• No results found

ECOLOGISCHE VOETAFDRUK KEERBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ECOLOGISCHE VOETAFDRUK KEERBERGEN"

Copied!
45
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ECOLOGISCHE VOETAFDRUK

KEERBERGEN

(2)

Inhoudstafel

INHOUDSTAFEL ... 2

INLEIDING. ... 3

DE ECOLOGISCHE VOETAFDRUK…EUH?... ....4

Hoe werkt het? ... 4

Een tweede aarde nodig? ... 6

Iedereen gelijk? ... 7

België onder de loep ... 8

Wat met de biodiversiteit? ... 9

Wat doet de ecologische voetafdruk niet? ... 10

BEREKENING ECOLOGISCHE VOETAFDRUK ... 11

Samenvatting van de punten ... 16

VERKLEIN JE ECOLOGISCHE VOETAFDRUK ... 17

A. Verwarming ... 18

B. Warm water... 23

C. Voeding ... 25

D. Keuken ... 28

E. Elektriciteit ... 30

F. Afval ... 35

G. Mobiliteit ... 39

Totaal van besparingen ... 43

REFERENTIEWERKEN ... 44

ENGAGEMENTSVERKLARING ... 45

(3)

Inleiding

Onze planeet heeft het zwaar te verduren: de wereldbevolking neemt elke dag toe, het klimaat slaat op hol en we produceren en consumeren ver boven wat de aarde ons kan geven. We leven momenteel volgens een standaard alsof we nog een leefbare planeet in voorraad hebben.

Helaas!

Er is GEEN PLANeet B!

De klok staat op 5 voor 12 en tikt verder.

De gevolgen van onze overconsumptie voor de toestand van de planeet zijn talrijk en de schade wordt steeds merkbaarder.

De specialisten trekken aan de alarmbel: om tot een duurzame ontwikkeling van de planeet te komen, moeten zowel de overheid als de burgers, overal te wereld, NU concrete acties ondernemen.

Goede bedoelingen volstaan niet meer, we moeten in actie schieten.

Om de milieuproblemen in de wereld op te lossen, is geen mooi uitgewerkt actieplan voorhanden.

De milieuproblemen hangen zeer vaak samen met maatschappelijk en economische ongelijkheid. Een eenvoudige oplossing is een complex vraagstuk geworden.

Toch zijn de acties om onze aarde te helpen minder complex dan op het eerste zicht lijkt.

Minder natuurlijke hulpbronnen verbruiken betekent niet noodzakelijk een vermindering van de levenskwaliteit. Wanneer we bijv. beslissen om ons voor korte afstanden te voet of per fiets te verplaatsen, kunnen we wat tegengewicht bieden aan ons zittend leven, en onze lichaamsconditie en gezondheid op peil houden. Zo zijn er tal van kleine acties die een positieve impact hebben op ons leefmilieu en toch geen verlies van levenskwaliteit betekenen.

Maar hoe kunnen we onze impact op het leefmilieu berekenen? Er bestaat geen dergelijk meettoestel dat de invloed op de wereld rondom jou meet en je direct een resultaat geeft.

De invloed op ons leefmilieu kan berekend worden aan de hand van een aantal parameters.

Als resultaat krijg je jouw ecologische voetafdruk. Hoe kleiner jouw ecologische voetafdruk, des te kleiner is jouw impact op het leefmilieu.

Nieuwsgierig naar jouw voetafdruk en hoe deze te verkleinen? Bereken dan snel jouw persoonlijke ecologische voetafdruk en ontdek in deze brochure hoe je die kan verkleinen met enkele eenvoudige maatregelen.

Veel succes!

(4)

De ecologische voetafdruk … euh?!

Wij eten, wonen ergens, verplaatsen ons … Voor al deze activiteiten verbruiken wij natuurlijke hulpbronnen, zoals hout, olie, ertsen, … .

Maar kan onze planeet ons deze bronnen in voldoende hoeveelheden leveren en blijven leveren én daarnaast het afval 'verwerken' dat voortkomt uit onze activiteiten? Is onze levensstijl in evenwicht met het ‘natuurlijke kapitaal’ van de aarde? Of veroorzaakt ze de aantasting en de uitputting ervan?

Om op die vragen te beantwoorden, kunnen we werken met de ecologische voetafdruk. Die voetafdruk drukt uit hoeveel aardoppervlakte er nodig is om onze levensstijl mogelijk te maken. We kunnen de ecologische voetafdruk berekenen van de hele wereldbevolking, een land, een stad, een vereniging ... en ook van één persoon.

Hoe werkt het?

Het aardoppervlak bestaat uit delen die natuurlijke hulpbronnen voortbrengen (bijv. bossen, akkers …) en andere die dat niet doen (bijv. woestijnen, ijskappen ...) of die niet meteen kunnen worden ontgonnen (zoals de bodem van de oceanen). Bij de ecologische voetafdruk kijken we naar de oppervlakte van de aarde dat biologisch productief is.

De biologische productieve of bioproductieve oppervlakten zijn de oppervlakten die ons de nodige hulpbronnen leveren als voedsel, hout, vezels,… .

Om te berekenen hoeveel biologisch productieve oppervlakte iemand werkelijk ‘in beslag neemt’ - dus hoe groot zijn ecologische voetafdruk is - moeten we alles wat die persoon verbruikt omzetten in biologisch productieve oppervlakte.

(5)

We onderscheiden zes types bioproductieve oppervlakte:

Bos: voor het vellen van bomen die dienen als timmerhout, brandhout, vezels voor papier ...

Visgrond: voor het produceren van vis en zeevruchten

Bouwgrond: voor gebouwen om te wonen en te werken, wegen om zich te verplaatsen ...

Energieland: de oppervlakte bos die nodig is om de CO2 op te nemen die vrijkomt bij het gebruik van fossiele brandstoffen.

Akkerland: voor het telen van gewassen die dienen als veevoeder, voedsel voor de mens, vezels, olie ...

Weiland of graasland: voor het laten grazen van dieren die gebruikt worden voor vlees, wol, melk ...

Een voorbeeld: voor 1 kg vlees is 10 m² weiland (voor het laten grazen van de dieren) en 11m² akkerland (voor het telen van veevoeder) nodig. Daarboven wordt voor 1 kg vlees 2,4 m² bouwland (stallen voor de dieren …) en 21 m² energieland gebruikt.

Voor het produceren van vlees wordt dus heel wat energie verbruikt (voor het transport, het verwerken van het vlees …).

De productiviteit of hetgeen wordt voortgebracht van een bioproductieve oppervlakte wordt ook wel biocapaciteit genoemd. De biocapaciteit is dus het totaal aan natuurlijke hulpbronnen dat een bioproductieve oppervlakte op een jaar kan produceren, dat kan worden hernieuwd en het volgende jaar opnieuw beschikbaar is.

Biocapaciteit wordt uitgedrukt in ‘globale hectaren’ of in ‘planeten’. Een planeet staat voor de biocapaciteit van de aarde voor een jaar.

(6)

Een tweede aarde nodig?

Er is maar een beperkte hoeveelheid aardoppervlakte beschikbaar die biologisch productief is. Als we die gelijk verdelen over alle aardbewoners heeft iedere aardbewoner recht op 1,8 ha per jaar – dat is ongeveer evenveel als drie voetbalvelden. Die oppervlakte wordt uiteraard kleiner naarmate de wereldbevolking toeneemt. Maar vandaag verbruikt de mens gemiddeld 2,7 ha per jaar.

De grafiek geeft aan dat de voetafdruk van de mensheid de laatste 40 jaar sterk gestegen is en vanaf eind jaren ’80 verbruiken we eigenlijk meer dan één planeet: de biocapaciteit van de aarde is overschreden.

Hoe is zoiets mogelijk, want we hebben toch maar één aarde?

Je kan dat vergelijken met je spaargeld. Dat brengt elk jaar intrest op. Die intrest kan je uitgeven zonder aan je kapitaal te komen. Vanaf het moment dat je meer uitgeeft dan enkel de jaarlijkse intrest, ‘tast’ je je kapitaal aan, je kapitaal wordt kleiner.

Zo produceert de aarde hulpbronnen die we kunnen gebruiken. Maar ondertussen consumeren we zoveel dat we op een jaar tijd niet alleen verbruiken wat de aarde op een jaar produceert, maar ook het natuurlijke kapitaal aantasten. Hierdoor raken de hulpbronnen uitgeput en kunnen ze zich niet meer hernieuwen. Met andere woorden: onze aarde wordt opgebruikt.

Hoe lang kunnen we zo nog verder?

In 2050 wordt een wereldbevolking van 9 miljard verwacht. Dat is 2 miljard meer dan vandaag1. Voor al die extra aardbewoners moet ook in de behoeften voorzien worden:

huisvesting, kleding, voeding,…

Zal de aarde hieraan kunnen voldoen zonder verder over het onomkeerbare eindpunt geduwd te worden? Het is een vraagstuk waarover nu moet nagedacht worden.

1 Cijfers van 2012

(7)

Iedereen gelijk?

Als we de bioproductieve aardoppervlakte verdelen over alle aardbewoners, heeft iedereen recht op 1,8 ha per jaar.

Maar vandaag verbruikt de mens gemiddeld 2,7 ha per jaar. En dat verbruik is lang niet gelijk verdeeld.

De voetafdruk van een gemiddelde Belg bedraagt 5,1 ha. Een Noord-Amerikaan verbruikt 9,2 ha. Een gemiddelde Afrikaan daarentegen verbruikt maar 1,4 ha per jaar.

Als alle mensen op aarde zouden consumeren als wij in het Westen, dan hebben we bijna drie planeten nodig om aan onze behoeften te voldoen!

Deze wereldkaart geeft per land aan hoeveel planeten nodig zijn als iedereen zou leven zoals de gemiddelde inwoner van dat land.

Heel wat ‘ontwikkelde’ landen hebben een hoge voetafdruk die ver boven hun biocapaciteit ligt: ze hebben een ecologische schuld. Dat wil zeggen dat ze de natuurlijke hulpbronnen die beschikbaar zijn in hun land sneller opgebruiken dan dat ze vernieuwd kunnen worden en/of dat ze natuurlijke hulpbronnen invoeren vanuit andere landen.

De wereldkaart geeft echter geen indicatie van de impact van export van een ontwikkelingsland naar een geïndustrialiseerd land. Door de export van allerlei grondstoffen naar andere landen, creëert het land een economie van overexploitatie ten voordele van de

‘rijkere’ importerende landen. Hierdoor wordt de ecologische schuld van het exporterend land groter.

(8)

De grafiek geeft per regio de voetafdruk en de beschikbare biocapaciteit weer, en dus ook de regio's met een ecologische schuld.

België onder de loep

In België is er per persoon 1,1 ha beschikbaar, maar de voetafdruk van een gemiddelde Belg bedraagt 5,1 ha: een ecologische schuld van 4 ha per persoon!

Dat is nu 5,1 ha; de voetafdruk van een gemiddelde Belg vanuit de lucht bekeken.

Waaruit bestaat de Belgische voetafdruk?

Ongeveer 20% van de voetafdruk van de Belg wordt veroorzaakt door wat we eten. Voedsel wordt niet alleen gekweekt, maar heeft voor het op ons bord terechtkomt dikwijls een hele reeks energieverslindende behandelingen ondergaan (verpakking, bewaring, transport ...).

30% van de voetafdruk van de Belg is te wijten aan huisvesting. Het overgrote deel daarvan komt van het energieverbruik van een woning: verwarming, verlichting, elektrische apparaten .... Het andere deel gaat naar de ruimte die onze woning inneemt.

20% van de voetafdruk van de Belg wordt veroorzaakt door ons vervoer. Vooral de auto is hier de grote boosdoener. Om te gaan werken bijvoorbeeld, leggen de Belgen zeven keer meer kilometers af met de wagen dan met de trein. Om op vakantie te gaan, nemen de vliegtuigreizen dan weer het leeuwenaandeel van de kilometers voor hun rekening. Ook de aanleg van straten, parkeerplaatsen, het produceren van verkeerssignalisatie, treinrails, vertrek- en landingsbanen, … zijn hierbij in rekening gebracht.

30% gaat naar overige dingen of de restfractie: afval, goederen en diensten, gezondheidszorg …

(9)

Wat met de biodiversiteit?

De biodiversiteit - dat is het geheel van al de levende wezens - staat wereldwijd zwaar onder druk door de impact van onze ecologische schuld die we hebben opgebouwd.

WWF ontwikkelde de Living Planet Index om de toestand van de biodiversiteit te kunnen opvolgen. Dit gebeurt door meer dan 1300 soorten vertebraten (vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren) over heel de wereld op te volgen.

Sinds 1970 is de Living Planet Index met bijna 40% gedaald. Deze daling geeft aan dat wereldwijd de biodiversiteit zwaar wordt aangetast. Het is geen toeval dat de voetafdruk stijgt, terwijl de Living Planet Index daalt.

Heel wat menselijke activiteiten hebben een verwoestende impact op de biodiversiteit: de vervuiling van de lucht, het water en de bodem; de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen (bijv. door overbevissing en massale ontbossing); het omvormen van natuurgebieden tot landbouwgrond …

De laatste jaren werd de honingbij het symbool bij uitstek voor de biodiversiteit. Bij gebrek aan voldoende voedsel en het gebruik van insecticiden neemt de bijenpopulatie jaar na jaar af. Het verdwijnen van de bij zou ook voor de mens catastrofale gevolgen hebben. Zo’n 40 % van onze groenten- en fruitsoorten hangen voor hun bestuiving immers af van dit geelzwarte beestje. In delen van China is men momenteel al aangewezen op arbeiders die met een penseeltje het bestuivingswerk van de bij moeten overnemen.

Albert Einstein deed in 1855 een niet al te optimistische uitspraak over de bijenpopulatie: als de bij uitsterft, heeft de mensheid nog slechts 4 jaar.

Had hij toen al bij het rechte eind of was dit slechts een propaganda stunt? Als we de voedselverdeling en de hongersnood in de wereld naderbij bekijken, zou het wel eens deze richting kunnen uitgaan. Als 40 % van ons voedsel vermindert en hetgeen wat overblijft, moet verdeeld worden over de steeds groter wordende groep mensen over de hele wereld, dan kunnen we bepaalde rampscenario’s niet uitsluiten. Enkel de rijksten onder ons zullen kunnen overleven.

(10)

Wat doet de ecologische voetafdruk niet?

De ecologische voetafdruk zegt iets over het verbruik van natuurlijke hulpbronnen door een persoon of door een bevolkingsgroep. De voetafdruk zegt niets over ‘hoe’ de beschikbare hulpbronnen moeten worden gebruikt.

Maar als je het over de voetafdruk hebt, is het een goede gelegenheid om wat verder na te denken over volgende vragen. Kunnen wij het huidige gebruik van grondstoffen, gebaseerd op economische macht, 'rechtvaardig' noemen? En hoe moeten we de economische schuld van ontwikkelingslanden bekijken ten opzichte van de ecologische schuld van heel wat ontwikkelde landen?

Naast dit eerder ethische vraagstuk, zijn er nog een aantal concrete zaken niet opgenomen in de berekening van de ecologische voetafdruk.

Zo telt water maar zeer beperkt mee. Enkel de energie die gebruikt wordt bij het oppompen, behandelen en distributie van water wordt in rekening gebracht. De hoeveelheid water die wordt verbruikt telt niet rechtstreeks mee. Daarom zal je bij de voetafdrukberekening geen vragen over watergebruik terugvinden. Dat betekent daarom niet dat we niet op ons waterverbruik moeten letten, maar wel dat de ecologische voetafdruk geen goede indicator is om het daarover te hebben. Omdat op te vangen is er de watervoetafdruk.

Meer informatie over de watervoetafdruk kan je terugvinden op www.watervoetafdruk.be.

Ook de toxiciteit van stoffen telt niet rechtstreeks mee in de ecologische voetafdruk. Enkel als de toxische stoffen een impact hebben op de bioproductiviteit, zal dat jaren nadien onrechtstreeks te merken zijn in de ecologische voetafdruk.

De ecologische voetafdruk is dus een wetenschappelijk onderbouwde indicator, met heel wat sterke kanten, maar zeker ook met haar beperkingen.

Om de biodiversiteit als dusdanig te verbeteren, zijn in deze handleiding geen expliciete acties opgenomen. Toch maakt biodiversiteit een wezenlijk onderdeel uit van de ecologische voetafdruk. Heel wat acties om de ecologische voetafdruk te verkleinen, hebben een impact op de biodiversiteit. Hierdoor resulteren de gevolgen van uitgevoerde acties uiteindelijk in een verbetering al dan niet verslechtering van het huidige aanbod aan fauna en flora.

Om het natuurlijk leven in jouw omgeving een duwtje in de rug te geven, zijn er acties (op korte termijn) en engagementen (op langere termijn) die je kan uitvoeren of aangaan. Meer informatie hierover vind je op .www.ikgeeflevenaanmijnplaneet.be.

(11)

Berekening ecologische voetafdruk

Door je ecologische voetafdruk te berekenen, ken je de ware impact van je levenswijze op het milieu. De berekening gebeurt aan de hand van vragen met meerkeuze antwoorden.

Voor elk antwoord wordt een bepaalde score toegekend: een kleine score voor een kleine impact (en dus milieuvriendelijker); een hogere score voor een grotere impact.

Na de vragenreeks tel je al je behaalde scores op tot een totaal en vergelijk met het aantal hectaren waarmee je score overeenkomt. Dit is dan jouw ecologische voetafdruk.

Vragenlijst.

1. Eet je vers en volgens het seizoen?

10 Je eet voornamelijk verse, lokale seizoensgroenten en –fruit

12 Naast verse groenten en fruit eet je ook heel wat diepvriesgroenten en levensmiddelen uit conserven

14 Je eet veel diepvriesgroenten, groenten uit serreteelt, exotische vruchten en groenten en fruit geteeld in verre landen

16 Je eet voornamelijk kant- en- klare maaltijden en je gaat vaak uit eten (minstens 4 maal per week)

Je score

2. Hoe vaak eet je vlees of vis?

Houd ook rekening met charcuterie en dergelijke.

3 Je eet nooit vlees of vis

5 Je eet een- of tweemaal per week vlees of vis 9 Je eet minstens driemaal per week vlees of vis 14 Je eet bijna dagelijks vlees of vis

16 Je eet dagelijks een ‘gemiddeld’ portie vlaas of vis (+- 200 g/dag) 24 Je bent een echte carnivoor en je eet dagelijks veel vlees of vis

Je score

(12)

3. Hoe vaak gebruik je de auto?

Houd voor je antwoord alleen rekening met de afgelegde privékilometers (uitgezonderd vakanties) en je woon- werkverkeer. Als je meestal alleen in je wagen zit, dan mag je als antwoord een lagere categorie nemen.

0 Nooit

5 Zelden en vooral voor korte afstanden

15 Bijna dagelijks, vooral voor korte afstanden (minder dan 50 km) 65 Bijna dagelijks, voor een totale afstand van 50 tot 100 km 110 Bijna dagelijks, voor een totale afstand van meer dan 100 km

Je score

4. Hoe vaak gebruik je het openbaar vervoer?

0 Nooit

1 Zelden, af en toe een korte afstand met de trein

4 Bijna dagelijks, voor korte afstanden (minder dan 50 km) 15 Bijna dagelijks, voor een totale afstand van 50 tot 100 km 25 Bijna dagelijks, voor een afstand van meer dan 100 km

Je score

5. Hoe groot is je woning?

Bereken de totale vloeroppervlakte van je woning, alle verdiepingen en kamers inbegrepen (uitgezonderd garage, kelder en zolder).

2 Minder dan 50 m² (studio)

5 Tussen 50 en 100 m² (appartement, kleine rijwoning)

8 Tussen 100 en 150 m² (appartement of gemiddelde rijwoning) 11 Tussen 150 en 200 m² (groot appartement of grote rijwoning) 15 Meer dan 200 m² (grote alleenstaande woning of villa)

Je subscore (deel de subscore door het aantal personen in je woning) Je score

(13)

6. Hoe groot is de oppervlakte die ingenomen wordt door je woning en je tuin (perceeloppervlakte)?

Als je in een appartement woont, deel je de perceeloppervlakte door het aantal appartementen. Productieve oppervlakten zoals een moestuin, boomgaard of weide worden niet meegeteld.

2 Minder dan 200 m² (minder dan 2 are): appartement, huis met klein tuintje 5 Tussen 200 en 400 m² (2 tot 4 are): huis met middelgrote tuin

9 Tussen 400 en 600 m² (4 tot 6 are): huis met redelijk grote tuin 13 Tussen 600 en 800 m² (6 tot 8 are): huis met grote tuin

18 Meer dan 800 m² (meer dan 8 are): groot huis met grote tuin

Je subscore (deel de subscore door het aantal personen in je woning) Je score

7. Hoeveel elektriciteit verbruik je jaarlijks (gemiddeld)?

Een gezin van 4 personen verbruikt gemiddeld tussen 4000 en 6000 kWh per jaar; tussen 6000 en 8000 kWh/jaar in het geval van elektrisch verwarmd water en meer dan 8000 kWh/jaar in het geval van elektrische

huisverwarming.

8 Minder dan 2000 kWh/jaar of groene stroom 20 Tussen 2000 en 4000 kWh/jaar

30 Tussen 4000 en 6000 kWh/jaar 45 Tussen 6000 en 8000 kWh/jaar 60 Meer dan 8000 kWh/jaar

Je subscore (deel de subscore door het aantal personen in je woning) Je score

(14)

8. Hoeveel aardgas verbruik je jaarlijks (gemiddeld)?

Een gezin van 4 personen dat zich verwarmt met aardgas, verbruikt gemiddeld 25.000 kWh/jaar.

0 Helemaal geen

5 Minder dan 5000 kWh/jaar 20 Tussen 5000 en 15.000 kWh/jaar 40 Tussen 15.000 en 25.000 kWh/jaar 60 Tussen 25.000 en 35.000 kWh/jaar 90 Meer dan 35.000 kWh/jaar

Je subscore (deel de subscore door het aantal personen in je woning) Je score

9. Hoeveel stookolie verbruik je jaarlijks (gemiddeld)?

Een gezin van 4 personen dat zich verwarmt met stookolie, verbruikt gemiddeld 2250 liter per jaar.

0 Helemaal geen 5 Minder dan 500 l/jaar 30 Tussen 500 en 1500 l/jaar 55 Tussen 1500 en 2500 l/jaar 85 Tussen 2500 en 3500 l/jaar 130 Meer dan 3500 l/jaar

Je subscore (deel de subscore door het aantal personen in je woning) Je score

(15)

10. Hoe ziet je jaarlijkse vakantie eruit?

Tel de kilometers die je het voorbije jaar hebt afgelegd voor je vakanties. Voor autovakanties deel je het aantal kilometer door het aantal personen in de auto. Geen een antwoord voor elke vervoerswijze.

Trein-Tram-Bus Auto Vliegtuig

0 0 0 0 km (thuis gebleven)

1 1 2 Minder dan 1000 km

2 8 5 Tussen 1000 en 5000 km

5 25 12 Tussen 5000 en 10.000 km

10 50 24 Tussen 10.000 en 20.000 km

20 100 50 Meer dan 20.000 km

Je score voor elke categorie Je score

11. Hoeveel papier gebruik je jaarlijks?

Welke keuze stemt het meest overeen met de situatie in je gezin?

1 Fanatieke hergebruiker

Je gebruikt alleen gerecycleerd papier, hebt een sticker ‘geen reclamedrukwerk’ op je brievenbus, geen krantenabonnement, je drukt bijna niets af; boeken leen je meestal uit de bibliotheek.

8 Redelijk zuinig

Je gebruikt vooral gerecycleerd papier, hebt een sticker ‘geen reclamedrukwerk’ op je brievenbus, wel een krantenabonnement; boeken leen je meestal uit de

bibliotheek.

16 Niet zo bijzonder zuinig

Je gebruikt vooral wit papier, je drukt veel af en maakt veel fotokopieën. Je hebt verschillende kranten/tijdschriftenabonnementen en geen sticker ‘geen

reclamedrukwerk’ op je brievenbus.

21 Papierverslinder

Je gebruikt alleen wit papier, eenzijdig. Je drukt alles af en maakt veel fotokopieën;

je gebruikt papieren zakdoekjes en keukenrol. Je hebt tal van abonnementen en geen sticker ‘geen reclamedrukwerk’ op je brievenbus.

Je subscore (deel de subscore door het aantal personen in je woning) Je score

(16)

Samenvatting van de punten

Vragen Score

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 6 Vraag 7 Vraag 8 Vraag 9 Vraag 10 Vraag 11 Eindscore

Totale score Ecologische voetafdruk Totale score Ecologische voetafdruk

(bij benadering) (bij benadering)

1 > 12 0,5 ha 131 > 139 8 ha

13 > 20 1ha 140 > 147 8,5 ha

21 > 29 1,5 ha 148 > 156 9 ha

30 > 37 2 ha 157 > 164 9,5 ha

38 > 46 2,5 ha 165 > 173 10 ha

47 > 54 3 ha 174 > 181 10,5 ha

55 > 63 3,5 ha 182 > 190 11 ha

64 > 71 4 ha 191 > 198 11,5 ha

72 > 80 4,5 ha 199 > 207 12 ha

81 > 88 5 ha 208 > 215 12,5 ha

89 > 97 5,5 ha 216 > 224 13 ha

98 > 105 6 ha 225 > 232 13,5 ha

106 > 114 6,5 ha 233 > 241 14 ha

115 > 122 7 ha 242 > 249 14,5 ha

123 > 130 7,5 ha 250 > 258 15 ha

(17)

Verklein je ecologische voetafdruk

En dan nu actie!

Het verkleinen van de persoonlijke ecologische voetafdruk is zeker mogelijk, zonder te moeten inboeten aan levenskwaliteit.

Je kan heel wat grote investeringen doen om het je te vergemakkelijken, maar dit kost vaak een enorme som geld.

Er zijn ook kleinere, vaak meer haalbare en minder dure, acties die je kan uitvoeren, die enkel wat tijd vragen om aan te wennen.

Hieronder vind je heel wat concrete tips die je helpen met besparen en het verkleinen van je EV. Je kiest zelf uit de tips welke haalbaar zijn voor jou en hoe vaak je deze je wil toepassen. De voorgestelde acties kan je voor een bepaalde periode uitvoeren. Niettemin is het de bedoeling om de acties blijven toe te passen.

Stoppen kan, maar dat zou jammer zijn van al de moeite die je tot dusver gedaan hebt.

Bij elke tip vind je wat uitleg en een formule waarmee je kan

berekenen hoeveel vierkante meter ecologische voetafdruk (afgekort genoteerd als: ‘m²ev’) je ermee kan besparen.

De tips zijn geordend aan de hand van 7 thema’s: verwarming, warm water, voeding, keuken, elektriciteit, afval en mobiliteit. Per thema kan je het aantal gespaarde m²ev samentellen.

Helemaal op het einde vind je een in te vullen samenvatting van alle gespaarde m²ev over al de thema’s heen. Deze eindscore geeft je de totale bespaarde m²ev.

Het totaal is jouw bijdrage aan deze campagne ‘Verklein je ecologische voetafdruk’.

Je vindt ook een engagementsverklaring. Deelname aan de campagne is geen verplichting en kan je doen voor jezelf. Je volgt gewoon de actiepunten en telt jouw score uit. Je gaat dan een engagement voor jezelf aan.

Ook een groep kan een engagement aangaan. Je vult dan als groep de EV in en Je kan ook een engagement met een ganse groep aangaan. De acties die je dan aangaat, kan je gezamenlijk doen of individueel. Het verkleinen van de ecologische voetafdruk is een engagement dat je voor je leven aangaat.

Wil je op de ecologische voetafdruk meter staan, dan kan je jouw score doorgeven aan de duurzaamheidsambtenaar. De meetlat is onderverdeeld in ha. Jouw eindscore zal berekend worden naar het aantal ha (1 ha = 10.000 m²). Heb je actie ondernomen en je EV verkleint, dan kan je dit laten aanpassen op de EV-meter.

(18)

A. VERWARMING

Verwarming van huizen en gebouwen kost veel energie: gas, stookolie en in sommige gevallen elektriciteit. Dit laatste is het minst aangewezen, gezien het lage rendement van de toestellen en de centrales die elektriciteit opwekken. De verbranding van aardgas is het minst milieuonvriendelijk.

Verwarming zorgt steeds voor CO2-uitstoot en speelt dus een belangrijke rol bij de klimaatwijziging. Hoewel de oorzaken van de opwarming van de aarde vooral bij de geïndustrialiseerde landen liggen, zijn de gevolgen vooral merkbaar in het Zuiden. Het verder oprukken van woestijnen, overstromingen, orkanen met als gevolg de bedreiging van de voedselvoorziening en habitat van miljoenen mensen. Redenen genoeg dus om verstandig te verwarmen.

Naargelang je verwarmt met gas, stookolie of elektriciteit krijg je bij het toepassen van dezelfde tips een andere milieubesparing! We baseren ons bij onderstaande berekeningen op de nationale gemiddelden voor een gemiddeld gezin. De werkelijke besparingen die jij realiseren kan hangen natuurlijk af van je specifieke woon- en verwarmingssituatie, maar onderstaande cijfers geven toch een goede indicatie van het besparingspotentieel!

(Noot: voor ‘elektriciteit’: bij elke tip rond elektrisch verbruik heb je de optie ‘groene stroom’ of ‘grijze stroom’. Voor meer uitleg daaromtrent: lees de inleiding bij Hoofdstuk ‘E. Elektriciteit’ en bij de eerste tip daar : ‘Tip 21 : Groene Stroom’.):

TIP 1: Een graadje lager stoken

De ideale comfortwarmte ligt rond 19-20°C. Toch is er een tendens om steeds hoger te stoken. De verwarming overal 1 graadje lager schakelen, levert meteen een besparing van 7% brandstof op:

Brandstof

bespaarde m²ev / graad /

week

aantal graden minder

aantal weken toegepast

BESPARING

gas 28

olie 40

elektriciteit :

grijze stroom 65 elektriciteit :

groene stroom 2,6

TIP 2: Minder ruimte verwarmen

De verwarming uitzetten in kamers waar niemand is, komt neer op een besparing van 8,3%:

Brandstof bespaarde

m²ev / week aantal weken toegepast BESPARING

gas 33

olie 47

elektriciteit :

grijze stroom 77 elektriciteit :

groene stroom 3,1

(19)

TIP 3: Schakel de verwarming op tijd uit

De verwarming lager zetten een half uur voor je gaat slapen of voor je weg gaat. Je kan zonder probleem nog een tijdje van de warmte genieten, zelfs al staan de radiatoren uit.

Brandstof m²ev / week aantal weken toegepast BESPARING

Gas 7

Olie 9

elektriciteit :

grijze stroom 15 elektriciteit :

groene stroom 0,6

TIP 4: Thermostatische kranen

Een thermosstatische kraan op een radiator bij centrale verwarming maakt het mogelijk veel gerichter te verwarmen. De gemiddelde besparing per (geplaatste én gebruikte) knop per week:

Brandstof m²ev / kraan / week

aantal kranen

aantal weken

toegepast BESPARING

Gas 3,5

Olie 4,9

elektriciteit :

grijze stroom 8,0 elektriciteit :

groene stroom 0,3

TIP 5: Gordijnen dicht

De gordijnen ’s avonds sluiten, om warmteverlies tegen te gaan is goed voor 5% besparing, vooral bij enkel glas. Het is wel van belang dat de gordijnen op een goede manier zijn opgehangen. Zo mogen ze het verwarmingstoestel niet bedekken.

Brandstof m²ev / week aantal weken toegepast BESPARING

Gas 20

Olie 28

elektriciteit :

grijze stroom 46 elektriciteit :

groene stroom 1,9

(20)

TIP 6: Deuren dicht

Deuren steeds goed sluiten als de verwarming werkt: een eenvoudige maatregel die snel 6%

besparing oplevert. Vooral openstaande deuren naar koude ruimtes (zoals een gang of garage) zorgen voor veel warmteverlies.

Brandstof bespaarde

m²ev / week aantal weken toegepast BESPARING

Gas 24

Olie 34

elektriciteit :

grijze stroom 56 elektriciteit :

groene stroom 2,2

De Vlaamse woningen zijn over het algemeen slecht geïsoleerd. De meeste huizen halen de isolatienormen van woningen in Spanje! In de Scandinavische landen, waar het kouder is, is de verwarmingskost dank zij een goede isolatie flink wat lager.

TIP 7: Breng tochtstrips aan

Vooral bij een ongunstige ligging van de woning – in de wind - kunnen de verliezen oplopen.

Er bestaan heel wat soorten strips en profielen. Met tochtstrips win je per meter strip volgende m² :

Brandstof bespaarde m²ev / meter strip / week

aantal meter strip

aantal weken

toegepast BESPARING

Gas 1,7

Olie 2,5

elektriciteit :

grijze stroom 4,0 elektriciteit :

groene stroom 0,15

(21)

TIP 8: Radiatorfolie aanbrengen achter je verwarmingstoestellen

Radiatorfolie (folie mét een isolatielaag erop gelijmd) zorgt ervoor dat de warmte van je verwarmingstoestel niet via de buitenmuur verdwijnt. De besparing bij een enkelsteense muur per m² folie bedraagt:

Brandstof bespaarde m²ev / m² folie / week

aantal m² folie

aantal weken

toegepast BESPARING

Gas 3,0

Olie 4,5

elektriciteit :

grijze stroom 7,5 elektriciteit :

groene stroom 0,3

TIP 9 : Leidingisolatie

Het isoleren van leidingen van de centrale verwarming in onverwarmde ruimtes betekent ook een gevoelige besparing zonder enig werkelijk comfortverlies.

Brandstof bespaarde m²ev / meter isolatie / week

aantal meter isolatie

aantal weken

toegepast BESPARING

Gas 1,2

Olie 1,7

elektriciteit :

grijze stroom 2,8 elektriciteit :

groene stroom 0,1

(22)

A. TIPS VERWARMING overzicht besparingen besparing per tip:

Tip 1 : Tip 2 : Tip 3 : Tip 4 : Tip 5 : Tip 6 : Tip 7 : Tip 8 : Tip 9 :

TOTAAL: = ……… m² ev

(23)

B. WARM WATER

Binnen de ecologische voetafdruk weegt het gebruik van water relatief licht. Dit heeft vooral te maken met de moeilijkheid om precies te meten - in voetafdruk - welke impact het gebruiken en vervuilen van water op het milieu heeft op langere termijn. Daarom zijn er hier geen tips opgenomen rond watervervuiling, al raden we natuurlijk aan om zoveel mogelijk milieuvriendelijke producten te gebruiken in het huishouden en in de tuin.

Rond waterverbruik is zuinig omgaan met (leiding)water van groot belang. Het wordt alsmaar duidelijker dat het tekort aan water in de toekomst een steeds groter probleem zal worden. Bij de volgende tips besteden we speciaal aandacht aan warm water, want water verwarmen kost een hoop energie...

TIP 10: Onder de douche in plaats van in bad

Een bad is goed voor ongeveer 110 liter warm water. Bij een gewone douche is maar de helft nodig. Een douche in plaats van een ligbad levert wat energie betreft een besparing van gemiddeld 50% op.

Brandstof bespaarde m²ev / douche ipv bad

aantal douches / week

aantal weken

toegepast BESPARING

Gas 2,5

Olie 2,8

elektriciteit :

grijze stroom 5,1 elektriciteit :

groene stroom 0,2

Tip 11: De zuinige douchekop

Met een waterbesparende douchekop kan je het gebruik van warm water nog eens halveren.

Je gebruikt nog 6 tot 7 liter per minuut in plaats van 12 liter per minuut. Bij een normale douche met besparende douchekop win je :

Brandstof bespaarde m²ev /spaardouche

aantal douches / week

aantal weken

toegepast BESPARING

Gas 1,2

Olie

1,4 elektriciteit :

grijze stroom 2,6 elektriciteit :

groene stroom 0,1

Neem je een douche met waterbesparende douchekop en alleen koud water, dan bespaar je nog eens 12,3 m²ev per wasbeurt.

(24)

Tip 12: Neem een kortere douche

Een douche kan best gezellig zijn … en mag dus even duren? Een minuutje minder lang douche bespaart een behoorlijke slok water zonder dat je aan ‘wilde frisheid’ moet inboeten?

Brandstof bespaarde m²ev /kortere douche

aantal douches / week

aantal weken

toegepast BESPARING

Gas 0,6

Olie

0,7 elektriciteit :

grijze stroom 1,3 elektriciteit :

groene stroom 0,05

B. TIPS WARM WATER overzicht besparingen

besparing per tip:

Tip 10 : Tip 11:

Tip 12 :

TOTAAL: = ……… m² ev

(25)

C. VOEDING

Als u in een winkel of supermarkt uw mandje vol stapelt, moet u eens goed kijken waar al dat lekkers eigenlijk vandaan komt. Spanje, Israël, Kenia, Zuid-Afrika… Het globalisme springt u uit de winkelrekken tegemoet!

Gaat het om biologische en/ of sociaal rechtvaardig geproduceerde levensmiddelen, dan zijn die afstanden nog te rechtvaardigen. Maar als dat niet het geval is, dan gaat het simpelweg om – ook door het milieu – duur betaalde voedselkilometers, terwijl de producent om de hoek een eerlijke prijs voor zijn werk aan zich ziet voorbijgaan.

Het principe van de ‘korte keten’ slaat niet alleen op de kilometers, maar ook op versheid.

Wat van ver moet komen, moet geconserveerd worden: gekoeld, ingevroren, ingemaakt…

en dat vreet energie.

Een product uit de eigen streek komt als het ware recht van de akker in uw boodschappentas en is daardoor meestal ook een seizoenproduct.

Bewaren heeft ook te maken met verpakken. Wat u van een lokale producent mee naar huis neemt, moet dus ook minder verpakt worden.

TIP 13: Een dagje zonder vlees en vis.

Het eten van vlees heeft verregaande gevolgen voor de derde wereld en voor het milieu. Om de Vlaamse veestapel van veevoer te voorzien is in het buitenland ongeveer 1.450.000 ha grond nodig. Dit is 2,35 keer de totale Vlaamse landbouwoppervlakte. Het tekort wordt voor een groot stuk opgevangen door Derde Wereldlanden waar (de meest vruchtbare) gronden worden opgeofferd. Terwijl de bodem uitgeput geraakt in het Zuiden, kampen wij met een mestoverschot. Nitraten en fosfaten komen in het grondwater terecht en bedreigen de drinkwatervoorziening en het oppervlaktewater.

De productie van vlees is ook een relatief energieverslindende activiteit. Hier spelen verschillende factoren een rol: de productie en transport van uitgekiende voeders en het feit dat vlees- en visproductie een extra schakel in de voedingsindustrie vergt in vergelijking met bijvoorbeeld groenten. Immers, eerst worden plantaardige voedingsstoffen aan een dier gevoederd, dat maar een deel van die energie (10%) benut om consumptievlees of -vis te produceren.

Ook de consumptie van vis heeft effect op het milieu. Overbevissing bedreigt de laatste jaren meer en meer het voortbestaan van vele vissoorten. Maar ook de viskweek (ofwel aquacultuur) heeft een invloed op het milieu.

In onderstaande formule wordt de gemiddelde voetafdruk per kg vlees of vis genomen, en gaan we er van uit dat je vlees/vis vervangt door bvb peulvruchten, … (De voetafdruk van biologisch en/of inlands vlees is een stuk kleiner, maar moeilijk in voetafdruk te berekenen, zie ook volgende tip.)

Bespaarde m²ev / kg vlees of vis

aantal kg / week minder

aantal weken

toegepast BESPARING

53 Bespaarde m²ev/dag zonder

vlees

Aantal dagen zonder vlees/week

Aantal weken

toegepast BESPARING

30,7

(26)

TIP 14: Biologisch vlees & melk in plaats van ‘gewoon’ vlees & melk

De biologische veeteelt is een stuk duurzamer, milieu- en diervriendelijker dan de gangbare landbouw. De nieuwe Europese regelgeving over de dierlijke biologische productie legt de grondgebondenheid van de biologische teelt vast: de dieren moeten de kans krijgen de buitenlucht te voelen en hun aantal wordt beperkt waardoor overbemesting vermeden wordt.

De biologische veeteler is verplicht zijn dieren te voederen met veevoeder van biologische kwaliteit. De biologische veeteelt laat geen antibiotica, groeibevorderaars en preventieve behandelingen toe. Genetisch gewijzigde organismen mogen ook niet gebruikt worden in de biologische landbouw en veeteelt.

Een Biogarantielabel op de verpakking van het vlees garandeert dat het product dat je koopt ook echt biologisch gekweekt is en dat het milieuvriendelijk verpakt is.

In onderstaande formule wordt de voetafdrukbesparing gegeven gebaseerd op het kleinere energieverbruik bij productie van biologisch vlees en melk.

Bespaarde m²ev / kg of

liter

aantal kg vlees

bio ipv … aantal weken toegepast

subtotaal per vleessoort

Rundsvlees 2,7

Varkensvlees 1,6

Melk 1,3

BESPARING = TOTAAL :

TIP 15: Groenten en fruit van eigen bodem in plaats van ingevoerd.

Kiezen voor streekeigen groenten en fruit komt het milieu ten goede omdat deze goederen geen duizenden kilometers transport achter de rug hebben voor ze op je bord belanden. Dat betekent minder brandstofverbruik en vervuiling bij het vervoer en minder energieverbruik bij de opslag(koeling). Omdat ze minder ver moeten reizen, worden ze ook minder of soms niet verpakt.

bespaarde m²ev / kg

aantal kg inlands ipv

aantal weken toegepast

subtotaal per herkomstregio inlands ipv uit

Europa

0,9 inlands ipv uit

rest van de wereld 2,2

BESPARING = TOTAAL :

Bananen hebben bij ons een vast plekje veroverd in de fruitmand. Een gemiddelde Belg eet ongeveer 11 kg bananen per jaar. Toch zijn dit exotische vruchten die een verre reis achter de rug hebben voor ze hier verorberd worden. Dit lange transport en de bananenteeltwijze verklaren de relatief grote voetafdruk van dit fruit. Kun je de bananen niet missen? Kies dan zeker voor bananen met het ‘Max Havelaar’-keurmerk : de bananenboeren hebben er een eerlijke prijs voor gekregen en de teelt is milieuvriendelijker.

(27)

TIP 16: Seizoensgebonden groenten en fruit in plaats van serreteelt.

Seizoensgebonden groenten en fruit zijn een stuk vriendelijker voor het milieu dan groenten en fruit die buiten het seizoen worden geteeld. Dat laatste vergt heel wat energie omdat de kassen waarin ze groeien extra verwarmd en verlicht moeten worden. Dat verklaart meteen ook de hogere verkoopprijs.

Kiezen voor seizoensgebonden groenten en fruit is dus voordeliger voor het milieu en voor je portemonnee.

(De formule hieronder gaat uit van een gemiddelde gemengde “fruit- en groentenmand”.) Bespaarde m²ev / kg

seizoensgebonden ipv serreteelt

aantal kg / week vervangen

aantal weken

toegepast BESPARING 7

TIP 17: Verse groenten en fruit in plaats van diepgevroren groenten en fruit

Diepgevroren groenten en fruit veroorzaken een grotere milieubelasting omdat de conservering veel energie vergt: zowel tijdens het transport, in de winkel als thuis. Het diepvriesvak bevat ook vaak groenten van buiten het seizoen: die worden dus extra lang diepgevroren. Diepvriesproducten zijn bovendien rijkelijk verpakt en dragen zo fiks bij tot de afvalberg.

m²ev /kg vers ipv diepgevroren

aantal kg / week vervangen

aantal weken

toegepast BESPARING

3,7

C. TIPS VOEDING overzicht besparingen

besparing per tip:

Tip 13 : Tip 14 : Tip 15 : Tip 16 : Tip 17 :

TOTAAL: = ……… m² ev

Tomaten en aardbeien zijn het lekkerst in het eigen seizoen: de zomer en het voorjaar. Toch zijn ze bijna het hele jaar lang verkrijgbaar, dankzij de serre- of kasteelt. Elke kg kastomaten of kg kasaardbeien die je links laat liggen, brengt ongeveer 10 m² besparing op.

(28)

D. KEUKEN

In de keuken wordt er heel wat energie gebruikt voor het bewaren, klaarmaken en opwarmen van voedsel. Daarom stellen we voor een aantal gewoontes rond koken en bewaren even onder de loep te nemen. Het gaat meestal om kleine aanpassingen die elk op zich een beperkte inpakt lijken te hebben op het energiegebruik. Toch is het belangrijk er aandacht aan te besteden omdat het gaat om dagelijks gebruik.

Vooral verwarmen en koken met elektriciteit slorpt veel energie op. De elektrische stroom is immers het resultaat van warmte die opgewekt wordt in een centrale, getransporteerd wordt via het elektriciteitsnet en vervolgens terug omgezet wordt in warmte via een huishoudelijk toestel. Elk van die stappen betekent een verlies omwille van het beperkt rendement. Op die manier gaat zo’n 75% van de energie verloren. Koken op aardgas is een stuk energie- zuiniger en milieuvriendelijker, maar ook daarbij valt heel wat energie te besparen met een even lekker resultaat!

TIP 18: Koken met een deksel op de pan

Koken zonder deksel verbruikt driemaal meer energie dan met deksel. Steeds koken met deksel komt neer op een besparing van:

Koken op:

bespaarde m²ev / kookbeurt

aantal kookbeurten /

week mét ipv zonder deksel

aantal weken

toegepast BESPARING

elektriciteit :

grijze stroom 0,9 elektriciteit :

groene stroom 0,04

Gas 0,4

TIP 19: Snel en zuinig koken met de snelkookpan

Koken met de snelkookpan vergt maar 30% van de energie die je nodig hebt voor een gewone pan.

Koken op:

bespaarde m²ev / kookbeurt

aantal kookbeurten / week mét ipv

zonder snelkookpan

aantal weken toegepast

BESPARING

elektriciteit :

grijze stroom 1,0 elektriciteit :

groene stroom 0,04

gas 0,4

(29)

TIP 20: koelen en vriezen

Het energieverbruik van de koelkast (en diepvriezer) is vooral afhankelijk van het type en de leeftijd. Een gemiddelde koelkast met diepvriesvak verbruikt tot 900 kWh per jaar terwijl je net zo goed kan koelen en vriezen met een koelkast die slechts 325 kWh verbruikt.

Belangrijk is ook dat oude koelkasten CFK’s bevatten die schadelijk zijn voor de ozonlaag.

Het laagje ijs van het koelelement verwijderen zodra het 2 mm dik is levert een besparing op van 10% koelenergie. Ongeveer dezelfde besparing kan behaald worden door de afsluitstrip te vervangen wanneer de koelkast of diepvries niet meer goed sluit . Deze tips kan je maar meetellen indien je anders wél een ijslaagje laat / anders wél een versleten afsluitstrip laat.

Stroom

bespaarde m²ev / week

aantal weken

toegepast subtotaal per actie géén ijslaagje

ipv wél

grijs 3,3

groen 0,13

afsluitstrip nieuw ipv

versleten

grijs 2,8

groen 0,11

BESPARING = TOTAAL :

D. TIPS KEUKEN overzicht besparingen

besparing per tip:

Tip 18 : Tip 19 : Tip 20 :

TOTAAL: = ……… m² ev

(30)

E. ELEKTRICITEIT (andere toepassingen)

Elektriciteit lijkt wel een schone energie als je de stekker in het stopcontact steekt. Voor

‘groene stroom’ is dat inderdaad grotendeels zo (zie tip 21), maar het leeuwenaandeel van ons stroomverbruik is ‘grijze stroom’. De productie daarvan is allesbehalve efficiënt. 55 tot 60% van de energie gaat verloren in de vorm van warmte. Ongeveer 40% wordt opgewekt met fossiele brandstoffen. Veel olie komt uit het Zuiden, en zorgt daar voor heel wat milieuschade, denk maar aan Nigeria of Ecuador. Aardgas als primaire energie is minder vervuilend, maar ook niet ‘schoon’. Bovendien zorgen soms belangrijke lekken en verliezen bij het aardgastransport ook voor een belangrijk broeikaseffect. Bijna 60% van de stroom komt uit kerncentrales, met alle risico’s van dien. Redenen genoeg dus om zuinig om te gaan met elektriciteit.

De volgende tips gaan uit van gemiddelde verbruiken in een gemiddeld gezin. Besparingen worden gegeven zowel voor grijze als voor groene stroom.

TIP 21: Groene Stroom !

Het is nu ook mogelijk ‘groene’ stroom te verbruiken. De voetafdruk daarvan is natuurlijk véél kleiner, maar dat betekent geen vrijgeleide voor grenzeloos stroomverbruik. Immers, de hoeveelheid opwekbare groene stroom is ook beperkt …

Niettemin loont het zéér de moeite van over te schakelen naar groene stroom. Een gemiddeld gezin bespaart daarmee makkelijk 6.000 tot 12.000 m² voetafdruk per jaar!

Wil je deze tip toepassen, dan mag je meteen de volgende besparing optekenen:

Zoek je laatste jaarafrekening voor elektriciteitsverbruik naar je jaarverbruik in kWh (kiloWattuuur) en vul dat cijfer in in de formule:

Opgelet, als je deze tip inderdaad uitvoerde, dan moet je bij de volgende en vorige tips rond elektriciteit telkens de formule met de waarde voor ‘groene stroom’ rekenen! (Je besparingen per tip zullen dan een stuk kleiner zijn, maar – zoals gezegd – nog steeds zéér de moeite waard, vermits groene stroom niet eindeloos beschikbaar is, en evenmin gratis is …)

Jaarverbruik elektriciteit voetafdruk / kWh BESPARING

…. KWh 1,8 m² ev / kWh

TIP 22: Het licht uit!

Lichten doven als je een ruimte niet gebruikt. Het is een simpele handeling die bij consequente toepassing goed is voor een behoorlijke besparing. Ook tl-lichten kun je doven als je de kamer langer dan 5 minuten verlaat. De opstartenergie is bij recente tl-lichten verwaarloosbaar.

Stroom

bespaarde m²ev / week

aantal weken

toegepast BESPARING

Grijs 1,5

Groen 0,06

(31)

TIP 23: Zwakkere lampen indraaien.

Ga na hoeveel Watt alle lampen in huis samen tellen en of het ook met minder kan. Vooral in plaatsen waar je niet zo vaak komt (toilet, bergruimte,…) zijn sterke lampen vaak overbodig.

Een lamp van 80 Watt die 2 uur/dag brandt vervangen door 40 Watt levert volgende besparing op:

Stroom

bespaarde m²ev / week

aantal lampen vervangen

aantal weken toegepast

BESPARING

Grijs 1,1

Groen 0,04

Een gemiddelde gezin verbruikt 500 tot 750 kWh per jaar voor verlichting. Je kan je verbruik zonder comfortverlies terugdringen tot minder dan 200 kWh.

TIP 24: Gewone lampen vervangen door spaarlampen

Vervang enkele gloeilampen of halogeenlampen door energiezuinige lampen. (Wist je trouwens dat halogeenlampen bijna evenveel verbruiken als gewone gloeilampen?) De vuistregel is dat een gloeilamp die gemiddeld een half uur per dag brandt, best kan vervangen worden door een spaarlamp. Gloeilampen hebben een rendement van 5 tot maximum 10%.

Een lamp van 60 watt die twee uur/ dag brandt vervangen door een spaarlamp van 11watt, houdt volgende besparing in:

Stroom

bespaarde m²ev / week

aantal lampen vervangen

aantal weken

toegepast BESPARING

Grijs 1,3

Groen 0,05

LED-verlichting levert nog een grotere besparing op. Led-verlichting is duurder in aankoop, maar gaat 50 keer langer mee dan een gloeilamp of 5,5 keer langer dan een spaarlamp.

(32)

TIP 25: Stand-by lampjes doven

Trek de stekker uit het stopcontact van apparaten met een stand-by lichtje. Stand-by lichtjes van TV, video, magnetron, computer, telefoon, verbruiken meer stroom dan je denkt.

Toestel Stand-by verbruik/jaar

Televisie 70 kWh

Stereotoren 96 kWh

PC 70 kWh

microgolfoven 22 kWh

DVD-speler 70 kWh

Elektrische tandenborstel 10 kWh

digicorder 30 kWh

opladers 25 kWh

CD-speler 20 kWh

Radiowekker 35 kWh

De stekker uittrekken / stand-by afzetten bij niet gebruik, levert volgende besparing op:

Stroom

bespaarde m²ev / week

aantal weken toegepast

subtotaal per apparaat

TV

Grijs 3,9

Groen 0,2

VIDEO

Grijs 4,4

Groen 0,2

PC

Grijs 1,7

Groen 0,07

BESPARING = TOTAAL :

Het totale sluimerverbruik van een gemiddeld gezin is 500kWh of 1319 m² per jaar! Dat wil zeggen dat tot 10% van je factuur weggegooid geld is.

(33)

TIP 26: Wassen met een volle trommel op een lagere temperatuur

Een wasmachine gebruikt (drink)water en elektriciteit. Het grootste deel van het energieverbruik gaat naar de verwarming van het water. Een belangrijke besparing bereik je dus door op een lagere temperatuur te wassen. De huidige waspoeders halen ook goede resultaten bij lagere temperaturen.

wastemperatuur verbruik in kWh per wasbeurt

90° 2,24

60° 1,11

30° 0,42

Daarnaast bespaar je natuurlijk ook door volle ipv halfvolle machines te wassen.

Een volle machine op lagere temperatuur wassen bespaart:

De wasmachine is verantwoordelijk voor zo’n 10% van het elektriciteitsverbruik.

Stroom

bespaarde m²ev / machine

aantal machines /

week

aantal weken toegepast

subtotaal per wastemperatuur

60° ipv 90°

grijs 2,2

groen 0,1

40° ipv 60°

grijs 0,9

groen 0,05

BESPARING = TOTAAL :

Tip 27: Zuinig drogen.

Drogen zonder droogkast bespaart – je raadde het al - heel veel energie…Een droogkast is goed voor 12% van het elektriciteitsverbruik van een gezin.

Stroom

bespaarde m²ev / trommel

aantal trommels / week

aantal weken toegepast

BESPARING

grijs 3,5

groen 0,15

(34)

E. TIPS ELEKTRISCHE APPARATEN overzicht besparingen

besparing per tip:

Tip 21 :

Tip 22 : Tip 23 : Tip 24 : Tip 25 : Tip 26 : Tip 27 :

TOTAAL: = ……… m² ev

(35)

F. AFVAL

De productie van papier belast het milieu en tast de natuurlijke rijkdom van de aarde door de massale ontginning van bossen. In Scandinavië, Canada, Rusland, Indonesië, Brazilië en Chili worden oerbossen gekapt en vervangen door productiebossen met onherstelbare schade aan het ecosysteem tot gevolg. Bovenop het probleem van de houtkap is er ook het milieubelastende productieproces van papier. Het kost energie en water, vervuilt het water en de lucht en veroorzaakt afval. Door minder papier te gebruiken, neemt ook die milieuschade af.

Bezuinigen op de hoeveelheid papier die je gebruikt, kan op vele manieren. Je kunt:

 papier aan beide zijden beschrijven

 alle papier dat aan één kant beschreven is, een tweede leven gunnen.

 dubbelzijdig kopiëren

 de teksten die je typt op een pc, verkleinen.

 dubbelzijdig printen.

 ‘kladprintpapier’ gebruiken voor het afprinten van een nog niet definitieve versie van een tekst

 enveloppen hergebruiken

 minder overbodig (?) drukwerk in huis halen of delen met buren (reclamedrukwerk, tijdschriften, …)

TIP 28: Spring zuinig om met papier

Voor elke kg papier die je minder in huis haalt bespaar je zowel energie als oppervlakte bos- exploitatie.

Het energieverbruik bij papier is niet enkel voor de productie van papier zelf, maar ook voor het drukken van papier; ongelezen reclamedrukwerk heeft zo een ‘dubbele’ voetafdruk … De tips hieronder zijn uitgedrukt in kg papier … Niet zo makkelijk om een kg papier te besparen? De grote besparingen zitten wellicht in verminderen van de hoeveelheid reclamedrukwerk en kranten / tijdschriften, maar op jaarvlak maakt zuinig printen en kopiëren ook een gevoelig verschil.

Papiersoort

bespaarde m²ev / kg

aantal kg minder

aantal weken toegepast

subtotaal per papiersoort

nieuw papier

onbedrukt

30,5 bedrukt

18,4

gerecycleerd papier

onbedrukt 18,1 bedrukt

6,0 BESPARING = TOTAAL :

(36)

TIP 29: Kies voor kringlooppapier in plaats van nieuw papier

Kringlooppapier wordt niet gemaakt van hout maar van oud papier. Er is dus geen houtkap nodig (of toch véél minder; papier kan ook niet eindeloos gerecycleerd worden …) en er moet ook geen pulp meer worden aangemaakt: twee erg milieubelastende stappen in het productieproces van papier worden meteen al overgeslagen. Het ontinkten van papier voor het maken van hoogwaardig kringlooppapier is een proces dat relatief weinig milieubelastend is (tenminste, als het niet chloorgebleekt is !). Bovendien is niet alle kringlooppapier ontinkt:

dit grijze kringlooppapier verdient vanuit milieuoogpunt de voorkeur. Kleine hoeveelheden kringlooppapier vind je o.a. in de Wereldwinkel.

bespaarde m²ev / kg

aantal kg gerecycleerd ipv nieuw

aantal weken toegepast

BESPARING 12,4

TIP 30: Plak een sticker tegen ongeadresseerd reclamedrukwerk op je brievenbus Ongewenste reclame kan eenvoudig door op je brievenbus een antireclamesticker te kleven.

De postbode ziet in 1 oogopslag dat je geen ongeadresseerde reclamedrukwerk wenst en slaat jouw brievenbus over.

Met de Ja/Nee-sticker ontvang je geen ongeadresseerde reclamedrukwerk, maar nog wel het regionale nieuws zoals de Streekkrant.

Wil je ook geen regionale pers ontvangen, dan kan je dit laten weten met de Nee/Nee- sticker.

De beide stickers zijn te verkrijgen op de gemeentelijke milieudienst.

Van geadresseerd reclamedrukwerk raak je af door je naam te laten schrappen van de verzendlijsten door je adres op de Robinsonlijst te laten opnemen via het gratis nummer 0800/91886.

bespaarde m²ev / week

aantal weken mét ipv zonder sticker

BESPARING 13,4

De bespaarde m² is berekend per persoon. Vul je de EV in als groep en heeft elk lid uit de groep een sticker gekleefd (= verschillende adressen) dan mag de besparing vermenigvuldigd worden met het aantal personen.

(37)

TIP 31: Deel de krant

Elke dag de krant lezen komt neer op een aanzienlijk verbruik van bedrukt papier. Wie de krant niet wil missen, kan op zoek gaan naar een krantenpartner: iemand waarmee je de krant deelt. Misschien heeft een collega, een treingezel of een buur interesse? Meteen de voetafdruk én een gespreksonderwerp gedeeld !

bespaarde m²ev / week

aantal weken krant gedeeld ipv privé

BESPARING 32

TIP 32: Beter wasbare luiers dan wegwerpluiers

Wegwerpluiers bestaan voornamelijk uit papierpulp en synthetische superabsorbers. Verder komt er ook nog wat kunststof aan te pas om de luier lekvrij te maken en makkelijk draagbaar. Een kind heeft gemiddeld 4000 wegwerpluiers nodig tot hij/zij zindelijk is.

Daarvoor zijn ongeveer 9 bomen nodig. De milieubelasting van wasbare luiers heeft vooral te maken met het wassen, waarvoor energie en water gebruikt worden. Gebruik je wasbare luiers in plaats van wegwerpluiers, dan levert dat per week volgende besparing op:

bespaarde m²ev /week

aantal baby’s met wasbare ipv wegwerp-luiers

aantal weken toegepast

BESPARING 74

TIP 33: Verminder je restafval!

Elke Vlaming zet gemiddeld 2,2 kg restafval per week aan de deur. Restafval verminderen kan door in de eerste plaats afval te voorkomen, bijvoorbeeld door het vermijden van - of verminderen van de hoeveelheid - verpakkingsmaterialen. Op de tweede plaats is het belangrijk nauwgezet selectief in te zamelen. Kies dus voor producten die niet of zo beperkt mogelijk verpakt zijn.

Elke bespaarde kg restafval komt neer op:

bespaarde m²ev / kg

aantal kg minder restafval / week

aantal weken toegepast

BESPARING 3,0

TIP 34: Zeg het zonder (winter) bloemetje

De bloementeelt is een bijzonder milieubelastende aangelegenheid. Aan de serreteelt komt heel wat energie te pas en om de bloemen gaaf te houden, worden bestrijdingsmiddelen gebruikt. Laat de bloemetjes dus zeker in het hartje van de winter links liggen. Leuke en verantwoorde cadeautjes kun je bijvoorbeeld ook in de Wereldwinkel vinden.

Seizoen

bespaarde m²ev / ruiker

aantal ruikers minder / week

aantal weken Toegepast

BESPARING

Winter 40

Zomer

15

(38)

F. TIPS AFVAL overzicht besparingen

besparing per tip:

Tip 28 : Tip 29 : Tip 30 : Tip 31 : Tip 32 : Tip 33 : Tip 34 :

TOTAAL: = ……… m² ev

(39)

G. MOBILITEIT

Mobiliteit, of het ontbreken ervan, wordt steeds belangrijker in onze samenleving. Het is dan ook niet te verwonderen dat de impact van het verkeer op het milieu jaar na jaar toeneemt.

Het lijstje problemen dat gepaard gaat met die stijging is indrukwekkend. Het gaat daarbij om veiligheid, gebruik van brandstoffen, uitstoot van schadelijke stoffen, geluidshinder, files enzovoort.

Gelukkig zijn er heel wat manieren waarop we ons op een milieuvriendelijkere manier kunnen verplaatsen. Het gaat zowel over de keuze van het transportmiddel als over de manier waarop we het middel gebruiken.

De volgende tips geven besparingen per kilometer; die besparingen lijken erg klein, maar de kilometerteller / /voetafdrukteller kan snel oplopen …

TIP 35: Voor verplaatsingen van minder dan 5 km laat je de auto staan.

Korte verplaatsingen wegen zwaar door in het verkeer. Meer dan de helft van de verplaatsingen gaat niet verder dan 5 km en ruim een vijfde ervan blijft binnen een afstand van één kilometer. Korte ritjes vervuilen veel meer omdat de motor en de katalysator dan nog koud zijn waardoor de verbranding niet optimaal verloopt en je auto ook een stuk meer verbruikt.

Toch is de auto laten staan niet altijd gemakkelijk. Een hulpmiddel om dit mentale knopje om te draaien is bedenken dat je de auto voor dergelijke kleine afstanden toch vooral als paraplu of winkelkar gebruikt. Als je er bij stilstaat dat een brood halen met de auto, eigenlijk twee broden kost (de prijs van het brood en de prijs van de brandstof en de gebruikskosten van de auto), dan lukt het gemakkelijker.

Sluit met jezelf een deal: elke keer dat je voor een korte verplaatsing de auto laat staan en te voet gaat of de fiets pakt, steek je 1 € in een spaarpot. De gespaarde centen krijgen achteraf een door jezelf te bepalen zinvolle besteding en je conditie is er ondertussen gegarandeerd op vooruitgegaan.

Per km bekeken, uitgaande van gemiddelde verbruiken, betekent dit:

Brandstof bespaarde m²ev / km

aantal km minder / week

aantal weken toegepast

BESPARING benzine

1,4 diesel

1,2

LPG 1,1

(40)

TIP 36: Voor langere afstanden : met het openbaar vervoer ipv de auto?

Dat België met een gebrekkig openbaar vervoer is uitgerust, wordt het vaakst beweerd door mensen die er zelden of nooit gebruik van maken. Met het openbaar vervoer raak je verder dan je denkt, maar je moet er wel goed voorbereid aan beginnen. Gebruik maken van het openbaar vervoer betekent altijd: plannen. In tegenstelling tot je auto wacht de trein of de bus niet op jou om de reis aan te vatten (maar je staat wellicht minder stil onderweg, en een

‘parkeerplaats’ is ook gegarandeerd! De TTB (trein / tram / bus)…is altijd een beetje reizen!) Brandstof bespaarde

m²ev / km

aantal km / week met TTB ipv auto

aantal weken toegepast

subtotaal per vervoermiddel

trein ipv auto op :

benzine

0,9 diesel

0,75

LPG 0,65

bus ipv auto op :

benzine

0,65 diesel

0,50

LPG 0,40

BESPARING = TOTAAL :

TIP 37: Carpool ipv eenzaam en alleen in de auto …

Carpooling betekent met verschillende mensen samen in één auto naar het werk / naar school rijden. Carpoolen is niet alleen een pak zuiniger dan alleen rijden. Er zijn ook vele andere voordelen aan verbonden: als het openbaar vervoer geen efficiënt alternatief is, bespaar je tijd. Je auto kan overdag voor andere doeleinden gebruikt worden (en dus heb je er geen tweede nodig) en carpoolen belast het milieu & je portefeuille een pak minder dan alleen rijden. Besparing in voetafdruk? Voor elke (ex-)chauffeur:

Brandstof bespaarde m²ev / km

aantal km /week carpool ipv alleen

aantal weken toegepast

BESPARING Benzine

0,56 Diesel

0,50

LPG 0,43

TIP 38: 100 in plaats van 120 km/uur rijden op de autosnelweg

(41)

Op de autosnelweg 100 i.p.v. 120 km/uur rijden bespaart 20% energieverbruik.

Rustig rijden heeft ook een gunstige invloed op de uitstoot van schadelijke stoffen. Bij 90 km/uur in plaats van 120 geeft dat 40% minder NOx en 30% minder CO2. De meest brandstofefficiënte snelheid ligt tussen 70 en 90 km per uur, afhankelijk van het type auto.

Snel rijden kost dus meer brandstof, levert een grotere milieubelasting op en is bovendien een stuk minder veilig. Het energieverbruik van een auto is voor een groot deel ook afhankelijk van zijn bestuurder.

Brandstof bespaarde m²ev / km

aantal km /week aan 100 ipv 120

aantal weken toegepast

BESPARING benzine

0,14 diesel

0,12

LPG 0,11

TIP 39: Rustig rijden

Een ‘sportieve’ rijstijl (snel rijden, snel optrekken en plots afremmen) betekent 20 tot 30%

meer brandstofverbruik.

Hanteer eerder een anticiperende rijstijl en speel tijdig in op veranderende verkeerssituaties.

Je zal zelden te laat komen en hebt meteen flink op uitstoot en uitgaven bespaart.

Brandstof bespaarde m²ev / km

aantal km / week rustig ipv

‘sportief’

aantal weken toegepast

BESPARING

benzine 0,18

diesel

0,15

LPG 0,13

TIP 40: rijden zonder airconditioning

Het gebruik van airconditioning doet het benzineverbruik met 5 tot 15% toenemen. De airconditioning uitlaten bespaart:

Brandstof bespaarde m²ev / km

aantal km /week zonder ipv mét

airco

aantal weken toegepast

BESPARING

benzine

0,07 diesel

0,06

LPG 0,05

(42)

TIP 41: Een keer om de twee jaar vervang ik mijn verre vakantie per vliegtuig door een dichtere bestemming die met de trein of auto bereikbaar is

Bespaarde m²ev/vakantie Aantal vakanties/jaar BESPARING 2100

G. TIPS MOBILTEIT overzicht besparingen

besparing per tip:

Tip 35 : Tip 36 : Tip 37 : Tip 38 : Tip 39 : Tip 40 : Tip 41:

TOTAAL: = ……… m² ev

(43)

TOTAAL van BESPARINGEN

categorie besparing per categorie:

A. Verwarming B. Warm Water

C. Voeding

D. Keuken

E. Elektriciteit

F. Afval

G. Mobiliteit

TOTAAL: = ………….. m² ev

(44)

Referentiewerken

Voetzoekers junior, WWF, 2010

Bereken je ecologische voetafdruk, WWF, 2007

Handleiding Ecologische voetafdruk , WWF, Ecolife, Provincie Antwerpen, met de steun van de Vlaamse Overheid.

Actiebrochure verklein je ecologische voetafdruk, Ecolife, 2005

De ecologische voetafdruk pedagogisch dossier secundair niveau, Leefmilieu Brussel, Brussels Instituut voor Milieubeheer, 2007

www.ikgeeflevenaanmijnplaneet.be www.donderdagveggiedag.be

Alle cijfergegevens die in deze teksten gebruikt werden, zijn deze van het jaar 2012 zoals ze ter beschikking werden gesteld.

(45)

Referenties

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Sein Tipp: Alle Bewerbungen, auch solche, die später per Mail oder Internet verschickt werden, sollte man erst, ganz

Op basis van de eerste twee fasen van het onderzoek zijn vijftien hypotheses opge- steld over registratie-effecten in relatie tot de geregistreerde jeugdcriminaliteit, zoals deze

Rooilijn wordt mede mogelijk gemaakt door de Universiteit van Amsterdam, afdeling GPIO en door de Hogeschool van Amsterdam, onderzoeksprogramma’s Urban Technology en

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Isometrisch papier kun je gebruiken om ruimtelijke figuren in het plat te tekenen. » Ga na hoe

Door het aanleggen van groene daken en groene gevels wordt een ecosysteem gecreëerd waar planten en dieren kunnen leven.. (De groene daken en gevels kunnen ook door dieren

Fossiele brandstoffen die worden gebruikt voor transport of als grondstof, zijn ontstaan uit de resten van planten en dieren die miljoenen jaren geleden op aarde hebben geleefd..

In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan het formuleren van indicatoren voor het milieubeleid vanuit het oogpunt van mondiale duurzaamheid, milieudruk in het buitenland