• No results found

Bocht Oosterdiep 3-13 te Veendam, gemeente Veendam. Een Archeologisch Bureauonderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bocht Oosterdiep 3-13 te Veendam, gemeente Veendam. Een Archeologisch Bureauonderzoek"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bocht Oosterdiep 3-13 te Veendam, gemeente Veendam

Een Archeologisch Bureauonderzoek

(2)

Administratieve gegevens

provincie: Groningen

gemeente: Veendam

plaats: Veendam

toponiem: Bocht Oosterdiep, Sorghvliet

bevoegd gezag: gemeente Veendam

opdrachtgever: BügelHajema Adviseurs

uiterste coördinaten: noord 254.763/569.471 oost 254.797/569.444 zuid 254.757/569.385 west 254.720/569.413 centrumcoördinaat: 254.759/569.428

kaartblad: 12F

CIS-code: 45431

beheer documentatie Libau, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, gemeente Veendam en E-depot

uitvoerder: Libau

auteur M. de Jong MA

autorisatie drs. J. Molema

telefoon: 050-3126545

fax: 050-3123362

e-mail: info@libau.nl

(3)

1

Bocht Oosterdiep 3-13 te Veendam

Een Archeologisch Bureauonderzoek

Planvoornemen

In opdracht van BügelHajema Adviseurs, vertegenwoordigd door mevr. M. Plantenga, is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de locatie Bocht Oosterdiep 3-13 te Veendam (gemeente Veendam; zie figuur 1). De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen om op het terrein een appartementencomplex met 30 appartementen te realiseren. Het complex zal deels worden onderkelderd. Ook zal bij het complex

parkeergelegenheid worden aangelegd. Het gebied waar de ingrepen zijn beoogd wordt in dit bureauonderzoek verder aangeduid als plangebied.

Figuur 1: Bocht Oosterdiep 3-13 te Veendam (topografische atlas Groningen): het plangebied is rood omkaderd. In de inzet rechts is een luchtfoto met detailopname van het plangebied te zien (bron: Bodeminformatiekaart provincie Groningen).

Informatie

De veenkolonie Veendam ontstond in het midden van de 17de eeuw. In 1647 werd onder leiding van Adriaan Geerts Paap (die zich later Wildervank noemde) begonnen met de systematische ontginning van het veengebied waarin vervolgens de plaatsen Veendam en Wildervank ontstonden. Te Veendam werd ter weerszijden van de veenrivier Oude Ae een dubbel kanalenstelsel aangelegd, namelijk het Oosterdiep en het Westerdiep. Tussen de twee diepen ontstond de kern van Veendam. De eerste bebouwing ontstond langs een dam in het dal van de Oude Ae (ter plaatse van de huidige Kerkstraat). Het plangebied ligt aan het Oosterdiep.

Op de fysisch geografische kaart van de provincie Groningen is het plangebied weergegeven als bebouwd gebied; de bodem is niet gekarteerd (zie bijlage: Uitsnede fysisch geografische kaart). Uitgaande van de omgeving van Veendam ligt het plangebied waarschijnlijk op een veenkoloniale ontginningsvlakte waarop mogelijk nog een 15-40 cm dikke laag restveen aanwezig is (code Ov4 en/of oOv4). Ook op de bodemkaart is het plangebied niet gekarteerd vanwege de bebouwing (zie bijlage: Kaart archeologie). In de omgeving komen veldpodzolgronden bestaande uit leemarm en zwak lemig fijn zand (code Hn21), moerige podzolgronden met een veenkoloniaal dek en een moerige tussenlaag (code iWp) en moerige eerdgronden met een veenkoloniaal dek en een moerige tussenlaag op zand (code iWz) voor. Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) lijkt het bebouwingslint aan het Oosterdiep iets hoger gelegen te zijn dan het overige bebouwde gebied van Veendam (zie figuur 2).

(4)

2 Podzolgronden, zoals in de omgeving van het plangebied veel voorkomen, waren in de prehistorie (met name de steentijd) geschikt voor bewoning. Een podzolbodem ontwikkelt zich in zandgronden met een goede ontwatering.

Deze droge gronden waren daardoor geschikt om te kunnen bewonen. Vanaf het einde van de bronstijd moeten een toenemende vernatting en de daarmee gepaard gaande veengroei bewoning in de (wijde) omgeving van het plangebied steeds moeilijker en uiteindelijk onmogelijk gemaakt hebben. Ook de hogere delen van veel

pleistocene ruggen raakten op den duur met veen overgroeid. Door de veenontginningen die vanaf de 17de eeuw plaatsvonden ligt het prehistorische maaiveld nu weer aan de oppervlakte, of is nog bedekt met een dunne laag restveen.

Figuur 2: Hoogteverschillen in het plangebied en omgeving (www.ahn.nl). Het plangebied is aangegeven met een pijl.

Het plangebied is niet geregistreerd op de Archeologische Monumentenkaart (AMK), noch zijn waarnemingen bekend uit het plangebied (geen waarnemingen geregistreerd in de archeologische database Archis). In de nabije omgeving van het plangebied ontbreken AMK-terreinen, wel zijn meerdere archeologische waarnemingen gedaan (zie bijlage: Kaart archeologie). De waarnemingen betreffen met name vindplaatsen van mesolithische resten (waarnemingen 18285, 18300, 18303, 18304, 37579, 37580 & 40410) waarvan twee nederzettingen waar haardkuilen zijn aangetroffen (waarnemingen 18284 & 18301), vuursteen van onbekende datering (waarneming 55917), twee mogelijke veenwegen van onbekende (maar waarschijnlijk prehistorische) datering (waarnemingen 21217 & 238329) en de vondst van een fragment aardewerk en enkele ijzerslakken die waarschijnlijk uit de (late) middeleeuwen dateren (waarneming 405228). Daarnaast zijn op enkele locaties profielopnames van de bodem gemaakt om de ontwikkeling van het veen ter plaatse te kunnen herleiden (waarnemingen 238330, 238331 &

238364).

Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Veendam is het plangebied geregistreerd als onderdeel van een cultuurhistorisch waardevol terrein (Libau, 2008). Het betreft de veenborg Sorghvliet (zie figuur 3). Het veenkoloniale gebied was in de 17de en 18de eeuw een geliefd woongebied. Welgestelden lieten er

buitenverblijven (veenborgen) bouwen die gedurende de zomer bewoond werden. De buitenverblijven werden getooid met welluidende namen zoals Somerlust, Woellust, Buitenwoel en Sorghvliet. In de loop van de 19de eeuw verloren de veenkoloniën door de opmars van landbouw en de daarop volgende industrialisatie hun aantrekkelijkheid voor deze groep bewoners.

Sorghvliet werd rond 1647 gebouwd in opdracht van Adriaan Geerts Wildervank. De veenborg is weergegeven op de kaart van Beckering uit 1781. Op de kadastrale minuut uit het begin van de 19de eeuw (gemeente Veendam, sectie D2) is de ligging van Sorghvliet herkenbaar aan de omgrachting (zie bijlage: Kadastrale minuut). De veenborg zelf is dan niet meer aanwezig. Hierdoor is niet met zekerheid bekend waar de bebouwing zich bevond.

Het terrein binnen de omgrachting is in de kadastrale leggers benoemd als weide (watwaswaar.nl & hisgis.nl). In

(5)

3 het begin van de 19de eeuw bestond de bebouwde strook tussen de gracht en het Oosterdiep uit meerdere woningen in eigendom van onder meer een koopman en een schoenmaker. In het midden van de 19de eeuw is de situatie in het plangebied nog vergelijkbaar met die op de kadastrale minuut, zo blijkt uit de topografische militaire kaart van 1852 (zie watwaswaar.nl & historische topografische atlas 1851-1855). Op de Bonnekaart uit het begin van de 20ste eeuw is de oostelijke gracht verdwenen. Het terrein is dan echter nog wel duidelijk herkenbaar (zie bijlage: Projectie van de huidige situatie op de Bonnekaart). In de loop van de 20ste eeuw neemt de inrichting van het terrein van Sorghvliet sterk toe met bebouwing, wegen en een park. De bebouwing die in het plangebied aanwezig was is recentelijk afgebrand en inmiddels gesloopt. Door de inrichting, bebouwing en

sloopwerkzaamheden zal de ondergrond in het plangebied deels zijn verstoord. Echter onder de verstoorde toplaag kunnen nog funderingsresten en grachtvullingen van de veenborg Sorghvliet aanwezig zijn.

Figuur 3: Uitsnede uit de archeologische beleidskaart van de gemeente Veendam. Het plangebied is omlijnd.

Overweging en advies

Gave resten uit de steentijd kunnen niet meer in het plangebied aanwezig zijn vanwege de intensieve bebouwing en inrichting van het plangebied vanaf de 17de eeuw. In het plangebied kunnen resten van de borg Sorghvliet worden aangetroffen zoals funderingsresten en resten van de omgrachting.

Geadviseerd wordt om de bodemingrepen onder archeologische begeleiding te laten uitvoeren. Hiermee wordt voorkomen dat mogelijk aanwezige archeologische resten ongezien verdwijnen. Tijdens de begeleiding dient metaaldetectie plaats te vinden. De archeologische begeleiding beperkt zich tot de omvang van de benodigde bodemingrepen. Voor een archeologische begeleiding is een Programma van Eisen (PvE) benodigd.

Bijlagen:

- Uitsnede fysisch geografische kaart;

- Kaart archeologie;

- Kadastrale minuut;

- Projectie van de huidige situatie op Bonnekaart.

(6)

4 Geraadpleegde bronnen en kaarten

Actueel Hoogtebestand Nederland (www.ahn.nl).

Archeologische Monumentenkaart.

Archis, archeologisch informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Brood, P., A.H. Huussen & J. van der Kooi, 1999. Nieuwe Groninger Encyclopedie. REGIO-Projekt Uitgevers, Groningen.

Cultuurhistorische Waardenkaart Groningen. Provincie Groningen 2004.

Grote Historische topografische Atlas Groningen ± 1900 – 1930, schaal 1: 25000. Uitgeverij Nieuwland, 2006.

Tilburg.

Grote Historische Atlas van Nederland, 1: 50000. Deel 2: Noord-Nederland 1851 – 1855. Wolters-Noordhoff Atlasproducties, 1990. Groningen.

Historisch Geografisch Informatiesysteem Groningen (www.hisgis.nl) Luchtfoto’s Google Earth/Maps.

Minuutplans uit het begin van de negentiende eeuw (www.watwaswaar.nl).

Schroor, M & J. Meijering, 2007. Golden Raand, Landschappen van Groningen. In Boekvorm Uitgevers, Assen.

Snijders, F.L., 1985. Fysische geografie in de provincie Groningen. Milieu- en landschapsonderzoek Provinciaal Planologische Dienst. Groningen.

Stiboka, 1985. Bodemkaart van Nederland, schaal 1: 50.000. Stiboka, Wageningen (Toelichting gepubliceerd in 1986; kaartopname door A.E. Clingeborg et al.).

Versfelt, H.J. & M. Schroor, 2005. De atlas van Huguenin; militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, 1819-1829. Heveskes Uitgevers/Drentse Historische Vereniging, Groningen/Veendam.

(7)

5 Archeologische periodes

paleolithicum tot 8800 v.Chr.

paleolithicum vroeg tot 300000 C14

paleolithicum midden 300000 - 35000 C14 paleolithicum laat 35000 C14 - 8800 v.Chr.

paleolithicum laat A 35000 - 18000 C14 paleolithicum laat B 18000 C14 - 8800 v.Chr.

mesolithicum 8800 - 4900 v.Chr.

mesolithicum vroeg 8800 - 7100 v.Chr.

mesolithicum midden 7100 - 6450 v.Chr.

mesolithicum laat 6450 - 4900 v.Chr.

neolithicum 5300 - 2000 v.Chr.

neolithicum vroeg 5300 - 4200 v.Chr.

neolithicum vroeg A 5300 - 4900 v.Chr.

neolithicum vroeg B 4900 - 4200 v.Chr.

neolithicum midden 4200 - 2850 v.Chr.

neolithicum midden A 4200 - 3400 v.Chr.

neolithicum midden B 3400 - 2850 v.Chr.

neolithicum laat 2850 - 2000 v.Chr.

neolithicum laat A 2850 - 2450 v.Chr.

neolithicum laat B 2450 - 2000 v.Chr.

bronstijd 2000 - 800 v.Chr.

bronstijd vroeg 2000 - 1800 v.Chr.

bronstijd midden 1800 - 1100 v.Chr.

bronstijd midden A 1800 - 1500 v.Chr.

bronstijd midden B 1500 - 1100 v.Chr.

bronstijd laat 1100 - 800 v.Chr.

ijzertijd 800 - 12 v.Chr.

ijzertijd vroeg 800 - 500 v.Chr.

ijzertijd midden 500 - 250 v.Chr.

ijzertijd laat 250 - 12 v.Chr.

Romeinse tijd 12 v.Chr. - 450 n.Chr.

Romeinse tijd vroeg 12 v.Chr. - 70 n.Chr.

Romeinse tijd vroeg A 12 v.Chr. - 25 n.Chr.

Romeinse tijd vroeg B 25 - 70 n.Chr.

Romeinse tijd midden 70 - 270 n.Chr.

Romeinse tijd midden A 70 - 150 n.Chr.

Romeinse tijd midden B 150 - 270 n.Chr.

Romeinse tijd laat 270 - 450 n.Chr.

Romeinse tijd laat A 270 - 350 n.Chr.

Romeinse tijd laat B 350 - 450 n.Chr.

middeleeuwen 450 - 1500 n.Chr.

middeleeuwen vroeg 450 - 1050 n.Chr.

middeleeuwen vroeg A 450 - 525 n.Chr.

middeleeuwen vroeg B 525 - 725 n.Chr.

middeleeuwen vroeg C 725 - 900 n.Chr.

middeleeuwen vroeg D 900 - 1050 n.Chr.

middeleeuwen laat 1050 - 1500 n.Chr.

middeleeuwen laat A 1050 - 1250 n.Chr.

middeleeuwen laat B 1250 - 1500 n.Chr.

nieuwe tijd 1500 - heden

nieuwe tijd A 1500 - 1650 n.Chr.

nieuwe tijd B 1650 - 1850 n.Chr.

nieuwe tijd C 1850 - heden

(8)

U it s n e d e f y s is c h g e o g ra fi s c h e k a a rt V e e n d a m e n o m g e v in g

(9)

256537 / 571385 iVziWziWz iWp

Hn21

iWp Hn21 iWz

Hn21 iVz iWp

iWp

iWp iWz iWziVp iWp iWz

|h BEBOUW iWp

iWp

iWziWp

iWp

iWp iWp Hn21

iVziWp

|h BEBOUW

iWp

iWp

18301

55917

3758037579 1830318304 21217405228 18284

22-02-2011

Legenda

WAARNEMINGEN HUIZEN BODEM ((c)Alterra) MONUMENTEN archeologische waarde hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde zeer hoge arch waarde, beschermd TOP10 ((c)TDN) bebouwd gebied doorgaande wegen bos bouwland weiland boomgaard/kwekerij heide zand begraafplaats water overig bodemgebruik 01 km N

Archis2

(10)

K a d a s tr a le m in u u t B o c h t O o s te rd ie p 3 -1 3 t e V e e n d a m ( b ro n : h is g is .n l) H e t p la n g e b ie d i s g lo b a a l o m c ir k e ld

(11)

P ro je c ti e v a n d e h u id ig e s it u a ti e o p d e B o n n e k a a rt : p la n g e b ie d B o c h t O o s te rd ie p 3 -1 3 t e V e e n d a m

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Benader het probleem in Kaapstad vanuit de vier geografische dimensies: politiek, economisch, sociaal-cultureel en fysisch.. Politiek

Werkzoekenden die niet op de hoogte zijn van de bestaande steunmaatregelen voor mobiliteit (bijvoorbeeld een gedeeltelijke te- rugbetaling van de vervoerkosten door

Omdat de methodiek daarvoor in Groningen niet toegepast kon worden, wordt in het kader van het waterhard—onderzoek, door de Stiboka te Wageningen, sub—microscopisch onderzoek gedaan

Er blijkt zeker dicht bij de dobbe geen ondoorlatende keileemlaag te zijn. Verder van de dobbe af neemt de dikte van de keileemlaag weliswaar toe, maar ook daar is

- ofwel één of meer keer zijn overschreden, met een goedkeurend oordeel van de externe accountant omdat deze heeft geconstateerd dat het overgangsrecht van toepassing is. In

flocculatietiid en bezinktiid. zoals te verwachten viel. De specifieke filtratiewekstand van met kationische poly&ren gefloccul&rd slib, gemeten met

− Het bovenstroomse deel van het stroomgebied van de Salween ligt in een droog gebied (Tibet), terwijl het stroomgebied van de Irrawaddy vrijwel helemaal in een gebied met

Er speelt een heel raar fenomeen bij waar eigenlijk helemaal niet over gesproken wordt en dat is dat moeten we het überhaupt nog hebben over nieuwe woningen bouwen, of moeten