Evangelische Broedergemeente Zeist
Preekdienst op 10 oktober 2021
17
ezondag na Trinitatis
Genees mij,
HERE, dan zal ik genezen zijn;
help mij, dan zal ik geholpen zijn.
Jeremia 17:14 (NBG)
2 Muziek
Openingslied ● Gezangboek 29:1.4 G Zou ik niet van harte zingen Hem die zozeer mij verblijdt?
Want ik zie in alle dingen niets dan zijn genegenheid.
Is de hartslag van het leven niet de liefde van de Heer?
Liefde draagt hen meer en meer, die in dienst van Hem zich geven.
Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid.
In het duister van de tijden ben ik nooit alleen geweest, want God gaf mij ten geleide op mijn wegen Woord en Geest.
Ja, de Heer doet mij geloven, Hij ontstak in mij het licht van het innerlijk gezicht,
dat zal dood noch duivel doven.
Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid.
Begroeting
De gemeente staat op.
Liturgie 4
L In de naam van Jezus Christus, de gekruisigde en opgestane Heer!
Door niemand anders kunnen wij gered worden, want zijn naam is de enige op aarde
die de mensen redding biedt. Handelingen 4:12
G
3
L Deze boodschap is betrouwbaar en verdient ons aller instemming: Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te redden. Hij is ons van Godswege geworden:
wijsheid, gerechtigheid, heiliging en verlossing.
1 Timoteüs 1:15 / 1 Korintiërs 1:30
L Zo zijn wij dan als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. Romeinen 5:1
G Het heil des hemels werd ons deel 389:11
alleen door Gods genade.
Wij werkten en wij wonnen veel, maar alle winst bleek schade.
’t Geloof ziet Jezus Christus aan:
wat Hij deed is genoeg gedaan voor al wie leeft op aarde.
4 De gemeente gaat zitten.
L Ik geloof in de naam van de eniggeboren Zoon van God, door wie alle dingen en ook wij bestaan. Ik geloof dat Hij vlees geworden is, onder ons heeft gewoond en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen. Hij is ontvangen van de Heilige Geest en omdat mensen kinderen van vlees en bloed zijn, heeft ook Hij daaraan deel gekregen, geboren uit een vrouw. Als mens onder ons verschenen is Hij in alle dingen, net als wij op de proef gesteld, maar zonder te zondigen.
Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven. Heengegaan in de kracht van de Geest heeft Hij gepredikt tot hen die gevangen zitten in het dodenrijk. Op de derde dag is Hij verrezen uit de dood en opgevaren naar de hemel is Hij nu gezeten op de troon aan de rechterhand van de Vader.
Vandaar zal Hij op dezelfde wijze terugkomen als zijn leerlingen Hem naar de hemel hebben zien gaan, bij het roepen van een aartsengel en bij de klank van Gods bazuin, om te oordelen de levenden en de doden. Filip. 2:7 / Hebr. 4:15 / 1 Petr. 3:19 / Hand. 1:11
G Amen.
L Deze Jezus is de hoogste profeet. De Geest van de Heer heeft hem gezonden om te verkondigen het jaar van het welbehagen van de Heer. Hij sprak van wat Hij wist en getuigde van wat Hij gezien had. Allen die Hem aangenomen hebben, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.
Joh. 3:32 & 1:12
Hij is ook de enige hogepriester, die mij, verloren en veroordeeld mens heeft verlost, verworven en bevrijd van alle zonden, de dood en de macht van de duivel, niet met goud of zilver, maar zijn heilig, kostbaar bloed en met zijn onschuldig lijden en sterven, opdat ik zijn eigendom zou zijn.
Martin Luther, Catechismus, artikel 2
Daarom is Hij de eeuwige koning der heerlijkheid, aan wie gegeven is alle macht in hemel en op aarde, om te heersen, totdat Hij alle vijanden aan zijn voeten gelegd heeft en zijn gemeente uit de strijd naar de overwinning heeft geleid.
1 Kor. 15,25
5 G En komt eens de tijd
die Gij hebt bereid, Heer, neem ons dan aan
en laat ons verheerlijkt uw Rijk binnengaan!
Woord voor de kinderen
Lied met de kinderen • OpT 512:1-2 G Hoger dan de blauwe luchten en de sterretjes van goud, woont de Vader in de hemel die van alle kinderen houdt.
Ook voor zieke kind'ren zorgt Hij, kent hun noden en hun pijn.
Ja, voor groten en voor kleinen wil de Heer een Helper zijn.
Gebed
Lezing uit het Oude Testament ● Jesaja 38:9-20
9 Een stil gebed van koning Hizkia van Juda, toen hij ziek was en van zijn ziekte herstelde.
10 Ik dacht: In de bloei van mijn leven moet ik gaan, de tijd die mij rest verblijf ik in het dodenrijk.
11 Ik dacht: Ik zal de HEER niet meer zien in het land der levenden, of ooit nog een mens aanschouwen daar waar alles zijn einde vindt.
12 Mijn woonplaats werd ontruimd en lag open, zoals de tent van een herder; ik rolde mijn leven op zoals een wever het tentdoek, hij heeft mijn draad afgesneden. Dag en nacht staat u mij naar het leven,
13 weerloos lig ik tot het ochtendgloren, als een leeuw breekt u al mijn botten. Dag en nacht staat u mij naar het leven,
14 ik piep als een gierzwaluw, ik klaag en kreun als een duif.
Met geloken ogen roep ik naar omhoog: ‘Ach Heer, sta in mijn nood voor mij in.’
15 Wat zal ik nog zeggen? Wat hij mij beloofd heeft, doet hij ook.
Ik zou mijn levensweg hebben vervolgd, gebukt onder mijn bittere lot.
16 Maar mijn Heer zei: ‘Tijd om te leven!’ Al die tijd zal mijn geest in leven blijven. U geeft mij nieuwe kracht, u doet mij herleven.
6
17 Zo heeft mijn bittere lot mij vrede gebracht. U hebt mij behoed voor het zinloze graf, u hebt mijn zonden weggedaan.
18 Nee, het dodenrijk zal u niet loven, de dood prijst u niet, zij die in het graf zijn afgedaald verlaten zich niet op uw trouw.
19 Maar hij die leeft – leeft! – zal u loven, zoals ik doe op deze dag.
Ouders laten hun kinderen weten hoe trouw u bent.
20 De HEER is mij te hulp gekomen. Laten wij op de snaren spelen in de tempel van de HEER, alle dagen van ons leven.
Lied ● Gezangboek 562
G Mogen ook de bergen wijken, mij is hulpe toegezegd.
Nooit kan het verbond bezwijken waaraan God zijn zegel hecht.
Mij vertrouwend aan de Heer, ken ik angst noch vreze meer.
Uit zijn woord klinkt troost ons tegen, kracht in zwakheid, hulp bij smart, licht en steun op onze wegen en bemoediging voor ’t hart.
Gods genade blijft ons bij;
onze hulp en troost is Hij.
Lezing uit het Nieuwe Testament ● Marcus 2:1-12
1 Toen hij enkele dagen later terugkwam in Kafarnaüm, werd bekend dat hij weer thuis was. 2 Er stroomden zo veel mensen toe dat er zelfs voor de deur geen plaats meer was, en hij verkondigde hun Gods boodschap. 3 Er werd ook een verlamde bij hem gebracht, die door vier mensen gedragen werd. 4 Omdat ze zich niet door de menigte konden wringen, haalden ze een stuk van het dak weg boven de plaats waar Jezus zat, en toen ze een opening hadden gemaakt, lieten ze de verlamde op zijn draagbed naar beneden zakken. 5 Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’
6 Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf: 7 Hoe durft hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers zonden vergeven!
8 Jezus had meteen door wat ze dachten en dus zei hij: ‘Waarom denkt u zoiets? 9 Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen:
“Uw zonden worden u vergeven” of: “Sta op, pak uw bed en loop”?
7
10 Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’ Toen zei hij tegen de verlamde: 11 ‘Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ 12 Meteen stond hij op, pakte zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stonden versteld en loofden God. ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze.
Lied ● Liedboek 534
G Hij die de blinden weer liet zien, hun ogen kleur liet ondervinden is zelf het licht dat ruimte geeft:
ons levenslicht, de Zoon van God.
Hij die de lammen lopen liet
hun dode krachten deed ontvlammen is zelf de weg tot waar geluk:
ons levenspad, de Zoon van God.
Hij die de armen voedsel gaf
met overdaad hen kwam verwarmen is zelf het brood dat honger stilt:
ons levensbrood, de Zoon van God.
Hij die de doven horen deed hun eigen oren deed geloven
is zelf het woord dat waarheid spreekt:
het levend woord, de Zoon van God.
Overdenking
Lied ● Gezangboek 574
G Ik stel mijn leven in Gods hand.
Bij Hem wil ik steeds blijven.
Geen aardse nood, geen rang of stand kan mij van Hem verdrijven.
Al zal de wereld ook vergaan,
wie op Hem steunt, blijft met Hem staan en zal behouden blijven.
8 Hij is een rots, een toevluchtsoord;
en wonderen aanschouwen, die zich op zijn onfeilbaar woord verlaten, Hem vertrouwen.
Wie het op Gods beloften waagt, zijn woord gelooft, mag onversaagd op zijn genade bouwen.
Ook als Hij mij beproeven wil, is God mij toch genegen.
Ik blijf geloven en wacht stil, vertrouwend op zijn zegen.
Want wat Hij voor zijn kindren doet, is tot hun heil en altijd goed,
vol liefde zijn Gods wegen.
God doet zijn heilig woord gestand:
’t Zal niemand ooit gelukken u aan mijn sterke vaderhand voor eeuwig te ontrukken.
En zijn beloften falen niet!
Hij blijft mijn hoop, mijn lust, mijn lied.
Hem zal ik eeuwig prijzen!
Mededelingen & Collecte
1e ‘Laat het evangelie klinken in Tanzania’ (ZZg) 2e Eindejaarsgift diaconale commissie
Lied • Gezangboek 578:1 G In alle nood en lijden
blijft Gods barmhartigheid;
geen duisternis kan scheiden van ’t heil, door Hem bereid.
Wij mogen reeds aanschouwen het overwinnend licht
en op genade bouwen temidden van ’t gericht.
De gemeente staat op.
9 Dankgebed en Voorbeden
L Onze Vader, die in de hemel zijt,
G uw naam worde geheiligd, uw Koninkrijk kome, uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schulden zoals ook wij onze schuldenaars vergeven, en leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze.
De gemeente gaat zitten.
Slotwoord
Slotlied ● Gezangboek 593 G Gij Jezus zijt ons licht, uw vriendlijk aangezicht
blijft steeds op ons gericht.
In dit licht gaan wij moedig voort, vertrouwend op uw heilig woord, getroost, van zorg bevrijd, daar Gij ons leidt
naar uwe heerlijkheid.
De gemeente staat op.
Zegen
L De Heer zegene u en behoede u.
De Heer doe zij aanschijn lichten over u en zij u genadig.
De Heer, verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.
G In Jezus’ naam, ja Amen.
De gemeente gaat zitten.
Muziek
