• No results found

Verslag van het onderzoek naar de werking van een aantal organische stikstofmeststoffen, 1960

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag van het onderzoek naar de werking van een aantal organische stikstofmeststoffen, 1960"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

<2?

Bibliotheek Proefstation

Naaldwijk PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS

TE NAAIDWIJK. A

2 K

73

Verslag van het onderzoek naar de werking van een aantal organische stikstof-nieBtst of f en, i960.

door:

J.de Koning.

(2)

proefstation voor de groenten ei^ruitteelt onder glas ^n^aldwijk.

VERSLAG VAN EET ONDERZOEK NAAR DE WERKING VAN EEN AANTAL ORGANISCHE STIKSTOFliESTST OFFEN 1959«

Door

(3)

Inhoud. biz. Inleiding 1 Hoofdstuk I De proefopzet 2 " II Het teeltverloop 3 " III De opbrengsten 4

" IV De resultaten van het grondonderzoek 6

" V De nawerking van de meststoffen 9

" VI Conclusies 10

" VII Samenvatting 11

(4)

Inleiding»

Het doel van de proef was om de stikstofwerking van verschillende organische stikstofmeststoffen bij sla en tomaten n^/te gaan.

Deze proef is een vervolg van dergelijke proeven, die 1955» 1956 en 1957 werden genomen.

Behalve een aantal meststoffen, die in voorafgaande jaren zijn onderzocht, zoals bloedmeel en vedermeel, werd ricinusmeel in de proef opgenomen. Ricinusmeel is een afvalprodukt uit het zaad van Ricinus

communis L., dat gebruikt wordt voor de winning van wonderolie. Eet bevat 5,6 'fo II, is tamelijk goedkoop als organische stikstofmeststof nl. ongeveer f. 2.00 per kg II, doch heeft als nadeel de giftige werking voor mens en zoogdieren als gevolg van het gehalte aan ricine.

(5)

Hoofdstuk I.

De proefopzet.

De proef werd uitgevoerd als potproef in het eerste deel van waren­ huis 29 tij sla en tomaten. Gebruikt werden gewone bloempotten no 0, hoogte 27 cm en middellijn 32 cm, welke een inhoud hebben van ongeveer 10 liter grond.

De volgende objecten waren aanwezig;

object meststof gehalte aan H in ^

R ricinusmeel 5>6

V vedermeel 11,6

•B bloedmeel 14,0

K kalkammonsalp. 20,5

0 onbehandeld —

Deze meststoffen werden toegepast bij 2 hoeveelheden nl.:

niveau grammen N per pot 1

2

i

1

i

Verder werd als basisbemesting per pot 8 gran patentkali (2 gram K20) en5gram dubbelsuper (2 gram ^2^5) toegediend.

De grond in de potten bestond uit een mengsel van 2 volume delen tuingrond en 1 volume deel turfstrooisel.

Eet gebruikte proefschema was een splitplot, waarbij het hoofd­ effect van de U-niveau's werd gestrengeld met de blokeffecten. Het aantal herhalingen bedroeg 6. Per vak waren 3 potten aanwezig. Voor en achter de proef randrijen van 2 potten breed.

(6)

P L A T T E G R O N D g n n t herh. herh. a b C 1 randrij 82 102 112 122

m

2B 10 2R IK 2Y IB 81

21

101 111 121 ili 2V IK 2B IR 20 IV 80 20 100 110 120 il0 2K IR 2V 10 2B IK 11

§1

21 101 111 129 2R 1B 20 IV 2K IC li 88 §8 108 118 128 20 IV 2K 1B 2R IR 11 21 101

111

ill 1B 20 1B 2V IR 2K li 86 2£ 106 116 126 IV 2R IK 2B 10 2 V li 81 21 101 111

121

IR 23 IR 2K 1Y 20 li M 2i 104 13)4

m

IK 2V 10 2R IK 2B 11 81 il 105 lil

121

10 2K 1Y 20 1B

2R

randrij d e f â patten II A 3 potten 2 potten

(7)

Hoofdstuk II.

Het teeltverloop.

Op 2 februari werden de potten met grond gevuld en bemest volgens onderstaande hoeveelheden in grammen.

niveau meststof 1 2 ricinusmeel 8,9 26,8 vedermeel 4,3 12,9 bloedmeel 3,6 10,7 kalkammonsalpeter 2,4 7,3 onbehandeld — —

De potten werden tot op 10 cm van de rand met het grondmengsel gevuld en de meststoffen met de grond vermengd. Daarna werden de potten aangevuld met het grondmengsel.

Op 23 februari werd de sla ras LIeikoningin geplant, 1 plant per pot. De bovenste grondlaag werd regelmatig enkele centimeters los ge­ houden. Ka 3 weken trad bij 2 planten van een verschillend bemestings­ niveau vedermeel bobbelig blad op. Spoedig was dit beeld in alle vakken waarneembaar. Aanvankelijk werd verondersteld, dat men met bobbelblad-ziekte te maken had. Bij nader ondersoek bleek deze veronderstelling echter niet juist. De symptomen van bobbelblad, mozaïeken chloraatbe-schadiging zijn nauw aan elkaar verwant, liet welke van deze drie ziekten men hier te doen had is niet vastgesteld kunnen worden.

Door het optreden van "bobbelblad" zijn de planten met potkluit en omringende grond verwijderd en op 19 maart is er opnieuw sla van het ras "LIeikoningin" in perspot uitgepoot.

(8)

Ai.

Hoofdstuk III.

De opbrengsten.

Van de sla werd bij het oogsten de totale gewichtsopbrengst be­ paald, het aantal kroppen 'geteld en een beoordeling voor het optreden van rand gegeven.

Gemiddeld kropgewicht in grammen per stuk

object Niveau Gemiddeld

object

1 2

Gemiddeld

Ricinusmeel 200 24O 220

Vedermeel 200 23O 220

Bloedmeel I70 24O 200

Kalkammonsalpeter 200 220 210

Onbehandeld I50 I50 I50

Totale opbrengst 36 kg van 180 kroppen = gemiddeld 20 kg per 100 stuks. De wiskundige verwerking (bijlage II) van het cijfermateriaal toonde aan dat het niveau een betrouwbaar verschil veroorzaakte. Niveau 2 (l-g- gram N per pot) gaf een hogere opbrengst dan niveau 1 (-g- gram H per pot).

Van de die niveau's werden de volgende gemiddelden gevonden:

onbehandeld 150 gram per krop

niveau 1 zonder onbehandeld 190 gram per krop niveau 2 zonder onbehandeld 230 gram per krop

Bijgaande figuur geeft verband tussen N-gift en gemiddeld kropgewicht. 300 200 100 g/krop J 1 t 1 : L g N/pot

(9)

Tussen de meststoffen was gemiddeld geen "belangrijk verschil aan­ wezig. (Zie tabel van blz.4). Ricinusmeel, vedermeel, bloedmeel en

kalkammonsalpeter hadden dus gemiddeld over de 2 N- niveau's een gelijke stikstofwerking. T.7el bleek een interactie vorm x niveau aanwezig te zijn,

welke werd veroorzaakt door de lage opbrengsten van bloedmeel bij niveau 1. De oorzaak van dit verschijnsel is niet geheel duidelijk, daar zowel de

gewçest

mineralisatie van invloed kan zijn als wel het gehalte. V/at dit

laatste betreft is het opgegeven gehalte aangenomen en helaas geen aparte analyse uitgevoerd.

Verder bleek uit de verwerking dat het vruchtbaarheidsverloop bin­ nen het proefveld zeer belangrijk was. De zuidelijke helft van de proef gaf een beduidend hogere opbrengst dan de noordelijke helft.

De kwaliteit van de sla werd bepaald door de mate van optreden van rand. Hiervoor werden cijfers gegeven, waarbij een schaal werd gebruikt van 0-5» waarin 0 geen rand en 5 ernstig rand betekende.

De beoordeling werd per plant gegeven, zodat ê ê n vak maximaal 15 kon krijgen en minimaal uiteraard 0 (bijlage III). De gemiddelden per krop zijn berekend uit deze bijlage en vermeld in onderstaande tabel 2. Tabel 2. Hate van optreden van rand gemiddeld per krop.

ni've au meststof 1 2 gem. \ Ricinusmeel 2,0 2,2 2,1 Yedermeel 2,0 2,0 2,1 Bloedmeel 1,7 2,0 1,8 Kalkammonsalpeter 1,7 2,3 2,0 Onbehandeld 1,1 1,0 1,1 Gemiddeld 1.7 1,9 1,8

Uit deze gegevens komt tot uiting, dat geen enkel object zonder rand is gebleven. Het niveau-effect was niet belangrijk, wel bleek onbe­ handeld zeer duidelijk lagere randcijfers te geven t.o.v. de vier

meststoffen. De verschillen tussen deze meststoffen waren ook niet significant.

(10)

Hoofdstuk IV.

De resultaten van het grondonderzoek.

Zowel voor als na de slateelt werd grondonderzoek toegepast. Voor het volledige cijfermateriaal zie resp. "bijlagen IV en V.

De analysedjfers van voor de proef geven weinig aanleiding tot opmerkingen. De waarden van E-water waren niet hoog en deden een reactie op de hoeveelheid stikstof verwachten, aan welke verwachting werd voldaan zoals uit het voorgaande is gebleken. Na de slateelt werd geen volledig onderzoek uitgevoerd, doch alleen de gloeirest, N-water, K-water en P-water bepaald.

De waarde van N-water was na de slateelt gemiddeld lager dan bij de aanvang van de proef nl. resp. 1,1 tegenover 1,7»

Tabel 3» N-water waarde na de slateelt. objecten lierhalin^v. R V B K 0 Som en niveau a 1 0,4 0,7 0,5 0,2 0,6 2,4 b 1 0,6 0,7 0,6 0,4 0,7 3,0 c 1 1,6 0,7 o,5 0,7 0,4 3,9 d 1 1,2 0,7 1,0 0,9 0,9 4,7 e 1 1,0 0,9 1,0 1,0 0,8 4,7 f 1 0,7 0,8 0,6 0,7 0,6 3,4 Som 5,5 4,5 4,2 3,9 4,0 22,1 Gem. 0,9 0,7 0,7 0,6 0,7 0,7 a 2 2,1 1,5 0,9 1,6 0,5 6,6 b 2 1,1 1,4 1,1 1,7 0,8 6,1 c 2 1,9 1,2 2,0 3,5 0,6 9,2 d 2 1,0 5,1 1,4 2,9 0,5 10,9 e 2 1,6 1,6 1,6 1,8 0,8 7,4 f 2 2,6 1,2 0,9 1,2 0,6 6,0 Som 9,8 12,0 7,9 12,7 5,8 46,2 Gem. 1,6 2,0 1,3 2,1 0,6 1,5 Totaal 15,3 16,5 12,3) 16,6 7,8 68,3 Gem. 1,3 1,4 1,0 • 1,4 0,6 1,1

(11)

h.

Bij niveau 2 was het B-cijfer wel hoger dan bij 1, doch het verschil was niet erg groot. Een duidelijk verband tussen de opbrengst en stikstofeijfers na de slateelt was niet aanwezig.

Tabel 4- P-water na de slateelt.

R Y B K 0 herh. 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 Som a 6,8 8,2 10,1 7,2 8,2 8,2 6,5 6,4 12,0 9,1 82,6 b 9,6 9,2 8,9 7,9 9,9 9,7 10,3 7,8 12,1 8,8 94,2 c 10,5 10,4 9,0 5,7 10,5 9,7 7,2 9,5 11,5 11,5 95,5 d 12,0 9,5 10,3 7,5 10,0 10,5 8,7 7,7 12,0 10,0 98,2 e 9,2 7,2 11,5 7,7 9,2 7,8 8,2 7,7 11,5 8,3 88,3 f 9,1 10,5 12,5 7,4 9,6 8,2 11,0 6,6 8,3 13,0 96,2 som 57,2 55,0 62,2 43,4 57,4 54,1 51,9 45,7 67,4 60,7 555,0 gem. 9,5 9,2 10,4 7,2 9,6 9,0 8,6 7,6 11,2 10,4 — soml+2 112,2 105 ,6 111,5 97, 6 1 2 i 3,1 gem. 9,3 8 ,8 9,3 8, 1 10,7 9,3

De P-water waarde was na de proef belangrijk hoger dan voor de proef. 'Waarschijnlijk als gevolg wan de bemesting met superfosfaat. Respectievelijk gemiddeld 9,3 en 4»2. Llerkwaardig, dat V2 belangrijk lager was dan V 1, terwijl kalkaomonsalpeter gemiddeld lager was dan onbehandeld.

Tabel 5« K-water na slateelt.

R Y B K 0 herh. 1 2 1 2 1 2 1 2 .. 1 2 Som a 8,3 8,6 9,0 6,0 9,4 6,8 6,8 5,9 9,0 9,6 79,4 b 8,7 7,3 8,0 5,8 8,3 7,0 8,4 5,7 9,6 10,4 79,2 c 10,5 co O 9,6 7,4 12,0 8,4 8,0 8,2 12,0 11,5 95,6 d 11,5 co O 8,9 8,4 10,5 7,5 8,3 6,1. 12,5 8,7 90,4 e 8,4 7,0 11,5 6,0 8,9 6,7 9,5 6,9 10,1' 7,9 82,9 f 00 12,0 9,0 8,0 10,0 8,4 8,8 6,9 9,7 11,5 91,6 som 55,7 50,9 56,0 41,6 59,1 44,8 49,8 38,7 62,9 59,6 519,1 gen. 9,3 8,5 9,3 6,9 9,8 7,5 8,3 6,4 10,5 9,9 som 1+2 106,6 97, 6 103,9 88,5 12; ?,5 gem. 8,9 8,1 8,7 7, 4 10,2 8,7

(12)

8.

De waarde van K-water was na de slateelt eveneens gestegen t.o.v. voor de proef, ni. gemiddeld resp. 8,7 tegenover 5»9« Onbehandeld gaf hogere K-cijfers dan behandeld, terwijl niveau 2 weer lager is dan

niveau 1. Mogelijk is dit een kwestie van onttrekking. Hoe hoger nl. het N-niveau, des te groter dé opbrengst, dus sterkere kali-opneming.

(13)

Hoofdstuk V.

De nawerking van de meststoffen«

Zonder verandering in de proefopstelling aan te brengen werden na de sla tomaten geplant.' Dit gewas werd vooraf geen bemesting gegeven teneinde de nawerking aan stikstof van de verschillende meststoffen te kunnen bepalen. Daar niet tijdig werd gediefd en andere noodzakelijke cultuurzorgen niet werden toegepast, mislukte deze teelt. De verkregen gegevens waren onbetrouwbaar, zodat omtrent dit onderdeel van het onder­ zoek geen uitsluitsel kon worden verkregen.

(14)

10.

Hoofdstuk VI.

Conclusie.

Uit deze proef is dus naar voren gekomen dat ricinusneel en veder-meel in stikstofwerkin~ gelijk stonden met kalkammonsalpeter, wat voor "bloedmeel alleen het geval was "bij het hoogste »tikstof-niveau.

In verband met het financiële rendement van de meststoffen geeft de volgende tabel een indruk van de kosten (juni i960) uitgedrukt in guldens per kg zuivere stikstof.

ricinusmeel f. 2,00

vedermeel Tl 4,90

bloedmeel tf 4,70

kalkammonsalpeter 11 1,10

Wel is ricinusmeel vergeleken met de andere organische stikstof­ meststoffen veel voordeliger, maar toch nog bijna 2 x duurder dan kalk­ ammonsalpeter.

(15)

11.

Hoofdstuk VII.

Samenvatting.

In een potproef met gewone bloempotten no 0 werd de stikstofwerking van 3 organische stikstofmeststoffen, ni. ricinusmeel, vedermeel en

bloedmeel vergeleken met die van kalkamnonsalpeter. Om een algemeen stikstofeffect te kunnen bepalen, werden 3 niveau's aangehouden nl.

0 gram N per pot ïjj- gram N per pot li gram N per pot

Uit de opbrengstgegevens bleek, dat het effect van de hoeveelheid stikstof zeer betrouwbaar was. De vorm van de stikstofbemesting was niet van invloed. De interactie vorm x niveau was daarentegen wel belangrijk als gevolg van het feit, dat bloedmeel bij niveau -J- gram N per pot een beduidend lagere opbrengst gaf.

Als kwaliteitsafwijking was alleen het optreden van rand belang­ rijk. Geen stikstof gaf het minste rand, terwijl dat bij de overige objeci ten ongeveer 2 x sterker optrad. Tussen de niveau's | g en 1^- g N per

pot en de vier meststofsoorten waren echter geen belangrijke onderlinge verschillen in de mate van rand aanwezig.

(16)

Vak gew. in gr. Vq.k gew. in gr. Vak gew. in gr. Vak gew. in gr. Vak gew. in gr. Vak gew. in gr. 82 230 220 25O 700 92 I40 140 150 430 102 210 250 23O 69O 112 180 I90 I90 56O 122 I70 260 25O 69O 132 130 180 160 470 81 24O 260 200 700 91 200 I70 160 530 101 210 200 330 740 111 180 I70 23O 580 121 200 110 110 420 ^ 160 160 I90 530 80 240 I90 200 63O 90 220 180 I50 550 100 240 23O 200 67O 110 100 100 90 . 290 120 230 27O 210 7IO 160 160 150 470 79 24O 29O 180 710 89 100 110 180 390 99 120 I30 50 300 .109 240 230 130 600 119 70 230 160 460 129 60 -90 100 250 78 I3O I50 I7O 450 88 180 I90 I90 560 98 280 26O 280 820 108 100 210 I40 450 118 200 27O 25O 72O 128 230 110 200 540 77 I30 200 I50 480 . 87 I70 210 I4O 520 97 23O 20Q 200 630 107 230 280 25O 760 117 180 25O 200 63O 127 200 180 25O 63O 76 200 24O 250 690 86 280 26O 200 . 740 96 180 205 25O 680 IO6 220 23O 220 67O 116 150 I90 190 530 126 120 260 25O 63O 75 210 200 160 570 85 27O I90 280 740 95 290 25O 280 820 105 I90 27O 29O 750 115 150 210 24O 600 125 190 200 390 74 290 240 210 740 84 29O 230 23O 750 94 180 200 24O 620 104 27O 260 280 810 114 180 23O 210 620 124 I90 280 210 680 75 180 I30 I90 500 85 220 210 220 65O 95 200 I90 24O 630 105 220 I30 220 570 ^ 170 24O 26O 67O 123 220 230 230 680

(17)

Vak gew. in gr. O O O 1 O na go vo 1 r-— 1—t 1—1 1—i j "*3" Cv) KA rH O O O I O MD 00 ON KA 1—1 H H 1 LTN r—( KA 1—1 O O O 1 O VO VO UA 1 t— 1—1 1—1 1—1 1 O KA rH t O O O 1 O VO ON O I UA <H I <M OA CM 1—1 O O O O KA rH O I "*4" (M rH CM 1 UA CO CM 1—1 O O O O O co UA I KA CM rH CM 1 VO CM 1—1 O O O 1 O CM VO UA 1 KA rH CM CM 1 VO VO CM 1—1 1 O O O 1 ON O ON 1 rH CM 1 KA UA (M 1—1 124 190 280 210 680 O O O 1 O CM KA NA CD CM CM CM 1 VO KA CM rH Vak gew. in gr. O O O 1 O t— vo UA 1 ON fH CM C\J 1 VO (M CM 1—t O O O 1 O O rH rH 1 CM CM rH rH 1 rH CM rH O O O 1 O KA t— rH ! rH (Al (M CM 1 r— O CsJ rH O O O 1 O C*— KA VO 1 VO CM H 1 ON 1—1 1—1 O O O 1 O O t"— UA CM CM CM CM 1 CD 1—1 1—1 O o i o 00 O O 1 KA rH UN CM 1 VO CM c— rH (—I O O O 1 O UA ON ON 1 KA r — l i — I r — 1 1 UA VO rH rH O O O 1 O UA rH ^4- I O rH CM CM 1 VO UA 1—1 1—t O O O 1 O 00 KA rH 1 CM rH CM CM 1 VO rH rH O O O 1 O f— VO I t— H CM C\J 1 VO N*\ rH rH Vak gew. in gr. O O O 1 O 03 OA CT\ I VO i—i rH 1—1 j UA CM iH 1—1 O O O 1 O CD t—• KA I CO 1—1 rH CM 1 UA rH rH rH O O O 1 O O O OA 1 CTA rH rH 1 CM O 1—f 1—1 O O O 1 O ^ NA NN I O CM CM H 1 VO OA O rH O O O 1 O O rH 1 JA rH CM rH 1 'vj-CD O rH O O o i o KA CO UA 1 VO CM CM CM 1 t— f— O rH O O O 1 O CM KA CM t— CM CM CM 1 VO VO O rH O O O 1 O ON f— ON 1 UA rH CM CM 1 C"— UA O 1—1 O O O 1 O t— VO CO 1 rH CM CM CM 1 CD •"3" O rH O O O 1 O CM CM 1 r— CM H CM 1 in O rH Vak gew. in gr. O O O O 1—1 LfN KA ON N N (M VO (M O r—1 O O O O rH O NA -tf-CM -tf-CM NA r— r-H O f—1 O O O 1 O •"st" KA O I C— CM CM CM 1 vO O O rH O O O 1 O CM KA UA 1 O 1—t rH I KA ON ON O O O 1 O CO VO CD 1 CM CM CM CM 1 CO CD ON O O o i o KA O O 1 KA CM CM CM 1 VO t— ON O UA O I O CO O UA 1 CO rH CM CM 1 VO VO ON O O O 1 O ON UA CO 1 CM CM CM CM 1 CO UA ON O 0 O 1 O CO O TJ- CM rH CM CM 1 VO -3" ON 0 O 0 1 0 O ON 't 1 CM H CsJ 1 VO r<-\ ON • fH uo c •H • !* a) Ctf1 > O O O 1 O vf 't IA rH rH rH 1 *4-CM OA O O O 1 O O t— VO 1 KA CM rH '—1 j UA rH OA O O O 1 O CM CD UA 1 UA CM rH rH 1 UA O OA O O O 1 O O rH CO ON rH 1—li—1 1 KA ON 00 O O O I O CD ON OA 1 VO i—1 rH rH 1 LfA 00 CD O O O 1 O C— rH 1 CM rH CM rH 1 UA f— CO O O O 1 O GO VO O 1 ^J-CM ^J-CM CV1 1 C--VO CO O O O I O f- ON (O <t CM rH CM 1 f— UA CO O 0 O 1 O ON KA KA UA CM CM CM 1 t— 00 O O O 1 O W H CM I IA CM CM CM 1 VO K"\ ao • fH to ä •H « 0) tJÛ M cd >• O O O 1 O KA C\J LPS 1 O CNI CM CM | t— CM CD O O O •>=t vo O I O 1 O CM CM CM 1 t— 1—1 CD O O o i o •«t OA O 1 KA CM H CM 1 VO O CD O O O 1 O ^1" ON CO 1 rH CM CM iH 1 C— ON r— O O O 1 O KA UA f— I UA rH rH rH 1 CD r— O O O 1 O KA O UA 1 00 H CM rH 1 ^4* f— t— O O O 1 O O "3- UA ON CM CM CM 1 VO VO r— O O O I O rH O VO I t~ CM CM rH 1 UA UA c~-O 0 o i o . ON rH 1 •"vt"' CM CM C\| 1 r~ f— 0 0 O 1 0 CO KN ON O r-H rH rH j LPv NA r— ä Q) -P O P*

(18)

Potproef organische W-meststoffen 1959, sla. Bijlage II. Totale opbrengsten in decagrammen.

N. herhaling a b e c e f Som v 6 au Object 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 Som R 55 71 58 69 54 72 57 74 82 81 63 68 369 425 . 804 V 56 70 60 67 53 69 69 75 63 76 60 63 361 420 781 B 39 70 45 74 47 71 48 74 63 67 67 68 309 424 733 K 53 63 56 82 47 46 74 65 68 75 62 63 360 394 754 0 43 45 29 30 25 42 50 52 62 57 53 39 262 265 527 Som 246 319 248 322 236 3<3O 298 340 338 356 305 301 1661 1938 1 . Som 565 570 526 638 694 606 3599 3599

Samenvattende tabellen + variantie-analyse. ^^^niveau

Par. ^^^niveau Som obj. ^j^lyeau 1 2 Som

Par. 1 2 Som obj. ^j^lyeau 1 2 Som

a 246 319 565 El 369 435 804 b 248 322 570 V 361 420 781 c 226 300 526 B 309 424 733 d 298 340 638 K 360 394 754 e 338 356 694 0 262 265 527 f 305 301 606 Som 1661 1938 3599 Som 1661 1938 I3599 Som 1661 1938 3599 Som 1661 1938 I3599

factor s. k. a. g.v.V. gem.kw F/tej). F (theor.) p Jot.h.ver. 3.630,18 11 Par. ' " 1.791,68 5 358,34 3,20 5,05; 10,97 0,11 lliveau 1.278,01 1 1278,81 11,42+ 6,61; 16,26 0,02 lest 559,69 5 111,94 • Par. W.Z. 1.278,81 1 1278,81 11,42+ 6,61; 16,26 0,02 Äest par. 512,87 4 128,22 1,14 5,19; 11,39 >0,20 i'ot.s.verd. 10.288,98 59 Par. " 3.630,18 11 330,02 6,69^ 2,04; 2,79 < 0,01 9bj. 4-112,53' 4 1028,14 20,85*" 2,60; 3,83 l 0,01 Int.ohj.x niv. 573,44 4 143,36 2,91+ 2,60; 3,83 0,03 .lest 1.972,80 40 49,32 Beh.onbeh.. 3.872,07 1 3872,07 78,51++ 4,08; 7,31 < 0,01 overige m.st. 240,49 3 80,16 1,62 2,84; 4,32 0,20 v. c. =

lûiâ

V-. c. = 11,71

(19)

Bijlade III.

Potproef organische U-meststoffen 1959-sla. Cijfers voor rand.

Vak rand Vak rand Vak . rand Vak rand Vak rand Vak rand

32 0 1 3 4 92 , , 2 2 5 102 1 2 4 112 0 1 2 3 122 2 2 2 6 132 1 1 1 3 31 1 2

|

5 91 2 2 3 7 101 2 3 3 8 111 1 0 2 12! , 0 0 1 !3l x l 3 5 5 0 1 6 90 2 1 2 5 100 1 4 1 6 110 0 0 0 0 120 1 2 2 5 !3° , 2 1 4 1 3 l 5 8* 0 2 3 5 95 0 0 0 0 109 2 2 0 4 119 0 3 1 4 129 0 0 0 0 0 2 0 2 88 x 4 ; 98 . 4 4 4 108 o 3 1 4 118 2 3 6 128 2 2 2 6

"

1 2 0 3 87 2 2 2 6 97 J 2 1 6 107 2 4 2 8 117 1 4 1 6 127 2 2 1 5 76 0 2 4 6 86 4 1 4 9 96 , 3 3 7 106 0 2 3 5 116 0 2 3 : 5 126 0 2 1 3 75 4 1 2 7 85 3 2 3 8 95 4 3 3 10 105 5 3 3 9 115 3 2 2 7 125 2 2 4 74 3 2 1 6 i84

4

1 2 4 10 94 x 2 2 5 104 5 3 3 9

o

2 2 4 124 2 1 3 6 75 3 0 2 5 83 2 2 2 6 93' x 2 5 8 105 5 0 2 . 5 ! 113 2 3 4, 9 !23 2 2 2 6

(20)

Bijlage IV.

N. herhaling a h c d e f Som Som

^*üixyeau object 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 l 2 1 2 E 5 5 2 ' 4 6 6 7 9 10 9 6 6 36 39 75 V 6 5 4 6 5 6 6 10 8 8 7 3 36 ' 38 74' B 5 4 4 8 3 5 3 8 6 5 9 6 30 36 66 K 7 6 3 12 4 4 6 6 7 9 4 5 31 42 73 0 5 2 0 0 0 1 5 6 5 5 5 4 30 20 50 Som 28 22 13 30 18 22 27 39 36 36 31 24 153 173 326 Som 50 43 40 66 72 55 326

»amenvatte nde tabellen. \ niv. 2 Som niv. ob jectV^ 1 2 Som ier\ 1 2 Som niv. ob jectV^ 1 2 Som a 28 22 50 R . 36 39 75 b 13 30 43 V 36 ' 38 74 c 18 22 40 B 30 36 66 d 27 "39 66 K 31 42 73 e 36 36 72 Ô 20 18 38 f 31 24 55 Som 153 173 326 Som 153 173 326 .

factor s .'k. s . £.V.V. Gem.kw. F. (ber>. ' F. f theor.) 2 G tot.h.verd. 133.57 11 parallellen 8O.I4 5 16,03 1»71 5,05; 10,97 )0,20 niveau 6*66 1 6.66 (1 rest 46.77 5 9.35 par.n.z. 60.00 1 60.00 6.42 binnen par. 20.14 4 5.03 (l • 6,61; 16,26 0,05 tot.s.verd. 350.73 59 parallellen 133.57 11 12.14 3-79++ 2,04; 2,79 ^0,01 abjecten 8I.24 4 20.31 6.35++ 2,60; 3,83 (0,01 interactie 7.85 4 1.96 (1 ïest 128.07 40 3.20 aeh.onbeh. 77.07 1 77.07 24.08++ 4,08; 7,31 (0,01 Dverige m.st. 4.I7 3 1.39 4

(21)

Bi.i lage V.

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder glas te Naaldwijk

Telefoon 01740-4545 en 4546 ZUIDWEG 38 GIRO 293110

Brief no

Monster(s) ontvangen : omtrent het onderzoek van grondmonster(s) van:

VERSLAG

DE HEER Potproef organische N-meststoffen 1959-sla. Resultaten grondonderzoek bij het "begin van de proef.

Kosten: f

Gelieve te storten giro no. 293110

Vlugge betaling bespaart U onkosten Naaldwijk, 19..

Volg-,ummer Merk v.h. monster Orga­ nische stof % 5.5 5.5 Ca C03 % 1.7 1.4 P H 6.9 7.1 •) Na a Gloeirest (extract) % 0.07 0.06 N-water 1.6 1.8 •) p-water 4.1 4.3 •) K-water 5.9 5.9 Magne­ sium a.z. 71 86 Mangaan 8.8 9.7 •*) Ijzer a.z. 0.8 0.9 **) Alumi­ nium a.z. 0.3 0.2 Advies :

Niet besproken analysecijfers zijn normaal voor betreffende grond. Alle cijfers zijn omgerekend op bij 105"C gedroogde grond.

Alle hoeveelheden mest zijn, tenzij nadrukkelijk anders vermeld, bedoeld per vierkante roe. *) Uitgedrukt in mg. per 100 g. grond.

(22)

Bi.ilageyi.

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder glas te Naaldwijk

Telefoon 01740-4545 en 4546 ZUIDWEG 38 " GIRO 293110

Brief no

VERSLAG

Mooster(s) ontvangen : omtrent het onderzoek van grondmonster(s) van :

DE HEER Potproef organische K-meststoffen 1959-sla

Resultaten grondonderzoek na de slateelt. Kosten: f

Gelieve te storten giro no. 293110

Vlugge betaling bespaart U onkosten Naaldwijk, 19

Volg­

nummer Merk v.h. monster Orga­ nische stof % Ca C03 % P H •) Na Cl Gloeirest (extract) % •) N-water •) p-water •) K-water Magne­ sium a.z. .*) Mangaan a.z. **). Ijzer a.z. **) Alumi­ nium a.z. .0. 73 0.16 0.9 12.- 12.-0.15 0.9 12.- 13.-74 0.15 0.9 8.8 7.8 0.14 0.9 8.7 8.8 75 0.15 112 15.- 12.-0.13 1.1 11.- 11.-76 0.13 1.1 9.6 8.0 0.13 0.3 11.- 9.8 77 0.13 1.4 10.- 10.-0.13 n • 5 m. _ n.~ Advies :7 8 0.13 0.7 9.7 9.3 0.12 0.3 8.6 10.-79 0.14 2.6 8.6 8.3 0.13 1.6 7.8 9.0 80 0.12 1.3 7.1 5.9 0.10 1.9 5.7 5.9 81 0.13 1.6 7-3 5.5 0.12 1.3 7.1 6.5 82 0.13 1.0 8.6 6.3 0.12 0.7 7.8 7.3 83 0.15 3.2 8.2 5.8 83 0.14 2.5 7.2 6.5 84 0.17 5.6 7-9 8.0 84 0.15 4-7 7.1 8.8 85 0.16 1.5 10.- 7.3 0.15 1.3 11.- 7.8 86 0.13 1.3 10.- 7.6 0.12 0.7 9.1 8.5

Niet besproken analysecijfers zijn normaal voor betreffende grond. Alle cijfers zijn omgerekend op bij 105°C gedroogde grond.

Alle hoeveelheden mest zijn, tenzij nadrukkelijk anders vermeld, bedoeld per vierkante roe. *) Uitgedrukt in mg. per 100 g. grond.

(23)

87 0.10 0.5 10 — 8.0 112 0.10 0.4 8.6 8.4 0.11 0.5 10 — 9.5 0.10 0.5 12 — 8.5 0.12 0.6 10 — 8.5 ' 0.13 0.73 9-3 10 — 88 0.11 0.8 10 — 9.5 113 0.11 0.5 9-9 10 — 0.11 0.4 7.5 8.8 0.12 0.9 10 — 8.3 89 0.11 0.7 8.9 10 — 114 0.11 0.4 12.- 9-3 0.11 0.5 6.8 7.6 0.14 1.0 11 — 8.8 90 0.103 0.3 6.9 9.0 115 0.12 0.5 14- 9-3 0.10 0.2 7.0 6.3 0.11 0.8 8.3 9.5 91 0.09 0.3 6.1 7.3 116 0.11 0.4 8.4 10 — 0.12 0.5 14 — 8.8 0.11 0.8 7.2 7.8 92 0.11 0.7 10 — 9.3 117 0.10 0.6 11 — 8.8 0.16 0.9 13 — 11 — 0.13 2.0 8.9 7.8 93 0.14 0.9 10 — 12 — 118 0.14 1.7 12 — 8.3 0.11 1.0 12 — 9-3 0.14 4.0 8.0 8.0 94 0.10 0.5 11 — 11 — 119 0.13 3.1 11 — 8.5 0.13 1.2 10 — 8.3 0.15 2.3 8.4 8.5 95 0.11 0.7 8.4 8.5 120 0.13 1.7 11 — 8.3 0.15 1.2 4.5 9.3 0.12 0.5 10 — 12 — 96 0.13 0.7 12 — 9.8 121 0.10 0.7 13- 11 — 0.12 1.4 7-5 8.5 0.13 1.2 5-4 7-3 97 0.11 0.6 11 — 9-3 122 0.12 6.1 7-6 0.12 1.9 5-7 5.5 0.18 2.4 l o ­ 12 — 98 0.10 1.5 10 — 5-9 123 0.17 1.7 ll— 12.-0.11 1.1 6.7 9.8 0.12 1.2 7-9 8.5 99 0.10 0.5 11 — 11 — 124 0.11 0.5 8.6 8.3 0.10 1.8 6.9 5.7 0.12 0.9 14 — 12 — 100 0109 0.9 9.0 5-9 125. 0.10 0.3 12.- 11 — 0.11 1.4 7-5 6.8 0.13 1.1 7.0 9.0 101 0.11 0.7 12.- 7-3 126 0.12 1.3 7.8 7.0 0.11 1.4 8.4 7.0 0.10 0.8 6.4 6.7 102 0.10 0.8 10 — 7-6 - 127 0.10 1.5 6.9 6.1 0.11 0.9 6.7 7-6 0.15 1.4 11 — 11 — 103 0.10 0.7 10 — 8.3 128 0.12 1.7 l o ­ 10 — 0.12 1.6 8.4 6.5 0.12 0.6 ll— 12.-104 0.12 1.5 6.9 7.6 129 0.11 0.2 12 — 12.-0.14 2.0 7.2 7-0 0.10 0.8 7.0 8.0 105 0.11 1.5 8.3 6.8 130 0.09 0.5 7-4 8.0 0.12 2.0 6.7 6.5 0.11 1.0 9.7 10.-106 0.11 1.1 9.0 7.0 131 0.09 0.3 8.4 9.3 0.15 1.8 6.1 5.9 0.14 0.6 11— 12.-107 0.13 1.3 9.3 6.1 132 0.13 0.4 10 — 12.-0.10 0.6 8.1 8.3 * 108 0.09 0.7 9.8 8.3 0.12 0.6 6.9 8.0 109 0.11 0.9 11 — 8.0 0.10 0.8 9-3 9.8 110 0.09 0.7 15.- 9-5 0.10 0.7 8.3 8.0 111 0.09 0.5 11 — 9-5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

— Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 4 mai 1999 portant nomination des membres de la Commission « Normes en matière de Télématique au service du secteur des Soins de

der draadjes te pleiten. Als men hier nu inderdaad met fibrine- draadjes te doen zou hebben, dan zou het melkstremmingsproees in een geheel nieuw licht verschijnen; men zou dan moeten

Basis- Aanleg / Aandacht Bijzonder Inspectie Toezicht Incidenten Eind-. emissie uitvoering voor operationeel management

Het HvJ zou dus thans, in mijn optiek, tot een ander oordeel zijn gekomen, namelijk door te overwegen dat op gedrukte boeken op papier en andere fysieke dragers niet een

To investigate the clinical response to midazolam plasma concentration on sedation level, to assess the amount of var- iability and to find clinically significant covariates, we

This involves altered B-cell antigen process- ing and presentation via HLA-II molecules, T cell-derived IFN-γ and organization within GCs to trigger pathogenic B cells as well as

❍ Pas zwevende hielen toe (= hielen niet op matras/kussen laten rusten) op eender welke matras of kussen, maar zorg voor geen nieuwe drukplekken. - Zorg dat er

Parallel hiermee wenst de Afdeling dat alle bijkomende middelen die zijn gevraagd op het vlak van de (her)bouw van gebouwen zouden worden geïntegreerd in het