• No results found

Wassen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wassen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie."

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wassen

Hendriksen

Auteur

10 oktober 2013

Laatst gewijzigd

CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

Licentie

https://maken.wikiwijs.nl/46540 Webadres

Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is

hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

(2)

Inhoudsopgave

Start Inleiding Opdracht Werkwijze

Wassymbolen Was sorteren Wasmiddel kiezen De was doen Poster maken Inleveren

Bronnen Beoordeling Afsluiting

Over dit lesmateriaal

(3)

Start

WEBQUEST VOOR:

VMBO BOVENBOUW VAK: VERZORGING

ONDERWERP: DE WAS DOEN TIJD: 2-5 UUR

kn.nu/ww9d2a490 (youtu.be)

(4)

Inleiding

Je haal je nieuwe shirt uit de wasmachine en wat zie je???

Maatje M is maatje XXS geworden Niet meer wit, maar een rose shirtje.

Dit wil je niet meer meemaken.

Door het maken van deze webquest

leer hoe je om moet gaan met de

was.

(5)

Opdracht

Je gaat een poster maken over hoe jij je favoriete outfit moet wassen.

Voordat je hiermee aan de slag gaat, ga je je eerst meer verdiepen in het

doen van de was. Hierover maak je eerst een verslag.

(6)

Werkwijze

Voordat je een poster gaat maken, ga je je eerst verdiepen in het doen van de was. Je komt verschillende opdrachten tegen. Deze opdrachten ga je beantwoorden en verwerken in een verslag.

Door de volgende hoofdstukken te volgen leer je:

Hoe je wassymbolen moet lezen.

Hoe je was moet sorteren.

Hoe je wasmiddel moet kiezen

Hoe je de verschillende soorten was moet doen

Onder het kopje; Bronnen, kun je verschillende internetsites vinden, die je kunnen helpen bij je zoektocht.

Wassymbolen Opdracht 1.

Elk kledingstuk heeft een wasetiket.

Zoek 17 wassymbolen op en beschrijf wat ze bekenen.

Maak ook onderstaande oefeningen:

Wassymbolen

Zet de juiste omschrijving bij het juiste symbool.

1. 2. 3. 4. 5.

a. Handwas

b. Niet wassen of weken c. Wolwas 30 graden

d. Gewoon wassen 40 graden e. Gewoon wassen 60 graden

(7)

Wassymbolen

Zet de juiste omschrijving bij het juiste symbool.

1. 2. 3. 4. 5.

a. Strijken op hoge temperatuur b. Op lage temperatuur strijken c. Niet bleken

d. Niet stomen/ chemisch reinigen e. Mag in de wasdroger

Was sorteren Opdracht 2.

Je kan niet alle was bij elkaar in doen, je moet de was sorteren. Maak gebruik van de website van persil (zie bronnen). Op welke punten kun je de was sorteren?

Opdracht 3.

Zoek van de volgende textielsoorten op waar ze vandaan komen? Geef hierbij ook aan of ze plantaardig, dierlijk of syntetisch zijn. Beschrijf ook de kenmerken van de textielsoort.

Wol

(8)

Nylon Linnen Katoen Zijde Polyester

Maak ook onderstaande vragen.

Verschillende soorten textiel; Vraag 1

Welke vezelsoorten behoren tot de dierlijke vezels?

a. Zijde, linnen en wol b. Wol, katoen en linnen c. Zijde, wol en leer d. Katoen, linnen en zijde

Verschillende soorten texiel; Vraag 2

Tot welke soort textiel hoort Nylon?

a. Tot de dierlijke vezels.

b. Tot de natuurlijke vezels.

c. Tot de systetische verzels.

Verschillende soorten textiel; Vraag 3

Welke textielsoort is het meest brandgevaarlijk?

a. Wol b. Katoen c. Nylon d. Linnen

Verschillende soorten textiel; Vraag 4

Welke textielsoort hoort bij de volgende omschrijving: Een warme, elastische en zachte stof.

a. Katoen b. Polyester c. Zijde d. Wol

Verschillende soorten textiel; Vraag 5

(9)

Waarvoor wordt Nylon het meest gebruikt a. Ondergoed

b. Panty's en kousen c. Jassen en sjaals d. Broeken en hemden

Wasmiddel kiezen Opdracht 4.

Wasmiddelen zijn in te delen in drie groepen.

Welke groepen zijn dit? Geeft bij elke groep een uitleg.

Opdracht 5.

Op de verpakking van een wasmiddel staat altijd aangegeven hoeveel wasmiddel je moet gebruiken. Welke zaken spelen een rol bij kiezen van de juiste hoeveelheid wasmiddel?

Wat gebeurd er als je te veel wasmiddel gebruikt? En wat als je te weinig wasmiddel gebruikt?

Maak ook onderstaande vragen.

Wasmiddel; Vraag 1

Hoofdwasmiddel wordt ook wel totaal wasmiddel genoemd a. Waar

b. Niet waar

Wasmiddel; Vraag 2

Fijnwasmiddel is niet gemaakt voor wol.

a. Waar b. Niet waar

Wasmiddel; Vraag 3

(10)

Kleurwasmiddel is ook bedoeld voor 60 graden a. Waar

b. Niet waar

Wasmiddel; Vraag 4

Op de verpakking van wasmiddel staat altijd aangegeven hoeveel je moet gebruiken van het wasmiddel.

a. Waar b. Niet waar

Wasmiddel; Vraag 5

Hoe meer wasmiddel je gebruikt hoe schoner de was.

a. Waar b. Niet waar

De was doen Opdracht 6.

Maak een foto van de wasmachine die je thuis hebt. Geef op de foto het volgende aan:

60 graden 40 graden 30 graden

Wol programma Handwas

Voorwas

Toerental veranderen

Opdracht 7.

Wat gebeurd er met de was wanneer je de wasmachine te vol doet? En wat gebeurd er wanneer je er te weinig in doet?

Maak ook onderstaande oefening.

(11)

Het doen van de handwas.

In het verhaal hieronder zijn een aantal woorden weggelaten. Zet de woorden op de juiste plek.

Voorbereiding: Leeshet_______enhet_______vanhetkledingstuk.Kijkwaarhetkledingstukvangemaaktis.Dingenofnamendiejenietbegrijpt,zoekjeop.Zetalle

Wassen: Doeeeneetlepel_______indeteil.Doeer_______bijtotdeteilhalfvolis.Doehetkledingstuk kledingstukerbijenhaalhetheenenweerenopenneerdoorhetsop.Spoelhet lauwwater._______hetkledingstukgoeduit.Doenogeenkeerwaterindeteilen_______nogeenkeer.Hetspoelwatermoethelderzijn,danisalhetsopuithetkledingstuk.

Drogen: _______hetkledingstukvoorzichtiguit.Nietwringen!Schudheteenbeetjelos.Doehetkledingstukineenelketrische Opruimen: Drooggebruiktematerialengoedafen_______zeop.Laatjewerkplek(aanrecht+vloer)_______

Beschikbare keuzes:

Knijp, spoel, vuile, wasmiddel, droog, spullen, water, wasetiket, waslijn, centrifuge, samenstellingsetiket, droogrek, Spoel, ruim

Poster maken

Je hebt nu al veel dingen over de was geleerd. Deze informatie ga je nu verwerken in een poster.

Je gaat een poster ontwerpen. Je poster moet aan de volgende eisen voldoen:

Je bedenkt een leuke titel.

Een foto van minimaal twee favoriete kledingstukken van jezelf.

Welke 5 wassymbolen horen bij deze kledingstukken?

Welk wasmiddel gebruik je hiervoor?

Bij welke kledingstukken kan je jou kledingstuk in de was doen?

Bij welke kledingstukken kan je jou kledingstuk niet in de was doen?

Je poster ziet er netjes en verzorgd uit.

Inleveren

Wanneer je alles klaar hebt en gecontroleerd hebt, kan je je verslag en je poster inleveren bij je docent.

Je mag het uitprinten en inlveren, maar je mag het ook via magister

sturen.

(12)
(13)

Bronnen

www.persil.nl

(wastips, wassymbolen,zorg voor de stof en doseringscaluvlator) www.nvz.nl

(alles over het doen van de was)

http://www.infotalia.com/nld/in_balans/mode/basis/basis_detail.asp?

id=3130

(informatie over textiel)

http://nl.wikipedia.org/wiki/Textiel (informatie over textiel)

http://www.edu4all.nl

(opzoeken van begrippen en stappenplannen)

(14)

Beoordeling

Je verslag en poster worden op de volgende punten beoordeeld:

Beoordelingscriteria + max aantal punten.

Je hebt:

Behaald aantal punten Verslag … 17 wassymbolen opgezocht en een juiste beschrijving

erbij gezet (10 pnt)

… 4 punten beschreven waarop je de was kunt sorteren (10 pnt)

… bij de 6 textielsoorten de juiste herkomst beschreven en de juiste kenmerken (10 pnt)

… 3 groepen wasmiddelen beschreven en hierbij een korte uitleg gegeven (5 pnt)

… minimaal twee zaken beschreven die invloed hebben op de hoeveelheid wasmiddel (5 pnt)

… beschreven wat het effect is van te veel en te weinig wasmiddel (5 pnt)

… een foto van de wasmachine toegevoegd en hier de 7 woorden op de juiste positie gezet (10 pnt)

… het effect van een te volle en een te lege wasmachine beschreven (5 pnt)

Poster … een goede titel bedacht (5 pnt)

… minimaal 2 foto’s toegevoegd aan je poster (5 pnt)

… de juiste wassymbolen op je poster staan (10 pnt)

… op je poster staan welk wasmiddel bij je kledingstukken hoort (5 pnt)

… op je poster staan waar je kledingstukken wel en niet mee gewassen mogen worden (5 pnt)

… je poster netjes en verzorgd ingeleverd (10 pnt)

(15)
(16)

Afsluiting

Na het maken van deze webquest kun je:

De verschillende wassymbolen lezen en interpreteren.

De was sorteren.

Het juiste wasmiddel kiezen en op een juiste manier doseren.

De wasmachine op de juiste manier instellen.

Een duidelijke poster ontwerpen.

(17)

Antwoorden

Wassymbolen

Zet de juiste omschrijving bij het juiste symbool.

1. c 2. e 3. a 4. b 5. d

Wassymbolen

Zet de juiste omschrijving bij het juiste symbool.

1. a 2. d 3. c 4. e 5. b

Verschillende soorten textiel; Vraag 1

Welke vezelsoorten behoren tot de dierlijke vezels?

1. Zijde, linnen en wol 2. Wol, katoen en linnen 3. Zijde, wol en leer 4. Katoen, linnen en zijde

Verschillende soorten texiel; Vraag 2

Tot welke soort textiel hoort Nylon?

1. Tot de dierlijke vezels.

2. Tot de natuurlijke vezels.

3. Tot de systetische verzels.

Verschillende soorten textiel; Vraag 3

Welke textielsoort is het meest brandgevaarlijk?

1. Wol 2. Katoen 3. Nylon 4. Linnen

Verschillende soorten textiel; Vraag 4

Welke textielsoort hoort bij de volgende omschrijving: Een warme, elastische en zachte stof.

(18)

1. Katoen 2. Polyester 3. Zijde 4. Wol

Verschillende soorten textiel; Vraag 5

Waarvoor wordt Nylon het meest gebruikt 1. Ondergoed

2. Panty's en kousen 3. Jassen en sjaals 4. Broeken en hemden

Wasmiddel; Vraag 1

Hoofdwasmiddel wordt ook wel totaal wasmiddel genoemd 1. Waar

2. Niet waar

Wasmiddel; Vraag 2

Fijnwasmiddel is niet gemaakt voor wol.

1. Waar 2. Niet waar

Wasmiddel; Vraag 3

Kleurwasmiddel is ook bedoeld voor 60 graden 1. Waar

2. Niet waar

Wasmiddel; Vraag 4

Op de verpakking van wasmiddel staat altijd aangegeven hoeveel je moet gebruiken van het wasmiddel.

1. Waar 2. Niet waar

Wasmiddel; Vraag 5

Hoe meer wasmiddel je gebruikt hoe schoner de was.

1. Waar 2. Niet waar

Het doen van de handwas.

In het verhaal hieronder zijn een aantal woorden weggelaten. Zet de woorden op de juiste plek.

(19)

Voorbereiding: Leeshetwasetiketenhetsamenstellingsetiketvanhetkledingstuk.Kijkwaarhetkledingstukvangemaaktis.Dingenofnamendiejenietbegrijpt,zoekjeop.Zetalle Wassen: Doeeeneetlepelwasmiddelindeteil.Doeerwaterbijtotdeteilhalfvolis.Doehetkledingstuk kledingstukerbijenhaalhetheenenweerenopenneerdoorhetsop.Spoelhet lauwwater.Spoelhetkledingstukgoeduit.Doenogeenkeerwaterindeteilenspoelnogeenkeer.Hetspoelwatermoethelderzijn,danisalhetsopuithetkledingstuk.

Drogen: Knijphetkledingstukvoorzichtiguit.Nietwringen!Schudheteenbeetjelos.Doehetkledingstukineenelketrische Opruimen: Drooggebruiktematerialengoedafenruimzeop.Laatjewerkplek(aanrecht+vloer)droogachter!!

(20)

Over dit lesmateriaal

Colofon

Auteur Hendriksen

Laatst gewijzigd 10 oktober 2013 om 14:04

Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van

naamsvermelding vrij bent om:

het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat

het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken

voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Leerniveau VO; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 3;

VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;

Leerinhoud en doelen

Verzorging;

Eindgebruiker leraar Moeilijkheidsgraad gemiddeld

Studiebelasting 0 uur en 50 minuten

Trefwoorden de was doen, kleding, wasmachine, wasmiddel, wassen

Bronnen

Bron Type

https://youtu.be/F2IG44aMzMs

https://youtu.be/F2IG44aMzMs Video

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De lesuren zijn gericht op de voorbereiding op het centraal ontwikkeld examen rekenen, voor wie dit nog niet heeft gedaan of moet of wil herkansen Het centraal ontwikkeld

Sleep in de applet 1 of meerder protonen, neutronen en elektronen naar het + teken midden in het atoom?. Onderzoek waar de protonen, neutronen en elektronen zich in het

Diversen In deze Webquest maken de leerlingen een werkstuk over het thema 'Wonen', waarin zij de belangrijkste kenmerken van dit thema leren. Daarnaast leren leerlingen keuzes

Door de opdrachten in deze webkwestie te maken, ben jij straks een echte expert en weet je veel te vertellen over Harry Potter.. De opdrachten die je gaat doen, helpen je ook om

Bij opdracht 3.1: duidelijk aangeven wat jouw redenen zijn om stof wel of niet te kopen.. Gebruik hiervoor eventueel een lesboek

Hoeveel allochtonen met als land van herkomst Turkije wonen er in Nederland.. Hoeveel procent van alle inwoners van Nederland heeft Turkije als land

Het aantal pakjes roomboter dat op één dag wordt verkocht, hangt af van de prijs van een pakje roomboter en en van de prijs van een pakje margarine?. Een econoom heeft het

Het gedeelte van de bedding van een bedijkte rivier in Nederland, waar het hele jaar door water in staat is het _______.. Aan beide kanten van dit gedeelte is een