en

hct lC\Yaad " tc kcu11en, wisten 7.\] uiet

eens het uut vau vjjgcnboom-blndcrctt, en

man.kteu zich daarvan schor-ten om zich

Eu, tOl'll • lu ~tcul de::; Heeren 111 tlen

hof verJ lO-llll'n wcr<l, c1ic stem welke :Ol

.

J

.

tc - \'orell zoo gn.nrne hoortlCll, vlu-tl\!u

Z~J hct •rc buu111 tc

0

(lel:i hofH, OHl ·z.iclt tltLtn' te Vl'I'Htokl'll.

Als of men zieh voor den ~ \l-\\'otl'lH1en

Ood tlo Heer riep Allam, 0111 v;tu ~lJll gc-drag l'Cken-sehn.p te gcwn.

kwam ullg het crg:;tc ! Hij was Z•)O

br11-tanl oJu t1e ~::;<.:lmlcl Y<l.ll zijn kwaau op tleu Hccr te wcrpen.

'

·De

\Touw,

die GIJ gegc-vca hcbt, Jweft ffilJ

..

vcrlcid ! " zoo sprnk hij.

schrik-kelijk !

Dat wa::; Yer

-En uu was de schoone Just-hof, hct

rechte plaah~ Yoor dea man dC't; <1ooch:,.

voor Adam. Hoe zon ldj het daar

hw-gcr uit-lwudcn ? Alles l3toHd daar nog

eveu hei-lio· _Ol de hand

Boom eu struik, voge -len ea dieren vcr.

K wa.m hij tc 1m, en

mocht

r.ij

u adtm },loe.m of vrucht lle

-tler-YClt, clan 7.0U dt~ wind hem. r.iel-door-hol'rucl too-loei-en : " Zic uw vcrderf

'

mcnR<:h ~ ... \Vat ~ijt g\J gewordeu, o. Adam!"

KwmH

Lij h\j clen hoOUl dcf: lC'n·ll!~r

eu moc·ht

hij

:,ich

aan

die nnc:ltt

YC'l'·gT1j-pe11, da11 lee

fat

•

hjj lnl HI'(' hit' Il voort: altom;

YooTt, nwt c·en liehna.m wnm· de dootl in 'l.at.

Yerheclcl eli t iJOU

'n:L•st Z\Jl~ nH>l' hem eJL \·oot· u11~.

.als al die stok-oucle zoudarcn, va.a Auarus

tiju

af, nn nog op ttar<lc rond-dwaalden, met

-{len <lood jn hct lich<tam, tcr-wijl ~ij toch

nict ster-vcu koudcn. D<t.arom was het JHcULl'

goed, tlat de lievc Hcer, clcu gcvallcn mensch,

nit het Paradijs wcg

zouu

.

En, nu 7-<tl Omn~t llhl..<U' ophmHlcn, amlers

zal uwc moc-dcr tc h1.ng op n wa.chten.

Ga

nu cerst met llllJ ll<:Lttr lmi~, ,Jau krijgt

ge ltet geilieht-jc tln.t ik u 1Jdoom hel>.

" Kom, ncc111 <lie vTucbt!" zoo i·qwttk •lo :-;]aug,

Gij znlt <len clood niet stencH !

De l\Iemcl wect,

..AI~ gc cr ntu cet,

Gij

't lwngstc r.nlt

heencn ;

\Vat kwa.ad is er te vreezen ?

Eca heerlijk lot

- Gclijk aan

Uotl-Zal 't dee] der mensch-heid wezcn !

vV

aurtoc d11u nog te Vl'eezeu ? "

De vTouw !'loeg op tle vrucht hct oog,

Hcur hctrt blcef cr aun hangen ...

Zl'i ;) nam I .. .. Z.. lJ at .I ...

De lilu we h<tcl

Huar in het net gcvrmgcn !

GeHpreid voor hare ga.ngcn!

Nog lceft de slang, nog strcelt <lc lis!

W cc ! die zich la.a.t hekoren : :J1ct Boozen •'W.tt

0 '

1\:Ict Zon(laan; 8hLnt, Of, roek'looH :~.it te hoorcn,

\Vat Spotter::; kan belwren !

-Toorn drift

XIV.

k'il•aadhoid

Toren kcrk-toren, een hoog stuk bouw·wC'rk. Toestanu om-stan-d.ig-hejd waarin men is.

Volroaak t wnar niets nan ontbreekt, geheel.

Morgen Omu<~ ! .... Ho0 1\jkt u zoo hlrL·k ?

H('('ft ll nil't goecl gl'rul't '?

Niet zor' ]u.•el goccl, kinrl; UL' lto('st hl'cft mi.i

,.,w

n:wht laug \vnkkl'J' gehon-dett.

fk kwa111 IYHt Yl'OC'g, Oulll<l; ik dnl'llt:

clan kunm•n W1J 0en laugt•u lllor;;t'lt ltchlll·n,

maae a1:-: n uid \rt'l is. wil ik u uiet plagL•If. Ilc zal :-.til Yt\01' ht't hell 7.ith·:t, al~ Hlijn On-m:t·tj._~ L' l11U"\_~-. '·li]'k _• wil _('"! <•·anu li~_·-·.,·_r l'lt.

'El'ttl' WHI1-tleli u~ ~:nl mi.i liL~u1· ~ol'tl clot•u, li.t•n•. !k l~t•Jt l>li.i, 1bt

gc·

YTne;.; hil'r z~jt;

de greene veldcu, \'Cr-kwikt ook al cen oucl mensch... En, vl·rtcl roij tlll eeus : hebt gij

ook nog nn.-gcthwht over hctgren wij gistc-ren_~

ge8pro:<:cn hcbbcn?

0 ju., Ouma ! .... Tk was cr, laat iu <len aYom1, ~n vau morgen vrocg v1:ecr, lllCC bozig. Eu

wcct u waar-ml'tll' voural ? ... Met den toe-sta11<l

\·a11 die armc. ccrst<• lllClJRcheH, clllru·, buitcu het paradijs. 0! tom1 het gistC-J'l'll-a.YOlHl zoo

clonl<cr wcrd, clacht ik : hoe wod hct toch vuor

..tidmn eu Eva, tlt•lt l'Crstcn ua<·ltt g'C\VCest zijn

r

Z~j war •11 <laar. iu hc·t woel)tt.· n ... •ltl, zonder

be-hourlij U' ~laap-p la.ats of ietK ... Ji~u van morgen daeht ik wet'r: l111e on -trclll k-ki 1.r

0 0 mocten 21J

gcvuelcl hebbett, tocu _7.LJ voor hct cerst da£r, bnitcn het ptmulijx wakkcr wt·nl<>n!... Hoe

a-kcli!.r. _., aJ die uc-rlathten _'-' aan tlt•n voricren _o d._w _. Cl

toen zij al~ stou-tt! kinlll'r~. uit <len mooicn

hof gcjaagtl wcrtlcu ! .. , Eu wat J,cbh.•u r.ij tcwh

inuner;-; f.!C~-nc vrm:ht-hoomeu. wttm· r.1.1 11u

de heiuiug van 't. parml~i~', il'ts ,·nor hcu ge

-wm·-pe11. Onuw. ? ... Zorg-tle11 tlr lit'\'l' Engeltjes

m:tllcl lllt•delU<lcu llll't hcu '?

Onr.e lie,·c Hecr! mijll kiHCl. llt.IZl' lit•n· flc(.'l',

hu.cl mrtle-lijclen lllCt tlt•tt e~H-.!.:·l'lnk-ki).!t'll

l 0 '. 11_{1·_,. l}

1'\ll'Il!-lC l. I lS F.t 10 ~()('I .

De ·Heere Jnanktc ook voor Adam en Eva

klee-dcreu ntll ~ehapen-vellen en trok IPil'l

<lk• n.a.u. Zuo l<0ndeu ;t,l.), \all de HdttlJ>Cn,

wa~t:o::tn t1it> ,·cl1cn warurt, zek<:r het dcc::c:)l

war 1:1.1 l!oO-dig hatl, en latL•r uok l<in-clerc:n,

Dt•. tw~

De .e<:n _. ·;·

WL'l'cl i.'l'll kt~III'IJ·lJClCI' Cll cle aHtlt•l' l'<.!ll :->th..tap-,

bo('r. Die lti..:tnrie hcb 1k ll a.l Vl'llegl'J' \'(~rtdil,

Ja <hmn. en •lie i:-1 mij ook 7.oo mooi; 1\ hcl wa-> todt l't•:.J rronm ki11<l, 11iet W<lar? 'Jif>tc.Lr Zl)ll br11C1' 11id: tlic \\'flS CUll 1'\:c.:htt• l'Ui'il'-lll;t ·kl'I'r • Het l& l'iekc~· cln•trom clat zijn ro"k nit\t '::on

opgan·1, :tb bij oft4.•nle.

-kcrs lief. Had Ka!n met zijneu broed-er in vrcde geleefd, dan kon hij yan zijne lam·me·

tJe

.

;;;

zeker

ecn

gekre·gen hebbeu om te ofte·ren,

eu dan had hij van 1lat lam-me-tje ook kun

-ncn lcercu om zacht-moc-dig te ziju, en dan

liad de Heer zijn offer ook aangcuomen.

De denk het ook Ouma, want zie eeus

Hdc vrie11·delijk de Hcer uog met hem kwuru

'1nckon; hoe Hij bcm r.cidc, uat. nls hij munr

goc~1l wildc

uooll,

hC't hem ook, \\'l'l zou gaan.

Dat was tocb rccht gocd Yan clen Hccr om

ZIJ0 'n boo~en Ka,!n uog op te 7,oekcn.

Zoo goetl, zoo vrieu-delijk ltandelt de Heer

.aH lJOS, mijn kind. Zoo ueed Hij ook lllCt Ku'in's

e,Jdcl's, tocn zij zoo groote zoude gedaan. huddt'n.

Hij toomlc medc-lijden met hen, en gaf hun el'n

De moe-dcr-belofte, Oumu?

Ja, juist, gij hebt goccl onthouden, de moc-der-bclofte; zoo genoemtl, orudat hot ccne bc

-lofte is, <lie aan de eer&tc eu oudste mocde.t

gegeven werd.

:Maar wa.t hctec-kent ~:igenlijk die belofte, in Gen. 3 : 15, Ouma '?

Niets miwlcr, JRijn kin,l. dan <lat de Hee<r CCtl pJa.u gcnumkt hall, om den n.rmou menseh ·

weer iu hot

pm·a.uUs

terug te

brcnge11.-Dit was zuker eeu blijde tijding, nict waar '? 1\fa.ar hoe %0U tle Hl'cr .A.de:tlll

en

Ev<1 tcrug brcn''l'l\ Omna '? Ik daeht clat ziJ' tloor de

0 '

zon<lc te onrcin W<Lrcn voor ltct para<lijs.

Als Gorl de Heer iets doet, dan rloet Hij het gocd, mij11 kind. Zijn piau was ook goed, volmaakt goe<L Dat plail was, da.t de Hecre

-J

Cl.Uf'\ IHlt\1' de ttar<lc zou komcn. om a1les rech t

tc makcll, ,,,rat ~\.<lam 7.00 grn-welijk ~-J.orv~n

haLl, ~~~ voor allL· fieha-cle zou JJeht-Jcu ... Dat

Hij dell mcnsuh tot clcn Hccrc God zou hren~·t:'n:

Olll ver-gitt'c-ui:- tt' vragcu mor aile hc-1ee-digittg

eM !•It-gehoor-zaamheicl... Eu clat Hij den llJI.!l•"eh

d~\tt dt· 7.0tHle 7.un atlce-l'CIJ, om hem rci11 wN·r

h~t Pamd\jK i11 tc hrcngeu.

0, wdkc h~·t·r-Jijh• he-lotte YouJ' Ada111 L'!"!.

Eva!

,Ja. ll11Jll kittfl; Cll YOOI' 011~ uol~; YOOl' <~lit•::.

die wel1~L·1Jt:ll tel'ng te g<t~n: ''Hilt w~i r.ij11 ook

lm.1.tr~ll hl't pa1·ad~js. nC't als A<1UJn. DH.<H'Ullt 1(\\,lUl tlc He<.•1· meer-malen tnt 1uenschcu ulll

0\'cr. clat phtiJ te :-lprckcu. En it•rlcrt' ket•r zei1lc

Hij er wa.t ffiL'Cr \'n.ll, /Wo<lat bd hoe latJg~r

eu wat het al wa1:;, <l<tt de lievc He01· mor ons

a.nue menflchcn doeu wilrl,e.

Ach! · ach !... Dna1· ~laa.t de tOl'CH-kktk elL .

N u moet ik !HUll' Jmlli ... n1ag ik Y:.Lil a vonu

WPei· komen On111a? Ik wil zoo

'

graag meer

wet en.

Jtt, doeb-tertje, kom gc111St maar weur. Kom

zoo dikw~jlx ge lu~t hebt. l1aat mij u vccl

Yat1 dil' lwer-lijke (lingcu ver-tcllen1 zoo lang

ik lccf. \Vit· wect hoe kort uoo· Ol eu ik ben

er nict mc<.:r, dan kuut ge er cl.ltoos nog ttau <lenkeu.

Drie wvnt;.jex ,·nor al ln\'l' lirf<.1e. Ou-mo~­

U.et·! 1~~~~ 11u ga ik n ganw eerxt. thnis lll\~ngcn. Ou-,·at.ler ziet 7.L'ker 0ok al lla{tr u uit.

xv.

Zondaar. Iema.ud die

ue

zonde <loet.

Zonde. On-ge·rech-tig-heid, kwaad.

Goddoloos. Zonder God, een zondig mensch.

Rechtvaa.rdig. Van.rdig of gauw om recht te doen

Zoo door den regen, llll.Jll kind? En

z\

jt

ge in dell donker zoo gchccl aJleen gckn-men ~

)feeu, Onma! Mcid-je il' met

.u..ti.i

g<•komeu.

en hccft hct l'L'geu-schct·m (~'<tlll brccl) over

IDIJ gehou-dc11. ?.on bell il· hier <ll'oog m-ge-stapt.

Eu waar 1s ml!id-je nu?

Z~j is weer llHctl' h uis, Onma; M.oedcr heeft

haar noodig. Hct is jc.tm-mcr, want r-1j hoort

ook

zoo

graag. Als ha.ar wcrk 'R :wonds

vcrtcl dan wat ik. nit clen bijbel wcct,

.of wat ik pas V<Lll t1 gehoorcl he b.

Dtl.t 18 toch hraitt'! ... J a., WlJ moesten

daal' mcer mm <leu ken, clat: wat de lievc Heet· voor arme 7..< md<t-rcn deed, Hij dat even 7..00 goc<l, ook voor arme bruine lci ll

-ders <leed.

E

11

cla.t, HIS _7..1J bra at' ZlJll, aL'l Abel cu ,J or.l'f: eu Hmnuel, Z~l ook

e

e

ns

rmne witte eugel-~jes zullou worden, zoo ₀ o·oed als audcn• kincle·ren, 1lie VJ'Oolll ~iju. \lVaHt,

cle lieve Heer heett, in zijn gToot. plctn, uan.

hen llCt ZOO geclitcht a.ls <ta.n blanko

ki11<lcren.

Sprak de Hecr gaarue over dat plan Ouma? Gij hcbt llllJ van morgen ge~egd:

dat ieder keer al~ ffij c1· van sprak, Hij er

alt~j<l naar de aarde, of 7.011<1 Hij so111.s eetr boodschap '?

D l• Hct!t' had <len lllC'HH<:h lief, 11llJU kiud;

om den meu:\clt c₀ Yel11kkiu ₀ tl' JllHkCll.

Hij

htttl Ziju pll'~iet· in Llut plnu; e11 ,,·il(lc. tlar de mcnsc:h <'r Ctok p1c7.i<'r iu zon hehlwn.

\Vant, r.id ln~pt dochtt•r-~je? il••h•r llll'tts~:h.

die cr waarli.il<. \0111'

IHlen· het pamtlijs ... Do<:lt \'<Lil 1mlk,~ lllL'ltsclll'u, Wit!-: cr m:lat· alt<J<>-.., ccn 1dei 11 getal up mtrtlc.

Seth,

Eu

o=-

.

7.1Jl1 \'ll.ll clil'

.

o•

.,

t'lnk-kin·t·ll _,...

gt•wec:-~r. Ook l'C::!l Ht·uo<.:lt, die wo lwmch.vh-g:er.iwl w~tl', dut hij 11it·t Ct'U!-. 14tierf. Eu Ct'H f..;mnceh, <11c ow; ttoeh ecn woon\it hl'l.!ft

op-gc-uomcu hij wag, met het lietae-pla11 des Heereu fn :&1.Jlle dageu w·as de \rereld r.cer sleuht, en toe11 hij sticrf, bleef er nog maar

ecn

man over die <leu Heer lief hud: zijn

zoou ~oach ... D~.:: O\'L·rigett wareu r.oo go

dde-loo::>, dat r.ij anti den Heer 11iot eellF: d<t<.:htell, c>11 om

.hU

Ill' lid(le niet gavea.

Z\i

~eideu:

"'V•tt r.nllen w~j ous clnar·o,·cr l)l'kom-ml'reu! .Laat uns 1uaar lok-ker eteu en tlrilikeu; \\1j

l<n·en toch zov kort !" Zij lecflleu tlns ttll<.\en

clat de Hem· t.len zowl-doc(1 <LeNl komeu, eu

alleu - uito'(_~ :HlUllll!ll Nonrh .I' _n rrer.iu-liet Vl'l'-dJ'i n-kt"u.

~a. die OVl'l"-f'trun-w.itlg. warcu de nwHs<.:hetL b('neesd om zov, zo11der eenOlL God1 te kn·t1.

iemand hobben, om ons te helpen, als er

weer zoo 'u tijd van uoorl komt. Maa;r

omdat ;.r,ij ook tocu ch~n Hecr niet lief haddcn,

zochtcn ;r.iJ' nn.ar a.ud~rc <liuO'en om hen te

0 '

holpcn; ilie w~\rcu uu hun god, en zoo diem

-den zij n.fgodeu.

Tocn ricp de Heel' ~ell uit hen en zeidc:

"A bt·a-ham vern·ck vuu hier! 1 k zal u eeu

'

Janel WJj7.CI1₁ WOOll .1,, uue:u· eu

'

11\\C ki ndcrcn

r.ullen MIJN volk zijn."

Nn

kwam de Hel.!r dikwijl') tot Abra,h.un, cu b~hn.n..uclclc hem

o.]s eett vriond. De Jlt'Cl' spmk ouk Ycel \'1\ll

ZijJt pla11 tot hcil vau zondarcn met dczl'n

Abm-harn, md ZIJncn zoon h!UtC, en ZlJUell

klein-7.oon Ja,coh.

Tocn wm·en e1· toeh mcer mcm~cheu op

aar<le, die God den Hcer lief hadden, niet

Ja, miJn kind. En oYer het heeriiJk Gods-plan, sprak de Heer toen ook zoo duidelijk, als Hij vroege1· nog niet gedaau had. En toch,. lief kind! was hct latt'r weer of de mensch

hoc langer hoe mecr vreemd van z~jneu God

we1·d ... Zond de :Hcer Zijne Enge-len uaar de aardc, dan da.cbten de munschen: 0! hoe hci -lig zijn zij, wij ziju :wo ourein .. ,.En dau warcn zij bang voor die heiligc Engeleu. Sprak de-Heer zclf tot tnenschcu, dan kondeu :r.ij bet ook niet vcruragcn ... Toeu de Hee1~ bij gel

egeu-hcicl tot de h:indcren Yan Abraham, Isaac en

Jacob yan <.len hc·rg 8prak, YcT·schrikten ~ij zoo·

zeer, clat zij uit-ricpen: Aeh! wij ~~;ulleu s ter-ven a.ls God met ons spreekU "1\fozes '' zeidcu ZlJ "laat de Heer toch lllPt U sprekcn, en ver

M~1ru· l~tt Hem toch tot on:-; niet sproken

r

·

mau, Ouma. 1lie mel'r lllet Lieu lie\'Oll

Heer W<Ll:i, nict ~·mar'!

Ja, dcwhtertjc; en gdukki~ wa~ er ook tlaur

-rlCp de Heel' da11. H~j lll:tttktt' ht•u h:kwaat.l

vm Hom h: hoor<:ll, ell ,.L~t·tel<lt• lnm Zi,iu0

groote plaunru omtreut oa~, lne:·l~t·lwll; l'll ;t,:.J

en :wo \\'C'teu vok wij \'<tlllhl<l6 .zjijt~t· g(•tlaei•tt>n. \Vnnt aJ wat Jil! um.nltt'll net•t··:-.L•ltrev<•ll. ····er1l 7.<ll1H~11 Ill l'-.!11 Louk lti.i-t·t·ll-,!.!,'t•blliHLl'lL

E11 dat 1Htl'k it-: (lt•

Bi.i

f,,.~, Onma!

Ut~ Hijhd! cht ttu1l1lelijk ~'!"ch<·llk. JH~jll :(il,lll

al yoor ons geBlad1t gc<laan lteeft; eH, ''at Hij

el' nog voor <lnen ~a.l. Hoe de nwnseheu

gclt;tn-dt'lcl hehh~n: en hoe Hij hel1hen wil, <lat. zij

<l<H .. 'll znlle11.. l)p Bijlwl i~ <les Hccr<·n stem die tot n11~ :->pn.•<·kt. omcln,t wij Hem uict nwcr· t

mt-H10l't<'ll Lm,ncll. Ic<l<•J· m<.'l1Hl'h, dk kin<L lwh()ort <laarom e<·n Hijbd, Zl.l.\' EI<H:~ llLitJJ·:L te hfhhc11.

Danr mij11 <lm:h-tertje, <la.ar is er ee11 v< or u!

n'r:-j<·: al-; gij. hij 't lez:l'll cbarhij komt. dt'uk

lln1t. Y<l.ll tlit \\-o<ml heeft 111ijn OuJJJa, 1111 1 t 1lnn,

llCl.L nt<td aau: nlH g\j ecu woor<l vintlt dat 11

11l<'rl~t> hjj : trek on<ler ;.mlk Cl'n tek:,: c<.'ll

nude kenni., tcgeiJ-komt, err uw hart :~.al zich

\erblijden ... N u, lief kiucl! Gu<ls woord zij u,

ecn lamp voor uwcn voct. t>ll c<m licht voor

uw pad. Het zij 11, ceue renk de~ levc11s, ten

k\"en!

Dank, hartel,jk dank, lieve On-moeder !. .. In cut boek, in 1\lT.I~T~:.'\ Bijlrel, get ik flU <J1ken

IHOJ'-gen au clken ~tvOlt<l ccn stuk-je ler.cn. En 7.iju

er somR vn,n m~j11e \Tiew1~jcs of ,·ricndin-11C~jes

hij, zal ik tot ltt>It zeggcH: (,

'N

reP. nu stil,

waut

uc

llm·e Hcl'l' sprcl'ld thaw; tot nil~', hot

i~;; Z~iu woord, dat 1ticl' \oor onH opeu ligt

!

...

0, wat hcu jk !Ill ltlij. clul•heJ l)lij. <lnt ik