• No results found

Vraag nr. 24 van 26 februari 1998 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 24 van 26 februari 1998 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 24

van 26 februari 1998

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Franstalig cultureel centrum Sint-Agatha-Berch e m – Subsidiëring

Omdat de Cocof (Commission Communautaire française) blijkbaar onvoldoende middelen ter beschikking stelt om in het Franstalig cultureel centrum in Sint-Agatha-Berchem te investeren, besloot de gemeenteraad op 4 september 1997 om zelf gebouwen aan te kopen voor een "Centre Cul-turel Francophone Berchemois". De kostprijs bedraagt 15 miljoen frank. Er zouden nog enige tientallen miljoenen aan te pas komen om het gebouw te renoveren.

1. Is de minister op de hoogte van dit specifieke dossier ? Welke stappen heeft zij in dat geval reeds ondernomen ?

2. Heeft de Vlaamse Gemeenschap ooit middelen ontvangen van Brusselse gemeentebesturen voor de Vlaamse gemeenschapscentra ?

3. Is het verantwoord dat de middelen van de gemeente exclusief ter beschikking van een gemeenschap worden gesteld zonder dat daar iets tegenover staat voor de andere gemeen-schap ?

Antwoord

Ik kan meedelen dat ik via een open brief van de VZW West-In van Sint-Agatha-Berchem op de hoogte werd gesteld van dit specifieke dossier. D e VZW West-In richtte dezelfde brief van 9 decem-ber 1997 overigens ook tot de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, de heren Jos Chabert en Rufin Grijp, ministers in de Brusselse Hoofdste-delijke regering, en verschillende andere politieke mandatarissen en verenigingen.

Ik moet erop wijzen dat ik, als Vlaams minister van Brusselse A a n g e l e g e n h e d e n , niet over de bevoegd-heid beschik om in dit dossier maatregelen te nemen of eventuele stappen te ondernemen. D e z e aangelegenheid ressorteert immers volledig onder de voogdij van de Brusselse Hoofdstedelijke rege-r i n g. Overege-reenkomstig het koninklijk besluit van 30 juli 1985 tot regeling van het administratief toe-zicht op de Brusselse agglomeratie en de gemeen-ten die tot het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest b e h o r e n , komt het toezicht toe aan de

minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke rege-ring, de heer Charles Picqué.

Het is mij niet bekend dat de Vlaamse Gemeen-schap ooit financiële middelen zou hebben ontvan-gen vanwege Brusselse gemeentebesturen voor de uitbouw van de Vlaamse gemeenschapscentra in B r u s s e l . Er is ook geen wettelijk kader waarin een Brussels gemeentebestuur haar financiële midde-len zou overmaken aan een hogere overheid, i n casu de Vlaamse Gemeenschap.

Wel hebben een aantal Brusselse gemeentebestu-ren geïnvesteerd in culturele infrastructuur ten bate van hun Vlaamse inwoners, ofwel via de oprichting van een gemeentelijk cultureel centrum waar beide taalgemeenschappen terechtkunnen, ofwel via de mogelijkheden ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschap voor de uitbouw van een culturele infrastructuur voor de V l a a m s e t a a l g e m e e n s c h a p. Zo doet bijvoorbeeld de gemeente Sint-Agatha-Berchem een beroep op trekkingsrechten uit het investeringsfonds van de Vlaamse Gemeenschap voor de bouw van een Vlaamse openbare bibliotheek.

Ten slotte wens ik op het derde deel van de vraag met enig voorbehoud te reageren, aangezien ik, wat deze specifieke aangelegenheid betreft, n i e t over de nodige officiële documenten (statuten van het "Centre Culturel Francophone Berchemois", g e m e e n t e r a a d s b e s l i s s i n g, en dergelijke meer) b e s c h i k . Wel kan ik stellen dat de betwiste oprich-ting van het "Centre Culturel Francophone Ber-chemois" moet worden getoetst aan verschillende criteria.

De beslissing van de gemeenteraad van Sint-Aga-tha-Berchem tot oprichting van de Fr a n s t a l i g e VZW CCFG zou moeten voldoen aan de Cultuur-pactwet van 16 juli 1963. Ik verwijs naar de artike-len 3, 6 en 9, c van het Cultuurpact, wat de samen-stelling van de beheersorganen van de V Z W betreft en naar artikel 11 wat de erkenning en sub-sidiëring ervan betreft. Evenwel beoogt deze wet van openbare orde wel de bescherming van de ver-schillende ideologische en filosofische strekkingen, maar niet van een taalgroep. Het spreken van een-zelfde taal duidt op zichzelf niet op een gemeen-schappelijke levensbeschouwelijke opvatting of m a a t s c h a p p i j v i s i e. Bijgevolg kan de Vlaamse taal-gemeenschap van Sint-Agatha-Berchem zich als taalgroep niet beroepen op de bescherming die wordt geboden door de Cultuurpactwet.

Zij kan zich als dusdanig wel beroepen op de bescherming die wordt geboden door de

(2)

gecoördi-neerde wetten op het gebruik van de talen in b e s t u u r s z a k e n . Volgens een vaste rechtspraak van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht is een V Z W aan deze taalwetgeving onderworpen wanneer blijkt dat haar opdracht de perken van een privé-bedrijf te buiten gaat en er een nauwe band bestaat tussen die instelling en de gemeente (de raad van beheer telt vertegenwoordigers van de gemeente, haar zetel is gevestigd in gebouwen van de g e m e e n t e, ze ontvangt subsidies van de gemeente, en dergelijke meer).

In afwijking van deze regel bepaalt het koninklijk besluit van 18 juli 1966 in artikel 22 dat de instellin-gen waarvan de culturele activiteit één enkele taal-groep interesseert, onderworpen zijn aan de rege-ling die geldt voor het overeenkomstige gebied, i n casu de Franse Gemeenschap. Er moet bijgevolg ook worden nagegaan of de Franse Gemeen-schapscommissie de oprichting van dit cultureel centrum toch niet mee financiert, naar analogie van het vermelde dossier van de bouw van een Vlaamse openbare bibliotheek.

Indien de Franse Gemeenschapscommissie, i n tegenstelling tot de Vlaamse Gemeenschap, g e e n inspanningen wenst te leveren ten aanzien van het Franstalige verenigingsleven in Sint-Agatha-Ber-c h e m , dan kan ik dit alleen maar betreuren. I n ieder geval kan dit voor deze gemeente geen alibi zijn om zich éénzijdig in te spannen voor deze taal-gemeenschap.

Het lijkt mij ten slotte ook opportuun dat zij die de beslissingen van de gemeenteraad van Sint-Aga-tha-Berchem omtrent het "Centre Culturel Fr a n-cophone Berchemois" willen betwisten, zich wen-den tot de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, die in het bij-zonder is belast met het toezicht op de toepassing van de taalwetgeving. Ik meen trouwens dat de VZW West-In dit ook heeft gedaan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit het antwoord op de mondelinge vraag die de heer Dominiek Lootens-Stael terzake aan minister Wivina Demeester-De Meyer stelde, blijkt dat de Vlaamse overheid nog steeds

De VRT heeft in haar berichtgeving steeds op beide categorieën gewezen, maar om het onder- scheid met de algemene term "oorlogsslachtoffers" te maken, is gekozen voor

Groots opgezette missies, zoals die geregeld door de Belgische Dienst voor Buitenlandse Han- del (BDBH) worden opgezet en die door de ere- voorzitter van die instelling

Indien niet, meent de minister-president niet dat een dergelijke cel noodzakelijk is in het licht van de pogingen die de Vlaamse regering onderneemt om Vlaanderen internationaal

De organisatoren doen daarbij systematisch een beroep op de diensten van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel en schijnen het bestaan van Export Vlaanderen niet te

de heer Morisse : van Caracas naar Atlanta ; de heer Robijn : van Los Angeles naar Praag ; de heer De Clercq : van Oslo naar Los Angeles ; de heer Renson : van Tel Aviv naar Beiroet

Deze beslissing voorzag, wat de landen van de Europese Unie betreft, in de sluiting van de posten in Ham- burg, Rijsel, Straatsburg en Edinburgh en de ope- ning van een post in

De financiële steun voor kleine ondernemingen die een diepgaande marktstudie willen laten uitvoeren, werd niet meer in aanmerking genomen. Enerzijds werd vastgesteld dat het bereik