• No results found

Socialisme voor morgen ...

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Socialisme voor morgen ... "

Copied!
80
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ler de :en

ds de het der age het

de den :ter-

.orte dat ege- nge-

Ten geleide

In de herfst van het vorig jaar publiceerde het Engelse maand- blad 'Socialist Commentary', een manifest van een aantal jonge socialisten, dat zij in een lange reeks besprekingen hadden voor- bereid en onder de titel 'Socialisme voor morgen', de wereld inzonden.

Na de vele veronderstellingen over houding en opvattingen van jongeren ten opzichte van het socialisme, die vooral na de ver- kiezingsnederlaag van najaar 1959 in Engeland aan de orde van de dag waren, kwamen hierin jongeren zelf tenminste aan bod - de opstellers waren allen beneden de dertig. In dit nummer pu- bliceren wij een - bekorte - vertaling van het manifest, verge- zeld van een zevental commentaren, van Nederlandse twintigers.

De commentaren lopen nogal uiteen, van de Aha-Erlebnis, die het de een gaf, tot de afkeer, die het bij de ander opriep.

Ret geheel leek ons interessant genoeg om er deze aflevering vrijwel geheel mee te vullen. Tegen een enkel verwijt dienen de Engelse opstellers in bescherming te worden genomen. Zij beperkten zich bewust tot de problematiek van de Engelse na- tionale samenleving en spraken zich ·niet uit over internationale vraagstukken. De redactie van Socialist Commentary voegde er excuserend aan toe 'zij waren zich volledig bewust, dat Enge;- land zich niet kan Iosmaken van de wereld en dat de verantwoor- delijkheden van het socialisme niet - en zeker niet van het En- gelse- ophouden bij de nationale grenzen'. Dit neemt niet weg, dat het manifest toch wei gelezen moet worden tegen de achter- grond van typisch Engelse verhoudingen. Zij zouden nooit zo- veel schrijven over de 'dertiness' van de Engelse samenleving als zij niet leefden in een land waarin zoveel wat 100 jaar geleden nieuw en vooruitstrevend was, nu vuil en grauw geworden is . Ret laatste artikel in dit nummer handelt daarom iets uitvoe- riger over de situatie van het Engelse socialisme.

REDACT IE 601

(2)

Socialisme voor morgen ...

een Manifest

m

eJ

m

eJ

n. h

(J'

Jo b

Wij... b

Wij zijn opgegroeid in de welvaartsstaat. Wij maken deel uit van st de eerste generatie die niet over klasse-onderscheid hoeft te denken g als het gaat om recht op sociale zekerheid en een aanzienlijke mate s1 van materieel comfort. Wij maken tevens deel uit van die leeftijds- a groep die zich onderscheidt door een sterke aversie tegen de poli- n tieke linkerzijde. En wij behoren tot de groep der 'nieuwe kiezers', o die een beslissende stem kan hebben bij de eerstvolgende verkie- lt zingen. En bij onze bewondering voor de goede zijden van de wei- d vaartsstaat voelen wij tach ook sympathie voor onze leeftijds- o genoten als die zich ergeren aan de manier waarop de Labour Party koppig is blijven steken in de madder van 1945. b

Oude slagzinnen en de oude maatschappelijke analyse raken hun v betekenis kwijt. In 1945 was men het er in radicaal denkende d kringen over eens dat allereerst een eind gemaakt moest worden 1 aan een oude onrechtvaardige maatschappelijke ordening. Wij a hebben daarna een 'nieuwe orde' geschapen, aanzienlijk beter dan 1 de oude, maar toch ook vol met ongerechtigheden ... nieuwe en 11

andere ongerechtigheden, maar in de visies van de politieke par- 0

tijen nauwelijks zichtbaar. De uit die visies resulterende partij- s programs zijn een bewijs voor hun oudbakkenheid. Wij trachten r voor de jaren na 1960 een nieuwe concentratie te bereiken van I radicaal voelen, en wij dringen er op aan dat socialisten hun aan- s vallen zullen richten op eigentijdse problemen. Wij hebben ter v linkerzijde een grabbelton vol goede bedoelingen ter beschikking: I daaruit zullen we een prioriteitenlijst hebben op te stellen waarop l de vragen van vandaag bovenaan staan!

Ons alternatief is, dat we in 1970 komen te staan voor een land dat geen maatschappelijke waarden meer kent. Begrijp goed: wij willen niets afdoen aan de maatstaven van 1945. Maar wij hebben de ervaring opgedaan dat deze maatstaven nu wel overal officieel beleden worden, maar dat ze steeds minder invloed uitoefenen op de werkelijke kwaliteit van het maatschappelijk leven. De

(3)

meeste mensen hechten aan behoorlijk gedrag en menselijkheid, en zij houden daar rekening mee in hun persoonlijk Ieven. De meeste mensen geloven in de idealen van sociale rechtvaardigheid en van gelijke kansen ... maar ons openbare Ieven richt zich niet naar deze idealen! Zij missen maatschappeliike stootkracht. De bloedige opsomming van verkeersongelukken doet het ons koud over de rug !open ... maar we kunnen het geld en de verbeeldings- kracht niet opbrengen om een behoorlijk en veilig wegennet te bouwen. We zijn het er over eens dat adverteren een lege vulgaire bezigheid is en we roepen ach en wee over het niveau van onze ran scholen ... maar aan adverteren wordt aanzienlijk meer geld uit-

~en gegeven dan aan de grondslagen van het lager onderwijs. Stuk voor ate stuk hebben we onze morele maatstaven, onze bezorgdheid voor ds- andere mensen, onze behoefte hulp te verlenen . . . maar in het oli- maatschappelijk Ieven werken die geesteshoudingen niet. Ons :rs', openbare Ieven krijgt meer en meer het aanzien van een morele de- leegte, een uit toevalligheden opgebouwd geheel da:t zijn vorm rei- dankt aan de botsingen van personen en groepen in de wedloop ids- om vooraan te komen.

our Wat is de oorzaak dat onze maatschappij zo duidelijk op twee benen hinkt? Waarom slooft een mens zich uit om zich alles te 1un verschaffen wat in zijn vermogen ligt, en waarom is hij blind voor nde de eerste behoeften van het Ieven - goede scholen, goede zieken- den huizen, goede steden - zaken die slechts door samenwerking met Wij anderen te verwezenlijken zijn, door openbare activiteit? Wordt dan het Ieven 'beter', wanneer we straks allemaal een auto hebben ...

, en maar geen weg om op te rijden en geen landschap om te bewon-

Jar- deren? Onze huiselijke levensstandaard is omhooggegaan nu we in rtij- staat zijn ons de produkten van allerhand commerciele onder- lten nemingen te verschaffen - moesten we deze verbetering niet ge- van paard Iaten gaan met een gelijke verbetering in onze !evens- ian- standaard door onszelf de produkten van maatschappelijke samen- ter werking te verschaffen: huizen, ziekenhuizen, schouWburgen.

ing: Kunnen we iets doen om die doeleinden te bereiken? Op het ogen- rrop blik bedroevend weinig. De conservatieve heilsleer houdt ons een

'help uzelf' maatschappijbeeld voor. De leer van het 'help uzelf land is evenwel ontoereikend om de maatschappelijke benodigdheden wij voor een goed Ieven te veroveren. Waarom zijn we dan in zdn 1ben onnozel opgezet valletje gel open?

:rieel Ten dele wel omdat wij mensen geneigd zijn de gedachte te men aanvaarden dat in het openbare Ieven andere dan normale waar-

De den gelden - en met een dergelijke gedachte gaat nu eenmaal een 6Q3,

(4)

gevoel van maatschappelijke hulpeloosheid gepaard. Men meent dat dE? maatschappij te groot en te gecompliceerd is geworden ...

de deskundigen zullen het wel het beste weten. Deze illusie - essentieel voor het welslagen van het hedendaagse conservatisme - wordt zorgzaam in stand gehouden door de advertentiebureaus in bekende slagwoorden en -zinnen. Onze eerste taak is dat wif de mensen de overtuiging geven dat een radicaal socialisme mogelifk is; dat doodgewone mensen wel in staat zijn vorm te geven aan hun eigen maatschappelijke bestemming .

. . . Zij

Maar dit houdt meer in dan een aanval op enkele bestaande toe- standen. De officiele theorie van de nu bestaande gelijkheid - ·we zijn tegenwoordig kapitalisten onder elkaar' - is een gordijn waar- achter enorme machtsconcentraties en enorm machtsmisbruik schuilgaan. Deze machtsstructuur zelf dient het mikpunt van onze aanval te worden. Wij zijn weliswaar geen kapitalisten, maar even- min zijn we hulpeloos. Maar we moeten snel handelen, anders zullen de meesten van ons vandaag of morgen bemerken dat ze de speelbal zijn geworden van een stuk of wat lieden, ergens ver weg en gespeend van verantwoordelijkheidsgevoel.

Maatschappelijke onmaoht is nu al werkelijkheid. De overtuiging dat actie onmogelijk is wordt gevoed door de ervaringen van de enkelingen die wel iets trachten te ondernemen. Men krijgt waar- schuwingen om de zaken 'volgens voorschrift' aan te pakken. De weinigen die hulpvaardig blijven, die bereid zijn het leven iets ge- makkelijker of iets opwindender of iets afwisselender te maken, raken hopeloos verstrikt in de voorschriften der bureaucratie. Het 'systeem' is tegen hen. De gewone man krijgt het gevoel dat alles erop gericht is hem het zelf-denken of zelf-handelen af te leren.

In iedere denkbare situatie is er wel een buitenstaander die als erkende autoriteit en scheidsrechter op moet treden - de boven- meester, de chef, het Landelijk Bestuur, de Regering, Invloedrijke Mensen. Onderwijs is alleen maar een kwestie van het erin stampen van de bekwaamheden die van je gevraagd worden door een van buiten af opgelegd en fantasieloos examensysteem. W erk is deels een wedloop voor het bereiken van wat meer aanzien ('status'), deels onderdanigheid tegenover nogal willekeurige onverschillige 'superieuren'. Politiek is aileen maar toestemmend knikken bij de .gemeenplaatsen en slechtverklaarde partijprograms die een stuk of wat ver af staande 'hoge omes' in elkaar gedraaid hebben.

Fatsoen is de belangrijkste maatschappelijke deugd; en de uiter-

(5)

at

in

w

ik

.n

·e r-

.k

;e l-

:s

;e :r g e e

t-

e n n .s I, e e .£

lijke kentekenen van het fatsoen zijn consumptiegoederen. 'Per- soonlijkheid' tonen, een verandering of een andere vorm verlangen, is op zijn minst excentriek ... en in het ergste geval onvaderlands- lievend! I Anderen nemen de beslissingen. De maatschappij staat in het teken van ·zij' en 'wij'. Zii trekken aan de touwtjes, en als er iets misgaat zijn Zif ervoor verantwoordelijk.

Achter hen ligt de ware machtsstructuur, de motor van een vreugdeloze verdeelde maatschappij. Materieel comfort heeft de laatste ·natuurlijke' prikkel tot politieke actie of politieke belang- stelling weggenomen. Socialisten kunnen niet meer hopen dat zelfs de jeugd spontaan linksdenkend zal zijn. Er moet gepraat worden over de redenen om radicaal te zijn; die redenen moeten verklaard worden. Het kernpunt van ons program moet zijn dat iedere verbetering, hoe gering ook of van hoe klein plaatselijk be- lang, bijdraagt tot de uiteindelijke vernietiging van de grote maohtsconcentratie en van de geestelijke traagheid die uit die macht ontstond. Als wij niet voortdurend de grote machtsconcen- traties aan de kaak stellen - op financieel, industrieel, maatschap- pelijk en politiek terrein en in aile vormen van bureaucratie- dan is al ons pogen voor een verbetering hier of daar, voor een eerlijker pensioenregeling, voor betere bouw of betere gevangenissen · of noem maar op, volslagen vruchteloos.

Doeleinden

Een populair econoom heeft onze maatschappij eens gekenschetst met de woorden: 'overvloed in huis en een vuile boel in 't open- baar'. Dat onze maatschappij altijd maar meteen klaar staat om de Holle Bolle Gijs van de 'persoonlijke sfeer' met consumptiegoede- ren vol te proppen, terwijl de noden van de gemeenschap voort- durend meer beknot worden, is toch niet onvermijdelijk. De maat- schappij kan een keus maken. Er zijn mensen die geloven dat het belangrijker is om voor elke zieke een ziekenhuisbed ter beschik- king te hebben dan twee auto's voor elk gezin, en voor dezulken is kapitaalvorming op lange termijn veel belangrijker dan het onmid- dellijk uitgeven (op afbetalingsvoorwaarden!), .voor hen zijn ver- keerswegen belangrijker dan 'hi-fi', en onze pliohten tegenover de minder met materii:He goederen bedeelde volkeren belangrijker dan dat onze eigen kasten volgepropt worden met overbodige con- sumptiegoederen. Kortom: voor socialisten is de grote vraag op het ogenblik hoe we de welvaartsverdeling kunnen aftakken van- uit de persoonlijke naar de publieke sector.

Wie heeft eigenlijk gezegd dat de sector van het particuliere 605

(6)

Ieven overvuld moest worden en de publieke sector armoede moest ' lijden? Achter de verschoten decors van democratie en pa:rticulier ~

initiatief wordt steeds meer macht geconcentreerd in de handen van bureaucratische groeperingen, waarvan sommige van politieke aard zijn. De ergste en de machtigste evenwel behoren tot de

'commercie'. De huidige belangrijke lieden zijn die stuk of wat ~

mensen die directeuren en commissarissen zijn van de stuk of wat r werkelijk grote particuliere ondernemingen, de paar grote firma's

die zelf hun prijs bepalen, die hun eigen willstmarge bepalen, hun eigen uitgaven financieren en tegenover niemand verantwoording behoeven af te leggen. Vrijheid voor deze firma's is macht, macht over ons aller Ievens. Die maoht doet zich gevoelen waar industriele grootbedrijven regeringscontrole aan hun laars !append zelf hun op eigen voordeel gerichte investeringspolitiek vaststellen, waar de grate communicatiemiddelen gebruikt worden als een kanaal om behoefte en vraag te creeren na~r een artikel dat enkele aan niemand verantwoording schuldige zakenlieden plotseling op de markt willen gooien. Wie heeft eigenlijk gezegd dat miljoenen be- steed moesten worden voor advertenties? De consument zeker niet.

Gegeven deze omstandigheden kan een regering aileen maar effectief werken als ze zich leent tot hand- en spandiensten aan de grote handelsimperia; als ze voortdurend de loftrompet steekt over het goede leven van de toekomst, grotendeels bestaande uit het in eigendom hebben van de door de handel voortgebrachte produkten en uit een klauterpartij naar de top van de 'standen'-ladder - het wereldje van gezinnen met twee auto's en van hooggeplaatsten.

Er is een alternatief - het is het enig denkbare alternatief. Na- melijk dat een regering de moed opbrengt om dit systeem in het hart te treffen door werkelijk en zonder ophouden haar aanvallen te richten op het onverantwoorde particuliere gebruik van kapitaal, op de advertentie-waanzin en op de positie en de 'status' van de industriele !eiders.

Wij beschouwen de autonomie van de handelswereld als een moreel wgoed als een economisch euvel. Socialisten komen meer en meer tot het besef dat de situatie, waarin de 'baas' vereenzelvigd wordt met de 'held', een verheerlijking betekent van mechanische processen hoven creatieve prooessen, een verheerlijking van han- digheid hoven arbeid. Als het socialisme in de toekomst enige be- tekenis wil houden, moet het deze betekenis hebben - zowel voor wat economie betreft als wat onderwijs betreft - dat het staat v66r de denkende en scheppende arbeid. Verkoopbekwaamheid is een nutteloos artikel. Zolang het besohouwd wordt als onze meest ge-

(7)

er in en .et a- tet en al, de en

~er

gd he m- Je- JOr )6r

:en

ge-

waardeerde maatschappelijke techniek zal er geen eind gemaakt kunnen worden aan het •vuil in het openbaar'.

Ons huidige machtsapparaat produceert meer dan vuil, al is 't vuil wei het meest in het oog lopende produkt. Macht manifesteert zich echter ook in verwaarlozing, in de onmogelijkheid (of weige- t"ing) om de problemen van andere mensen aan te voelen. N6g een resultaat van macht is het klassebesef zoals dat voelbaar wordt in een stuk of honderd ongemakkelijke wrijvinkjes. Klasseverschil, Verwaarlozing, Vuil, - ziedaar de eerste punten waarop wij moe- ten aanvallen.

Wie zich tegen Macht keert moet twee dingen goed in 't.oog houden. Ten eerste -client de strijd open te zijn voor discussie en voor democratisoh uitgedachte maatschappelijke doeleinden. Ten tweede zal er een einde moeten komen aan -de huidige concentratie van macht, die plaats moet maken voor een open systeem waarin de beslissingen openlijk genomen kunnen worden; een systeem waarin de woorden 'een werkzame democratie' geen holle klank meer zullen zien.

Klasse

Men heeft ons verteld dat iemands klasse er niet meer toe doet, de klassenstrijd is uit de tijd. Inderdaad zijn de klassescheidingen nu niet meer -dezelfde als die van 1945. Maar de meeste verhou- dingen in onze maatschappij staan stijf van echt of vermeend supe- rioriteits- of inferioriteitsgevoel, van fatsoen en onfatsoen, juist als vroeger. Nu-de uiterlijke tekenen van stand zijn toegenomen, wor- den de grenzen scherper getrokken. We hebben nu dus aan de ene kant een handjevol 'hooggeplaatsten' (top people) en aan de andere kant een woestenij bestaande uit lieden van even beneden de mid- denklasse, die zichzelf en elkaar praktisch opvreten uit snobisme en krampachtige standsoverwegingen.

Ieder maatschappelijk samenspel geeft tegenwoordig iets te zien dat we drie klasse-afdelingen zouden willen noemen. Ten eerste de bevelvoerende klasse, koning kraaiende hanen in hun respectieve- lijke tuintjes, zuinig bedacht op het bewaren van hun eigen gezag.

Dan zijn er de passieven: ze produceren en ze consumeren en ze Iaten zich door de anderen de wet voorschrijven zolang men niet aan hun gemakkelijk leventje komt. En voorts de slachtoffers, de minderheden: de kinderen die ver beneden normaal zijn en in onze scholen overladen worden met verachting zonder dat er zorg aan ze besteed wordt, de 'marginale' groepen - weduwen, gepen- sioneerden, werklozen, geesteszieken, allen levend op de rand van

607

(8)

het bestaansminimum - die de macht missen om hun eisen ken- baar te maken (immers macht vooronderstelt de mogelijkheid om economische pressie uit te oefenen). Tenslotte de 'excentrieke- lingen', de buitenbeentjes die zo dolgraag meer faciliteiten zouden hebben voor de sport, betere architectuur zouden wiilen zien of aileen maar betere films of wat dan ook ... machteloos tegenover de maatstaven gedicteerd door de alomtegenwoordige noodzaak om te verkopen,

Wij trachten niet aileen maar de feiten betreffende de macht op een andere wijze te stellen. De feiten over het klassebegrip zijn onmiskenbaar. Een enkele kleinigheid als iemands accent, iemands opvoeding of een willekeurig aangeleerd maniertje kunnen iemand plaatsen in de groep van de 'betere' of 'minder goede' stand. Zulk soort dingen houdt de maatschappij onderverdeeld in strak bepaal- de groepen zonder onderling begrip, dit soort dingen bepaalt wie onze vrienden zijn en vormt onze houding.

Meer en meer wordt het zo dat macht een klassebepalende factor wordt. Wat is tegenwoordig de laagste klasse, die het meest van voordelen uitgesloten wordt? Dat is de klasse die over weinig maoht beschikt, dat zijn de minderheden die geen koopkracht hebben noch een organisatie om met kracht voor hun eisen op te komen. De onderdrukten van vandaag hebben geen ·eigen wapens om de klassestrijd mee te strijden; zij vormen een klasse die vol- komen afhankelijk is van andermans sympathie. En dit, in een tijd waarin de voomaamste maatschappelijke uitwerking van het klasse- begrip bestaat uit het feit dat de groepen hun sympathieen binnen steeds nauwer grenzen trekken.

V erwaarlozing

Verwaarlozing is wat ons klassesysteem ons kost aan mensen. Wij hebben, met de wetten der financien, ook de stelling van de finan- ciers leren aanvaarden, namelijk dat de mensen die kopen kunnen belangrijke mensen zijn. De wereld van de jaren 60 is comfortabel en ontzettend gecompliceerd: twee feiten die ons naar onver~

schilligheid toe sussen. Tenslotte Ieven we nu, omdat we opge- klommen zijn tot een ·middenstandsbestaantje, min' of meer vrij, in vergelijking met een paar jaar geleden in een waar paradijs. Maar een 'gedeeltelijk vrij' bestaan is iets anders dan men uit deze archi- tecturale term zou afleiden.

Dit plezierige bestaan van ons is aileen mogelijk doordat het zich afwendt van de groep die geen invloed heeft, die niet gehoord wordt, die geen macht ontleent aan geldverdienen en die zich niet

E

'

}

(9)

[}- liD

:e- en

of

•er ak op ijn .ds nd Ilk al- vie de est lig )ht

te ms ol- jjd se- ten

Nij an- len bel

•er- ge- ,in aar

~hi-

het ord liet

teweer kan stellen. Het is aileen mogelijk door het ontkennen van onze verantwoordelijkheid hetzij voor de duizend miljoen mensen buiten ons land die nog in honger Ieven, hetzij voor de ouden van dagen, de jeugd, de invaliden en de armen hier in ons eigen land.

Aan het randje van 0118 gemakkelijke leventje hangt de griezelige franie van de ellende, van de ongemak.ken of de nooit vervulde wensen van ver.waarloosde minderheidsgroepen.

Vuil

In de trits van maatsohappelijke kwalen die wij te bestrijden heb- ben is 'vuil' als laatste genoemd. Het is een kwaal die in ons maat- schappelijk Ieven door alles heen trekt, en zichtbaar wordt bv. in de bekrompen foei-lelijke instellingen, opgeworpen door machts- groeperingen, door een op ziohzelf gericht klassensysteem en door de verwaarlozing van de noden van andere mensen.

Adverteren is vies uit een ethisch oogpunt bezien, maar boven- dien bedient de adverteerder zich van vieze laagstaande trucjes.

In geen enkel land zijn de advertenties zo afgeladen vol van be- roepen op hebzucht en snobisme en zo volslagen geestloos als hier in Engeland. En de adverteerders geven de pas aan voor de meeste andere massale communicatiemiddelen.

Wat betreft stedelijke en regionale planning, de stijl van open- bare en particuliere bouw - een paar uitzonderingen daargelaten wordt het geheel een steeds grotere smeerboel. Het bedrijfsleven, dat de meest opzichtige dingen neerzet, zou zich het diepst van allen moeten scharnen, omdat men daar toch moeilijk kan vol- houden dat er geen geld genoeg is om iets goed te doen.

Avontuurlijke plannen worden onmiddellijk door boze belasting- betalers afgekraakt. En het resultaat is meestentijds een bende - onsamenhangend, fantasieloos en foeilelijk -, niets dat lijkt op een stad of dorp als gemeenschap. Smerig is ook ons nationale ver- keersprobleem met zijn walgelijke tol aan mensenlevens - de prijs die wij betalen voor onze nationale ego'isten die tientjes besteden willen aan auto's voor ze een cent betalen aan wegen.

In onze steden zijn uitgebreide buurten waar krottenopruiming en een hernieuwde planning broodnodig zijn. Wij Iaten ze voor wat ze zijn. Wij Iaten ze verder verrotten en ze worden zo over- bevolkt en zo vuil dat ze natuurlijke broedplaatsen worden van ellende, misdaad, haat en van het fascisme van morgen.

Woningbouw is misschien wei het kempunt. Officieel hebben we al ruim veertig jaar erkend dat de maatschappij hier een taak heeft. Maar de woningen blijven ver onder de maat en er blijft

609

(10)

een groot tekort aan woningen. Dorps- en stadshesturen worden verplicht om veel zwaardere financiele lasten op zich te nemen dan ze dragen kunnen, zo min trouwens als de mensen voor wie ze bou- wen die dragen kunnen. Het tempo van de woninghouw wordt steeds meer vertraagd uitsluitend om der wille van de chicanes en de benepenheid van een regering die het lef niet opbrengt om de rijkaards in de particuliere sector het kapitaal te laten fourneren voor het vervuilen van deze essentiele taak. Maar het is de grand- slag van welvaartspolitiek om huizen te houwen, uitgaande van de vooronderstelling dat men gedwongen wordt van zijn particu- liere luxe iets af te staan teneinde het vuil in het openbaar op te kunnen ruimen. Een woning is meer dan aileen maar een dak hoven 't hoofd - een woning is een kwestie van eigentijdse maat- staven, van comfort en hygiene. En nu even afgezien van de details van stadsplanning: het feit dat wij er niet in geslaagd zijn om de noodzakelijke hoeveelheid goede en goedkope woningen te ver- schaffen, Is vuil. Vuil en schandalig.

Ook de omstandigheden waaronder de meeste mensen moeten werken zijn m~'er het algemeen ¥nil. Een eeuw van protesten heeft ons nu wat veiligheid en hygiene verschaft, maar we moeten nog steeds fantasierijke fleurigheid en comfort rnissen. De strijd tegen de armoede loopt op z'n eind, maar de strijd tegen de grauwheid wordt aileen maar dringender. En als de arbeidsomstandigheden, de omgeving waarin men werkt, zo treurig hlijven, dan zal de ver- houding van de mens tot zijn arbeid doorgaans een onfrisse be- lediging van de menselijke waardigheid hlijven. Bedrijfsleiders en vakhonden steilen zioh om de haverklap aan also£ ze werkelijk een heraadslaging hielden, en ze doen dat met wederzijdse verachting.

Iedere ernstig ondernomen poging tot deelnerning in een bedrij£

eindigt in apathie. Arheiders en hazen worden gescheiden gehou- den en blijven van elkaar vervreemd door de slaghomen van hun respectieve klasse.

Over de uiterlijke verschijningsvormen van de soorten 'vuil in het openhaar' die we tegenwoordig hehhen, hehoeven we niet verder uit te wijden. Overal treft men dezelfde bekrompen 'TTUlat- staven aan in de kwaliteit van het openbare leven. Ze zifn overal omdat er geen openbaar protest tegen komt, en zolang dat uitblifft hebben de beheerders van de particuliere rifkdommen geconclu- deerd dat ze . het wel wag en kunnen. AI deze hekrompenheid wortelt in overal dezelfde onverschilligheid ten aanzien van het leven van andere mensen, ja zelfs ten aanzien van de eigen leef- wijze afgezien van een minimum aan lichamelijk comfort.

(11)

en an

>U•

·dt en de en td- an :u-

te ak at- .ils de

en

~ft

og en

~d

~n,

er-

>e- en en lg.

:ijf m- un

in iet at- ral

i ift

lu-

~id

let ef-

Overal treffen we onwil aan om de mogelijkheden van de mo- derne sarnenleving werkelijk te gebruiken - men weet zelfs niet dat er mogelijkheden zijn die men gebruiken kan.

Aan de socialisten de plicht en de verantwoordeliikheid om hier nieuwe maatstaven te creeren en ingang te doen vinden.

Wapens

Dit nu waren de punten waartegen modeme radicalen hebben te strijden. Met wat voor wapens moet men nu aanvallen? Onze op- gave is: de gewoonten en de instellingen te vernietigen die het ontstaan van een smeerboel begunstigd hebben; verder het geld op te brengen voor de hervormingen die een eind zullen maken aan verwaarlozing; verandering te brengen in de geesteshouding waarin klassescheidingen en klassewreedheden wortelen; en zelfs de macht in handen te nemen waarmee we onze goede bedoelingen tot een maatschappelijke werkelijkheid kunnen maken.

Wij moeten de aanval richten op de hierarchische verhoudingen {autoritaire hazen en ondergesohikten) in de kring der arbeiders.

We moeten de coterietjes en ambtelijke cliques, die in plaatselijke kring nog steeds een tyranniek bewind uitoefenen, hun macht ont- nemen. We moeten ons richten tegen elke machtsconcentratie waar we die ook aantreffen. We moeten onze aandaoht richten op de groei van een autoritair systeem binnen het bestuursapparaat van de Labour Party zelf. Maar bovenal moeten' we strijden tegen de alleenheerschappij van de financii'He kringen, van de grote ver- zekeringsmaatschappijen en de banken.

De door ons aangeduide euvelen hangen onderling samen door- dat ze allen verbonden zijn met het huidige machtsapparaat. Willen wij radicalen ze de baas worden, dan moeten we denken, plannen maken, handelen zoals de maatschappij in zijn geheel dat vereist.

De op verschillende punten gerichte en op verspreide fronten ge- voerde campagne moet gecotirdineerd worden in een nationale aanval op problemen die de hele natie betreffen.

Wij hebben de drie hoofdwegen aangegeven waarlangs de mo- derne machtsstructuur voelbaar wordt; we zullen nu drie hoofd- lijnen aangeven waarlangs wij onze strategie moeten richten ten- einde de wegen van de macht te verleggen, zodat onze strijd ten- slotte zal culmineren in een frontale aanval op de binnenste machts- concentraties van economische en sociale macht.

Onderwiis

Onderwijs is. geen neutrale bezigheid; onderwijs is een slagveld.

611

(12)

Of we het leuk vinden of niet: ons onderwijssysteem vormt de mannen en vrouwen en de geesteshouding die typerend zullen zijn voor het toekomstige karakter van onze natie.

De opinies waarmee een kind van school komt, zijn hem van buitenaf ingegeven. Als radicaal denkende mensen zich stoten aan die opinies, dan moeten we het systeem veranderen waaruit die opinies voortspruiten.

Ergerlijk zijn die opinies intussen wel. Het kind leert geen samenwerking en gemeenschappelijke belangstelling te waarderen, in plaats daarvan vinden we snobisme, nederigheid, wedijver en een overdreven 'status' -gevoel, en dat alles beschouwd als normaal in de verhouding tussen mensen onder ling. Egoi:sme, alles naar zich toe halen, dringen om vooruit te komen ... dat neemt de plaats in van een mogelijke groei in diepte of breedte van de menselijke geest. Natuurlijk zijn er vele uitzonderingen, maar het hier be- schrevene is de kern van het systeem. Wie niet mee kan wordt ver- waarloosd en vervalt vervolgens in apathie. Onze kinderen worden geleid tot een op zichzelf gericht hedonisme, en dat is essentieel in de zienswijze die de door ons genoemde euvele toestanden in Ieven houden.

Eerste stadium: Vanaf vijf jaar tot even over veertien. Deze periode zou het standaard OI).derwijs dekken voor ieder kind behalve die- genen die onder de onderwijs-norm zijn. In principe zou het plaat- selijk moeten zijn, alomvattend en op basis van co-educatie.

Het standaard-onderwijs moet in beide betekenissen van het woord 'allesomvattend' zijn: het moet alle kinderen binnen zijn werkingssfeer tr·ekken en het moet heel de wereld bij het onder- richt betrekken. Als wij willen dat volwassenen elkanders Ievens delen, dan moeten wij ervoor zorgen dat de kinderen beginnen niet naast elkaar met met elkaar opgevoed te worden; en wei op- gevoed met werkelijk zo min mogelijk onderverdelingen. Het idee van 'prestige' bv. is een sta-in-de-weg voor het ontwikkelen van het gevoel van gelijkheid, maar we kunnen er aileen maar vanaf komen als het hele systeem plus iedere leerkracht persoonlijk zich er met aile maoht tegen verzetten. En deze opvoeding zal be- trekking moeten hebben op aile facetten van het kinderleven ...

ook in dit opzicht dus moet het 'alles-omvattend' zijn.

Dubbelgericht onderricht: In dit stadium hoeft de leerkracht zich er weinig van aan te trekken of hij de kinderen de technische be- kwaamheden voor een of ander beroep bijbrengt. Zijn taak is het

(13)

in het kind belangstelling te wekken voor zijn maatschappelijke en culturele omgeving, en om de grenzen van die omgeving zo ver mogelijk uit te bouwen. De eerste taken voor de leerkracht in dit stadium zijn, dat hij in bet kind fantasie en sympathie voor anderen aan ontwikkelt. Zo weinig mogelijk dingen moeten het kind raar of die vervelend voorkomen, of het nu het inwendige is van een auto of de Trojaanse oorlog. Maar het criterium voor de.Ieerkracht moet een zijn of het onderwerp in kwestie ergens te maken heeft met eerder :en, bekende zaken. De mate waarin de leerkracht gevorderd is moet

en altijd afgemeten kunnen worden aan zijn bekwaamheid om op de

1aal vraag: "Waar is dat goed voor?' te kunnen antwoorden op een wijze :ich waar het kind genoegen mee neemt, onverschillig of het onder- s in werp nu literatuur is of geschiedenis, chemie of modeme talen.

ijke

be- Tweede stadium: Van ruim veertien tot zeventien. Aile kinderen

1er- tussen veertien of vijftien jaar zouden in staat moeten zijn om een den eerste besluit te nemen aangaande hun eigen toekomst, om te ieel kiezen tussen gedeeltelijk of geheel onderwijs in de volgende drie

1 in jaren.

In hun vijftiende jaar zijn veel kinderen, de intelligente kinderen niet uitgezonderd, gauw bereid om de school de rug toe te keren;

ode ze hebben dan al veel volwassen aspiraties en willen vooral graag :lie- zelf wat geld verdienen. Wij willen, evenals de Labour Party, de aat- overgang van school naar werk zo goed mogelijk laten verlopen.

Wij menen dat het kind in dit stadium het recht moet hebben om het als hij dat wil een baantje te aanvaarden zonder daardoor direct zijn voor het onderwijs verloren te zijn. Wij streven ernaar dat kinderen ler- tot de leeftijd van zeventien jaar onderwijs zullen blijven genieten,

•ens gedurende op zijn minst een aantal uren dat overeenkomt met nen twee dagen per week. Als de leer ling na die peljode dan weer vol-

op- ledig onderwijs wil hebben zou hij dat altijd kunnen doen. Er zijn dee redenen genoeg: hij kan de nodige diploma's voor zijn baan willen van halen, of voor een and{)re betrekking, of het zou kunnen dat hij maf graag wat meer algemene ontwikkeling wil opdoen alvorens tot tich een definitief besluit te kornen.

be- Het gedeeltelijke onderwijs zou in dit stadium natuurlijk een uiterst gevarieerde. keus moeten bieden, laten we bv. zeggen van een cursus voor machinist tot aan theoretische vakken; de bedoe- ling blijft immers om, behalve de vaktraining, zo lang mogelijk een tich veelzijdig soort onderwijs te blijven geven, zodat iedere leerling be- op zijn zeventiende jaar een keus kan maken uit een groot aantal het mogelijkheden. Verplicht zouden b.v. moeten zijn een aantal cur-

61,3

(14)

sussen over actuele gebeurtenissen, moderne gesohiedenis, kritiek, en een of andere handenarbeid - en de leerlingen die het ge- deeltelijke onderwijs volgen, zouden deze cursussen samen kunnen doen met de leerlingen die het gehele onderwijs volgen.

De leerlingen die de volledige cursus volgen zouden in dit sta- dium uiteraard meer en meer theoretisch werk krijgen. Met deze uitzondering, dat, waar nu de inhoud van de meeste soorten van middelbaar onderwijs bepaald wordt door de eisen die het van buitenaf opgelegde examen stelt, wij in het nieuwe systeem het examen zouden willen richten naar de inhoud van het gegeven onderwijs.

Een ernstige moeilijkheid krijgen we in dit stadium omdat de teenagers nu eenmaal steeds grotere sommen verlangen voor eigen consumptie. Wij willen voorkomen dat onze jongeren de tijd, die voor gedeeltelijk onderwijs is uitgetrokken, gaan zien ongeveer zoals ze nu hun laatste jaar op een middelbare school zien ... als een hinderlijke inbeslagneming van hun tijd en van hun mogelijk- heid tot geldverdienen. In de situatie die wij willen scheppen, zou de teenager, na drie of meer jaren gewerkt te hebben, de vraag van al of niet verder studeren uitsluitend op eigen merites moeten bekijken. Hij moet dus niet aileen 'bij' zijn wat het onderwijs be- treft, hij moet ook in staat zijn om financieel mee te doen.

Derde en Vierde stadium: Als het ideale hogere onderwijs dat ons voor ogen staat in twee verdere stadia gesplitst wordt, kunnen we meteen de problemen uit de weg ruimen die ontstaan le. door de bekrompenheid van ons huidige hogere technische onderwijs en 2e. door de steeds grotere verwarring ten aanzien van het functio- neren van onze universiteiten.

Vele jongelui hoven de zeventien jaar hebben voldoende hersens voor technisch en algemeen onderrioht. Zij zouden het graag vol- gen, maar ze voldoen niet aan de eisen die onze universiteiten stellen. Als wij het academisch niveau, waar dat nodig is, willen handhaven en toch een verdergaand algemeen onderricht mogelijk maken, lijkt het ons de beste oplossing om streeksgewijs 'colleges' op te richten en een stuk of wat bestaande universiteiten te reser- veren voornamelijk voor het verrichten van research werk. De col- leges zouden cursussen algemene ontwikkeling kunnen geven voor allen die daartoe geschikt zijn, en evenals in een vroeger stadium zou ook hier een facultatief systeem ingesteld kunnen worden zodat zowel de teohnisch aangelegden als de A-mensen aan hun trekken konden komen.

(15)

•k,

;e-

~n

:a- ze

ill

m let en de en lie :er lls ik-

:>U ag en

le-

ns IVe de en lo- ns ol- en en ijk es'

~r-

ol- IOr

lffi

lat en

V rije tijdsbesteding

Het is natuurlijk mogelijk dat de leraren vooraan staan in het verzet tegen de niveauvervlakking_ door de massa-communicatiemiddelen, maar een dergelijk streven dient gesteund te worden door een meer directe aanval buiten schoolverband. In onze maatsohappij is de voorlichting niet 'vrij', zomin als het onderwijs 'neutraal' is. Als ieder bruikbaar voorlichting5kanaal aileen maar met behulp van massale investeringen benut kan worden dan is het terrein aileen maar vrij voor ideeen die zowel voor kopers als verkopers aan- vaardbaar zijn. Laten we ons niet laten overbluffen doordat de heersers van pers en filmwereld ontroerende kreten over 'vrijheid' uitstoten. Hoe meer vrijheid zij krijgen, des te minder vrijheid van keuze in kwesties van goede smaak en levenshouding zal er zijn voor ieder ander. Socialisten zuilen er wat op moeten vinden om een minder onechte vrijheid tot stand te brengen.

Gelijk al het andere in onze maatschappij is ook onze vrije tijd het slachtoffer van de heersohappij van een heel klein groepje.

Derhalve lijdt onze vrijetijdsbesteding ook al aan dezelfde benard- heid en niveauverlaging. Handige en gewetenloze verkopers maken 'artisten' en dirigeren onze smaak via een heel spectrum van voor- lichtingskanalen die allemaal uitlopen in het gebied van een of misschien een stuk of wat financitHe grootmogols. Op aile manieren worden !age niveau's en eenvormigheid tot het publiek gebracht.

De voorkeur van een of andere minderheid en zelfs oprechte meningsverschillen worden caricaturaal voorgesteld of weg- gepoetst.

Wat kunnen we dan doen om het publiek behoorlijke alter- natieven te bieden voor zijn vrijetijdsbesteding? Hoe kunnen we het publiek uit de altematieven een behoorlijke keus laten maken?

We wensen de smaak van een minderheid niet aan de meerderheid op te dringen, maar we willen de maatschappij zien als iets dat bestaat uit vele minderheden van versohillende aard, zodat er dan ook niet voor een groep maar voor verschillende kleine groepen iets gedaan moet worden. Achter het plan voor een Derde Pro- gramma (BBC) daagde even het juiste begrip, het- begrip dat men mensen op ieder niveau als. kleine groepen tegemoet dient te komen. Tragisch genoeg werd het plan met weinig animo uit- gevoerd en ging het ten koste van een ander programma dat ook voor de minderheden bedoeld was.

Democratie

AI onze pogingen om de instellingen van ons maatschappelijk leven 615.

(16)

te verbeteren, kunnen aan de werkelijke kwaliteit ervan al heel weinig v·eranderen ... tenzij we de moed hebben om de problemen van de democratie onder de ogen te zien. Het is duidelijk dat een democratie waaraan men niet deelneemt een ·contradictio in ter- minis' is. In bet soort maatschappij dat wij verlangen hebben we mensen nodig die eraan deelnemen. Wij moeten situaties scheppen waarin ook de mensen die geen politieke belangstelling hebben toch bereid zullen zijn om hun bijdrage te leveren aan bet open- bare maatschappelijke Ieven. Daarbij zijn al direct drie belangrijke gebieden te onderscheiden: de school, bet werk en de plaatselijke gemeenschap.

De school: Ret onderwijs moet de grondslagen leggen voor een besef van maatschappelijke en plaatselijke verbondenheid; het onderwijs moet erop gericht zijn de kinderen het besef bij te bren- gen dat de plaatselijke gemeenschap in al zijn economische, sociale en politieke aspecten de normale en onontbeerlijke achtergrond is van hun dagelijks Ieven.

Het werk: De meeste tijd wordt besteed- afgezien van het slapen - aan werken. Sommige socialisten hebben de neiging om zich vooral te concentreren op de mogelijkheden tot beter gebruik van de vrije tijd, waarmee stilzwijgend het werk op de aohtergrond geschoven wordt als een onprettige noodzaak die men in vredes- naam maar heeft te slikken. Dit lijkt ons een onvergeeflijke vlucht- houding.

Ret grootste kwaad van onze tijd- de verstikking van de mense- lijke persoonlijkheid - komt het duidelijkst tot uiting in de ver- houding van de mens tot zijn arbeid. Ret zou onzinnig zijn om in naam de actieve democratie te belijden, maar daarbij de machte- loze ergemis te negeren die de meeste mensen bij hun arbeid on- dervinden. Momenteel is voor de meeste mensen hun werkkring aileen maar de broodwinning - beter gezegd: geldwinning.

Wat wij, in de werkkring zowel als in de maatschappij, willen verwezenlijken is reele deelneming, wij willen een situatie schep- pen waarbij de arbeider zich de meester van zijn taak voelt, niet de slaaf. Wij zijn het slachtoffer geworden van een foutieve over- waardering van het begrip 'efficiency'. Ongetwijfeld is een natio- nale planning door de staat of door een corporatie veel eenvoudiger als de industrie geleid wordt door een bureaucratisch centxum.

Maar als individu is de arbeider meer gediend met werk, en hij zal zioh efficienter voelen als dat werk hem werkelijk interesseert,

(17)

eel als zijn belangstelling en zijn verlangens op zijn werk kunnen wor- len den overgedragen en er vorm aan kunnen geven. In dit opzicht

~n is het noodzakelijk om dan maar liever bij het werk een zekere :er- mate van 'inefficiency' in stand te houden, teneinde ook nog wat we ruimte te laten voor de individuele ontplooiing.

>en

>en De plaatselifke gemeenschap. De maatschappij die wij tot stand en- willen brengen moet niet slechts zijn 'voor' mensen, maar 'van' jke mensen en 'door' mensen. De gewone man moet bereid en in staat jke zijn om mee richting te geven aan het maatschappelijk Ieven en aan de ontwikkeling daarvan. Ons voorstel is meer geld en meer macht in de handen van de plaatselijke autoriteiten ais een van

~en de mogelijkheden tot bereiking van dit doel.

het Ook de raadszittingen hebben er behoefte aan van tevoren dui- en- delijk aangekondigd te worden, en er moeten ruime faciliteiten zijn ale voor .het publiek - we zouden als regel dus avondvergaderingen l is moeten hebben met een grote publieke tribune. De raadsleden (apart of gezamenlijk of comite's uit hun midden) moeten op ge- regelde tijden te spreken zijn voor iedere burger, hetzij dat deze Jen zich over iets ergert of aileen maar nieuwsgierig is. Voor de be- :ich langrijke punten - stadsplanning of grote uitgaven - is er geen van enkele reden om de Zwitserse referendum-methode niet te gebrui-

>nd ken als hulpmiddel bij de meningsvorming. De raadsleden en poli- les- tieke partijen en andere belanghebbende groepen zouden dan de

~ht- taak hebben ervoor te zorgen dat de burger, alvorens te stemmen, over aile ter zake dienende informatie beschikte; op die manier 1se- wordt de discussie uit de handen van de belangengroepen genomen

1er- en in de huiselijke sfeer overgebracht.

1 in Maar als de meerderheid van de bevolking van een bepaaide lte- gemeente werkelijk mee moet gaan doen aan de open bare kwesties,

on- zullen de grote en kleine zaken van plaatselijk belang 66k, behaive

·ing toegankelijk, positief aantrekkelijk gemaakt moeten worden. Kan het iemand iets schelen of een bepaalde som gelds besteed wordt lien aan een warenhuis of aan een blok flats, aan recepties of aan 1ep- kinderzorg? Ligt de groei van de stad iemand onzer even na aan niet het hart als de groei van de bloemen in onze tuintjes? Natuurlijk:

ver- als de gemeenteraden ruimere bevoegdheden hadden en ruimere .tio- subsidies geven konden zou er al vee! gedaan kunnen worden;

iger maar dan nog moet het positieve enthousiasme van de bevolking urn. eerst ergens vandaan komen.

hij Op een paar terreinen is het besef van locale verbondenheid nu :ert, reeds een bron van enthousiasme, kennis en onderlinge belang-

617

(18)

stelling. Van deze voorbeelden moeten we uitgaan. Het meest op- vallende voorbeeld wordt natuurlijk gevormd door de sportclubs;

de hartstocht van de voetbalsupporter is berucht.

Is de gedachte dan zo vreemd dat bv. een wedijver op het punt . van de architectuur tussen twee plaatsen bijna even enthousiaste gevoelens zou kunnen oproepen over een onderwerp als stads- planning? De volslagen afwijzing van iedere gedachte aan wed- ijver is altijd een bron van veel mensonwaardige narigheid en bureaucratie geweest in de arbeidersbeweging. Als de plaatselijke gemeenschap een identiteit krijgt en via werkelijke (zij het vriend- schappelijke) wedijver zich een eigen gezicht kan veroveren te- midden van de vele andere gelijksoortige gemeenschapjes, zal ze uitgroeien tot een rniddelpunt waarop de individuele burger graag zijn belangstelling wil richten.

Planning

Het soort veranderingen dat wij wensen zal niet tot stand kunnen komen zolang de huidige machtsstructuur ongewijzigd blijft. De huidige ·oligopoly' is diepgeworteld en zal bij de wortel aangepakt moeten worden; het afhakken van een paar takken heeft geen zin.

Radicalisme moet gefundeerd zijn op stevige socialistische grond- slagen, zonder comprornis, wil het althans in zijn vele maatschap- pelijke doelstellingen slagen. Wif zullen dus een oostberaden plan- ning op economisch en op maatschappelijk terrein als kernpunt van ons programma moeten zien. Onder het huidige systeem zal het altijd onmogelijk zijn om radicale sociale plannen door te voeren.

Aile besluiten voor het toewijzen van gelden zijn afhankelijk van de vraag of er voordeel aan verbonden is; en dat zou in het belang van de gemeenschap kunnen zijn als het ging om beslissingen over het gebruik van een of ander consumptieartikel. Maar wanneer ge- kozen moet worden tussen parfums of ziekenhuizen, auto's of wegenbouw, dan is er .geen bruikbaar criterium voor het maken van een keus.

Aan de ene kant de uitgave van een beperkte som, door de con- sument, voor iets dat hij verlangt te bezitten, aan de andere kant de eis van de belastingen waarvan men persoonlijk het nut niet direct kan of wil zien. Als eerste dus een persoonlijke keus voor een voorwerp, geproduceerd door een organisatie die er winst uit wil maken. Als tweede 'n keuze ten behoeve van de gemeenschap met niet de minste kans op winst. De structuur van ons systeem houdt een constante tegenzin in stand tegen behoorlijke gemeen- schapsvoorzieningen. De consumenten verbruiken jaarlijks voor

(19)

: op- duizend miljoen aan tabak; de natie als geheel kan niet meer dan ubs; honderd miljoen bijeen krijgen om arme Ianden te helpen.

Een markteconomie laat zich aileen met de grootste moeite ertoe

?Unt bewegen om iets van zijn hulpbronnen a£ te staan voor politieke iaste of strategische doeleinden. De nutteloze panacee voor al dit soort :ads- eisen is, onder een vrije markt, een snellere groei. De oplossing is ved- zelf een uitvlucht. Immers, een overgrote nadruk op groei heeft de l en neiging de bestaande volgorde van prioriteiten - die wij socialis- lijke ten juist veranderen willen- te versterken. Van nature zijn dit de

~nd- begeleidende omstandigheden van een nadruk op snelle economi-

. te- sche expansie: adverteren, een hoge waardering van materieel be-

l ze zit, het ontkennen van aile mogelijkheden om de persoonlijke vol-

:aag doening in het werk te vergroten, alles om de wille van de efficien-

cy. Aan de eis van efficiency wordt ook de noodzaak opgeofferd om de concentratie van de economische macht minder groot te maken. Hetzelfde zal gebeuren met de noodzaak om de arbeiders nen tot geinteresseerde deelname aan besluitvorming te brengen.

De Natuurlijk zijn er vele redenen op te noemen waarom een Tede- lakt lijke groei noodzakelijk is. Maar we moeten eindelijk ophouden met zin. produktievermeerdering als een doel op zichzelf te beschouwen.

nd- Als we deze stap eenmaal gedaan hebben is de noodzaak voor een .ap- strategisch gerichte planecorwmie wel duidelijk geworden.

'an- lnvesteringen bepalen de snelheid van ontwikkeling van de van maatschappij, en tevens de richting waarin zij zich zal ontwikkelen.

het Wij verlangen van de regering dat zij zelf vee! meer investeringen

·en. voor haar rekening zal nemen en dat ze vee! meer bevoegdheden van voor planning aan zich zal trekken.

mg Een onontbeerlijk en logisch bruikbaar instrument is de be- ver lasting. Momenteel is belastingontduiking aan de orde van de dag.

ge- Ettelijke bronnen van persoonlijke uitgaven - vooral kapitaal- of winsten - worden helemaal niet belast. Naar ons oordeel zou er

•en een vee! bredere grondslag voor de belastingen moeten zijn. Wij zouden b.v. een zware kapitaalwinstbelasting willen invoeren en )n- een belasting op schenkingen, welke dan gei'ntegreerd zouden wor- mt den met de nu bestaande successierechten of met een nieuw te let creeren bela sting op legaten. V erder stellen we voor de instelling lOr van een belasting op grote uitgaven en een weeldebelasting. Alles uit bijeen zouden deze hervormingen een belastingensysteem kunnen .ap vormen waaronder aile vormen van luxe en inkomsten zouden

~m vallen. Onder dit systeem zou ontduiking veel moeilijker zijn. Het m- zou een machtig wapen kunnen worden in de strijd voor grotere

•or gelijkheid in de welvaarts- en inkomsten-verdeling. Het zou eerlij-

(20)

ker zijn omdat zakenlieden en aandeelhouders niet meer, zoals nu, een onevenredig klein percentage van de totale belastingopbrengst zouden opbrengen. Dit zou het ook mogelijk maken om meer in- komsten te verkrijgen via de belastingen.

En dit hrengt ons op het punt van de staatseigendommen. W at zijn nu eigenlijk, na aile controverses, de uiteindelijke bedoelingen van economische politiek? Heel eenvoudig: het verkrijgen van de middelen om sociale ·hervormingen door te voeren. Onder de ge- geven omstandigheden lijkt het ons onmogelijk om ook maar iets van onze doeleinden op sociaal terrein te verwezenlijken, tenzij we ons zonder enig compromis wijden aan de verwerkelijking van drie fundamentele eisen: planning, democratic, gelijkheid.

Gelijkheid door een grootscheepse verschuiving van maatschap- pelijke hulpbronnen; democratic door onderlinge wedijver en con- trole van onderop in elke produktie-eenheid; en planning door doel- treffende centrale controle van het investeringsbeleid. Aangezien we aile drie deze dingen hebben willen, moeten we ons wei vol:

mondig uitspreken ten gunste van socialisatie op de juiste plaats in het hedendaagse socialisme. Wij zien voor ons het beeld van een economisch systeem waarin de mogelijkheden voor socialisatie van eigendom niet gebruikt worden om de macht van een paar parti- culieren in handen te brengen van een staatsbedrijf, maar waarin ze benut worden voor de bevordering van een waarlijke democratic en echt persoonlijk initiatief; een systeem waarin het winstmotief wei degelijk erkend wordt en waarin concurrentie als zodanig geen lelijk woord is, mits beide ondergeschikt worden gemaakt aan sociale doeleinden.

Actie

Wij hebben een schets gegeven van wat de politiek naar ons oor- deel in de jaren '60 zou moeten nastreven. Wij zijn van mening dat de kwalen waaraan onze hedendaagse maatschappij lijdt en waar wij aandacht aan gegeven hebben, zo'n groot gevaar op- leveren voor de gezonde groei van de sociaal-democratie, dat een breed opgezette campagne door het gehele volk nodig zal zijn om ze te-verwijde.ren.

Deze nieuwe radicale beweging moet aansluiten bij de idealen en de belangstelling van die nieuwe groepen die voortdurend be- langrijker worden in onze maatschappij; de technici, de academici, de onderwijzers, de leerjongens, de witte-boorden groep, de jon- geren in iedere werkkring. Ret klasse-onderscheid is vervaagd tot een ruwe indeling tussen 'mensen' en 'hooggeplaatste mensen' (top

(21)

nu,

1gst in- IV at gen . de ge- iets

we :lrie tap-

~on­

oel- :ien vol:

1ats een van trti- :uin a tie 1tief .een aan

X>r-

dng en op- een zijn tlen be- rici, jon-

tot :top

people). Wij moeten steun voor onze campagne vinden in heel het volk; een smallere maatschappelijke basis is niet in staat om het modeme socialisme te dragen.

Gelukkig is de geest van de radicale hervormers nog niet uit- gestorven in onze maatschappij. Het blijkt in de duidelijke manier waarop veel groepen zich belangeloos teweerstellen tegen het be- leid van blanke regeringen in Afrika; in de verontwaardiging over de miserabele stadsplanning en over het vernielen van de dingen die fleur aan het Ieven geven. Hier is het skelet aanwezig van het socialisme en het kan tot krachtig !even komen en een sterke be- weging worden als de levensadem van doelbewuste ontwikkelingen er wordt in geblazen.

Er bestaat op dit ogenblik geen politieke partij die aan bedoelde beweging uitdrukking kan geven. Evenwel is er de Labour Party;

totnutoe de enige die met een beetje waarschijnlijkheid het funda- mentele machtsprobleem onder de ogen zal durven zien. De Labour Party aileen kan het werktuig zijn waarmee de hoopvolle verwach- tingen van de radicale denkers omgesmeed kunnen worden tot praktische politieke daden. Maar dan toch niet de Labour Party in haar huidige gedaante. Wil de Labour Party radicalen tot zich trekken, dan zal ze zich bij de nieuwe behoeften en de omstandig- heden van de zestiger jaren moeten aanpassen.

De radicalen intussen moeten waarlijk niet wachten tot het de Labour Party behaagt zichzelf te veranderen. Hun taak is het, onder aan de ladder te beginnen, midden in de kleinste kleinig- heden van de politieke partij ... niet meteen maar met de fijne kneepjes van de nieuw te construeren instellingen. In onze plaat- selijke gemeenschappen is stellig veel radicaal gezinde energie die er geen uitlaat vindt. Laat men agitatie bedrijven, actie voeren, via de vakbonden, via het gemeentelijk bestuursapparaat en de plaatselijke afdelingen van de politieke partijen. Op die manier kan de Labour Party van onder op gemaakt worden tot een goed werkend middel om radicale hervormingen mee door te voeren.

Daarvoor is helemaal geen ingewikkelde organisatie nodig. Het is veeleer een zaak van spontane groeperingen, van het ontdekken van gelijkdenkenden in reeds bestaande organisaties. Actie kan via wei honderd kanalen gevoerd worden; van belang is aileen welke radicale doeleinden men nastreeft.

Socialisten zien zich gesteld voor de taak om te debatteren en te overtuigen; om in brede kringen een kritisch maatschappijbesef wakker te maken dat de eerste voorwaarde is om het socialisme van morgen tot stand te brengen.

621

(22)

H. Brandt Corstius

Het lukt niet

De redactie van Socialisme en Democratie heeft mij verzocht - stukken die zo beginnen kun je beter overslaan want de schrijver blijkt a) zelf geen behoefte aan het artikel te hebben, b) niet de moeite te willen nemen een beter begin te verzinnen. Maar dat is nu juist de situatie waarin ik mij bevind. Want wat moet ik na het lezen van bovenstaand manifest zeggen? Ook al was de inhoud me uit het hart gegrepen - wat voor zin heeft het om het nog eens op te schrijven? Het probleem is nu eenmaal niet te weten wat men wil, maar te zorgen dat voldoende andere mensen dat ook will en. W at in het manifest staa:t kan mooi en waar zijn, de realiteit is dat de Europese kiezersmassa dat niet schijnt te vinden.

Niet dat ik geen bezwaren tegen het manifest heb. Het is een typisch Engels, j:ypisch insulair stuk. Geen woord over de buiten- landse politiek, die tach al ons binnenlands geknutsel overscha- duwt. Misschien kan men daar in de Labourparty ook moeilijk iets over zeggen zonder de helft tegen zich te krijgen, maar nodig blijft het tach. Ook de nadruk op de lokale gemeenschap is uit de tijd, nu iemand in Petten kan werken, in Bergen wonen en in Amster- dam uitgaan.

M.i. zijn de kernpunten waarop een radicale politiek zou moeten inhakken:

1. Het Standsverschil. Niet zozeer de 'top people' waar het manifest zulke gewetenloze schurken in ziet, zijn belangrijk maar de vage lijn die Nederlanders verdeelt in Huishoudkwaliteit en _ Primakwaliteit: een groep die voor een telefoongesprek tien cent betaalt en Zondagse kleren bezit, en een groep die voor vier cent opbelt en geen Zondagse kleren heeft. Hoe maken we duidelijk dat standsverschil, ook al is er geen verhongerende stand, mens-

onwaardig is? .

2. We kunnen niet kopen wat we nodig hebben. Ik wil naar Amerika vliegen, maar kan dat aileen in koppelverkoop met cham- pagne en reerug. Ik wil televisie zien, maar kan dat aileen met

(23)

t t -

jver t de

1t is het oud nog :ll:en dat , de ien.

een ten- cha- iets )}ijft tijd,

>ter-

eten

het naar

t en cent cent elijk ens- naar

tam-

met

Lou van Burg en Okke Jager. Dat heeft weinig te maken met de vraag 'staatsbedrijf of particulier initiatief' want het is niet mak- kelijk uit te maken tot welk domein KLM of NTS behoort. Hoe maken we duidelijk dat noch het marktmechanisme noch het parle- ment op het ogenblik bij machte zijn een werkelijk vrije koopkeuze te waarborgen?

Maar nu begin ik zelf aan een manifest terwijl de vraag waar het om gaat is:

Hoe krijgen we stemmen voor linkse partijen? Ik zie drie mo- gelijkheden:

1. Bewust de toestand verslechteren. Dat wil zelfs het Russische communisme (in de neutrale landen) niet meer.

2. Lieve leusjes gebruiken. Langs de weg in Duitsland zag ik van de SPD de verkiezingsleuze 'Frohe Ferien', in dit Deense hotel zit onder me de plaatselijke socialistische afdeling aan het kien- spel. Stel dat men er verkiezingen mee wint, hoe kan men op zo'n overwinning een radicale politiek baseren?

3. De doorvoede massa bewust maken van de fouten van deze maatschappij, met kracht een nieuw radicaal idealisme propa- geren. En dat lukt kennelifk niet.

623

(24)

L. 1. Bartelds

Dernocratie in discrediet

If anything is to be really done in this world, it must be done by visionaries, by men who see the future and make ~he future, because they

see it. Keir Hardie

De Vrije Volk abonnee is een VIP! Wist u dat niet? Maar u bent dan ook waarschijnlijk geen lezer van Ariadne of van Revue der Reclame. Mr. Mediaman, die dat wei is, wordt in advertenties over twee pagina's - kosten duizend gulden per stuk - door ons eigen Vrije Volk als volgt toegesproken: 'In de ruim 320.000 Vrije Volkgezinnen leeft een onstuitbare drang naar beter !even: koel- kast, taperecorder, t.v. etc .... Het geld is er en de kooplust ook.

Daarom is de Vrije Volk abonnee een VIP'.

Krijgt u een vieze smaak in de mond bij het lezen van dit fraais?

Mr. Mediaman niet! Die wist allang, dat de Vrije Volk abonnee een VIP is, een 'Very Interesting Person'. 'Nietwaar, Mr. Media- man?' vleit Het Vrije Volk, 'u weet dat, ... en met u vele collegae (en A.E.'s en adverteerders). Het Vrije Volk staat er bij, als het mediavoorstellen voor duurzame verbruiksartikelen betr·eft. Omdat Het Vrije Volk een tiende van de Nederlandse markt dekt, ... een actieve koopkrachtige, nog onverzadigde markt . . . voor juist

"dure" dingen.'

Nu is Mr. Mediaman meestal geen socialist. Als hij er al eens over nadenkt, weet hij, dat hij deel heeft aan een maatschappij·

structuur, die de reclame als een van de belangrijkste pijlers van haar existentie niet zou kunnen missen. Hij ziet in bovenstaande reclamebelletrie niets ongewoons. Hij zou er zelf de auteur van kunnen zijn. Hij of een van de vele collegae (of A.E.'s, die hebben ze bij het Vrije Volk vast ook wei). Maar zij, die zich wei socialist noemen en zich zelf daarbij serieus nemen! Moeten zij er geen aanleiding in vinden, zich eens te bezinnen op dat socialisme? Ik geloof van wei. Ik geloof ook, dat bij aile feilen, die het manifest

(25)

'd, it , see they 1rdie

Jent der tties

van onze engelse vrienden vertoont, de verdienste ervan· juist schuilt in het feit, dat het ons, voor zover we er niet te geborneerd voor zijn, tot bezinning op ons socialismewil dwingen. Wij mogen wei eens met de neus op het ·vieze' van adverteren gedrukt wor- den. Als de Planta-affaire het ons niet geleerd heeft, kunnen de Vrije Volkadvertenties in Ariadne het misschien. Het mag ons wei eens weer verweten worden, dat er een woningbouwbeleid wordt gevoerd, dat van aile fantasie gespeend is, of we nu een regering met of zonder socialisten hebben. Als professor Pen het ons niet duidelijk weet te rnaken, rnisschien kan de hartekreet van een aantal jongeren het. Telkens moet ons weer voor ogen worden gehouden, dat ons onderwijssysteem, inplaats van een pijler voor de democratie te zijn, deze aileen maar ondergraaft.

Daarom, en , daarom aileen al geloof ik, dat het manifest de moeite van een nadere beschouwing waard is. We zouden daarbij wei eens tot merkwaardige en helaas weinig hoopgevende con- clusies kunnen komen.

ons Socialisme voor morgen . . . een manifest. Het schijnt een typisch Trije kenmerk van manifesten te zijn, dat er rake dingen in gezegd wor- oel- den, verborgen in een massa retoriek. Dat is er de kracht en tevens ook. de zwakheid van. De kracht van dit manifest ligt in het feit, dat

de samenstellers scherp gezien hebben, waarop ze hun aanval ais? moesten richten. De zwakheid komt naar voren in de wijze, waarop mee ze om wille van de retoriek de consequenties van hun denkbeelden

dia- uit de weg zijn gegaan. ,

~gae Het uitgangspunt is niet nieuw. Maar de kern van de zaak wordt

het er meteen mee geraakt. 'Wij' en 'Zij'. Een wereld van mensen, die tdat het gevoel hebben, geen enkele invloed te kunnen uitoefenen .op een de wijze, waarop ze geregeerd worden. Die naar de stembus gaan iuist omdat er opkomstplicht bestaat. Aan de andere kant een kleine groep die wei invloed heeft. De heer Konijnenburg gaat met

lens Soekarno praten, Willem Oltmans weet ons er alles van te vertellen.

1pij~ Dr. Rijkens geeft duizend gulden voor het Koos Vorrinkhuis. De van Natuurvrienden zijn er wat blij mee: twee conferentiezalen, om in nde te praten over het Nieuw-Guinea probleem. Maar dr. Rijkens heeft van overal invloed en de Natuurvrienden worden gefrustreerd door een ben gevoel van politieke onmacht. En zij zijn nog de beste. Hun buren alist of hun collega's, die nooit in conferentiezalen komen, voelen zich :een helemaal onmondig. Inderdaad: 'Zij', moeten het maar opknappen.

~ Ik Het is ongezond. Het maakt het woord democratie tot een holle fest £rase. Tot een vlag, die een slechte lading dekt of zo men wil, tot

625

(26)

een verdovend middel, · dat · ons ongevoelig maakt voor de wer- kelijkheid.

Het gevoel van ·maatschappelijke onmacht' is er niet aileen op het politieke terrein. Voor elke vakbondsbestuurder met verant- woordelijkheidsbesef, is de steeds groeiende afstand tussen leden en kader een urgent probleem. Voor de actieven onder de leden is het in het beste geval een aanleiding tot kankeren en in het slechtste .geval - als het io te pas mocht komen en het komt steeds vaker te pas - tot het aansturen op een wilde actie. In kort geding heet dat dan een onrechtmatige daad. Gelukkig voor het systeem, zijn er weinig actieven.

Is het nu waar dat 'materieel comfort de laatste natuurlijke prikkel tot politieke actie of politieke belangstelling heeft weg- genomen'? Voor een deel natuurlijk wei. Het ligt ook voor de hand. Maar er is meer. Materieel comfort is lang nog niet ieders deel in Nederland. Er zijn nog genoeg gevallen - niet aileen in de zogenaamde vergeten groepen - waarin geleefd wordt op de rand van het minimum. Maar ook daar treft men apathie, of op zijn best een ongearticuleerd gekanker. De kwestie is veeleer, dat men leeft in een maatschappij, die volslagen ondoorzichtig ge- worden is. Er zijn geen simpele zwart-wit oplossingen. Alles is zo gecompliceerd. Men concentreert zich zoveel gemakkelijker op het kleine wereldje dat te overzien is. De gezagsverhoudingen in het gezin, op het werk, leveren al genoeg problemen. Bwten deze kring van werk en gezin weet men geen weg.

Dit is een feit, dat de samenstellers van het manifest ook wel gezien hebben, maar waar ze niet recht raad mee geweten hebben.

Ze hebben er niet de conclusie aan vastgeknoopt, dat het, op wat voor wijze dan ook, doorzichtig maken van de maatschappij, een van onze belangrijkste doelwitten zou moeten zijn. In plaats daar- van noemen ze andere dingen: klasse, verwaarlozing, vuil, sym- bolen van een samenleving, met de hulp van socialisten gebouwd en in stand gehouden. Het is waar. Het is er allemaal. Het klasse- verschil (ik zou het liever standsverschil noemen), de verwaarlozing en het vuil: de Vrije Volkabonnee is een VIP, maar hij woont met vrouw en kind bij zijn schoonouders in en weet zo langzamerhand niet beter.

Het zijn echter symbolen en niet meer dan dat. Randverschijn- selen, die een moment de ergernis wekken, maar niet constant de aandacht vasthouden, omdat ze inherent zijn aan een maatschappij- structuur, die we in zijn geheel wel aanvaarden kunnen. Zolang we er niet van overtuigd zijn, dat we bezig zijn een maatschappij

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Die navorsing het bevind dat onderwysers tot ‘n groot mate dieper leer en kritiese denke by leerders suksesvol ontwikkel en dat waardes goed vasgelê word.. Die grootste leemte in

SUIDWES-AFRIKA (Administrasie).. Dit was noodsaaklik dat onderwysers se akademiese opleiding en kulturele ontwikkeling "so hoog rnoontlik" sou wees. Onderwysers

Meer dan 90 procent van alle klachten waarmee patiënten bij de huisarts aankloppen, wordt meteen afgehandeld, zonder doorverwijzing naar de specialist, maar toch is er

Mosterman somt nog een paar voordelen van de nieuwe Orca op: ‘De zwenkketting voor het draaien van de giek is vervangen door een zwenkmotor van een graafmachine, waarbij

Er is veel over geschreven, maar nu ook zelf te bekijken: Boom KCB organiseert een tweetal middagen, op woensdag 26 oktober en 9 november as om het verhaal van de Bosberg,

Hij is boven ons en zegent ons steeds weer, en zegent ons steeds weer.. Zo zegent Hij ons nu en morgen en tot

Maar die suppositie moeten wij afwijzen omdat ten eerste die linkse meerderheid mocht zij al ontstaan straks een zeer wankele zal zijn, vervolgens die meerderheid er in de

Steeds grotere aantallen professionele welzijns- werkers zijn nodig om de schaduwzijden van de immateriele vooruitgang weg te poetsen; geluk- kig kan al het gebrekkige