• No results found

University of Groningen Beyond OCR: Handwritten manuscript attribute understanding He, Sheng

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "University of Groningen Beyond OCR: Handwritten manuscript attribute understanding He, Sheng"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

Beyond OCR: Handwritten manuscript attribute understanding

He, Sheng

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date:

2017

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

He, S. (2017). Beyond OCR: Handwritten manuscript attribute understanding. University of Groningen.

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)

Samenvatting

In dit proefschrift worden drie fundamentele problemen bestudeerd op het gebied van analyse van hand-schriften ten behoeve van het begrip van handgeschreven documenten: schrijveridentificatie, de dater-ing van historische documenten en geografische lokalisatie. Deze problemen worden gekarakteriseerd door drie vragen: wie heeft het document geschreven, en wanneer en waar is het geschreven. Bij het begrip van handgeschreven documenten nemen features van handgeschreven patronen een belangrijke plaats in. Daarom richt dit proefschrift zich op het ontwerpen van onderscheidende en krachtige fea-tures voor verschillende problemen en toepassingen.

Een aantal nieuwe problemen in schrijveridentificatie, zoals schrijveridentificatie op basis van geroteerde plaatjes en handschriftherkenning over verschillende schriften worden behandeld in Hoofd-stuk 2, HoofdHoofd-stuk 3 en HoofdHoofd-stuk 4. Dit proefschrift introduceert drie mid-level descriptors om hand-schriften in historische documenten te representeren voor de datering en geografische lokalisatie van historische documenten. De contourfragmenten (contour fragments) en streepfragmenten (stroke frag-ments) worden bestudeerd in Hoofdstuk 5, en Hoofdstuk 6 bestudeert de Histogram of Orientations of Handwritten Strokes (H2OS) en de Multi-Label Self-Organizing Map (MLSOM) clusteringsmethode. Hoofdstuk 7 presenteert een uitgebreide studie van voorgestelde features voor schrijveridentificatie, datering en lokalisatie van historische documenten.

Hoofdstuk 2 beschrijft een nieuwe rotatie-invariante feature voor schrijveridentificatie, de ∆nHinge, dat een extensie is van de Hinge feature. Wanneer de verdeling van hoeken wordt berekend langs de contouren van de handgeschreven tekst worden verschillende punten gebruikt om de relatieve hoeken te berekenen voor de uiteindelijke feature vector, in plaats van absolute hoeken. Dit werkt op eenzelfde manier als de afgeleide van pen-co¨ordinaten in on-line handschriftherkenning.

Hoofdstuk 3 beschrijft twee features voor schrijveridentificatie die geen gebruik maken van krom-mingsinformatie: run-lengte van lokale binaire patronen (LBPruns) en cloud of line distribution (COLD) features. Deze features zijn gebaseerd op het feit dat de gezamenlijke featureverdeling van twee eigenschappen de prestatie kan verbeteren, omdat de gezamenlijke verdeling de relatie tussen features expliciet maakt in plaats van te hopen dat een getrainde classificator niet-lineaire verbanden in de data oppikt. LBPruns is een extensie van LBP en de run-lengte-methode die de run-lengte van de LBP codes berekent in plaats van een simpel ‘0/1’ patroon. Hierdoor kan LBPruns ruimtelijke con-necties modelleren van het simpele ‘0/1’ patroon over naburige scanregels. Het COLD feature is de gezamenlijke verdeling van de ori¨entaties en de lengtes van lijnsegmenten, verkregen door de benader-ing van contouren in het schrift aan de hand van polygoonschattbenader-ingsmethodes. Deze twee krommbenader-ings- krommings-vrije features werken uitstekend op de voorgestelde irregular-stroke dataset van handgeschreven teksten (CERUG).

(3)

Hoofdstuk 4 introduceert een nieuw mid-level feature gebaseerd op het feit dat gebieden met kruisingen in handgeschreven teksten informatieve elementen zijn in de herkenning van visuele pa-tronen en lettertekens. De detectie van deze informatieve kruisingen is belangrijk aangezien kruisingen vaak voorkomen in verschillende schriften, zowel in historische en moderne handgeschreven teksten. Gegeven een mogelijk kruisingspunt, dat een vertakkingspunt en een punt met sterke kromming zou kunnen zijn op skeletlijnen, wordt de “junction strength” gedefinieerd in elke richting aan de hand van de streeplengte vanuit het centrum tot aan de grens van het inktspoor. Deze methode is makkelijk te implementeren, onafhankelijk van letterteken of woordsegmentatie, en kan kruisingen detecteren in elk soort handgeschreven manuscript. De kruisingsdetectieprocedure levert op een natuurlijke manier een kruisingsfeature op wanneer de genormaliseerde streeplengte in elke richting als feature vector wordt beschouwd. Onze aanname is dat gebieden met kruisingen verschillen wanneer ze worden gegenereerd door verschillende schrijvers. Bijvoorbeeld, het aantal of de richting van vertakkingen verschillen van schrijver tot schrijver. Om deze reden beschouwen we de gedetecteerde kruisingen als grafemen en gebruiken ze voor schrijveridentificatie op basis van een codeboek getraind met behulp van een clus-teringsmethode.

Hoofdstuk 5 beschrijft de dateringsmethode van historische documenten aan de hand van een fam-ilie van lokale contourfragmenten (kCF) en streepfragmenten (kSF) op basis van de MPS dataset. Contour- en streepfragmenten kunnen als basisgrafemen worden beschouwd die de schrijfstijl van his-torische documenten omvat. kCF worden gevormd door k primaire contourfragmenten en kSF worden gevormd door segmenten van lengte k van de graaf van een streepfragment. Het klassieke bag-of-words-model wordt gebruikt om de featurerepresentatie van historische documenten te berekenen. Ze worden beschreven door de schaal- en rotatie-invariante descriptors, en verschillende codeboeken wor-den getraind met verschillende waarwor-den voor k.

De datering van historische documenten wordt gezien als een typisch classificatieprobleem. Als datering gebeurt aan de hand van algemene identificatie van handschrift, komen we tot de conclusie dat features die hoge prestaties leveren op schrijveridentificatie niet noodzakelijkerwijs geschikt zijn voor de datering van historische documenten wanneer er geen voorbeeldtekst van de desbetreffende schrijver in de trainingset voorkomt. Experimenten tonen aan dat de combinatie van contour- en streep-fragmenten op meerdere schalen de optimale resultaten geeft voor datering door classificatie.

Hoofdstuk 6 introduceert de nieuwe schaal-invariante Histogram of Orientations of Handwritten Strokes (H2OS) descriptor, een gradi¨ent-gebaseerde feature die geschikt is om primaire visuele

ele-menten in afbeeldingen van handgeschreven docuele-menten te beschrijven. Experiele-menten laten zien dat de kruisingsfeature en streepfragmenten goede resultaten leveren op historische documenten van hoge kwaliteit (weinig ruis en makkelijk binair te maken). Echter, de gradi¨ent-gebaseerde descriptor lev-ert stabielere resultaten op historische documenten van lage kwaliteit (met beschadigingen of ruis en moeilijk binair te maken).

Om historische documenten te dateren en te lokaliseren is een Multi-Label Self-Organizing Map (MLSOM) getraind om correlaties tussen visuele elementen van een laag niveau te correleren met meervoudige labels. De MLSOM kan worden gebruikt om labels te voorspellen juist omdat het labels bevat, en het kan worden gebruikt om het codeboek te trainen dat subtielere informatie bevat met be-trekking tot labels. De experimenten met de MPS dataset laten zien dat gebruik van multi-label guided clustering om het codeboek te trainen betere resultaten oplevert zowel voor datering als lokalisatie.

Hoofdstuk 7 presenteert het thema dat de rode lijn is in dit proefschrift: het gezamenlijke feature-verdeling principe (“Joint Feature Distribution”, JFD) om krachtigere en meer

(4)

onderschei-dende features te ontwerpen gebaseerd op bestaande textuurfeatures. Het omvat drie deelprincipes: de ruimtelijke gezamenlijke feature-verdeling (JFD-S), de gezamenlijke feature-verdeling van eigen-schappen (JFD-A) en de gezamenlijke kernel-verdeling (JFD-K). Recursief gebruik van deze drie principes met passende lokale features en kernelfuncties kan nieuwe en abstractere features genereren die specifieke betekenis kunnen hebben. Een uitgebreide selectie van bestaande en voorgestelde fea-tures is ge¨evalueerd op het begrip van historische documenten, waaronder schrijver- en schriftherken-ning en de datering en lokalisatie van historische documenten.

Drie nieuwe features zijn gebaseerd op de Hinge feature (Bulacu and Schomaker, 2007) voor schrijveridentificatie: Co-occurence Hinge (CoHinge), viervoudige Hinge (QuadHinge) en ∆nHinge,

op basis van respectievelijk de JFD-S, JFD-A en JFD-K principes. CoHinge is de ruimtelijke geza-menlijke Hinge kernel op verschillende posities en QuadHinge is de gezageza-menlijke eigenschap Hinge kernel met informatie over kromming. In dit hoofdstuk komt ook een ander COLD feature voor, die de gezamenlijke verdeling van de relatie is tussen ori¨entaties en lengtes van een verzameling lijnseg-menten van inktspoorcontouren. Experimentresultaten op vijf maatstaven voor schrijveridentificatie en schrijverretrieval laat zien dat CoHinge en QuadHinge veel betere resultaten behalen dan de originele Hinge features. ∆nHinge volgt het JFD-K principe en gebruikt de differentiaal operator kernel tussen

twee verschillende Hinge kernels op verschillende posities, en is rotatie-invariant. Daarnaasst zijn de ∆nHinge en COLD minder gevoelig voor de streeplengte en geven ze de beste prestaties op Engelse handgeschreven teksten geschreven door Chinezen die lange streeplengtes gebruiken.

De studies in dit proefschrift laten zien dat het ontwerpen van handgemaakte features niet slechts een ad hoc aanpak is: krachtige features kunnen worden geconstrueerd en gebruikt volgens bepaalde principes, zoals het voorgestelde principe van gezamenlijke feature-verdelingen. De voorgestelde fea-tures beschrijven verschillende aspecten van het handschrift in manuscripten, zoals kromming of struc-tuurinformatie van de handgeschreven strepen. Dit heeft mogelijk invloed op forensische wetenschap of digitale geesteswetenschappen: ze kunnen worden gebruikt om documenten te zoeken op basis van vergelijkbaar handschrift en dan daardoor dus niet alleen worden gebruikt voor schrijveridentificatie, maar ook voor de datering en geografische lokalisatie. Omdat de meeste technieken op gebied van ma-chine learning een “black box” zijn voor de eindgebruiker is het belangrijk basis waarop een beslissing is gemaakt en de betrouwbaarheid van de resultaten te communiceren. Onze methodes, zoals het kruis-ingsfeature en contour- en streepfragmenten zijn makkelijk te visualiseren en te gebruiken in interface design. Onze methodes kunnen daarom computationele resultaten produceren die eindgebruikers zoals paleografen en geschiedkundigen kunnen begrijpen.

(5)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hinge feature proposed in (Bulacu and Schomaker, 2007). Although the Hinge feature has been successfully used in writer identification, there is one obvious drawback: it is sensitive

In this chapter we have introduced two novel curvature-free features: the run-lengths of Local Binary Pattern (LBPruns) which is the run-lengths histogram of local binary patterns

The proposed Junclets representation which is computed from a learned codebook achieves much better performance for writer identifi- cation, especially between English and

The proposed kCF and kSF can be considered as grapheme-based representations and have several attractive properties: (1) kCF and kSF cover short contour and stroke fragments of

The unsupervised cluster methods (such as regular SOM or k-means) discard the subtle difference among labels and are less discriminative in contrast to the proposed MLSOM method.

In this section, we evaluate the feature performance for writer identification based on single- script and the results on five data sets are given in Table 7.1, from which we can

Discussion This thesis studies different problems for handwritten manuscript understanding, including writer identification, script recognition, historical document dating

and Brink, A.: 2007, Text-independent writer identification and verification on offline Arabic handwriting, International Conference on Document Analysis and Recognition (ICDAR),