• No results found

Vraag nr. 202 van 14 mei 2001 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 202 van 14 mei 2001 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 202 van 14 mei 2001

van de heer CARL DECALUWE De Lijn – Zwartrijders

In het najaar van 2000 werd een grootschalig frau-deonderzoek georganiseerd door De Lijn. De be-doeling was na te gaan in welke mate reizigers na-laten vervoersbewijzen aan te kopen. In 1996 werd een eerste fraudeonderzoek uitgevoerd.

1. Wat werd er in het kader van dit fraudeonder-zoek precies nagegaan ?

Wat waren de onderzoeksparameters ? 2. Wat waren de resultaten van dit onderzoek ?

Wat waren de directe gevolgen voor de fraude-rende reizigers ?

3. Welke conclusies kunnen uit het onderzoek worden getrokken m.b. t . de organisatie en con-trole van het busvervoer ?

4. Is er een evolutie merkbaar ten opzichte van het eerste onderzoek in 1996 ?

5. Worden aan deze conclusies acties verbonden ? Zo ja, welke maatregelen worden voorgesteld om de knelpunten te ondervangen ? Welke mid-delen worden hiervoor uitgetrokken ?

Antwoord

1. Het fraudeonderzoek in het najaar van 2000 vormt een onderdeel van de algemene fraude-meting die in 1996 werd uitgevoerd bij 136.000 r e i z i g e r s. Jaarlijks worden in oktober en novem-ber zogenaamde deelmetingen uitgevoerd, d i e een inzicht verschaffen in eventuele wijzigingen in het fraudegedrag ten opzichte van de meting uit 1996.

De algemene fraudemeting behelst enerzijds de reizigersfraude (% van de reizigers die fraude plegen) en anderzijds de ritfraude (% van de ritten waarop ten minste één fraudegeval wordt vastgesteld).

Zowel voor de ritfraude als voor de reizigers-fraude waren de onderzoeksparameters in 1996 de volgende : p i e k , d a l , vrije opstap via voor-d e u r, stevoor-delijke lijn, s t r e e k l i j n , b a s i s l i j n ,s t a voor-d s g

e-b i e d , e-b u i t e n s t a d s g e e-b i e d , s t a n d a a r d e-b u s, g e l e d e b u s, t r a m , gekoppelde tram, w e e k d a g, w e e k e n d , eigen exploitatie, exploitatie door verhuurders. In 2000 koos elke entiteit variabele onderzoeks-parameters. Deze parameters waren :

– Antwerpen : Hermelijntram (stad) – Limburg : basislijnen weekend

– Vlaams-Brabant : lijnen met vrije opstap, d a l en piek, gelede en standaardbussen

– Oost-Vlaanderen : s t r e e k l i j n e n , s t a d s l i j n e n tram, basislijnen

– West-Vlaanderen : stad Oostende, Brugge en Kortrijk

2. De resultaten waren :

– Antwerpen 11,7 % fraudegevallen op 6.441 gecontroleerde reizigers

– Limburg : 0,6 % fraudegevallen op 2.774 ge-controleerde reizigers

– Vlaams-Brabant : 1,4 % fraudegevallen op 3.697 gecontroleerde reizigers

– Oost-Vlaanderen : 1,87 % fraudegevallen op 8.711 gecontroleerde reizigers

– West-Vlaanderen : Oostende : 1,3 % fraude-gevallen op 4.231 gecontroleerde reizigers Brugge : 1,1 % fraudegevallen op 2.914 ge-controleerde reizigers.

Kortrijk : 0,6 % fraudegevallen op 2.406 ge-controleerde reizigers.

De frauderende reizigers betaalden, n a a r g e l a n g de aard van de fraude, de in de geldende tarie-ven bepaalde boeten.

3. De controles worden gericht op de meest frau-degevoelige ritten op basis van de gegevens uit de fraudemeting van 1996.

(2)

5. De entiteit Antwerpen voert een verhoogde controle uit op alle tramlijnen. Hierbij is er ook politiebegeleiding.

Deze controles gebeuren door het korps contro-leurs dat dagelijks op de lijnen aanwezig is. Zowel in de begroting 2001 als in de begroting 2002 werden extra middelen ingeschreven in de dotatie van de Vlaamse Ve r v o e r m a a t s c h a p p i j om extra controleurs aan te werven, die worden ingezet ter bestrijding van agressie op de voer-tuigen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening

Vlaamse regering, een overzicht van het aantal personeelsleden per provincie die een fietsver- goeding voor het jaar 2001 hebben aangevraagd en aan wie een maandelijkse

Er bestaan geen procedures om de tegemoetko- ming toch te verlenen aan de premieaanvrager van wie het perceel zich buiten de bedoelde zones situeert, ook al zou een deel van

Zeker als de projectverant- woordelijke vlot contact krijgt met de betrok- ken administratie of VOI of als het vanuit de visie van de betrokken administratie of VO I o m

door de gemeente en kan dus niet tewerkge- steld worden binnen een V Z W. In artikel 22, § 1 van het decreet van 13 juli 2001 wordt immers bepaald dat de

[r]

Voor de definitie van "kind ten laste" werden door de federale minister Vandenbroucke verschillende denkpistes onderzocht, gaande van "persoon ten laste zoals bedoeld in

Hoeveel en welke gemeenten hebben nu reeds een bijakte en modules afgesloten waardoor zij in aanmerking komen voor subsidiëring van het Vlaams Gewest?. Om welk subsidiebedrag gaat