• No results found

Bijlage 3 Scenario’s zoals besproken met experts

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 3 Scenario’s zoals besproken met experts "

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Literatuurlijst

Baarda, D.B. en M.P.M. de Goede, Basisboek Methoden en Technieken, Praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek, 2e herziene druk, Houten: Stenfert Kroese, 1995

Claus, F.J.L.M., Grensoverschrijdende Politiële Bevoegdheden, Structurering, regelementering en normering, Maastricht: Universitaire pers Maastricht, 1997

Dijk, F. van, en J. de Waard, Publieke en Private Veiligheidszorg, Nationale en Internationale Trends, Den Haag: Ministerie van Justitie, 2001

Haag, E en Dirven, J., Schrijven in stappen, Handboek voor de verslaglegging van literatuuronderzoek, Utrecht: Uitgeverij Lemma BV, 1995

Hofstede, G. Culture’s Consequences: International differences in work-related values, Beverly Hills, California: Sage Publications, 1980

• Hofstede, G. e.a. in opdracht van ministeries van Binnenlandse Zaken van België en Nederland, Grensoverschrijdende politiesamenwerking tussen België

Duitsland en Nederland met speciale aandacht voor de Euregio Maas-Rijn, Maastricht: Universitaire Pers Maastricht, 1993

Hofstede, G., Cultural predictors of national negotiating styles, in Frances

Mautner-Markhof, Processes of International Negotiations, Westview Press and the International Institute for Applied Systems Analysis, 1989

Janssen, D.J.T. en M.B.J. Koning, Politie en veiligheid in Europa,

Grensoverschrijdende interne veiligheid, Den Haag: Nederlands Politie Instituut, Internationale betrekkingen, 1998

Leeuw, A.C.J. de, Bedrijfskundige Methodologie, Management van onderzoek, 3e herziene druk, Assen: Van Gorcum, 1996

Leeuw, A.C.J. de, Organisaties: Management, Analyse, Ontwerp en Verandering, een systeemvisie, 5e druk, Assen: Van Gorcum, 1990

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Integraal Veiligheidsprogramma, Den Haag, 1999

Ministerie van Binnenlandse Zaken, Stappenplan integrale veiligheid, Een schets voor het bestuur, Den Haag, 1994

Mulder, E.B. en K.P. Zuidhof, Heden en Toekomst, Integrale Veiligheid in Europa, Den Haag: Nederlands Politie Instituut, 1998

Oliver, C., Determinants of interorganizational relationships: Integration and future directions, Acedemy of Management Review, 1990, 15 (2): 241-265

(2)

Postma, J. B. M. en R.P. Bood, Scenario’s als ondersteunend instrument voor het strategisch management, Memorandum van het instituut voor economisch onderzoek, Groningen: Faculteit der Economische wetenschappen,

Rijksuniversiteit Groningen, 1992

Reynolds, P., Organizational Culture as Related to Industry, Position, and

Performance: A Preliminary Report, Journal of Management Studies, 1986, vl.23, no.3, p. 333-345

Schein,E.H., Organizational culture and leadership, 2e druk, San Francisco:

Jossey-Bass Publishers, 1992

Stichting Transpol, Internationalisering door Grenzeloze Samenwerking, Lelystad:

Koninklijke Vermande, 1994

Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties, Publiek –private samenwerking in de integrale veiligheidszorg, Visie van de Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties, Houten, 1999

Verschuren, P.J.M., De probleemstelling voor een onderzoek, 6e druk, Utrecht:

Uitgeverij Het Spectrum, 1986

Whetten, D.A., Interorganizational relations, in J.W. Lorsch, Handbook of Organizational Design, Englewood Cliffs, New Jersey, Prentice Hall, 1987

(3)

Bijlage 1 Plattegrond van Europark met grens

Grens NL-DU

(4)

Bijlage 2 Verslagen dag meelopen in Coevorden en Emlichheim en kerngegevens

Verslag dagje meelopen in Coevorden

Dinsdag 18 december 2001 heb ik een dag meegelopen op het politiebureau in Coevorden. Doel was voor mij om een beeld te krijgen van de dagelijkse praktijk daar.

Om 8.15 is er dagelijks een briefing waarin de bijzonderheden en gebeurtenissen van de afgelopen 24 uur worden besproken. Dit is voornamelijk bedoeld om iedereen op de hoogte te houden van wat er zoal speelt in hun gebied. De briefing wordt geleid door de dagcoördinator.

Na de briefing begint iedereen die dienst heeft met zijn werk. Mij wordt uitgelegd over het bedrijfsprocessen systeem (BPS). In dit systeem wordt van elke melding keurig bijgehouden wat het verdere verloop is geweest. Ook krijg ik te zien hoe het personeel de gewerkte uren verklaart en bijhoudt in een ander systeem. Dit systeem is vrij gedetailleerd en moet voor goed resultaat wel haast dagelijks bijgehouden worden, anders weet iemand bijvoorbeeld niet meer wat hij een week geleden de hele dag gedaan heeft.

De diensten van de medewerkers hangen op een groot handmatig ingevuld rooster aan de muur bij de dagcoördinator.

Na deze uitleg ben ik gaan praten met een wijkagent die zijn wijk heeft in Coevorden zelf. Zijn werkzaamheden bestaan eruit om contact te houden met de mensen in zijn wijk en te signaleren waar dingen niet goed gaan en dan te werken aan een oplossing. In deze functie is persoonlijk contact heel belangrijk. Omdat de wijk in Coevorden niet al te uitgestrekt is, kan de wijkagent hier op de fiets rondrijden. Dit maakt hem toegankelijker voor mensen dan wanneer hij in een auto rond zou rijden.

De wijkagent werkt ook veel samen met andere instanties zoals de kinderbescherming, buurtverenigingen, woningbouw vereniging, de gemeente, etc.

Tijdens mijn gesprek belt er een medewerker van de kinderbescherming op om te overleggen over een probleemgezin waarover de wijkagent melding heeft gemaakt van verwaarlozing van de kinderen. De moeder van dit gezin is erg boos op de wijkagent en weigert hem nog binnen te laten. Doordat hij in dit geval de rol van

“Zwarte Piet” op zich heeft genomen en melding heeft gedaan, hoopt hij dat de moeder alleen boos op hem is, en wel met andere instanties, zoals de kinderbescherming, blijft praten. Dit is maar een voorbeeld, maar over het algemeen heeft de wijkagent een dergelijke sociale functie.

De volgende ervaring is het bijwonen van het opnemen van een aangifte. De vrouw die, op afspraak, aangifte komt doen is moeilijk te begrijpen. Ze heeft een heel warrig verhaal over dat zij en haar familie door andere familie van haar voortdurend bedreigt worden met de dood en met het in brand steken van hun woning. De Politie is in verband hiermee al een keer bij het huis geweest. De politieagent die de verklaring opneemt kent de vrouw en ook een aantal van haar familieleden wel. Nadat de vrouw haar verhaal verteld heeft (en ik er geen touw aan vast kan knopen) begint hij zinnetje voor zinnetje te vragen en de aangifte op te stellen. Uiteindelijk wordt het verhaal helder en bespreekt de agent wat ze met de situatie aanmoeten. Als de

(5)

vrouw aangifte doet van bedreiging is er een grote kans dat de beklaagde ook aangifte doet omdat zij zelf ook terug dreigen. Het uiteindelijke doel van de vrouw is dat zij geen last meer zal hebben van de bedreigingen en dat haar familie met rust gelaten wordt. Ze is vooral bang voor de naderende feestdagen als de aangeklaagden dronken zullen zijn. De agent spreekt met haar af dat hij het met de wijkagent van haar wijk gaat bespreken en dat ze met de feestdagen haar huis extra goed in de gaten zullen houden.

De vrouw moet de verklaring tekenen. Aangezien de vrouw niet kan lezen biedt de agent aan om de verklaring eerst voor te lezen, maar dit vindt zij niet nodig. Ze wil wel graag de Politie-pen houden waarmee zij heeft ondertekend…dat mag.

Uiteindelijk is dit dus geen officiële aangifte geworden omdat dat waarschijnlijk weinig zin zou hebben. De vrouw is afkomstig uit een van de slechtste buurten van Coevorden waar altijd een hoop aan de hand is. In Coevorden wonen nog een hoop woonwagenbewoners en ook familie daarvan die wel in huizen wonen. Er zijn een aantal achterstandsbuurten waar deze mensen veelal wonen, deze buurten leveren de politie het meeste werk op.

Mijn volgende gesprek is met de twee rechercheurs. Zij houden zich veel bezig met de opsporing van drugs en andere verboden middelen en goederen. Zij vertellen mij dat zij een uitstekende samenwerking hebben met de politie van Emlichheim, maar dat zij het nog lang niet zien gebeuren dat ze volledig kunnen samenwerken, door het grote verschil in wetgeving. Enkele voorbeelden die zij noemen zijn het verschil tussen het legaliteits- en het opportuniteitsprincipe, de soepelere Duitse regelgeving als het gaat om wapenbezit en vuurwerk en de liberale Nederlandse drugswetgeving.

In verband met het Duitse legaliteitsprincipe is een Duitse politie agent verplicht om in te grijpen als hij weet heeft van een stafbaar feit. De Nederlandse politie agent daarentegen mag volgens het opportuniteitsprincipe zelf inschatten of optreden in dit geval gewenst is, of later of helemaal niet hoeft te gebeuren. Zie voor een verdere bespreking van hieruit voortkomende problemen de knelpunt analyse.

Met de soepelere regelgeving op bepaalde gebieden in de beide landen loopt men altijd tegen het probleem aan dat het passeren van de grens voor de betreffende persoon een heel groot verschil met zich meebrengt. Zo zijn bijvoorbeeld bepaalde luchtdruk pistolen niet verboden in Duitsland maar in Nederland wel. De Duitse agent die vlak voor de grens een auto met een kofferbak vol van deze pistolen aanhoudt, zal alleen kijken of de eigenaar boven de achttien is. Zodra deze zelfde persoon verder rijdt en de grens passeert begaat hij een in Nederland zwaar strafbaar feit, namelijk verboden wapen bezit. Voor het bezit van softdrugs geldt een zelfde soort probleem maar dan omgekeerd.

Zoals gezegd hebben deze rechercheurs een goede samenwerking met de Polizei, maar lopen zij tijdens hun dagelijkse werkzaamheden voortdurend tegen de grens aan. Zij hebben daarom een hoop commentaar op die genen die de regels maken, zonder dat deze beleidsmakers in hun ogen weten wat er werkelijk speelt aan de grens.

Hierna is het tijd voor een gezamenlijke lunch in de kantine. Er heerst een informele

“jongens onder elkaar stemming”. Het grootste gedeelte van de medewerkers in Coevorden is ook man.

Na de lunch gaan we op surveillance. Ik mag achterin het herkenbare Politie Golfje met de twee politie mannen meerijden. Omdat we geen specifieke doelen hebben

(6)

om heen te gaan beginnen we maar wat te rijden. Even door de buurt waar de mevrouw woont waar ik vanmorgen bij de verklaring zat, ze kunnen me zelfs aanwijzen waar ze woont. Over de ontvanger komen voortdurend oproepen voor andere politie auto’s in het district binnen, maar helaas niet voor ons. Daarom rijden we langs een middelbare school waar af en toe te hard met brommertjes gereden wordt. Natuurlijk doen ze dit niet als ze een politie auto zien, het heeft dus voornamelijk een preventieve werking. We rijden langs nog een woonwagenkamp en een woonbotenkamp en gaan daarna even kijken bij een drogist waardoor de medewerkers zich herhaaldelijk bedreigt voelen door een aantal mannen die er steeds rond hangen. Hierover was ‘s ochtends melding gedaan in de briefing, en daarom wordt de winkel nu extra vaak in de gaten gehouden. We rijden verder door een landelijk gebied. Dan moeten we gaan kijken bij een boot waaruit een melding gemaakt is van inbraak. Als we het bootje gevonden hebben blijkt dat de eigenaar al aangifte aan het doen is op het bureau en dat er waarschijnlijk niets gestolen is. Er heeft alleen maar iemand overnacht in de boot en geprobeerd de kachel aan te steken.

Terug in Coevorden rijden we nog een rondje en wordt er tot twee maal toe door het openstaande raampje tegen mensen in een auto gezegd dat zij niet stil mogen staan daar waar zij staan. Daarop zeggen zij sorry en rijden verder. Nog even tanken en de dienst zit er weer op……

Jammer voor mij, maar typerend voor het politie werk, je kan nooit van te voren bepalen of er iets gaat gebeuren, het is vaak hollen of stilstaan.

Als afsluiting van mijn dag zit ik nog een half uurtje bij de dames van het wijksecretariaat, en tevens de receptie van het bureau. Zij nemen de binnenkomende telefoontjes en de post aan en handelen deze zelf af of bepalen naar wie deze doorgestuurd kunnen worden. Bovendien staan zij alle mensen die zich aan de balie melden te woord en bepalen zij door middel van het bedienen van een knop wie er wel en niet in het bureau worden toegelaten. Ter bescherming zitten zij achter kogelvrij glas en zij doen het raampje open om iemand te woord te staan. Ook hier gebeurt tijdens mijn verblijf verder weinig.

Alles bij elkaar vond ik het heel leuk om een dagje te kijken wat de ‘echte’ politie mensen doen. Doordat ik bij veel verschillende afdelingen meegekeken en gepraat heb, heb ik denk ik een goed beeld kunnen krijgen. Natuurlijk is één dag wel kort, maar ik heb een goede indruk gekregen.

(7)

Verslag bezoek Emlichheim

Dinsdag 12 februari 2002 ben ik op bezoek geweest bij het Polizeikommissariat in Emlichheim. Dit met het zelfde doel als eerdere bezoek aan Coevorden; om een beeld te krijgen van de organisatie, de medewerkers en de dagelijkse praktijk.

Om tien uur had ik een afspraak met Jürgen Hölman, de ‘Leiter Polizeikommissariat’

(vergelijkbaar met een wijkchef bij de Nederlandse politie). Het bureau bevindt zich in een grote voormalige woning. Dit is duidelijk aan de indeling te zien. Deze doet mij niet direct aan als een kantoor.

De Polizei Emlichheim is organisatorisch gezien een onderdeel van de Polizeiinspektion Grafschaft Bentheim in Nordhorn. In Emlichheim heeft men de verantwoordelijkheid voor het noordelijke gedeelte van de grafschaft, waaronder naast het kommissariat ook de Polizeistations Uelsen en Neuenhaus vallen. Deze stations worden beide bemand door twee personen. In Emlichheim beschikt men over zowel geüniformeerde als over burger (recherche) beambten. In het geval van grotere zaken kan men altijd de hulp inroepen van de gespecialiseerde afdelingen van de inspektion in Nordhorn. Voor meer gedetailleerde informatie over de organisatie structuur van de grafschaft Bentheim en haar verschillende afdelingen zie het organogram onder de tekst op de volgende pagina.

De gegevens over de medewerkers staan in de vergelijking met Coevorden die volgt.

Tijdens het gesprek komt Albert Westerman (de plaatsvervangend wijkchef van Coevorden) even langs om wat informatie over een bepaalde zaak door te geven en om nog even wat andere dingen te bespreken. Dit schetst een duidelijk beeld van hoe de samenwerking tussen Coevorden en Emlichheim verloopt. De samenwerking is informeel en op ad hoc basis, dwz. dat zij plaats vind als dit nodig is. Eén van de andere dingen die besproken worden is de dag waarop de beide korpsen samen komen om te gaan klootschieten. Dit doen zij jaarlijks en is bedoeld om de leden van de korpsen met kennis te laten maken met elkaar. Dit speelt een belangrijke rol voor de samenwerking, omdat dit natuurlijk altijd makkelijker gaat als men elkaar persoonlijk kent.

Nadat de structuur en de functionaliteiten binnen de grafschaft mij duidelijk zijn krijg ik een rondleiding door het gebouw. Op de begane grond is de entree en het kantoor van de technische rechercheurs en een cel. Op de tweede en de derde verdieping van het huis zitten veel kleine kamertjes waar meestal twee bureaus in staan. Het hele gebouw, de inrichting en de apparatuur doen ouderwets aan. Tot twee jaar geleden had men hier nog geen computers. Deze achterstand is nu wel ingehaald, en men werkt bij aangiftes e.d. met een programma vergelijkbaar met BPS van de Politie, genaamd Mikado.

Op de bovenste verdieping is een gezellige huiskamerachtige kantine. Hier lunchen we even. Er heerst onder de mensen die aanwezig zijn op het bureau een informele sfeer. Veel van hen zijn ook buiten het werk bevriend, dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat vijf van de collega’s gezamenlijk op wintersport gaan. Opvallend is wel dat de enige twee vrouwen die er werken beide part time secretariële werkzaamheden verrichten, verder zijn er alleen mannen.

Na de lunch gaan we met de auto naar de Polizeiinspektion in Nordhorn toe. Dit gebouw is natuurlijk veel groter en huisvest alle centrale diensten van de grafschaft.

Hier zit ook de meldkamer en tevens informatie centrum voor gegevens omtrent personen of voertuigen. In het hele grafschaft werken 48 beambten, en de meeste

(8)

kennen elkaar in meer of mindere mate persoonlijk. In dit gebouw zijn ook de uitgebreidere recherche werkzaamheden mogelijk. Er zijn kamers voor het aftappen van telefoongesprekken, observeren van video beelden en voor het ontwikkelen van foto’s.

Het gebied dat onder de verantwoordelijkheid van Emlichheim valt is een grotendeels landelijk gebied met boerderijen en af en toe een iets groter stadje. Afwijkend van deze rust is de discotheek Zack, die ook in dit gebied gevestigd is. Hier komen elk weekend heel veel jongeren op af, zowel uit Nederland als uit Duitsland. Dit brengt regelmatig problemen met zich mee zoals dronken (of anderszins gedrogeerde) bestuurders, vechtpartijen en drugshandel.

Door de dag door te brengen met Jürgen Hölman heb ik een indruk gekregen van de werkwijze en cultuur van de Polizei in Emlichheim. Deze indruk zal in het onderzoek vergeleken worden met mijn indruk van de Politie Coevorden.

(9)

Kerngegevens Polizei Emlichheim

Aantal inwoners Samtgemeinde Emlichheim 13264

Samtgemeinde Uelsen 10541

Samtgemeinde Neuenhaus 13007

36812

Oppervlakte in m2 Samtgemeinde Emlichheim 184.64

Samtgemeinde Uelsen 193.00

Samtgemeinde Neuenhaus 101.35

478.99

Aantal arbeidsplaatsen Executief 24 (24 mannen)

Administratief 1 (2 vrouwen)

25 Gemiddelde leeftijd medewerkers in jaren 46,6

Aantal voertuigen Auto’s 3

Busjes 1

Motoren geen

Fietsen geen

Kerngegevens Politie Coevorden

Aantal inwoners 35502

Oppervlakte in km2 310

Aantal arbeidsplaatsen Executief 34 (32 m & 4 v)

Administratief 2 (3 vrouwen)

Gemiddelde leeftijd medewerkers in jaren 38,2

Aantal voertuigen Auto’s 7

Busjes 1

Motoren 3

Fietsen 5

(10)

Bijlage 3 Scenario’s zoals besproken met experts

Scenario 1: Samenwerking binnen de huidige wetgeving

Omschrijving

Dit is de optimale vorm van samenwerking zoals deze mogelijk is binnen de huidige wetgeving. Optimaal houdt in dat waar mogelijk alle knelpunten opgelost worden. Omdat de wet het oplossen van de juridische knelpunten in dit geval belemmert, zal dit dus inhouden dat bij dit scenario de optimale vorm is dat alle inter-organisationele knelpunten opgelost zullen worden.

Omdat men aan de beperkingen van de wet gehouden is zal men in het geval van incidenten en calamiteiten op het Europark altijd onmiddellijk moeten vaststellen in welk land iets plaats heeft gevonden. Bij een melding van bijvoorbeeld een ongeval moeten de beide meldkamers ingelicht worden, en als zij niet van daaruit kunnen bepalen op welk grondgebied het plaats vindt, zullen zowel de Politie als de Polizei er heen gestuurd moeten worden, zodat ter plaatse bepaald kan worden welke de bevoegde autoriteit is. Bij dit scenario zou het heel gunstig zijn als overal in het Europark precies staat aangegeven waar de grens loopt. Op de ontsluitingsweg zal bijvoorbeeld een duidelijke verflijn moeten worden getrokken. Met deze duidelijke grens is het ook makkelijker voor het betrokken publiek om de juiste instantie te waarschuwen. Toch is dit nog geen oplossing voor de gevallen waarbij het incident zich voordoet op, of voortzet over de grens.

Natuurlijk mogen de politie ambtenaren die het eerst aanwezig zijn wel hulp bieden, maar zodra dit niet op hun eigen grondgebied is, zullen zij niets méér mogen doen dan iedere andere burger van de Europese Unie.

Oplosbare knelpunten

De knelpunten die in deze situatie oplosbaar zijn, zijn alleen de inter-organisationele knelpunten, knelpunten 6.1 t/m 9.1 en 11.1. Deze oplossingen worden hier kort besproken, maar gelden verder voor alle scenario’s.

De inter-organisationele knelpunten ontstaan door een slechte afstemming tussen de Politie en de Polizei en zijn dus veelal door het aanpassen van systemen, het scholen van personeel en het maken van afspraken en procedures op te lossen. Bij scholing moet dan gedacht worden aan het leren van elkanders taal, leren over de andere organisatie(structuur) en juridische verschillen.

Ook moeten de burgers voorgelicht worden. Afhankelijk van welk juridisch scenario wordt gekozen zal zowel op regionaal als op nationaal niveau de positie van de buitenlandse ambtenaar moeten worden toegelicht. Het moet voor de burger duidelijk worden wat zij wel en niet kunnen verwachten van de buitenlandse beambte.

Ook zal aan Nederlandse zijde duidelijk moeten zijn hoe de verschillende ICC’s (Interregionale Coördinatie Centra) functioneren en nadat de werkwijze afgestemd is kan dit aan de Duitse zijde worden doorgegeven. Zij zullen op hun beurt hun ambtenaren hiervan op de hoogte moeten stellen.

Onopgeloste knelpunten

De juridische knelpunten zijn binnen de huidige wettelijke kaders niet op te lossen. Dit zijn de knelpunten 1.1 t/m 5.2. Kort samengevat zijn dit problemen die ontstaan als de politie aan haar eigen zijde van de grens moet blijven terwijl de overtreding of calamiteit aan de andere kans van de grens plaatsvindt. Het feit dat overtreders wel over de grens kunnen vluchten en de politie er dan niet achteraan mag als de overtreding niet belangrijk genoeg is volgens Schengen. Met betrekking tot de openbare orde speelt dat er indien er rondom de grens calamiteiten verwacht worden, de beide korpsen voldoende mankracht op de been moeten hebben in het geval dat de calamiteit zich aan hun zijde gaat voordoen. Zij kunnen daarbij dus niet van elkanders capaciteit profiteren.

(11)

Wat betreft de informatie-uitwisseling tussen de Politie en de Polizei speelt de Nederlandse Wet Persoonsregistratie een belemmerende rol. Deze Wet persoonregistraties verbied om de gegevens uit de politieregistraties aan anderen de verstrekken dan de Politie. Hierdoor kan in de grensgebieden de benodigde informatie bij bijvoorbeeld de aanhouding van een Nederlander door de Polizei, niet rechtstreeks en rechtsgeldig worden doorgegeven.

Bij gezamenlijk dienst doen door agenten in een van de beide landen, heeft de beambte die op dat moment op vreemd grondgebied is nauwelijks officiële bevoegdheden om werkelijk iets uit te kunnen richten in het geval van calamiteiten.

Ook speelt het elementaire verschil in Nederlandse en Duitse wetgeving. Het opportuniteitsprincipe in Nederland versus het legaliteitsprincipe in Duitsland. En de verschillen in verboden goederen en waren.

Juridisch kader

Het juridische kader waarmee men in de huidige situatie bij politiële samenwerking op het Europark in hoofdzaak te maken heeft is het “Akkoord van Schengen” (1985) en de daaruit voortvloeiende “Schengen Uitvoeringsovereenkomst” (1990).

Een verdere bilaterale uitwerking hiervan staat in de “Overeenkomst tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie van Nederland en het Bondsministerie van Binnenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland inzake politiële samenwerking in het grensgebied tussen Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland” (1996), ook wel genoemd

“de 19-punten overeenkomst”.

Voor het oplossen van de inter-organisationele knelpunten is vooral ook de

“Gemeenschappelijke verklaring van de Minister van Binnenlandse Zaken van de deelstaat Nedersaksen en van de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van Nederland inzake grensoverschrijdende samenwerking” (2001). Deze verklaring heeft de intentie de grensoverschrijdende samenwerking van decentrale overheden in het algemeen en de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van politie, brandweer en rampenbestrijding, alsmede de ontwikkeling van grensoverschrijdende bedrijventerreinen in het bijzonder te ondersteunen.

Voordelen

• Er is geen aanpassing van de wet nodig.

• Duidelijkheid voor de politie beambte, er geldt: “Tot hier en niet verder”.

Nadelen

• De grenskorpsen kunnen geen gebruik maken van elkanders capaciteit.

• Inefficiëntie; Zowel Politie als Polizei zullen iemand moeten sturen bij een onduidelijke situatie op het Europark.

• Onduidelijkheid; Er blijven situaties waarbij niet duidelijk is wie het bevoegde gezag is.

Bijvoorbeeld de situatie dat er een ongeluk gebeurd waarbij het ongeluk in het ene land plaatsvindt en het slachtoffer aan de andere kant terecht is gekomen.

• Geen oplossingen voor de juridische knelpunten.

(12)

Scenario 2: Samenwerking zoals op AVANTIS

Omschrijving

AVANTIS is een grensoverschrijdend bedrijventerrein vergelijkbaar met het Europark op de grens van Nederland en Duitsland bij Heerlen en Aachen. Hier hebben de Politie en de Polizei al een apart dienstvoorschrift opgesteld voor het politieoptreden op dit terrein. Dit dienstvoorschrift balanceert op de grens van wat wettelijk gezien mogelijk is. In hoofdlijnen wordt de landsgrens wel erkend, maar bij verkeersongevallen mogen de direct noodzakelijke maatregelen worden genomen door zowel Duitse als Nederlandse politieambtenaren. Zodra de geografische situatie duidelijk is, wordt de zaak afgehandeld door of overgegeven aan de ter plaatse bevoegde ambtenaren. Het verschil met het eerste scenario is dat hier niet eerst het land wordt bepaald waarin het ongeval plaats heeft, alvorens er door de bevoegde ambtenaren maatregelen kunnen worden genomen. Hier draait men de volgorde om, en mogen dus ook de eigenlijk onbevoegde ambtenaren om praktische redenen de eerste maatregelen nemen. Op AVANTIS heeft men er bewust voor gekozen om de landsgrens nergens aan te geven.

Verder zijn er in het AVANTIS dienstvoorschrift een aantal regels opgenomen die een paar (juridische en organisatorische) knelpunten oplossen. Dit wordt verder toegelicht onder opgeloste knelpunten.

Juridisch kader

Officieel is het juridisch kader van dit scenario gelijk aan het juridisch kader van scenario 1.

Dit omvat dus het “Akkoord van Schengen” (1985), de “Schengen Uitvoeringsovereenkomst”

(1990) en de “19-punten overeenkomst” (1996). Er is hier echter gebruik gemaakt van een ruime interpretatie van de artikelen 9, 12 en 18 van de 19-punten overeenkomst. Deze punten gaan respectievelijk over grensoverschrijdingen, het meevoeren van dienstwapens en nadere afspraken die in het kader van de overeenkomst door de bevoegde instanties gemaakt mogen worden.

Opgeloste knelpunten

In de rest van deze scenario-opbouw zal gewoon de tekst van het dienstvoorschrift van AVANTIS aangehouden worden, de vertaling naar de situatie van het Europark kan logischerwijs gemaakt worden.

Indien dit dienstvoorschrift wettelijk gezien gehanteerd zou mogen worden, zouden een aantal van de huidige juridische knelpunten opgelost zijn. Dit zijn de volgende knelpunten.

Indien politie ambtenaren aan de andere zijde van de grens dringend assistentie behoeven, bijvoorbeeld als zij in gevaar dreigen te komen door een overmacht bij een demonstratie, mag op grond van de volgende artikelen bijstand worden verleend. Artikel 4a: “Wordt op Duits grondgebied de plaatselijk bevoegde ambtenaar bij de uitoefening van zijn dienst gehinderd, dan mag de Nederlandse politie ambtenaar op basis van artikel 32 (Duits) Wetboek van Strafrecht hem bijstand verlenen”. En artikel 4b: “Omgekeerd kan een op Nederlands grondgebied bevoegde en werkzame politieambtenaar op grond van artikel 180 van het (Nederlandse) Wet boek van Strafrecht een Duitse ambtenaar vragen hem bijstand te verlenen”.

Indien er een ongeluk plaats vindt waarbij de gewonde naar een ziekenhuis in het andere land wordt vervoerd worden de directe noodzakelijke opsporingshandelingen tegen een persoon verricht door de in dat land bevoegde politieambtenaar. Er wordt dan onmiddellijk een rechtshulpverzoek van het openbaar ministerie, in welk gebied het ongeval heeft plaatsgevonden, ingediend.

Dit scenario is gebaseerd op een voorstel voor een dienstvoorschrift van de Polizei Präsident van Aachen en de Korpschef van Limburg-Zuid. Momenteel is dit voorstel ter goedkeuring voorgelegd aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In afwachting van het oordeel dat het Ministerie over dit dienstvoorschrift geeft, mag dit op geen enkele manier naar buiten gebracht worden.

(13)

Als er een ongeval op AVANTIS gemeld wordt nemen de beide meldkamers contact met elkaar op en bepalen wie erheen gestuurd worden. Indien duidelijk is op welk grondgebied gaat de ter plaatse bevoegde politie erheen, indien onduidelijk, gaat de eenheid die het eerste ter plaatse kan zijn. Tevens mogen bij verkeersongevallen op de straten van het bedrijventerrein AVANTIS politieambtenaren ook op vreemd grondgebied de plaats van ongeval veiligstellen en de eerste maatregelen ter bescherming van betrokken personen nemen.

Gebaseerd op artikel 12 uit de 19-punten overeenkomst mogen politieambtenaren van de politie Aachen en Limburg-Zuid bij grensoverschrijding hun dienstwapen (dienstpistool, wapenstok en peperspray) meenemen. Op buitenlandsgrondgebied is het gebruik van een dienstwapen alleen in het geval van noodweer toegestaan.

De opgeloste knelpunten van juridische aard zijn 1.3, 1.6, 1.8, 2.2, 4.2 en 4.4.

Wat betreft de knelpunten van inter-organisationele aard geldt dat zij opgelost kunnen worden net als dat bij het eerste scenario is omschreven.

Onopgeloste knelpunten

De knelpunten die na invoering van een dergelijk dienstvoorschrift voor het Europark nog steeds zullen spelen zijn de knelpunten 1.1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.7, 1.9, 2.1, 2.3, 3.1 t/m 3.6, 4.1, 4.3, 4.5 t/m 4.7, 5.1 en 5.2.

Vooral duidelijk is dat er op het gebied van de juridische problemen omtrent informatie- uitwisseling geen verbeteringen zijn bij dit scenario. Ook blijven de mogelijkheden voor collega’s uit het andere land om elkanders bevoegdheden over te nemen zeer beperkt.

Voordelen

• Efficiënt; De grenskorpsen kunnen in bepaalde gevallen gebruik maken van elkanders capaciteit, bijvoorbeeld de buitenlandse collega’s bijstand verlenen in het geval van hindering in uitvoering van de taak.

• Snelheid; Politieambtenaren mogen in het geval van een ongeluk altijd de direct noodzakelijke maatregelen treffen.

Nadelen

• Inefficiëntie; Zowel Politie als Polizei zullen iemand moeten sturen bij een onduidelijke situatie op het Europark.

• Er blijven nog veel juridische knelpunten bestaan.

(14)

Scenario 3: Samenwerking volgens aangepast Duits-Zwitsers verdrag

Omschrijving

Bij dit scenario zal gekeken worden naar een verdrag dat de samenwerking van de Politie en de Polizei in de grensgebieden zou moeten gaan regelen. Hierover vindt op dit moment overleg tussen beide landen plaats. Dit verdrag kan opgesteld worden naar het model van een verdrag dat de politiële samenwerking tussen Duitsland en Zwitserland regelt. Met een werkgroep bestaand uit Duitse en Nederlandse politiecoördinatoren internationale samenwerking, is gekeken naar de aanpassingen van het Duits-Zwitserse verdrag aan de Duits-Nederlandse situatie. Het belangrijkste punt van dit verdrag is dat het toestaat dat politiebeambten, met waarneming van soevereine bevoegdheden, op kunnen treden in het andere land, onder het gezag van de daar bevoegde autoriteiten. Hierbij zal onderscheid gemaakt worden tussen spoed- en noodgevallen competentie, en een assistentie competentie. Dit artikel zou al een aantal van de huidige knelpunten wegnemen. Verder zouden er nog een aantal andere artikelen zijn die huidige belemmeringen wegnemen.

Hierover meer bij de oplosbare knelpunten.

Aangezien Duitsland een dergelijk verdrag al gesloten heeft met Zwitserland, dat niet eens een Schengen land is, zou het ook mogelijk moeten zijn om met Nederland een soortgelijk verdrag af te sluiten.

Oplosbare knelpunten

Het nieuwe verdrag, gebaseerd op het Duits-Zwitserse verdrag (Du-Sw verdrag), maar aangepast op enkele punten, zou een heel groot deel van de juridische knelpunten die er momenteel zijn, oplossen. Naast de inter-organisationele knelpunten kunnen hier ook een groot deel van de juridische knelpunten worden opgelost.

In het Du-Sw verdrag wordt het grensoverschrijdend achtervolgen uitgebreid voor personen die zich onttrekken aan controles, of aan aanhouding.

Veel van de knelpunten zouden opgelost worden door het artikel dat toestaat dat politiebeambten, met waarneming van soevereine bevoegdheden, op kunnen treden in het andere land, onder het gezag van de daar bevoegde autoriteiten. Hierbij zal onderscheid gemaakt worden tussen een spoed- en noodgevallen competentie, waarbij de grensoverschrijdende beambte zichzelf ondergeschikt maakt aan het aldaar gevestigde gezag, en assistentie competentie, waarbij een buitenlandse collega eerst om assistentie moet verzoeken. In het geval dat er een bevoegde beambte aanwezig is, kan er gebruik gemaakt worden van een assistentie competentie, indien nodig met waarneming van soevereine bevoegdheden, anders zonder. Dit zou kunnen zijn bij ongevallen of andere calamiteiten waarbij de collega’s aan de andere zijde van de grens snel hulp nodig hebben.

In gevallen dat er geen bevoegde beambte aanwezig is moet de - in principe - onbevoegde beambte met behulp van de spoed- en noodgevallen competentie de bevoegdheid krijgen toch het noodzakelijke te kunnen doen. Deze competentie zou oplossing bieden voor calamiteiten waarbij de politie van het andere land het snelst aanwezig kan zijn, of als beambten aan de andere zijde van de grens een strafbaar feit constateren. Ook zou dit een oplossing kunnen zijn voor het geval een politie voertuig over het grondgebied van het andere land moet rijden om het snelst bij een calamiteit in het eigen land te zijn. Voor het gedeelte dat hij over vreemd grondgebied rijdt kan hij zichzelf door middel van de spoed- en noodgevallen competentie met soevereine bevoegdheden ondergeschikt maken aan het daar bevoegde gezag en dan is het hem toegestaan om met optische of geluidssignalen te rijden.

In het verdrag is ook geregeld hoe de beambte verzekerd is in het geval van schade. Dit is geregeld door een artikel dat er op neerkomt dat de beide landen elkaar niet aansprakelijk stellen voor schade veroorzaakt door een beambte die in het andere land bezig is met de uitvoering van zijn werk in het kader van dit verdrag. Wordt de schade toegebracht aan derden, dan vergoedt de staat op wiens grondgebied de schade is toegebracht de schade, net zoals deze dit zou doen als een eigen politiebeambte betrof. Later betaalt de staat van

(15)

de beambte dit dan weer aan die andere staat terug. In het geval dat er sprake is van een strafbaar feit (begaan door of tegen de buitenlandse beambte) is zijn rechtspositie gelijkgesteld aan die van de beambten van het betreffende land.

In Duitsland hanteert men het onmiddelijkheidsbeginsel. Dit wil zeggen dat indien een beambte een proces verbaal opmaakt dit zonder mondelinge toelichting bij de rechtbank geen bewijskracht heeft in Duitsland. Dit zou dus voor een groot beslag op de capaciteit van de Nederlandse beambte zorgen en er toe kunnen leiden dat de Nederlandse beambte liever geen proces verbaal meer opmaakt met betrekking tot een Duitser. Dit probleem kan opgelost worden door in het verdrag op te nemen dat een Nederlandse beambte in principe verhinderd is, tenzij…(hier kan nadere invulling aan gegeven worden). De Duitse wet kent namelijk een uitzondering als een beambte verhinderd is. Een ander probleem wat hier uit voort kan vloeien is het taal verschil, het zal voor de meeste Nederlanders niet makkelijk zijn een proces-verbaal in het Duits op te stellen.

In de Nederlandse en Duitse grensregio’s zijn afspraken gemaakt tussen de Korpschef’s en de Direktor der Polizei van de Bezirksregierungen over het direct verstrekken van informatie aan beambten van de andere grensregio’s, via de meldkamers. Toch geldt deze regeling alleen voor “harde feiten”. Gegevens als criminele antecedenten en gevarenclassificatie zijn ook van belang, maar mogen nog niet aan buitenlandse beambten verstrekt worden. Dit kan opgelost worden door in het verdrag op te nemen dat deze gegevens ook uitgewisseld mogen worden.

Het handhavingsbeleid wat betreft verboden middelen en goederen bezit, zal gebaseerd moeten zijn op de gemene deler. Dat wil zeggen dat er op het Europark alleen die zaken gehandhaafd kunnen worden die zowel bij Nederlandse als bij Duitse wet verboden zijn.

Voor de rest zullen zij moeten gedogen.

De juridische knelpunten die hier kunnen worden opgelost zijn 1.2 t/m 1.5, 1.7 t/m 1.9, 2.1 t/m 2.3, 3.1, 3.6, 4.1 t/m 4.7 en 5.2

Onopgeloste knelpunten

De knelpunten die na invoering van een dergelijk Verdrag voor het Europark nog steeds zullen spelen zijn de knelpunten 1.6., en 3.2 t/m 3.5 en 5.1

De knelpunten 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, hebben betrekking op rechtshulpverzoeken en Schengen- signalering. Dit zijn zaken die in Europees verband geregeld zijn, en daarom kan hier niet zomaar in een verdrag tussen twee Europese lidstaten van afgeweken worden.

Juridisch kader

Het juridisch kader blijft net zoals bij de voorgaande situaties bestaan uit het “Akkoord van Schengen” (1985), de “Schengen Uitvoeringsovereenkomst” (1990), de “19-punten overeenkomst” (1996) en de “Gemeenschappelijke verklaring van Nederland en Nedersaksen inzake grensoverschrijdende samenwerking 2001”. Hier bovenop zou dan dus nog het nieuwe Nederlands-Duitse verdrag komen.

Een nadere motivering voor een dergelijk verdrag, in elk geval voor het Europark, is te halen uit de “Nederlands-Duitse gemeenschappelijke verklaring inzake grensoverschrijdende bedrijventerreinen”, ook wel het “Memorandum van Aken” genoemd. Hierin staat onder meer dat er gestreefd wordt naar:

“De totstandkoming van een volkenrechtelijk kader dat de instelling van grensoverschrijdende lichamen mogelijk maakt die eigen publiekrechtelijke bevoegdheden kunnen uitoefenen”. En “De wijziging van hun bestuurlijke organisatie op grond waarvan aan de grensoverschrijdende gemeenschappelijke organen de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden kan worden overgedragen”.

Voordelen

• Efficiëntie; meer efficiëntie als in het voorgaande scenario waarbij men alleen de eerste maatregelen mag treffen. In dit scenario mag de politiebeambte in ondergeschiktheid aan de andere staat de noodzakelijke politietaken verrichten.

(16)

• Snelheid; de politie die het snelst ter plaatse kan zijn kan worden ingeschakeld.

• Praktisch; Men kan op het Europark bijvoorbeeld de (nacht)diensten tussen Coevorden en Emlichheim verdelen. De beambte hoeft niet telkens te kijken waar de grens loopt, dit kan achteraf vastgesteld worden.

• Duidelijkheid; voor de beambten en burgers: Op het Europark zijn zowel Politie en Polizei bevoegd.

• Onder deze wetgeving kan het gezamenlijk dienst doen van Nederlandse en Duitse politiebeambten grote voordelen opleveren. Op het gebied van efficiëntie maar ook om taalproblemen en culturele verschillen naar de burger toe op te heffen.

Nadelen

• Er moet een verdrag komen, dit kost tijd.

• Taal problemen; in de communicatie met de burger van het andere land, maar ook bij het opmaken van een proces-verbaal. Als later blijkt dat het voorval op vreemd grondgebied plaats had, zal het proces-verbaal eventueel vertaald moeten worden.

• De burger kan er problemen mee hebben dat een politiebeambte van een ander land op zijn/haar nationale grondgebied mag handelen.

(17)

Scenario 4: Geen samenwerking

Omschrijving

In dit scenario zal er geen sprake zijn van samenwerking tussen de Politie en de Polizei op het Europark, omdat er wordt afgesproken om ofwel de Politie Coevorden, of de Polizei Emlichheim de bevoegdheid op het hele bedrijven terrein te geven. Dit zou kunnen onder de werking van het zelfde verdrag zoals beschreven bij scenario 3. Alles wat op Europark plaats vindt zal dan afgehandeld worden door de ambtenaren van één van beide landen. Wel zullen de zaken, afhankelijk van het grondgebied waarop zij plaatsvinden afgehandeld worden naar het Nederlandse of het Duitse recht. En bovendien zullen de beambten als zij zich op buitenlands grondgebied bevinden optreden in ondergeschiktheid aan het daar bevoegde gezag.

Oplosbare knelpunten en een uitwerking van de oplossing

De meeste van de knelpunten zullen net zo opgelost kunnen worden zoals staat beschreven bij het derde scenario. Een paar knelpunten vervallen echter, doordat er geen sprake meer is van samenwerking, en dus ook niet van afstemmingsproblemen. Een aantal nieuwe knelpunten komen door deze manier van werken wel naar voren, en deze zullen worden genoemd bij de nadelen van dit scenario.

Voor de knelpunten wat betreft de verschillen in toegestane middelen en waren ligt de oplossing, net als bij het vorige scenario, in gedogen op het hele Europark. Iemand die de in Nederland toegestane hoeveelheid marihuana bij zich heeft, kan niet ineens als hij op een Duits stukje van de ontsluitingsweg rijdt aangehouden en bekeurd worden. Voor de luchtdruk wapens geldt het zelfde, maar dan omgekeerd. Het wordt natuurlijk een ander verhaal als iemand met een hele kofferbak vol luchtdruk wapens rondrijdt.

De knelpunten 6.1, 7.1, 8.1, 8.2 en 11.1 komen allemaal te vervallen doordat er geen sprake meer is van samenwerking van de Politie en de Polizei op het Europark. Dit scheelt investeringen in het oplossen van deze problemen zoals dat bij de andere scenario’s zou moeten gebeuren.

Onopgeloste knelpunten

De knelpunten 1.6 en 3.2 t/m 3.5. Deze knelpunten blijven in alle scenario’s staan. Zoals al is aangegeven bij scenario 3 ligt de oplossing van de knelpunten met betrekking tot de informatie voorziening op Europees niveau. Indien er bij dit scenario zou worden gekozen om de Nederlandse politie de bevoegdheid over het hele Europark te geven, leveren deze knelpunten minder problemen op, omdat Duitsland zich in deze minder formeel opstelt.

Wordt ervoor gekozen om de Duitse politie bevoegdheid te geven, leveren ze iets meer problemen op, doordat deze beambten dan bij aanhoudingen en inbeslagnames minder adequaat kunnen reageren en meer tijd kwijt zullen zijn met het afdelen van rechtshulpverzoeken.

Juridisch kader

Het juridisch kader is verder hetzelfde als het kader van scenario 3. Het enige verschil is dat er in het verdrag een artikel zal moeten komen te staan dat regelt dat er op het gehele bedrijven terrein één van de korpsen bevoegd is om op te treden.

Voordelen

• Kosten besparing; Een groot aantal van de inter-organisationele knelpunten vervallen, zonder dat daar de kosten voor gemaakt hoeven te worden om ze op te lossen zoals bij de andere drie scenario’s.

• Duidelijkheid; Zowel voor Politie en Polizei als voor derden. Bij derden moet dan gedacht worden aan een private beveiliger, de bedrijven op het terrein en de burgers. In deze situatie hoeft geen van deze partijen te twijfelen wie zij het beste kan inschakelen indien dit nodig is.

(18)

• Voor zover er sprake is van culturele of taal problemen tussen de Politie Coevorden en de Polizei Emlichheim, vervallen deze omdat zij bij deze oplossing niet of nauwelijks samenwerken.

Nadelen

• Er moet een verdrag komen, dit kost tijd.

• Taal problemen; in de communicatie met de burger van het andere land, maar ook bij het opmaken van een proces-verbaal. Als blijkt dat het voorval op vreemd grondgebied plaats had, zal het proces-verbaal mogelijk in de andere taal moeten worden opgesteld of vertaald worden.

• Uitvoerend politie ambtenaren moeten hele goede kennis hebben van zowel het Duitse als het Nederlandse rechtsstelsel.

• Proces verbaal moet bij juridisch vervolg wel bij het juiste rechtsapparaat terecht komen.

Er moet hiervoor een procedure komen indien het feit op het voor de beambte buitenlands grondgebied heeft plaatsgevonden.

• De burger kan er problemen mee hebben dat een politiebeambte van een ander land op zijn/haar nationale grondgebied mag handelen.

Voor- en nadelen t.a.v. keuze voor Politie Coevorden

• Hogere personeelsbezetting en meer voertuigen.

• Het grootste gedeelte van het Europark ligt op Duits grondgebied (70%)

• Minder last van de onopgeloste knelpunten rondom de informatie-voorziening.

Voor- en nadelen t.a.v. Polizei Emlichheim

• Lagere personele bezetting en minder voertuigen.

• Het grootste gedeelte van het park ligt op Duits grondgebied ( 70 %).

(19)

Bijlage 4 Dienstvoorschrift AVANTIS

Dienstvoorschrift politieoptreden op het grensoverschrijdend bedrijventerrein Aachen / Heerlen (AVANTIS)

Dit dienstvoorschrift regelt de samenwerking bij het optreden van de politie Aachen en de politieregio Limburg-Zuid op het bedrijventerrein AVANTIS.

Tot het inwerking treden van een volkenrechtelijk verdrag tussen de Bondsrepubliek

Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden, is dit voorschrift gegrond op de artikelen 9, 12 en 18 van de Overeenkomst tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de

Bondsrepubliek en de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken van Nederland over de politiële samenwerking in het grensgebied van 17 april 1996, en de basis voor politie- optreden in het gebied AVANTIS.

1. Geografische werking

Ligging en uitbreiding van het bedrijventerrein AVANTIS zijn op de bijgevoegde kaart, welke deel uitmaakt van dit dienstvoorschrift, te zien. De landsgrens is door middel van een ingetekende lijn aangegeven, zodat het Nederlandse en het Duitse gebiedsdeel te herkennen zijn.

2. Meldingen

a. Wanneer een verkeersongeval of een ander ernstig feit op AVANTIS bij de politie wordt gemeld, nemen de twee meldkamers van de politie met elkaar contact op en bepalen wie actie zal ondernemen.

b. Als meteen duidelijk is op welk grondgebied het feit plaatsvindt, gaat de plaatselijk bevoegde politie er naar toe.

Is het niet duidelijk, gaat er de eenheid heen die het eerst ter plaatse kan zijn. In geval van twijfel kunnen de ambtenaren van beide korpsen naar de plaats worden gestuurd.

c. Zodra bekend wordt op welk grondgebied politieoptreden noodzakelijk is, wordt de verdere afhandeling van de situatie aan de bevoegde politiedienst

overgedragen. Ook dit vindt plaats in overeenstemming met de meldkamers.

3. Grensoverschrijdingen

a. Indien het verkeerstechnisch noodzakelijk is, mogen dienstvoertuigen van de politie Aachen over Nederlands grondgebied rijden, om het bedrijventerrein AVANTIS te bereiken. Daarbij moet de kortste weg vanaf de grensovergang Duitsland – Nederland tot het gebied AVANTIS worden gekozen.

b. Indien dit uit dienstoverwegingen noodzakelijk is, mogen dienstvoertuigen van de politie Limburg-Zuid over het Duitse deel van het bedrijventerrein AVANTIS rijden.

c. Politieambtenaren van de politie Aachen en de politie Limburg-Zuid mogen bij grensoverschrijding hun dienstwapen (dienstpistool, wapenstok en peperspray) met zich voeren. Op buitenlands gebied is het gebruik van dienstwapens door politieambtenaren alleen in gevallen van noodweer toegestaan. Het gebruik van het dienstpistool is alleen toegelaten ter afwending van onmiddellijk gevaar voor

(20)

leven en gezondheid van politieambtenaren en andere personen. Wordt een

dienstwapen op een persoon gericht, geldt dit naar Nederlands recht reeds als gebruik van het dienstwapen in de zin van dit voorschrift.

4. Wederzijdse steun in noodsituaties

a. Wordt op Duits grondgebied de plaatselijk bevoegde politieambtenaar bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden gehinderd, dan mag de Nederlandse

politieambtenaar op basis van artikel 32 van het (Duitse) Wetboek van Strafrecht bijstand verlenen.

b. Omgekeerd kan een op Nederlands grondgebied bevoegde en werkzame politieambtenaar, op grond van artikel 180 van het (Nederlands) Wetboek van Strafrecht, een Duitse ambtenaar verzoeken hem bijstand te verlenen.

5. Optreden bij verkeersongevallen

a. Bij verkeersongevallen op de straten van het bedrijventerrein AVANTIS mogen politieambtenaren ook op vreemd grondgebied de plaats ongeval veilig stellen en de eerste maatregelen ter bescherming van betrokken personen nemen.

b. Het verkeersongeval wordt door de plaatselijk bevoegde politie opgenomen.

Direct noodzakelijke opsporingshandelingen ten aanzien van een gewonde persoon die in een ziekenhuis van het andere land is opgenomen, worden door de daartoe bevoegde politieambtenaren uitgevoerd. Een rechtshulpverzoek van het Openbaar Ministerie, onder wiens (territoriale) bevoegdheid het ongeval is gebeurd, wordt onverwijld ingediend.

6. In werking treden

Dit dienstvoorschrift wordt zowel Duits - als Nederlandstalig opgesteld en zal voor het bevoegdheidsgebied van de Polizeipräsident Aachen en van de korpschef Regiopolitie Limburg-Zuid in werking treden.

De inwerkingtreding vindt plaats op de dag dat het dienstvoorschrift gemeenschappelijk wordt ondertekend.

Het dienstvoorschrift van 1 september 2001 wordt met onmiddellijke ingang ingetrokken.

Aachen / Maastricht, 15 maart 2002

De Polizeipräsident Aachen De Korpschef Regiopolitie Limburg-Zuid

Heinrich Bönninghaus Henk Mostert

(21)

Bijlage 5

Van het verdrag gesloten tussen Duitsland en Zwitserland inzake politiële

samenwerking, bezit ik geen elektronische versie. Indien iemand dit graag in wil zien zijn dit de gegevens:

Vertrag zwischen der Bundesrepublik Deutschland und der Schweizerischen Eidgenossenschaft über die grenzüberschreitende polizeiliche und justitielle Zusammenarbeit ( deutsch-schweizerischer Polizeivertrag)

Ondertekend in Bern op 27 april 1999.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat komt omdat uit de bottom-up analyse naar de sector gebouwde omgeving naar voren is gekomen dat er in de provincie Utrecht veel potentie is voor overige hernieuwbare

Er is minder aandacht voor isolatie in dit scenario, en om deze reden wordt in dit scenario inzichtelijk gemaakt wat het effect zou zijn op de warmtevraag van de woningen als

Scenario 3a Verruimen winkeltijden op zon- en feestdagen voor de hele stad naar 12:00 - 20:00 (zelfde tijd open, later sluiten), voor bakkers blijft het vanaf 08:00 uur.. •

Vervolgens heeft de werkvorm geleid tot een co-creatie tussen de gemeente en deelnemende organisaties op het thema “samenwerken en verbinding” voor het kulturhusconcept met

Zowel de werkelijke kosten voor het onderhoud als de kosten voor energie zijn afgezet tegen de landelijke PO en VO Benchmark van ICSadviseurs. Deze benchmark bevat gegevens van

Voor nieuwe schulden die onder dit scenario worden aangegaan, geldt dat de belastingplichtige moet kunnen aantonen dat een lening is aangegaan voor aanschaf, verbetering of

Waddenzee - nabij Terschelling | Deze visualisatie is gemaakt vanaf de Waddenzee in de vaargeul tussen Harlingen en Terschelling, de kijkrichting is zuidelijk. De afstand tot

Onder de huidige OESO-voorstellen zouden naast de spelers die geautomatiseerde digitale diensten leveren echter ook de veel bredere groep van zogenoemde ‘consumer-facing