1
Bijlagen
2
Bijlage I: Recherchestelsel
Werkveld NRE De NRE gaat de opsporings-
processen binnen de regio’s ondersteunen op het gebied van de tactiek en op het gebied van de expertises.
Geen zelfstandig werkveld Er is besloten de NRE niet
expliciet een zelfstandige opsporingstaak toe te bedelen. Dit
om te voorkomen dat het zelfstandig uitvoeren van onderzoeken op het gebied van micri en zwacri ten koste gaat van ondersteuning van de BRNON en
de NR.
Nationale Recherche (NR) zwacri
Bovenregionale Recherche (BRNON) bovenregionale micri
Districtelijke Recherche Micri en Zwacri
Lokale Recherche (Kleine criminaliteit)
Figuur A: Recherchestelsel (zwacri = zware criminaliteit / micri = middencriminaliteit)
3
Bijlage II: SSC modellen
Vennootschap
(50%)
Externe organisatie ssc
Shared Service Center (b) Raad van Bestuur
BU BU
BU
Centrale Dienst (c) Stafafdeling
Shared Service Center (a) (e)
(f)
(d)
Figuur A: Verschillende in de praktijk voorkomende organisatievormen voor ssc's. (a) en (b) zijn zuivere vormen van ssc's als apart onderdeel van de interne organisatie, (c) is een ssc gehangen onder een corresponderende functionele stafafdeling, (d) is een ssc als afdeling binnen één divisie, (e) is een ssc georganiseerd buiten de interne organisatie van de onderneming in de vorm van een joint venture, (f) is een ssc dat georganiseerd is als een zelfstandige onderneming in de markt die op contractbasis voor de onderneming werkt (outsourcing).
4
Bijlage III: Structuur van de dataverzameling
Informatiebronnen Dataverzamelingsmethoden Doel
Insiders:
- Management NRE
- Medewerkers beheerskorps Drenthe Districtchef Gelderland-Midden Directeur Management & Control CDC Coördinator Inkoop Regio Rivierenland
Explorerende interviews (8x) Informele gesprekken
Bekend worden met het onderzoeksveld, de reeds bestaande accountabilityprocessen en de daarmee samenhangende variabelen
Intranet Documentatie Bekend worden met het onderzoeksveld en
reeds in documenten vastgelegde informatie met betrekking tot accountability.
Interregionaal Platform Non-participerende observatie (1x) Inzicht krijgen in de werkwijze en omgangsvormen binnen het platform om de plaats van het platform te kunnen bepalen in het accountabilityproces.
Korps Groningen Halfgestructureerde interviews (3x) Verkrijgen van informatie over de verwachtingen van stakeholders uit korps Groningen ten aanzien van het
accountabilityproces NRE-klanten.
Korps Fryslân Halfgestructureerde interviews (2x) Verkrijgen van informatie over de verwachtingen van stakeholders uit korps Fryslân ten aanzien van het
accountabilityproces NRE-klanten.
Korps Drenthe Halfgestructureerde interviews (3x) Verkrijgen van informatie over de verwachtingen van stakeholders uit korps Drenthe ten aanzien van het
accountabilityproces NRE-klanten.
Openbaar Ministerie Halfgestructureerd interview (1x) Verkrijgen van informatie over de verwachtingen van het OM ten aanzien van het accountabilityproces NRE-klanten Management NRE Halfgestructureerde interviews (2x) Verkrijgen van informatie over de
verwachtingen van leden van het management van de NRE ten aanzien van het accountabilityproces NRE-klanten
5
Bijlage IV: Lijst geïnterviewde personen
Functie Onderwerp Datum
Chef afd. Organisatie & Informatie – Politie Drenthe Organisatie NRE/accountabilityproces 26-6-2006
Chef NRE Organisatie NRE/accountabilityproces 26-6-2006
Kwaliteitsmedewerker – Politie Drenthe Kwaliteit/accountabilityproces 4-7-2006 Controller – Politie Drenthe Planning & Control cyclus/accountabilityproces 6-7-2006 Chef afdeling uitvoering NRE Organisatie NRE/Accountabilityproces 6-7-2006 Plaatsvervangend Korpschef – Politie Groningen Organisatie NRE/Accountabilityproces 8-8-2006 Plaatsvervangend Districtschef – Politie Drenthe Kwaliteit/accountabilityproces 23-8-2006 Marcel Verweij – Inkoopbureau Regio Rivierenland SSC-Organisatie/Accountabilityproces 5-9-2006
Proceseigenaar – Politie Fryslân Accountabilityproces 4-10-2006
Recherchechef – Politie Drenthe Accountabilityproces 5-10-2006
Directeur Management & Control – CDC (ssc) SSC-organisatie/DVO’s/Accountabilityproces 6-10-2006
Proceseigenaar – Politie Drenthe Accountabilityproces 10-10-2006
Proceseigenaar – Politie Groningen Accountabilityproces 11-10-2006
Recherchechef – Politie Fryslân Accountabilityproces 12-10-2006
Plaatsvervangend Korpschef – Politie Drenthe Accountabilityproces 16-10-2006
Recherche Officier – OM Groningen Accountabilityproces 30-10-2006
Recherchechef – Politie Groningen Accountabilityproces 2-11-2006
Plaatsvervangend chef NRE Accountabilityproces 21-11-2006
Districtchef – Politie Gelderland-Midden DVO’s 7-12-2006
6
Bijlage V: Interviewschema
Het onderstaande interviewschema vormde de basis van de interviews. Er is bewust gekozen voor een klein aantal open vragen. Deze keuze is gemaakt omdat na de interviews die zijn afgenomen met een aantal internen al snel bleek dat op basis van deze vragen voldoende informatie naar voren zou komen. Daarnaast stellen de open vragen de geïnterviewde in staat nadrukkelijk zijn eigen visie neer te leggen in de beantwoording van de vragen waardoor de waarde van uiteindelijke resultaten toeneemt . Open vragen kunnen er echter ook toe leiden dat de geïnterviewde afdwaalt van de feitelijke beantwoording van de vraag. In deze gevallen is getracht de geïnterviewde weer op het juiste spoor te brengen door hem of haar te wijzen op de feitelijk gestelde vraag. Voorts is bij het grootste gedeelte van de vragen gebruik gemaakt van doorvragen om tot concretere antwoorden te komen omdat de beantwoording in eerste instantie vaak nogal oppervlakkig te noemen was.
Interviewschema Accountabilityproces
1. Wat is uw rol en/of functie in de relatie met de NRE?
2. a. Wat is de NRE volgens u (taken)?
b. Waar is de NRE verantwoordelijk voor?
3. Waar ligt de toegevoegde waarde van de NRE?
4. Wie zijn volgens u aan te merken als ‘de klanten’ van de NRE?
5. Ten opzichte van wie dient de NRE zich te verantwoorden?
6. Waar dient de NRE zich over te verantwoorden?
7. Hoe en wanneer dient de NRE zich te verantwoorden?
8. Welk belang hecht u aan de verantwoording van de NRE ten opzichte van haar klanten?
9. a. Wat is volgens u cruciaal voor het slagen van de NRE?
b. Speelt verantwoording daarin een rol?
10. Heeft u nog aanvullende opmerkingen m.b.t. het verantwoordingsproces tussen de NRE en haar klanten?
7
Bijlage VI: Format Dienstverleningsovereenkomst (DVO)
Dienstverleningsovereenkomst Definitie:
Een dienstverleningsovereenkomst (DVO) is een overeenkomst tussen een leverancier van diensten (NRE) en zijn klanten (regio’s), waarin wordt vastgelegd welke prestaties zijn overeengekomen op basis van wederzijds vastgestelde voorwaarden. Een DVO verwijst naar een Producten & Dienstencatalogus (PDC). Een PDC is een gestructureerde, inzichtelijke en gebruiksvriendelijke opsomming van alle producten en diensten die de organisatie of een onderdeel daarvan voert, respectievelijk levert.
Een dienstverleningsovereenkomst is gebaseerd op de beginselen van accountmanagement waarbij uit wordt gegaan van de veronderstelling dat zaken doen in de huidige tijd niet meer is gebaseerd op ‘hit en run’ maar veeleer op het aangaan van duurzame relaties.
Doelen DVO:
- Nadruk ligt op samenwerking en transparantie
- Wederzijdse verwachtingen worden expliciet zichtbaar gemaakt - Niveau van dienstverlening wordt beschreven
- Draagt bij tot uniformiteit en standaardisering van dienstverlening - Gericht op leren en verbeteren
- Gericht op nakomen wederzijdse verplichtingen, borgen klanttevredenheid en dus bestaansrecht (legitimiteit)
- Gericht op het creëren van een duurzame relatie tussen leverancier en klant Minimale inhoud DVO:
1. Ondertekening
- Beschrijving partijen die betrokken zijn bij de overeenkomst 2. Looptijd en wijzigingen DVO
- Looptijd DVO
- Procedure voor wijziging verlenging of beëindiging 3. Beschrijving van de dienstverlening
- De te leveren voorzieningen - Doelgroepen/werkgebied - Prestatieniveau/kwaliteit - TVB
4. Verantwoordingsarrangement
- Inhoud van de verantwoordingsrapportage: welke objecten van verantwoording en welke prestatie-indicatoren?
- Verschijningsfrequentie (maand/periodiek/jaar) - Distributie (papieren rapportage/gesprek) 5. Overleg en communicatie
- Tijdstip, frequentie of aanleidingen voor overleg - De betrokken actoren bij het overleg
- De onderwerpen en producten
Box A: Dienstverleningsovereenkomst: definitie, karakteristieken en minimale inhoud (Bron: Deels ontleend aan Eindrapport Dienstverleningsovereenkomst, CDC 2005)
