• No results found

Technische bepalingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Technische bepalingen"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Technische bepalingen

I. VOORWERP VAN DE OPDRACHT

De opdracht omvat het groen- en netheidsonderhoud op Welzijnscampus Portavida en de directe omgeving, Weg naar As, Genk. Zie plan in bijlage.

Daarnaast zijn er nog enkele kleinere locaties. Tijdens de contractperiode zullen er locaties geschrapt of toegevoegd worden. Zo kunnen de wijkcentra wegvallen, werd er een verkoop opgestart voor gebouw campus Schaapsdries en bljven er de komende jaren een aantal werken in uitvoering op campus Portavida (weliswaar met een minimale impact op het groenonderhoud). De werkzaamheden in min zullen maximaal 10% zijn van de totaalopgave en worden aldus verrekend.

Momenteel moet er groenonderhoud uitgevoerd worden op volgende locaties (werken gebeuren in regie)

- 2 dienstencentra van OCMW-Genk, nl. De Hazelaar (Rustlaan) en Steymer (A. Dumontlaan) - 2 wijkcentra OCMW, nl. Centrum (Hoogstraat) en Noord (Onderwijslaan)

- Campus Schaapsdries OCMW (Schaapsdries) - asielwoningen

Het bestek is een gemengd bestek met zowel kwaliteitsgestuurde als frequentiegestuurde posten:

- Kwaliteitsgestuurd: op basis van een omschreven minimale beeldkwaliteit - Frequentiegestuurd: op basis van een opgegeven aantal onderhoudsbeurten.

Kwaliteitsgestuurde taken in dit bestek:

K1- Maaien van grasperken

K2- Onkruidbeheersing in sierplantsoenen K3- Onkruidbeheersing op verhardingen

K4- Ruimen van zwerfvuil en hondenpoep, ledigen van vuilbakken K5- Verwijderen van bladval

Frequentiegestuurde taken in dit bestek:

F1- Extensief maaien

F2- Bemesten van grasperken F3- Afranden van graskanten F4- Bemesten van sierplantsoenen

F5- Snoeien van sierheesters en siergrassen F6- Scheren van heestermassieven

F7- Snoeien van bodembedekkers F8- Scheren van hagen

F9- Regieuren geschoolde arbeider F10- Regieuren ongeschoolde arbeider II. ALGEMENE TECHNISCHE BEPALINGEN

- De bepalingen van het standaardbestek 250 versie 4.1 zijn van toepassing. Bijkomende bepalingen worden hierna verder toegelicht.

- Tijdens de onderhoudsperiode zal de aannemer de leidende ambtenaar wekelijks op de hoogte brengen van de planning der werken. Indien de planning in de loop van de week niet kan gerespecteerd worden zoals voorzien, brengt hij de leidende ambtenaar hiervan onmiddellijk op de hoogte. Onvoorziene afwezigheden worden eveneens gemeld.

- De aannemer brengt de leidende ambtenaar schriftelijk en vòòr het verstrijken van de uitvoeringstermijn (bij frequentiegestuurde posten) op de hoogte indien deze termijn niet kan gerespecteerd worden. Hij doet dit met de nodige motivatie.

(2)

- Het verzamelde groenafval, stenen, afval en slingervuil is eigendom van de aannemer en wordt door hem afgevoerd buiten het openbaar domein van de stad Genk. De verwerking gebeurt op een erkende, milieuvriendelijke wijze. Afvoer en verwerking zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen.

- Het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen is ten allen tijde verboden.

- De aannemer is aansprakelijk voor alle schade veroorzaakt aan de opdrachtgever of derden en aan hun eigendommen. Hij stelt de opdrachtgever in kennis van de schadegevallen, en zorgt voor een correcte en klantvriendelijke afhandeling.

- De gebruikte machines en werktuigen zijn aangepast aan de locatie en beschikbare ruimte.

- De opdrachtgever heeft het recht inboetwerken te verrichten op de beplantingsvakken indien hij dit nodig acht.

- De aannemer dient zich te houden aan de deontologische code van stad Genk en OCMW Genk, die ondermeer inhoudt: respect in de omgang met collega’s en bewoners, een klantvriendelijke ingesteldheid, het gebruik van de Nederlandse taal op de werkvloer, het niet-besmeuren van de goede reputatie van de opdrachtgever in contacten met derden, enz. De volledige versie van de deontologische code kan bij het stadsbestuur opgevraagd worden.

- De locatie is terug te vinden op de plannen in bijlage. De oppervlakten in de meetstaat zijn berekend a.h.v. een GIS-systeem, waarin alle perken werden ingegeven.

III. EISEN M.B.T. VEILIGHEID EN HYGIENE OP DE WERKPLEK

De aannemer zal alle mogelijke maatregelen nemen om de veiligheid van het personeel en van derden te verzekeren tijdens de uitvoering van de onderhoudswerken. Dit omvat o.m. : Kledij voor het personeel

- Signalisatiekledij conform de wettelijke normen, veiligheidsschoeisel met stalen tip en stalen zool, handschoenen.

- Bij de niet-chemische onkruidbestrijding op verhardingen wordt gepaste kledij gebruikt afhankelijk van de gebruikte techniek.

- Bij het gebruik van motoraangedreven gereedschappen zijn volgende beschermingsmiddelen verplicht/aangeraden :

- Zitmaaier : oorbescherming verplicht/aangeraden i.f.v. het geluidsniveau en de geldende wettelijke bepalingen.

- Grasmaaier : idem.

- Werktuigdrager: idem, i.f.v. gebruikte techniek voor onkruidbestrijding - Onkruidbrander: brandwerende kledij, veiligheidsbril

- Bosmaaier : helm, gelaats- en oorbescherming verplicht.

- Haagschaar : oorbescherming verplicht.

- Frees: oorbescherming verplicht.

Gereedschappen en vervoermiddelen

- Alle motoraangedreven gereedschappen dragen een CE-label en beantwoorden aan de geldende veiligheidsnormen.

- Alle machines voor de niet-chemische onkruidbestrijding op verhardingen dragen een CE- label en beantwoorden aan de geldende veiligheidsnormen.

- De gereedschappen zijn in degelijke staat van onderhoud.

- Transportmiddelen, zitmaaiers, werktuigdragers, minitractor, enz. zijn in

overeenstemming met het verkeersreglement, en zijn voorzien van min. 1 zwaailicht.

- Brandstoffen worden op een veilige manier opgeslagen en gebruikt. Opslag van brandstof gebeurt in gemerkte en geschikte jerrycans.

Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen

- Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is niet toegelaten.

Opleiding

(3)

- De aannemer dient zijn personeel de nodige instructies te bezorgen m.b.t. de uitvoering van de onderhoudswerken en het gebruik van het materieel. Hij dient na te gaan of de instructies goed begrepen zijn en gerespecteerd worden.

Eerste hulp bij ongevallen

- Min. 1 personeelslid dient kennis te hebben van EHBO.

- De beschikbaarheid van een goed uitgeruste EHBO-koffer op de werkplek is verplicht.

Algemeen

- De aannemer voorziet de nodige signalisatie op de werkplek indien de omstandigheden dit vereisen.

- De normale verkeersafwikkeling wordt niet gehinderd tijdens en door de werkzaamheden.

Hygiëne

- Het personeel heeft de mogelijkheid zich te verfrissen (min. handen wassen vòòr een maaltijd).

- De werknemers beschikken over de mogelijkheid om hun maaltijden in goede omstandigheden te nuttigen.

De opdrachtgever behoudt zich het recht de werken stil te leggen als de aannemer zich niet houdt aan de algemene veiligheidseisen van ARAB en CODEX of aan hoger beschreven eisen.

IV. KWALITEITSGESTUURD BEHEER VOLGENS BEELDKWALITEIT IV.1 Algemene principes

IV.1.1 Kwaliteitsgestuurd beheer

Bij kwaliteitsgestuurd beheer wordt de opdracht niet zozeer omschreven op basis van te gebruiken technieken, de frequentie van de onderhoudsbeurten of de kwaliteit na uitvoering, maar wordt de opdracht omschreven op basis van te behalen resultaten (beeldkwaliteit) gedurende een bepaalde periode.

Bij kwaliteitsgestuurd beheer beschrijft het bestek de minimumkwaliteit die gedurende de opdracht-periode moet behaald worden. Het kwaliteitsniveau mag nooit lager zijn dan deze minimumkwaliteit.

De opdrachtnemer verbindt er zich toe om, zonder verrekening van bijkomende kosten, het vereiste kwaliteitsniveau te handhaven op de locaties en gedurende de periode zoals beschreven in de inventaris.

Kwaliteitsgestuurd beheer wordt bijgevolg niet prestatiegericht, maar resultaatgericht beschreven.

De opdrachtnemer weet vooraf welke kwaliteit hij moet leveren. De keuze van beheermethodes, de planning, de frequentie, maar ook het toezicht op de uitvoerders en de bijsturing op terrein vallen volledig ten laste van de opdrachtnemer en hij kan ze naar eigen inzicht uitvoeren, binnen de gestelde bestekvoorwaarden.

De opdrachtgever zal de kwaliteit maandelijks scoren en de scores op het einde van de maand terugkoppelen met de opdrachtnemer. De opdrachtnemer wordt vergoed op basis van de behaalde scores.

Het toezicht door de opdrachtgever gebeurt volgens een duidelijk omschreven en vooraf vastgelegde meetmethode. De meet-methodiek wordt verder in dit hoofdstuk besproken.

IV.1.2. Beeldmeetlatten

Om de opdracht bij kwaliteitsgestuurd beheer eenduidig te beschrijven, wordt gebruik gemaakt van

(4)

beeldmeetlatten. Elke beeldmeetlat beschrijft een kwaliteitscriterium dat van toepassing is.

Voorbeeld opbouw van een beeldmeetlat voor de onkruidbeheersing in beplanting:

Groen-beplanting-onkruid

A+ A B C D

Er is geen onkruid. Er is weinig onkruid.

Er is in beperkte mate onkruid.

Er is redelijk veel onkruid.

Er is veel onkruid.

bedekking 0 % per 100 m² bedekking door resten

0 % per 100 m² maximale hoogte

0 cm

zodevorming nee

bedekking

≤ 20 % per 100 m² bedekking door resten

≤ 10 % per 100 m² maximale hoogte

≤ 10 cm zodevorming

nee

bedekking

≤ 40 % per 100 m² bedekking door resten

≤ 25 % per 100 m² maximale hoogte

≤ 30 cm zodevorming

nee

bedekking

> 40 % per 100 m² bedekking door resten

> 25 % per 100 m² maximale hoogte

≤ 50 cm zodevorming

nee

bedekking

> 40 % per 100 m² bedekking door resten

> 25 % per 100 m² maximale hoogte

> 50 cm zodevorming

ja

Een beeldmeetlat bestaat uit volgende onderdelen:

Titel

De titel geeft aan op welk object de beeldmeetlat van toepassing is, en welk kwaliteitscriterium wordt beschreven.

Voorbeeld: Het (groen)object is beplanting, het kwaliteitscriterium is onkruid in die beplanting.

Kwaliteitsniveau

Er zijn 5 kwaliteitsniveau’s:

1. A+ : Zeer hoog 2. A : Hoog 3. B : Basis 4. C : Laag 5. D : Zeer laag

Per locatie, per object en per kwaliteitscriterium wordt het vereiste kwaliteitsniveau bepaald. De vereiste kwaliteitsniveaus worden vastgelegd in de inventaris.

Voorbeeld: Op locatie x wordt voor onkruid in beplanting bijvoorbeeld minimum kwaliteitsniveau B (basis) geëist.

Foto

In elke beeldmeetlat illustreert een foto wat bedoeld wordt met een bepaald kwaliteitsniveau. De foto’s hebben een indicatief karakter.

(5)

Voorbeeld: Bij beeldkwaliteit C (laag) is zichtbaar meer onkruid aanwezig dan bij beeldkwaliteit A (hoog).

Beschrijving

De beschrijving geeft kort en bondig de onderhoudstoestand weer.

Voorbeeld: Bij beeldkwaliteit A (hoog) is er ‘weinig onkruid aanwezig’. Bij beeldkwaliteit C (laag) is er ‘redelijk veel onkruid aanwezig’.

Resultaat-eisen

De resultaat-eisen geven een gedetailleerde omschrijving hoe een kwaliteitsniveau wordt gemeten en geëvalueerd. De resultaat-eisen zijn ondubbelzinnig en meetbaar. Per beeldmeetlat kunnen er meerdere resultaat-eisen beschreven zijn.

Voorbeeld: beeldkwaliteit B (basis):

- De bedekking van de bodem met onkruid is kleiner of gelijk aan 40% van de oppervlakte, gemeten op een proefoppervlak van 100 m².

- De bedekking van de bodem met resten (gehakt of gewied onkruid en/of afgestorven plantenresten) is kleiner of gelijk aan 25% van de oppervlakte, gemeten op een proefoppervlak van 100 m².

- De maximale hoogte van onkruid bedraagt 30 cm.

- Er mag geen zodevorming optreden.

Er is voldaan aan de vereiste beeldkwaliteit, als er voldaan is aan alle beschreven resultaat-eisen.

Wanneer op 1 onderdeel een lagere kwaliteit wordt gescoord – bijvoorbeeld C – wordt de volledige beeldkwaliteit als C gescoord.

Per locatie en per object kunnen meerdere beeldmeetlatten van toepassing zijn. De beeldmeetlatten die van toepassing zijn staan vermeld bij de beschrijving van de bestekposten (zie verder).

De beeldmeetlatten werden grotendeels overgenomen uit de kwaliteitscatalogus van het CROW, wel werden bij sommige meetlatten de beschrijving en de resultaat-eisen aangepast.

De te behalen kwaliteitseisen per beeldmeetlat zijn terug te vinden in IV.3.

IV.1.3. Meetmethode Meetvakken

Het te onderhouden gebied wordt ingedeeld in een aantal meetvakken volgens de logische-grens- methode. De opdrachtgever bepaalt de indeling van de meetvakken. De vakken dekken voor min.

90% het gebied waar (kwaliteitsgestuurd) beheer moet worden uitgevoerd.

Maandelijkse kwaliteitsmetingen

De opdrachtgever voert per betalingstermijn van een maand een representatieve kwaliteitsmeting uit. De kwaliteitsmeting gebeurt in verschillende meetvakken en kan in meerdere dagen plaats vinden. De kwaliteitsmetingen kunnen vrij gespreid worden over de volledige meetperiode van een maand.

Per meetperiode van een maand wordt ten minste 30% van het totaal aantal meetvakken gemeten.

Elke meetperiode worden de te meten meetvakken random bepaald door de opdrachtgever. Een deel van de vakken kan worden vastgelegd (toplocaties) en kan elke meetperiode gemeten worden.

Binnen elk van deze meetvakken worden de verschillende aanwezige objecten gemeten. Per object kunnen meerdere bestekposten van toepassing zijn, en per bestekpost kunnen meerdere

beeldmeetlatten van toepassing zijn.

Voorbeeld: In meetvak x zijn zowel grasperken als sierplantsoenen aanwezig (= de mogelijke

(6)

objecten). Grasperken moeten zowel gemaaid worden als geruimd van zwerfvuil (= de mogelijke bestekposten). Bij het maaien zijn zowel de grashoogte als de verdeling van de grassnippers van belang (= de mogelijke beeldmeetlatten).

Binnen het gekozen meetvak wordt de m² met de minste kwaliteit geselecteerd, waarvoor het kwaliteitsniveau wordt gescoord op basis van de beeldmeetlat. Deze score geldt als score voor het volledige meetvak voor de bewuste beeldmeetlat en bijhorende bestekpost.

Voorbeeld : In meetvak x wordt het onkruid in beplanting gescoord aan de hand van

beeldmeetlat Groen_beplanting_onkruid. Op de geselecteerde m² is de bedekkingsgraad door onkruid 10%. Er liggen geen plantenresten. Het onkruid is maximaal 5 cm hoog en er is geen zodenvorming. Deze m² scoort A en bijgevolg scoort het volledige meetvak A voor

Groen_beplanting_onkruid.

Indien daarentegen de ‘slechtste’ m² een bedekkingsgraad met onkruid 30% zou hebben, er 20% plantenresten tussen de beplanting liggen, het hoogste onkruid 50cm hoog staat en er geen zodenvorming is, dan scoort deze m² kwaliteitsniveau C en bijgevolg het volledige meetvak kwaliteitsniveau C.

Per meetperiode wordt het percentage afkeur bepaald van de gemeten bestekposten over alle meetvakken heen. Wanneer voor een bepaalde bestekpost meerdere beeldmeetlatten van toepassing zijn, worden alle scores in aanmerking genomen.

De kwaliteitsmeting is een steekproefgewijze keuring van de opdracht. Het resultaat wordt pas na afsluiten van de maand aan de opdrachtnemer bekend gemaakt met oog op eventuele verrekening.

De maandelijkse kwaliteitsmeting met oog op verrekening dienen bijgevolg niet om de

opdrachtnemer aan- of bij te sturen, al kunnen ze voor de opdrachtnemer nuttig zijn met oog op optimalisatie.

IV.1.4. Verrekenmethode

Maandelijks wordt per bestekpost 1/12 van het totale jaarbedrag aangerekend.

Wanneer het percentage afkeur dat niet voldoet aan het gestelde kwaliteitsniveau voor een bepaalde bestekpost groter is dan 10% van alle metingen, wordt overgegaan tot het opleggen van een korting op de maandelijkse aanrekening. De grootte van de korting wordt berekend per bestekpost.

Er worden geen kortingen toegepast op de eerste betalingstermijn bij begin van het contract.

De opdrachtgever deelt de korting mee aan de opdrachtnemer binnen de 5 werkdagen na het einde van de betalingstermijn (het einde van de maand). Indien dit niet gebeurt binnen de 5 werkdagen, zal de korting worden toegepast op de daarop volgende betalingstermijn.

Verrekenvoorbeeld:

Stel dat 30 meetvakken worden gemeten.

Stel dat de bestekpost onkruid in beplanting met bijhorende beeldmeetlat ‘Groen-beplanting- onkruid’ in 20 van de 30 meetvakken voorkomt.

In 10 meetvakken is het vereiste kwaliteitsniveau A en in 10 meetvakken is het vereiste kwaliteitsniveau B.

Er wordt 4 x A en 16 x B waargenomen. Het afkeurpercentage is 6/20=30%

Het afkeurpercentage ligt hoger dan 10%.

Verrekening van de korting:

Stel dat het jaarbedrag van de bestekpost ‘Groen-beplanting-onkruid’ € 12.000,- bedraagt.

1/12 = € 1.000,- per maand.

Korting voor de gemeten maand = 30% afkeur x € 1.000,- = € 300,-

De opdrachtgever zal bij onvoorziene omstandigheden of overmacht de meetlocaties die niet voldoen

(7)

aan het vereiste kwaliteitsniveau buiten beschouwing laten in de maandelijkse kwaliteitsmeting en bij berekening van het percentage afkeur. Onvoorziene omstandigheden kunnen zijn :

 Langdurige onbereikbaarheid van de te onderhouden locatie (vb bij werken)

 Calamiteiten (vb met ondergrondse nutsleidingen of bij ongeval)

 Buitengewone klimatologische omstandigheden (vb overstroming, storm).

Heel groeizaam weer of regen zijn geen buitengewone klimatologische omstandigheden.

IV.1.5. Nulmeting

Bij aanvang van het onderhoudscontract, voor de start van de werkzaamheden, voeren de opdrachtgever en opdrachtnemer samen een nulmeting uit. De nulmeting wordt uitgevoerd overeenkomstig de maandelijkse metingen.

Voor aanvang van de werkzaamheden dient het kwaliteitsniveau, zoals vastgelegd in de nulmeting, bij meer dan 90% van de meetvakken te voldoen aan het vereiste kwaliteitsniveau volgens de inventaris. Dit geldt voor alle bestekposten in het gemeten meetvak. Indien hieraan niet voldaan is, dienen de locaties die niet het vereiste kwaliteitsniveau hebben, in regie te worden bijgewerkt.

IV.1.6. Bestekmelding

Indien de opdrachtgever, los van de maandelijkse metingen, tekortkomingen vaststelt in de uitvoering die een snelle rechtzetting vereisen, kan hij een ‘bestekmelding’ aan de opdrachtnemer overmaken, met omschrijving van de tekortkoming en de periode waarbinnen deze moet rechtgezet worden. De rechtzetting gebeurt zonder verrekening van meerwerk.

IV.2. Kwaliteitsgestuurde bestekposten K1. Maaien van grasperken

1. Beschrijving

Het maaien omvat het gelijkmatig inkorten van de grasperken. De maaiwerken worden uitgevoerd met een cirkelmaaier of kooimaaier.

Maaisel dat verzameld wordt (bvb. bij maaien met opvang, na borstelen of harken) is eigendom van de aannemer en dient de dag zelf afgevoerd te worden buiten het openbaar domein.

Het bijmaaien rond obstakels in de grasperken (bomen, palen, …), zonder deze te beschadigen, is inbegrepen. Indien er bloembollen in de grasperken staan, wordt het bijmaaien

voorafgaandelijk besproken met de leidende ambtenaar.

Het slechten van molshopen is eveneens inbegrepen.

2. Beeldmeetlatten die van toepassing zijn Groen-gras-gazon-grashoogte

A+ A B C D

(8)

Het gras is voldoende kort voor het gewenste doel.

Het gras is voldoende kort voor het gewenste doel.

Het gras is voldoende kort voor het gewenste doel.

Het gras is voldoende kort voor het

gewenste doel.

Het gras is te lang of te kort gemaaid voor het

gewenste doel.

hoogte gras

≤ 50 mm per per 100 m² hoogte na maaien

≥ 20 mm per 100 m² ≤ 30 mm per 100 m²

hoogteverschil na maaien

≤ 5 mm per 100 m²

hoogte gras

≤ 50 mm per per 100 m² hoogte na maaien

≥ 20 mm per 100 m² ≤ 30 mm per 100 m²

hoogteverschil na maaien

≤ 5 mm per 100 m²

hoogte gras

≤ 70 mm per per 100 m² hoogte na maaien

≥ 20 mm per 100 m² ≤ 30 mm per 100 m²

hoogteverschil na maaien

≤ 5 mm per 100 m²

hoogte gras

≤ 70 mm per per 100 m²

hoogte na maaien

≥ 20 mm per 100 m²

≤ 30 mm per 100 m² hoogteverschil na maaien

≤ 5 mm per 100 m²

hoogte gras

> 70 mm per per 100 m² hoogte na maaien

< 20 mm per 100 m² > 30 mm per 100 m²

hoogteverschil na maaien

> 5 mm per 100 m²

Groen-gras-maaisel op gras

A+ A B C D

Er ligt geen maaisel op het gras.

Er ligt nog maximaal 10%

van de gemaaide hoeveelheid maaisel op het gras dat gelijkmatig is verdeeld over het oppervlak.

Er ligt maaisel op het gras dat gelijkmatig is verdeeld over het oppervlak.

Er ligt maaisel op het gras dat gelijkmatig is verdeeld over het oppervlak.

Er ligt maaisel op het gras dat niet gelijkmatig is verdeeld over het oppervlak.

aantal

opeenhopingen maaisel

geen

aantal

opeenhopingen maaisel

geen

aantal

opeenhopingen maaisel

geen

aantal

opeenhopingen maaisel

≤ 10 stuks per 100 m²

aantal

opeenhopingen maaisel

> 10 stuks per 100 m²

Groen-gras-maaisel op verharding

A+ A B C D

Er ligt geen maaisel op de verharding.

Er ligt weinig maaisel op de verharding.

Er ligt in beperkte mate maaisel op de verharding.

Er ligt redelijk veel maaisel op de verharding.

Er ligt veel maaisel op de verharding.

aantal m¹ verharding

aantal m¹ verharding

aantal m¹ verharding

aantal m¹ verharding

aantal m¹ verharding

(9)

bedekt met maaisel > 1 m van grasrand

0 m per 100 m¹ grasrand aantal m¹ verharding bedekt met maaisel ≤ 1 m van grasrand

0 m per 100 m¹ grasrand

bedekt met maaisel > 1 m van grasrand

≤ 3 m per 100 m¹ grasrand

aantal m¹ verharding bedekt met maaisel ≤ 1 m van grasrand

≤ 5 m per 100 m¹ grasrand

bedekt met maaisel > 1 m van grasrand

≤ 5 m per 100 m¹ grasrand

aantal m¹ verharding bedekt met maaisel ≤ 1 m van grasrand

≤ 10 m per 100 m¹ grasrand

bedekt met maaisel > 1 m van grasrand

≤ 10 m per 100 m¹ grasrand

aantal m¹ verharding bedekt met maaisel ≤ 1 m van grasrand

≤ 40 m per 100 m¹ grasrand

bedekt met maaisel > 1 m van grasrand

> 10 m per 100 m¹ grasrand

aantal m¹ verharding bedekt met maaisel ≤ 1 m van grasrand

> 40 m per 100 m¹ grasrand

Groen-gras-bijmaaien rondom obstakels en bomen

A+ A B C D

Grasvegetatie rondom obstakel of boom is niet hoger dan de omliggende grasvegetatie.

Grasvegetatie rondom obstakel of boom is nauwelijks hoger dan de

omliggende grasvegetatie.

Grasvegetatie rondom obstakel of boom is enigszins hoger dan de

omliggende grasvegetatie.

Grasvegetatie rondom obstakel of boom is veel hoger dan de omliggende grasvegetatie.

Grasvegetatie rondom obstakel of boom is zeer veel hoger dan de omliggende grasvegetatie.

hoogte gras binnen een afstand van 0,3 m van obstakel of boom t.o.v.

omliggende grasvegetatie

gelijke hoogte

hoogte gras binnen een afstand van 0,3 m van obstakel of boom t.o.v.

omliggende grasvegetatie

≤ 1,5 x zo hoog

hoogte gras binnen een afstand van 0,3 m van obstakel of boom t.o.v.

omliggende grasvegetatie

≤ 2 x zo hoog

hoogte gras binnen een afstand van 0,3 m van obstakel of boom t.o.v.

omliggende grasvegetatie

≤ 3 x zo hoog

hoogte gras binnen een afstand van 0,3 m van obstakel of boom t.o.v.

omliggende grasvegetatie

> 3 x zo hoog

Groen-gras-molshopen

A+ A B C D

Er zijn geen molshopen.

Er zijn weinig molshopen.

Er zijn in beperkte mate molshopen.

Er zijn redelijk veel molshopen.

Er zijn veel molshopen.

molshopen 0 stuks per 100 m²

molshopen

≤ 2 stuks per 100 m²

molshopen

≤ 5 stuks per 100 m²

molshopen

≤ 10 stuks per 100 m²

molshopen

> 10 stuks per 100 m²

(10)

K2. Onkruidbeheersing in sierplantsoenen 1. Beschrijving

Deze post omvat het verwijderen en afvoeren van onkruid, zaailingen, opslag, ongewenst dood plantenmateriaal en stenen in sierplantsoenen. De plantsoenen bestaan uit vaste planten, bodembedekkers, siergrassen, heestermassieven, heesters en (blok)hagen.

De onkruidbeheersing gebeurt d.m.v. wieden (vaste planten en bodembedekkers) of hakken (overige beplantingen). Bij vrijstaande hagen (die niet in een gemengde beplanting staan) vindt de onkruidbeheersing plaats over een breedte van min. 30 cm aan weerszijden van de haagvoet. Boven- en ondergrondse beschadiging van de beplanting dienen vermeden te worden.

Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is niet toegelaten.

De te verwijderen onkruid-, plantenresten en stenen zijn eigendom van de aannemer. Zij dienen onmiddellijk verzameld en dagelijks buiten het openbaar domein afgevoerd te worden.

2. Beeldmeetlatten die van toepassing zijn Groen-beplanting-onkruid

A+ A B C D

Er is geen onkruid. Er is weinig onkruid.

Er is in beperkte mate onkruid.

Er is redelijk veel onkruid.

Er is veel onkruid.

bedekking 0 % per 100 m² bedekking door resten

0 % per 100 m² maximale hoogte

0 cm

zodevorming nee

bedekking

≤ 10 % per 100 m² bedekking door resten

≤ 10 % per 100 m² maximale hoogte

≤ 10 cm zodevorming

nee

bedekking

≤ 20 % per 100 m² bedekking door resten

≤ 15 % per 100 m² maximale hoogte

≤ 20 cm zodevorming

nee

bedekking

≤ 40 % per 100 m² bedekking door resten

≤ 25 % per 100 m² maximale hoogte

≤ 50 cm zodevorming

nee

bedekking

> 40 % per 100 m² bedekking door resten

> 25 % per 100 m² maximale hoogte

> 50 cm zodevorming

ja

Bijkomend:

Er zijn na de onderhoudsbeurten geen onkruidresten aanwezig op verhardingen, grasperken, roosters, goten, infrastructuur, enz. De waterafvoer in de goten en ter hoogte van slokkers mag op geen enkel ogenblik belemmerd worden.

K3. Onkruidbeheersing op verhardingen 1. Beschrijving

Deze post omvat het bestrijden van onkruid op verhardingen. De verhardingen kunnen bestaan uit zowel halfopen (klinkers, stoeptegels, kasseien) als open verhardingen (dolomiet, kiezel al dan niet in kunststofhoningraten), en betreffen o.m. paden, pleintjes, toegangen, enz.

(11)

Onkruid op verhardingen wordt als onkruid beschouwd wanneer de hoogte meer dan 5 mm boven de voeg uitkomt. Mosgroei wordt niet als onkruid aanzien.

Voor elke locatie wordt een variatie van de meest duurzame technieken toegepast (minimum 2 technieken per locatie, zowel mechanisch als thermisch) zodat het onkruid op een duurzame wijze bestreden wordt.

Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is niet toegelaten.

De opdrachtgever staat in voor het borstelen van de halfopen verhardingen, waar mogelijk en waar deze bereikbaar zijn. Hij voorziet minimaal 2 beurten/jaar.

2. Beeldmeetlatten die van toepassing zijn

Verharding-halfopen verharding-elementenverharding-onkruid

A+ A B C D

Er is geen onkruid. Er is zeer weinig onkruid.

Er is weinig onkruid.

Er is matig onkruid.

Er is veel onkruid.

maximale hoogte 0 cm

bedekking 0 % per 100 m²

maximale hoogte

≤ 5 cm bedekking

≤ 2 % per 100 m²

maximale hoogte

≤ 10 cm bedekking

≤ 4 % per 100 m²

maximale hoogte

≤ 15 cm bedekking

≤ 8 % per 100 m²

maximale hoogte

> 15 cm bedekking

> 8 % per 100 m²

Zodevorming (zode met een minimale omvang van 10cm x 10cm)

nee nee nee ja ja

Verharding-open verharding-ongebonden verharding-onkruid

A+ A B C D

Er is geen onkruid. Er is weinig onkruid.

Er is in beperkte mate onkruid.

Er is redelijk veel onkruid.

Er is veel onkruid.

bedekking 0 % per 100 m² maximale hoogte

0 cm

bedekking

≤ 5 % per 100 m² maximale hoogte

≤ 10 cm

bedekking

≤ 15 % per 100 m² maximale hoogte

≤ 10 cm

bedekking

≤ 25 % per 100 m² maximale hoogte

≤ 20 cm

bedekking

> 25 % per 100 m² maximale hoogte

> 40 cm

Zodevorming (zode met een minimale omvang van 10cm x 10cm)

nee nee nee ja ja

Verharding-onkruid rondom obstakels

A+ A B C D

(12)

Er is geen onkruid rondom de obstakels.

Er is weinig onkruid rondom de obstakels.

Er is in beperkte mate onkruid rondom de obstakels.

Er is redelijk veel onkruid rondom de obstakels.

Er is veel onkruid rondom de obstakels.

bedekking binnen een afstand van 0,50 m van obstakel

0 % per m² maximale hoogte onkruid

0 cm

bedekking binnen een afstand van 0,50 m van obstakel

≤ 5 % per m² maximale hoogte onkruid

≤ 10 cm

bedekking binnen een afstand van 0,50 m van obstakel

≤ 20 % per m² maximale hoogte onkruid

≤ 20 cm

bedekking binnen een afstand van 0,50 m van obstakel

≤ 40 % per m² maximale hoogte onkruid

≤ 30 cm

bedekking binnen een afstand van 0,50 m van obstakel

> 40 % per m² maximale hoogte onkruid

> 30 cm

K4. Ruimen van zwerfvuil en hondenpoep, ledigen van vuilbakken 1. Beschrijving

Deze post omvat het opruimen en afvoeren van zwerfvuil en hondenpoep op het ganse buitenterrein (grasperken, sierplantsoenen, boszones, natuurlijke vegetaties, verhardingen,

…). Het tijdig ledigen van de vuilbakken behoort eveneens tot de opdracht.

Het zwerfvuil, afval uit vuilbakken en hondenpoep zijn eigendom van de aannemer en dienen afgevoerd te worden buiten het openbaar domein. De verwerking gebeurt op een erkende wijze.

2. Beeldmeetlatten die van toepassing zijn

Groen en verharding-zwerfafval

A+ A B C D

Er ligt geen zwerfafval.

Er ligt weinig zwerfafval.

Er ligt in beperkte mate zwerfafval.

Er ligt redelijk veel zwerfafval.

Er ligt veel zwerfafval.

zwerfafval 0 stuks per 100 m²

Geen stuks > 10 cm

zwerfafval

≤ 3 stuks per 100 m²

Geen stuks > 10 cm

zwerfafval

≤ 10 stuks per 100 m²

< 2 stuks > 10 cm

zwerfafval

≤ 25 stuks per 100 m²

< 3 stuks > 10 cm

zwerfafval

> 25 stuks per 100 m²

> 3 stuks > 10 cm

Groen en verhardingen - uitwerpselen

A+ A B C D

(13)

Er liggen geen uitwerpselen.

Er liggen weinig uitwerpselen.

Er liggen in beperkte mate uitwerpselen.

Er liggen redelijk veel uitwerpselen.

Er liggen veel uitwerpselen.

uitwerpselen 0

uitwerpselen per 100 m²

uitwerpselen

≤ 1

uitwerpsel per 100 m²

uitwerpselen

≤ 2

uitwerpselen per 100 m²

uitwerpselen

≤ 3

uitwerpselen per 100 m²

uitwerpselen

> 3

uitwerpselen per 100 m²

K5. Verwijderen van bladval en takken 1. Beschrijving

Deze post omvat het verwijderen van gevallen (herfst)bladeren en dode takken. Het

verwijderen vindt plaats op grasperken, in sierplantsoenen; op verhardingen, afvoerroosters,

Bladval binnen 10 m van een natuurlijke vegetatie (bosplantsoen, bos) kan hierin geblazen en op gelijkmatige wijze gespreid worden, binnen de grenzen van het redelijke. Ander bladval en takken dienen afgevoerd te worden.

Na beëindiging van de werken kan de opdrachtgever instaan voor een borstelbeurt van de verhardingen, waar technisch mogelijk.

2. Beeldmeetlatten die van toepassing zijn

Groen-gras-natuurlijk afval

A+ A B C D

(14)

Er ligt geen bladafval/bloesem .

Er ligt weinig bladafval/bloesem .

Er ligt in beperkte mate

bladafval/bloesem .

Er ligt redelijk veel bladafval/bloesem .

Er ligt veel bladafval/bloesem .

bedekking 0 % per 100 m² maximale dikte

0 cm

bedekking

≤ 5 % per 100 m² maximale dikte

≤ 3 cm

bedekking

≤ 10 % per 100 m² maximale dikte

≤ 5 cm

bedekking

≤ 25 % per 100 m² maximale dikte

≤ 15 cm

bedekking

> 25 % per 100 m² maximale dikte

> 30 cm

Groen-beplanting-natuurlijk afval

A+ A B C D

Er is geen

bladafval/bloesem .

Er is weinig bladafval/bloesem .

Er is in beperkte mate

bladafval/bloesem .

Er is redelijk veel bladafval/bloesem .

Er is veel

bladafval/bloesem .

bedekking 0 % per 100 m² maximale dikte

0 cm

bedekking

≤ 15 % per 100 m² maximale dikte

≤ 2 cm

bedekking

≤ 30 % per 100 m² maximale dikte

≤ 5 cm

bedekking

≤ 50 % per 100 m² maximale dikte

≤ 10 cm

bedekking

> 50 % per 100 m² maximale dikte

> 10 cm

Verharding-natuurlijk afval

A+ A B C D

Er is geen

bladafval/bloesem .

Er is weinig bladafval/bloesem .

Er is in beperkte mate

bladafval/bloesem .

Er is redelijk veel bladafval/bloesem .

Er is veel

bladafval/bloesem .

bedekking binnen bladvalperiode

0 % per 100 m² bedekking buiten bladvalperiode

0 % per 100 m² maximale dikte

0 cm

bedekking binnen bladvalperiode

≤ 10 % per 100 m²

bedekking buiten bladvalperiode

≤ 5 % per 100 m² maximale dikte

bedekking binnen bladvalperiode

≤ 25 % per 100 m²

bedekking buiten bladvalperiode

≤ 10 % per 100 m² maximale dikte

bedekking binnen bladvalperiode

≤ 35 % per 100 m²

bedekking buiten bladvalperiode

≤ 25 % per 100 m² maximale dikte

bedekking binnen bladvalperiode

> 35 % per 100 m²

bedekking buiten bladvalperiode

> 25 % per 100 m² maximale dikte

(15)

≤ 3 cm

≤ 10 cm

≤ 30 cm

> 30 cm

IV.3. Te behalen beeldkwaliteiten

locatie beeldkwaliteit

K1. Maaien van grasperken

Groen-gras-gazon-grashoogte alle A

Groen-gras-maaisel op gras alle B

Groen-gras-maaisel op verharding alle A

Groen-gras-bijmaaien rond obstakels en bomen alle B

Groen-gras-molshopen alle A

K2. Onkruidbeheersing in sierplantsoenen

Groen-beplanting-onkruid alle A

K3. Onkruidbeheersing op verhardingen

Verharding-open verharding-elementenverharding-onkruid alle A Verharding-open verharding-ongebonden verharding-

onkruid alle A

Verharding-onkruid rondom obstakels alle A

K4. Ruimen van zwerfvuil en hondenpoep, ledigen van

vuilbakken

Groen en verharding-zwerfafval alle A

Groen en verharding - uitwerpselen alle A

Meubilair-afvalbak-vullingsgraad alle B

K5. Verwijderen van bladval

Groen-gras-natuurlijk afval

binnenkant

rondweg A

Groen-gras-natuurlijk afval

buitenkant

rondweg B

Groen-beplanting-natuurlijk afval

binnenkant

rondweg B

Groen-beplanting-natuurlijk afval

buitenkant

rondweg C

Verharding-natuurlijk afval alle A

V. FREQUENTIEGESTUURDE BESTEKPOSTEN F1. Extensief maaien

1. Beschrijving

Deze post omvat het maaien van wadi’s en andere extensief beheerde graslanden, met afvoer van het grasmaaisel.

Het aantal maaibeurten bedraagt 4 per werkjaar. Elke maaibeurt wordt gestart op dienstbevel, en dient uitgevoerd te worden binnen de 14 kalenderdagen na het dienstbevel.

2. Meetmethoden voor hoeveelheden

De te maaien graslanden zijn opgemeten in m².

(16)

F2. Bemesten van grasperken 1. Beschrijving

Jaarlijks wordt in de loop van de maand april een onderhoudsbemesting van de grasperken gelegen binnen de rondweg uitgevoerd met een samengestelde organische meststof 6-3-5, à rato van 8 kg/are. De meststoffen worden voorafgaandelijk aan de uitvoering ter goedkeuring voorgelegd aan de leidende ambtenaar. De aannemer brengt de opdrachtgever vooraf op de hoogte van de strooibeurt.

De bemesting wordt uitgevoerd bij gunstige weersomstandigheden (bewolkt weer, regenrijke periode). De bemesting wordt niet onmiddellijk voor of na een maaibeurt uitgevoerd (min. 3 dagen wachttermijn). De bemesting gebeurt manueel of met aangepaste werktuigen. De meststoffen worden gelijkmatig verdeeld.

2. Meetmethoden voor hoeveelheden

De te bemesten grasperken zijn opgemeten in m².

F3. Afranden van graskanten 1. Beschrijving

Deze post omvat het afranden van gazons langs verhardingen en sierplantsoenen. Tegen verhardingen gebeurt de afranding over een min. diepte van 4 cm en een breedte tussen 2 en 5 cm t.o.v. de verhardingsrand. Alle groenresten zijn eigendom van de aannemer en worden afgevoerd buiten het openbaar domein.

Het aantal beurten bedraagt 1 per werkjaar, uit te voeren op het einde van het maaiseizoen (oktober).

2. Meetmethoden voor hoeveelheden

De af te randen graskanten zijn opgemeten in lm.

F4. Bemesten van sierplantsoenen 1. Beschrijving

Jaarlijks wordt in de loop van de maand april een onderhoudsbemesting van de

sierplantsoenen gelegen binnen de rondweg uitgevoerd met een samengestelde organische meststof met een benaderend NPK gehalte van 6-3-5, à rato van 8 kg/are. De meststoffen worden voorafgaandelijk aan de uitvoering ter goedkeuring voorgelegd aan de leidende ambtenaar. De aannemer brengt de opdrachtgever vooraf op de hoogte van de strooibeurt.

De bemesting wordt uitgevoerd bij gunstige weersomstandigheden (bewolkt weer, regenrijke periode). De bemesting gebeurt manueel. De meststoffen worden gelijkmatig verdeeld. Contact van de meststoffen met bovengrondse plantedelen dient vermeden te worden.

2. Meetmethoden voor hoeveelheden

De te bemesten sierheesters werden opgemeten in m².

F5. Snoeien van sierheesters en siergrassen

(17)

1. Beschrijving

Het snoeien van de sierheesters en siergrassen gebeurt volgens de richtlijnen van de leidende ambtenaar en omvat :

- De klassieke zomer- en wintersnoei in functie van de soort op elk gunstig tijdstip.

- Het verwijderen van uitgebloeide bloemen, het steunen, aanbinden en in de goede richting leiden van de takken waar nodig.

- Het wegnemen van dode of afgebroken takken, wilde scheuten, overtollig hout en het verwijderen van dode planten naargelang ze zich als dusdanig voordoen.

- Vormsnoei.

- Een verjongingssnoei tijdens het eerste jaar van de opdracht.

- Het vrijmaken van paden, het vrijhouden van nutsvoorzieningen in de beplanting zoals brandkranen en dergelijke, het verwijderen van overhangende takken, enz., en dit volgens noodzaak.

- Snoeiwerken voor de verkeersveiligheid volgens noodzaak.

- Het jaarlijks insnoeien van de siergrassen.

De snoeiwerken kunnen worden uitgevoerd met mechanische middelen, type haagschaar of takkenschaar. Het gebruik van werktuigen aangebouwd op een compacttrekker (geen klepelmaaier) is eveneens toegelaten, met uitzondering van solitairen die handmatig dienen gesnoeid te worden. Alle gereedschap dient scherp te zijn met het oog op een zuivere snoei.

Beschadiging van de plantedelen (uitrafelen, …) dient te worden vermeden.

De snoeiresten zijn eigendom van de aannemer. Zij dienen de dag zelf buiten het openbaar domein afgevoerd te worden. Naastliggende verhardingen dienen onmiddellijk schoon gemaakt te worden. De waterafvoer in de goten en ter hoogte van slokkers mag op geen enkel ogenblik belemmerd worden.

De diverse snoeiwerken worden beschouwd als één beurt op jaarbasis.

2. Meetmethoden voor hoeveelheden Het snoeiwerk werd gemeten in m².

F6. Scheren van heestermassieven 1. Beschrijving

Het scheren van de heestermassieven heeft tot doel het bekomen en/of behouden van een gesloten, vitale beplanting die onderhoudsarm is en geen overlast veroorzaakt. Het scheren bestaat erin ze gelijkmatig in te korten zonder ze te beschadigen. Het scheren gebeurt aan de bovenkant en aan de zijkanten. Het scheersel is eigendom van de aannemer. Het dient onmiddellijk verzameld en de dag zelf buiten het openbaar domein verwijderd te worden.

Het scheren van de blokhagen (meestal gaat het hier om solitaire struiken van taxus, buxus en ilex) is hier eveneens in opgenomen.

Het scheren van de massieven gebeurt met een haagschaar. Het gebruik van werktuigen aangebouwd op een compacttrekker (type haagschaar of armmaaier met messen, geen klepelmaaier) is eveneens toegelaten. Alle gereedschap dient scherp te zijn met het oog op een zuivere snoei. Beschadiging van de plantedelen (uitrafelen, …) dient te worden vermeden.

Er zijn 2 scheerbeurten per werkjaar voorzien. De eerste beurt wordt uitgevoerd tussen 15en 30 juni, de tweede beurt tussen 1 en 15 oktober. Beplantingsmassieven die een probleem

(18)

vormen voor de verkeersveiligheid worden vroeger gesnoeid volgens noodzaak, in overleg met de leidende ambtenaar.

2. Meetmethoden voor hoeveelheden

De te scheren heestermassieven werden opgemeten in m² geprojecteerde bodemoppervlakte.

F7. Snoeien van bodembedekkers (Hedera, Geranium, Vinca, …) 1. Beschrijving

Het snoeien van de bodembedekkers gebeurt volgens de richtlijnen van de leidende ambtenaar en omvat :

- Het vrijmaken van paden rondom de beplanting.

- Het inkorten van de beplanting, bvb. ter hoogte van borduurs, rond bomen, verkeersborden, palen, enz.

- Het vrijmaken van de stammen van bomen door wegsnoeien en verwijderen van stengels van bodembedekkers

De snoeiwerken kunnen worden uitgevoerd met mechanische middelen, type haagschaar of takkenschaar. Alle gereedschap dient scherp te zijn met het oog op een zuivere snoei.

Beschadiging van de plantedelen (uitrafelen, …) dient te worden vermeden.

De snoeiresten zijn eigendom van de aannemer. Zij dienen onmiddellijk verzameld en de dag zelf buiten het openbaar domein afgevoerd te worden.

Er zijn 2 snoeibeurten per werkjaar voorzien. De eerste beurt wordt uitgevoerd tussen 15en 30 juni, de tweede beurt tussen 1 en 15 oktober.

2. Meetmethoden voor hoeveelheden

Het snoeiwerk werd gemeten in m² geprojecteerde bodemoppervlakte.

F8. Scheren van traaggroeiende hagen 1. Beschrijving

Deze post betreft o.m. de taxus- en ilexhagen. Het scheren van de hagen bestaat erin ze gelijkmatig in te korten zonder ze te beschadigen. Het scheren gebeurt aan de bovenkant en aan beide zijkanten. Het haagscheersel is eigendom van de aannemer. Het dient onmiddellijk verzameld en de dag zelf buiten het openbaar domein verwijderd te worden.

Bij het scheren wordt zoveel mogelijk gestreefd naar het bereiken en/of handhaven van een standaardhaag met een hoogte van 1,60 m en een breedte van ca. 0,40 m, in overleg met de leidende ambtenaar.

Het scheren van de hagen gebeurt met een haagschaar. Het gebruik van werktuigen aangebouwd op een compacttrekker (type haagschaar of armmaaier met messen, geen klepelmaaier) is eveneens toegelaten. Alle gereedschap dient scherp te zijn met het oog op een zuivere snoei. Beschadiging van de plantedelen (uitrafelen, …) dient te worden vermeden.

Er is 1 scheerbeurten per werkjaar voorzien. Deze beurt wordt uitgevoerd tussen 1 en 15 oktober.

(19)

2. Meetmethoden voor hoeveelheden De hagen werden opgemeten in lm.

F9. Scheren van snelgroeiende hagen 1. Beschrijving

Deze post betreft de overige hagen. Het scheren van de hagen bestaat erin ze gelijkmatig in te korten zonder ze te beschadigen. Het scheren gebeurt aan de bovenkant en aan beide

zijkanten. Het haagscheersel is eigendom van de aannemer. Het dient onmiddellijk verzameld en de dag zelf buiten het openbaar domein verwijderd te worden.

Bij het scheren wordt zoveel mogelijk gestreefd naar het bereiken en/of handhaven van een standaardhaag met een hoogte van 1,60 m en een breedte van ca. 0,40 m, in overleg met de leidende ambtenaar.

Het scheren van de hagen gebeurt met een haagschaar. Het gebruik van werktuigen aangebouwd op een compacttrekker (type haagschaar of armmaaier met messen, geen klepelmaaier) is eveneens toegelaten. Alle gereedschap dient scherp te zijn met het oog op een zuivere snoei. Beschadiging van de plantedelen (uitrafelen, …) dient te worden vermeden.

Er zijn 2 scheerbeurten per werkjaar voorzien. De eerste beurt wordt uitgevoerd tussen 15en 30 juni, de tweede beurt tussen 1 en 15 oktober.

2. Meetmethoden voor hoeveelheden De hagen werden opgemeten in lm.

F10. Regiewerk geschoolde arbeider 1. Beschrijving

Het regiewerk omvat de inzet van een geschoolde arbeider voor de uitvoering van kleine, bijkomende opdrachten op expliciete vraag van de opdrachtgever, zoals bvb. onderhoud in de boszones, het reinigen van straatmeubilair, het zuiver maken van aquadrains (er liggen 5 stuks verspreid over campus Portavida), enz. Het eventueel gebruik van klein gereedschap (bvb.

bosmaaier) is inbegrepen in de eenheidsprijs. De gespecialiseerde arbeider voert geschoold werk uit en staat zonodig ook in voor de begeleiding van de ongeschoolde arbeiders.

2. Meetmethoden voor hoeveelheden

Het regiewerk wordt opgemeten in effectief gepresteerde uren.

F11. Regiewerk ongeschoolde arbeider 1. Beschrijving

Zie F10.1. De ongeschoolde arbeider voert het werk uit al dan niet onder begeleiding van een geschoolde arbeider.

2. Meetmethoden voor hoeveelheden

(20)

Het regiewerk wordt opgemeten in effectief gepresteerde uren.

(21)

Welzijnscampus Portavida en directe omgeving, Weg naar As, Genk

(22)

Benaderende hoeveelheden per locatie

OCMW + Stad Genk ZOG

campus Portavi

da

campus Herfstvreug

de

centr

a museum

academi e

Toermali en

bosplantsoen m² 16.426 690 76

sierheesters m² 366 407 721 31 368

bodembedekkende heesters m² 984 410 17 545 1.379

vaste planten m² 1.808 187 198 297

siergrassen m² 362 22 50

gras m² 6.792 1.292 1.658 1.051 1.240 3.173

graskanten lm 1.000

ruw gras m² 441 317

snelgroeiende hagen lm 627 60 17 73

traaggroeiende hagen lm 83 35 8 444

snelgroeiende hagen m² 522 4 35

traaggroeiende hagen m² 45 14 15 281

blokhagen m² 40 50

schors m² 4 9

grint m² 1.912 118 540

betonstraatstenen m² 979 1.838 28 190

kasseien m² 64

gebakken klinkers m² 0 198 2

betontegels m² 619 875

oppervlakte buitenterrein

(+/-) m² 23.449 4.000 1.491 2.264 7.596

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

&#34;De Vlaamse dokters verlenen vaker euthanasie omdat ze daartoe beter opgeleid zijn&#34;, zegt Marc Englert, lid van de controlecommissie euthanasie. Van de euthanasiegevallen

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting gevestigd op het plaatsen op het openbaar domein van schutsels,

(directeur Schadefonds) Kees Jan de Vet Directieraad VNG Gerard Beukema Dir Interprovinciaal Overleg.

Het Hof stelt inderdaad “dat een gemeente, via een extern verzelfstandigd agentschap onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk in de zin en onder de voorwaarden van

Laad maximaal 2 uur op met de USB-oplaadkabel tot de batterij volledig is opgeladen, en zet je issa ™ mini 3-tandenborstel aan door de universele knop ingedrukt te houden. WAT

Je bent zeer verbeteringsgericht, en speelt creatief in op de noden van een voortdurend veranderende organisatie, om binnen je directie (vernieuwende) producten, diensten, processen

De afnemer is jegens Siemenotje aansprakelijk voor schade ten gevolge van onjuistheid, onnauwkeurigheid of onvolledigheid van instructies of gegevens, alsmede voor het niet of

Als er op de gekozen bedrijfslocatie al een vigerende vergunning of melding beschikbaar is zullen de gegevens hiervan automatisch worden overgenomen in de nieuwe beschikking,