Verkennend onderzoek flora en fauna Resort Waterrijk Oesterdam
Inclusief aanvulling wandel-
pad en geluidswal
Colofon
Dit document is in opdracht van Aannemingsmaatschappij Van Gelder BV uit Zierikzee samengesteld door:
Eco Consult - Groen, Milieu & Management BV Plesmanstraat 59-33, 3905 KZ Veenendaal Telefoon: +3185 3038 627
e-mail: info@ecoconsult-gmm.nl website: www.ecoconsult-gmm.nl
Samenstelling: Marieke Teunissen, projectleider en Ron Theunisz, ecoloog Foto’s: Eco Consult (tenzij anders vermeld bij de foto)
Datum: 14 oktober 2019
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto- kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de samensteller en in overleg met de opdrachtgever.
Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Noch de samenstellers, noch de opdrachtgever zijn aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van onjuistheden en/of onvolkomenheden ten ge- volge van het gebruik van deze uitgave.
Verkennend onderzoek flora en fauna Resort Waterrijk Oesterdam
DEFINITIEF Inclusief aanvulling geluidswal en wandelpad
Opdrachtgever: Aannemingsmaatschappij Van Gelder B.V. Regio West-Zuid
Contactpersoon: De heer M. Dekker
Projectleider adviesbureau: Marieke Teunissen
Datum: 14 oktober 2019
INHOUD
INHOUD 4
LEESWIJZER 5
1. INLEIDING 6
1.1. Aanleiding 6
1.2. Doel onderzoek 7
1.3. Locatie en werkzaamheden 7
1.4. Onderzoeksopzet en werkwijze 8
2. BESCHERMDE SOORTEN 11
2.1 Soortgroepen 11
2.2 Vaatplanten 11
2.3 Zoogdieren 12
2.4 Vogels 12
2.5 Reptielen 13
2.6 Amfibieën 13
2.7 Vissen 13
2.8 Ongewervelden 14
3. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 15
3.1 Wettelijk beschermde soorten 15
3.2 Aanvullend nader onderzoek 18
LITERATUUR/INFORMATIE 20
BIJLAGE I: WET- EN REGELGEVING EN BELEID 21
Wet natuurbescherming 21
Beschermde gebieden 21
Beschermde soorten 21
Rode lijst-soorten 23
Natuurnetwerk Zeeland 23
BIJLAGE II: VERWERKING AANBEVELINGEN 24
BIJLAGE III: OVERZICHTSTABEL BESCHERMDE SOORTEN 26
LEESWIJZER
Dit verkennend onderzoek naar flora en fauna in het oostelijk deel van Resort Waterrijk Oester- dam, gemeente Tholen, omvat bureaustudie, oriënterend veldwerk en analyse van onderzoeksre- sultaten. Hieronder is aangegeven hoe het onderzoeksrapport is ingedeeld.
In het eerste inleidende hoofdstuk wordt de opdracht geformuleerd evenals de toegepaste werk- wijze en de te toetsen werkzaamheden.
Hoofdstuk 2 bevat per soortgroep de voorkomende relevante soorten en de resultaten van de toetsing van deze soorten aan de natuurwetgeving.
In hoofdstuk 3 worden de conclusies en aanbevelingen weergegeven.
Daarna volgen de bijlagen.
In bijlage I wordt de wetgeving en het vigerende beleid beschreven.
Bijlage II bevat de verwerking van de aanbevelingen door de aannemer.
Bijlage III bevat een lijst met voorkomende soorten.
Deze versie van het rapport betreft het onderzoeksrapport van 3 juni 2019 aangevuld met de ef- fecten op flora en fauna als gevolg van:
§ Het rooien van de bosschage en aanleg geluidswal.
§ De aanleg van een wandelpad.
1. INLEIDING
1.1. Aanleiding
Aan de Oesterdam – een schakel in de Zeeuwse Deltawerken – is 7 á-8 jaar geleden gestart met het ontwikkelen van Resort Waterrijk Oesterdam. Hiervoor zijn zowel door Rijkswaterstaat als ge- meente Tholen in het verleden de benodigde water- en omgevingsvergunningen afgegeven. Het westelijk en middeldeel is inmiddels gereed. Het oostelijk deel wordt vanaf 2019 verder aange- legd. Van de 64 woningen in dit deel zijn er reeds 20 gebouwd. Door de lange doorlooptijd ver- langt gemeente Tholen nu aanvullende gegevens bij de omgevingsvergunning, waaronder een actualisatie van het natuuronderzoek zodat aangetoond is dat de natuurwaarden niet onevenre- dig worden of kunnen worden aangetast.
Het betreft een verkennend flora en fauna-onderzoek. Op basis hiervan wordt duidelijk of er:
§ Wel of geen nader onderzoek en nadere toetsing nodig is.
§ Wel of geen ontheffing soortbescherming nodig is.
§ Wel of geen significant negatief effect verwachten is.
Het onderzoeksgebied betreft Waterrijk Resort Oesterdam te Tholen. Zie afbeelding 1.
Afbeelding 1, Onderzoeksgebied (rood omkaderde deel) Resort Waterrijk Oesterdam, gemeente Tholen (bron: definitieve plankaart ZE17015-ON001).
Afbeelding 2, Onderzoeksgebied met locatie waar de geluidswal wordt aangelegd (rood omkaderde deel).
1.2. Doel onderzoek
Het doel van het onderzoek is het bepalen of de huidige werkzaamheden voldoen aan de Wet na- tuurbescherming voor het onderdeel soortenbescherming (hoofdstuk 3 uit de wet, zie ook bijlage I voor de relevante verboden) ofwel wat zijn de effecten van de huidige bouw- en aanlegactivitei- ten op voorkomende beschermde flora en fauna.
Binnen het onderzoek onderscheiden we vervolgens de volgende deelvragen:
1. Welke in de provincie Zeeland beschermde flora en fauna komt voor (accent op vaste rust- en voortplantingsplaatsen)?
2. Met welke maatregelen zijn eventuele nadelige effecten te voorkomen of te beperken?
1.3. Locatie en werkzaamheden
Het onderzoeksgebied betreft het oostelijke deel van Resort Waterrijk Oesterdam te Tholen. Af- beelding 1 geeft de onderzoekslocatie weer. Het westelijke deel is reeds met woningen bebouwd.
In het midden van het gebied wordt nu het hotel (zie afbeelding 3) gebouwd en in het oostelijk
deel is men begonnen met het bouwen van de overige woningen. Hiervoor is het gehele oostelijke terrein op enkele bosjes en een oeverstrook na in gebruik genomen als bouwplaats en gronddepot.
Tevens worden wegen en paden aangelegd en wordt een korte geluidswal aangelegd, zie afbeel- ding 4. Naar verwachting gaan de bouwwerkzaamheden ook nog in 2020 door.
1.4. Onderzoeksopzet en werkwijze
Het onderzoek is hoofdzakelijk gebaseerd op literatuuronderzoek en bureaustudie en aangevuld met een oriënterende terreinverkenning. Het onderzoek is aan de hand van de volgende stappen uitgevoerd:
A. Bureaustudie naar voorkomende soorten.
B. Verkennend terreinbezoek (soorten, effecten van bouwactiviteiten).
C. Overleg op locatie (voorafgaand aan terreinbezoek).
D. Opstellen conceptrapportage.
E. Afstemming met de opdrachtgever per mail en telefoon.
F. Bijstellen rapportage en opleveren.
Afbeelding 3, Hotelaccommodatie in aanbouw in het middendeel.
Afbeelding 4, Oostelijk deel van het onderzoeksgebied (bouwterrein); links een tijdelijk werkdepot, rechts de dijk waartegen een geluidswal wordt aangelegd en waarlangs een wandelpad komt (situatie op 8 maart 2019).
Bureaustudie
Via literatuur- en bronnenonderzoek is onderzocht welke wettelijk beschermde en beleidsmatig aangewezen plant- en diersoorten en habitattypen aanwezig zijn en waarmee rekening moet wor- den gehouden. Ook is op basis van bestaande informatie uit eerdere inventarisaties en expert jud- gement, een inschatting gemaakt van welke beschermde soorten zouden kunnen voorkomen. De volledige lijst van geraadpleegde bronnen is aan het eind van de rapportage in de bronvermelding terug te vinden.
Terreinverkenning
De terreinverkenning is uitgevoerd om aanvullend aan het bronnenonderzoek informatie te toet- sen, ontbrekende gegevens te verzamelen en foto’s te maken. Hierbij is gelet op de aanwezigheid van verstorende elementen en het (kunnen) voorkomen van beschermde en beleidsmatig aange- wezen soorten.
De veldverkenning heeft op 8 maart 2019 plaatsgevonden door Ing. R. Theunisz van Eco Consult – Groen, Milieu & Management BV. Indien verstorende elementen, beschermde of bedreigde soor- ten en habitattypen aangetroffen zijn deze genoteerd. Zie de soortenlijst in bijlage III.
Analyse en weergave onderzoeksresultaten
De onderzoeksresultaten zijn geanalyseerd en verwerkt in deze rapportage. Tot slot zijn de conclu- sies getrokken en aanbevelingen gedaan.
De conceptrapportage is aan de opdrachtgever voorgelegd en na verwerking van de reacties aan- gepast tot het eindconcept. Na een laatste reactie van de opdrachtgever en verwerking van de reacties is de definitieve rapportage opgeleverd.
2. BESCHERMDE SOORTEN
Op 8 maart 2019 is het terrein van Resort Waterrijk Oesterdam bezocht. In eerste instan- tie is samen met de aannemer gekeken naar de huidige werkzaamheden en terreindelen met bijzondere natuurwaarden. Daarna is het terrein nog eens nagelopen met als doel een beeld te krijgen van waar beschermde soorten zich bevinden en de impact van de bouwwerkzaamheden op deze beschermde soorten.
2.1 Soortgroepen
Er is gekeken naar soortengroepen waarvan bekend is dat bouwwerkzaamheden tot verstoring of verontrusting kunnen leiden en naar de wettelijk beschermde soorten. De onderzochte soort- groepen zijn:
§ Zoogdieren (rust- en voortplantingsplaatsen).
§ Vleermuizen (winter-, zomer-, paarverblijven, kraamkamers en foerageer- en migra- tieroutes).
§ Broedvogels (tijdelijke en jaarrond in gebruik zijnde rust- en voortplantingsplaatsen).
§ Overige beschermde fauna: reptielen, amfibieën, vissen, ongewervelden (foerageer- gebied, routes, voortplantingsgebieden).
§ Groeiplaatsen van vaatplanten.
Bouwactiviteiten worden binnen de kaders van de Wet natuurbescherming gezien als ‘ruimtelijke ontwikkeling’1. Onderzocht is de aanwezigheid van:
§ Rust- en voortplantingsplaatsen van wettelijk beschermde diersoorten.
§ Groeiplaatsen van wettelijk beschermde plantensoorten.
De verzamelde waarnemingen zijn afkomstig uit de genoemde bronnen (zie bronvermeldingen) en gaan tot 5 jaar terug. De lijst van waarnemingen is in bijlage III opgenomen. Per soortgroep wordt in de navolgende paragrafen een beschrijving gegeven van de gevolgen van bouwactivitei- ten op de voorkomende soorten en worden indien nodig oplossingsrichtingen voorgesteld.
2.2 Vaatplanten
Er zijn binnen het onderzoeksgebied geen waarnemingen bekend van beschermde vaatplanten.
Op de locaties waar bouwactiviteiten zijn (het hotel in het midden en de woningen in het oostelijke deel) zijn ook geen beschermde planten te verwachten. Zelfs voor ruderale beschermde soorten zijn de bouwenactiviteiten momenteel te intensief om vestiging mogelijk te maken.
1De wet onderscheidt daarnaast ‘bestendig beheer en onderhoud’ en ‘bestendig gebruik’.
Het beheer van de reeds ingerichte terreindelen aan de westzijde, is deels natuurlijk (bos, bosscha- ges en geluidswal), deels cultuurlijk (grasvelden). De private delen van het terrein (woningen met tuinen) worden intensief onderhouden. Het is mogelijk dat zich in de natuurlijk onderhouden delen in de toekomst beschermde soorten zich gaan vestigen.
2.3 Zoogdieren
Op de locaties waar de bouwactiviteiten aan de gang zijn (het hotel in het midden en de woningen in het oostelijke deel) zijn ook geen niet vrijgestelde, beschermde zoogdieren aangetroffen of te verwachten. De bouwactiviteiten zijn te intensief om vestiging mogelijk te maken.
Er zijn zeker foeragerende zoogdieren aanwezig op het reeds aangelegde deel van terrein. Er zijn hier echter geen vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde soorten aangetroffen of het be- treft vaste rust- en verblijfplaatsen van vrijgestelde soorten.
Het beheer van de reeds ingerichte terreindelen aan de westzijde, is deels natuurlijk (bos, bosscha- ges en de geluidswal), deels cultuurlijk (grasvelden). De private delen van het terrein (woningen met tuinen) worden intensief onderhouden. De tuinen van de aan de buitenrand gelegen wonin- gen herbergen nog delen van het oorspronkelijke bos. Het is mogelijk dat beschermde kleine zoog- diersoorten zich hebben gevestigd in de natuurlijk onderhouden delen zoals het bos en de met heesters beplante geluidswal. Door het aanleggen van een extra geluidswal bestaat de kans dat enkele holen van beschermde zoogdieren verdwijnen.
Vleermuissoorten zijn zwaar beschermd volgens de Habitatrichtlijn bijlage IV. De bosrand en de dijk/geluidswal zullen waarschijnlijk worden gebruikt als migratieroute en in principe kan het ge- hele terrein als foerageergebied worden gebruikt. Onderbreken van de migratieroute door het kappen van bomen over de gehele breedte van de dijk kan desoriënterend werken op vleermuizen.
Verblijfplaatsen van vleermuizen worden nu nog niet verwacht. Hiervoor zijn holle bomen nodig.
De aanplant is echter nog te jong. Vestigingsmogelijkheden in de gebouwen is ook onwaarschijnlijk.
Het betreft hier volledig nieuwbouw van goed geïsoleerde woningen, lees woningen die geen ope- ningen bevatten of plekken waar vleermuizen zich kunnen vestigen.
2.4 Vogels
Bouwen is NIET MOGELIJK in de directe nabijheid van plekken met rust- of voortplantingslocatie van vogels die hun nest jaarrond gebruiken. Vogels met een jaarrond beschermd nest zijn niet aangetroffen en ook niet te verwachten, vanwege het ontbreken van geschikte nestgelegenheden en voldoende rust.
Voor de broedvogels met een tijdelijk nest geldt dat, in de periode waarin een nest daadwerkelijk bewoond is, er geen verstorende activiteiten mogen plaatsvinden. Vogelsoorten binnen deze ca- tegorie zijn wel volop aanwezig. Vogels die broeden binnen de reeds ingerichte delen van het ter- rein ondervinden echter geen hinder van de bouwactiviteiten.
De buitenrand van het oostelijke bouwterrein en het reeds aangelegde deel, bevat bos en een met heesters beplante dijk/geluidswal. Hier broedende vogels kunnen tijdens bouwactiviteiten, zoals het aanleggen van de extra geluidswal en de aanleg van het wandelpad, wel worden verstoord.
Van deze bosstrook is onder andere bekend dat de nachtegaal (een soort van de rode lijst) er voor- komt.
Het gronddepot zelf lijkt niet geschikt, ook niet voor de in los zand broedende oeverzwaluw, omdat het hoofdzakelijk om hopen zwarte grond en veen gaat en geen geel lemig zand met steile wanden.
Verstoring is van broedende vogels op het gronddepot is onwaarschijnlijk.
Op het bouwterrein (het hotel en het oostelijke deel) bevindt zich nog een klein deel nog te ver- graven vooroever ter hoogte van het gronddepot. Hierin kunnen in principe watervogels hun nest bouwen. Dergelijke nesten kunnen indien aanwezig door de bouwactiviteiten worden verstoord.
Er is een oeverzwaluwwand aangelegd in de geluidswal, binnen het reeds bestaande deel. Deze is bewoond geweest. Inmiddels ligt de wand in de schaduw en is begroeid geraakt met hoge kruiden.
De wand wordt daardoor ongeschikt voor oeverzwaluwen. Voorgesteld wordt om nabij de ingang van het resort een nieuwe oeverzwaluwwand in te bouwen in nog aan te leggen waldelen.
2.5 Reptielen
Op dit moment zijn er geen gegevens bekend van voorkomende reptielen. Vestiging moet waar- schijnlijk nog plaats gaan vinden vanuit het ‘Oude land’ of zal achterwege blijven.
2.6 Amfibieën
Er zijn waarschijnlijk enkele algemene soorten aanwezig zoals bruine kikker en gewone pad. Deze soorten zijn in Zeeland vrijgesteld wanneer het gaat om ruimtelijke ingrepen zoals bouwprojecten.
Mogelijk komt op het gehele terrein de rugstreeppad voor. Deze soort is zwaar beschermd onder de Habitatrichtlijn bijlage IV.
2.7 Vissen
Het plangebied is begrensd tot en met de strekdammen aan de oever van het Zoommeer. Hier worden twee havens en drie strekdammen aangelegd. Daarnaast wordt de vooroever ter hoogte van het gronddepot verwijderd. De twee in Zeeland voorkomende beschermde vissoorten houting en steur leven doorgaans is zout water en trekken via rivieren het land in. Het is daarom zeer on- waarschijnlijk dat steur en houting zich bevinden ter hoogte van de aan te leggen strekdammen.
2.8 Ongewervelden
Er zijn geen waarnemingen van beschermde ongewervelden (insecten, slakken e.d.) van het on- derzoeksgebied bekend. Negatieve effecten op beschermde ongewervelden zijn daarom niet te verwachten.
3. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
De onderzoeksresultaten uit het voorgaande hoofdstuk geeft de belemmeringen vanuit de natuurwetgeving aan. Naast adviezen hoe hiermee moet worden omgegaan, worden ook enkele aanwijzingen gegeven voor natuurlijk beheer.
3.1 Wettelijk beschermde soorten
Ten aanzien van wettelijk beschermde soorten zijn er enkele aandachtspunten:
1. Algemeen
Het is verboden broedende vogels en hun nesten te verstoren. Er zijn geen jaarrond in gebruik zijnde nesten aanwezig op het bouwterrein en in de bosrand. Voor overige bewoonde, tijdelijke nesten geldt dat deze tijdens bewoning niet verstoord mogen worden. Hieronder worden de werk- zaamheden en de wijze waarop met broedende vogels moet worden omgegaan aangegeven.
2. Vogels binnen nieuwe oostelijke gelegen bouwlocatie (vooroever, wonin- gen en tuinen)
De adviezen ten aanzien van de vooroever en depot (is nu bouwterrein voor de woningen en tui- nen) zijn inmiddels overgenomen. Dit houdt in dat het terrein waar zich in het verleden sowieso geen bomen en heesters bevonden, ongeschikt wordt/is gemaakt als broedterrein, door af te gra- ven en kort te maaien terwijl er geen bewoonde nesten aanwezig zijn/waren. Het verstoren van broedende vogels is hiermee voorkomen. De afstand tot de bosrand is voldoende groot om tijdens de bouwwerkzaamheden verstoring door externe factoren te voorkomen.
3. Vogels in de bosrand
Tussen de tuinen en de bosrand komen een asfaltweg en een wandelpad te liggen. Ook hier staan nu geen bomen. Echter de aanlegwerkzaamheden kunnen wel verstorend werken op tijdelijk be- woonde nesten in de bosrand.
Hier is het van belang om niet te werken binnen het broedseizoen (15 maart-15 juli). Ook buiten het broedseizoen kunnen er broedgevallen zijn. Voorafgaand aan de aanlegwerkzaamheden daarom een controle en eventuele markering laten uitvoeren door een ecologisch deskundige.
Ter plaatse van de bestaande bosrand wordt een deel van het bos gekapt ten behoeve van de aanleg van een 5 m hoge geluidswal. Ook de hiermee in verband staande werkzaamheden, zoals kappen van bomen (wacht op vleermuisonderzoek, zie 4!), verwijderen van heesters en grond- werkzaamheden, dienen buiten de broedperiode van de vogels in de bosrand te worden uitge- voerd (15 maart-15 juli). Er dient voorafgaand aan de werkzaamheden (1 week ervoor) een con- trole en eventuele markering plaats te vinden door een ecologisch deskundige, zie ook controle
verblijfplaatsen van zoogdieren in de bosrand). Na uitvoering worden op alle mogelijke plaatsen opnieuw heesters en bomen geplant.
Het wandelpad is overigens bestemd voor een interactie met de natuur op het recreatieterrein.
Door de aanleg van de nieuwe geluidswal (5 meter hoog) is de speciaal daarachter gelegen schouw- strook volledig afgesloten voor recreanten. De begroeide geluidswal in combinatie met de be- groeide en afgesloten schouwstrook dient als schuilplek voor schuwe vogelsoorten zoals de nach- tegaal.
4. Verblijfplaatsen van zoogdieren in de geluidswal en migratieroutes
Het is mogelijk dat er zich enkele verblijfplaatsen (holen) van beschermde zoogdieren bevinden op de locatie waar de geluidswal wordt aangelegd. Dit dient voor aanvang van de rooi- en grond- werkzaamheden nagekeken te worden door een ecologisch deskundige.
Door het verwijderen van bomen in het bestaande bos kan het zijn dat migratieroutes van vleer- muizen worden onderbroken. Hiervoor is het nodig (conform het vleermuisprotocol 2017) nader onderzoek uit te voeren naar migratieroutes van vleermuizen.
5. Amfibieën
De rugstreeppad komt mogelijk op het gehele terrein voor. De soort is een pionier, kan zelfs in kleine plassen eieren afzetten (voornamelijk in de periode april-juli) en wordt daarom veel op bouwterreinen aangetroffen. Voorkomen van waterplassen is de beste maatregel om te voorko- men dat er zich rugstreeppadden gaan vestigen. Indien er na hevige regenval plassen zijn ontstaan dienen deze snel mogelijk worden gedempt, voordat er zich eieren of larven bevinden. De amfibie- entrek is in 2019 vroeg op gang gekomen waardoor vanaf begin maart al rekening gehouden moet worden met ei-afzet van deze amfibieën.
6. Vaatplanten
Op het bouwterrein worden geen beschermde planten verwacht. In relatie tot planten kunnen de bouwactiviteiten zonder wettelijke consequenties vervolgd worden.
Op het reeds ingerichte deel zouden zich beschermde planten kunnen bevinden. De bodem en de vochttoestand indiceren dit. Extensivering en gerichter uitvoeren van het onderhoud kan de soor- tenrijkdom en ontwikkeling van beschermde soorten stimuleren. De graslandjes bijvoorbeeld, kun- nen zich gelet op de basisfactoren (droog-vochtig kalkrijk klei en zand) zeer bloemrijk gaan ontwik- kelen. De bosschages kunnen zeer waardevol worden voor (duin)struweel- en bosrandsoorten en daarmee ook de insecten- en vogelrijkdom stimuleren.
De navolgende tabel geeft per soortgroep weer met welke beschermde soorten rekening moet worden gehouden in relatie tot de bouwwerkzaamheden. In groene cursieve teksten zijn maatregelen genoemd om de soortenrijkdom (na de bouw) te stimuleren. In Bijlage II is vermeld op welke wijze de aannemer met de aanbevelingen is omgegaan of zal omgaan.
Soortgroep Soort en aanwe- zigheid
Bescherming Aanbeveling
Vaatplanten Op bouwterrein niet aanwezig Mogelijk aanwezig op al aangelegde terreindelen.
Groeiplaats Niet aanwezig op bouwterrein, dus geen wettelijke consequenties voor de bouwacti- viteiten.
Mogelijk wel aanwezig op het reeds aange- legde deel, zorgen voor overwegend exten- sief beheer van gras en bosschages.
Zoogdieren Mogelijk rust/ver- blijfplaats aanwe- zig van vrijge- stelde soorten
Rust- en voort- plantingsplaat- sen,
Migratieroute vleermuizen
Mogelijk aanwezig op locatie nieuwe ge- luidswal. Nader onderzoek (1x bezoek) no- dig voordat gewerkt kan worden.
Mogelijk aanwezig langs de huidige geluids- wal/dijk.
Nader onderzoek migratieroutes (zie vleer- muisprotocol) voordat gekapt kan worden.
Afzetten en maaien heesters en kruidachti- gen wel mogelijk.
Natuur-inclusief bouwen of andere mogelijk- heden scheppen voor vestiging van bijvoor- beeld vleermuizen.
Vogels met jaar- rond in gebruik zijnde rust- en verblijfplaatsen
Geen rustplekken of nesten
Rustplekken en nesten
Nu geen consequenties.
In de toekomst is vestiging van diverse vo- gels te verwachten (sperwer, buizerd). Na re- alisatie van volledige bouwplan bijplanten van bomen.
Algemene broedvogels
Diverse soorten, waaronder bijzon- dere soorten zoals nachtegaal
In gebruik zijnde nesten (tot volledig uitvliegen van jongen)
Vooroever bouwterrein weggraven of afvlak- ken en kort maaien (wanneer er geen be- woonde nesten aanwezig zijn).
Heesters kappen voor realiseren wandelpad en nieuwe geluidswal, wanneer er geen be- woonde nesten zijn.
Met het kappen van bomen wachten totdat toestemming blijkt uit vleermuisonderzoek Na de bouwactiviteiten inheemse bomen en heesters bijplanten op de kale stukken. Ook op het bestaande deel en de bestaande tui- nen.
Aangelegde oeverzwaluwwand ligt te veel in de schaduw. Beter is een oeverzwaluwwand op permanent zonnige plek.
Soortgroep Soort en aanwe- zigheid
Bescherming Aanbeveling
Reptielen Geen Leefgebied Geen consequenties.
Amfibieën Rugstreeppad Mogelijk leef- en voortplan- tingsgebied
Plassen water zeer spoedig dempen in de periode 1 april - 31 juli, voordat er eieren af- gezet zijn of er zich larven bevinden.
Overige mogelijk aanwezige soorten zijn vrij- gesteld.
Vissen Geen Leefgebied Paaiplaatsen van de beschermde vissen steur en houting zijn niet aanwezig. Zeer on- waarschijnlijk dat de twee beschermde soor- ten steur en houting verstoord worden door graafwerkzaamheden ter plaatse.
Ongewervelden Geen Leefgebied Geen wettelijke consequenties.
Extensief onderhouden van gras en bosscha- ges.
Aanleg bijenwand eventueel in combinatie met verplaatsen van oeverzwaluwwand op een zonnige locatie.
3.2 Aanvullend nader onderzoek
Er zijn al veel adviezen uit dit onderzoek opgevolgd, zie bijlage 2.
Hieronder volgt een toelichting op het nader onderzoek dat nodig is in relatie tot het aan te leggen wandelpad en de aan te leggen geluidswal.
§ Voorafgaand aan grondwerkzaamheden voor de nieuwe geluidswal controleren of er geen verblijfplaatsen van beschermde niet vrijgestelde zoogdieren aanwezig zijn. Dit zijn de mogelijk aanwezige soorten: noordse woelmuis, veldmuis, veldspitsmuis en woelrat.
Zijn deze aanwezig dan wachten tot na het opgroeien van de jongen (zie voor periodes de soortinformatie op de website van de Zoogdiervereniging). Daarna zorgen dat er voorzichtig wordt gewerkt en er altijd ontsnappingsmogelijkheden zijn. Wanneer de eer- ste grondlaag is aangebracht op de verlaten verblijfplaatsen kan op normaal tempo wor- den gewerkt.
§ Bestaande bomen maken mogelijk deel uit van een migratieroute van vleermuizen. Vol- gens het vleermuisprotocol (2017) onderzoek doen naar migratieroutes. Dit betekent 2x 2 uur posten (rond zonsondergang of zonsopgang) binnen de periode 15 april – 15 ok- tober, waarvan 1 bezoek binnen de kraamperiode (15 mei – 15 juli) op een (relatief) warme en droge avond. Tussentijd minimaal 8 weken.
§ Voorafgaand aan snoei- of kapwerkzaamheden voor het wandelpad en nieuwe geluids- wal controleren of er geen bewoonde vogelnesten aanwezig zijn. Zijn er geen broedge- vallen in de houtsingel of op de dijk/geluidswal (locaties wandelpad en nieuwe geluids- wal) aanwezig dan de heesterbeplanting en kruidachtige vegetatie meteen wegmaaien/
afzetten. Het kappen van bomen moet wachten op de resultaten van het vleermuison- derzoek.
LITERATUUR/INFORMATIE
§ Gedragscode Ruimtelijke Ontwikkeling en Inrichting (2011), Stadswerk
§ Toelichting bij aanvraag ontheffing (provincie Zeeland)
§ Vleermuisprotocol (2013), Nationale Database Flora en Fauna
§ Juridisch kader soortenstandaarden en soortenstandaards (Bij12)
§ NGO’s: verspreidingsatlassen en andere bronnen waaruit het voorkomen van bij- zondere, bedreigde en beschermde soorten zou kunnen blijken
§ Provincie Zeeland: monitoringsgegevens van vogels en planten en een kaartenmap van en informatie over de beschermde gebieden
§ Tholen Waterrijk Oesterdam bestemmingsplan (2015), RHO, adviseurs voor leef- ruimte
Websites
§ Biodiversiteit.nl
§ Floron.nl
§ Ruimtelijke plannen.nl
§ Natuurkennis.nl
§ Planviewer.nl
§ Platformlichthinder.nl
§ Rijksoverheid.nl
§ Synbiosys.alterra.nl
§ Vleermuis.net
§ Zoogdiervereniging.nl
§ Zeeland.nl (provincie Zeeland)
§ Vlindernet.nl
§ Waarneming.nl
§ Sportvisserij Nederland.nl
BIJLAGE I: wet- en regelgeving en beleid
De natuurwetgeving en het natuurbeleid zijn van grote invloed op de handelswijze op ruimtelijke ingrepen en planontwikkeling daarvoor. In de volgende paragrafen wordt aangeven met welke wetgeving en beleid rekening moet worden.
Wet natuurbescherming Beschermde gebieden
De Wet natuurbescherming beschermt specifieke gebieden (onder andere Natura 2000 en voor- malige beschermde natuurmonumenten) op basis van Europese richtlijnen: Vogelrichtlijn, Habitat- richtlijn en Wetlands. Voor deze juridisch beschermde gebieden gelden vervolgens per gebied spe- cifieke instandhoudingsdoelen voor soorten en hun habitats.
Binnen deze beschermde gebieden geldt het nee-tenzij principe. Significante negatieve effecten op habitats en aangewezen soorten zijn niet toegestaan. Ook indirecte negatieve effecten (externe werking) afkomstig van buiten de gebieden is hierbij van belang. Bij wijzigingen met gevolgen voor de beschermde gebieden dient daarom te allen tijde toetsing aan de instandhoudingsdoelstelling plaats te vinden en een vergunning te worden aangevraagd. De gunstige staat van instandhouding van een aangewezen habitat of aangewezen soort mag niet in het geding komen.
Toetsing van de effecten op een beschermd natuurgebied en de beschermde soorten kent ver- schillende vormen, te beginnen bij een verkennende (voor)toets. Wanneer daaruit blijkt dat er ze- ker geen negatief effect ontstaat op aangewezen soorten en/of habitats dan is een vergunning niet nodig. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit LNV en de Rijksdienst voor On- dernemend Nederland, RVO) hebben een uitgebreid instrumentarium ontwikkeld om dit te kun- nen toetsen. Het bevoegd gezag ligt hoofdzakelijk bij de provincies. Blijkt uit de verkennende toet- sing (deze rapportage) dat er wel negatieve effecten optreden dan dient of het plan te worden gewijzigd of nader (veld)onderzoek en verdere toetsing te worden uitgevoerd en op basis daarvan gemotiveerd een vergunning te worden aangevraagd bij de betreffende provincie.
Op deze gebieden is ook de soortbescherming van soorten van toepassing.
Beschermde soorten
De soortbescherming geldt voor iedereen en voor heel Nederland. Voor alle in het wild levende planten en dieren geldt de algemene zorgplicht (artikel 1.11). Tevens is per provincie een lijst met beschermde soorten (met eventuele vrijstellingen) van kracht. De bescherming van deze soorten is uitgewerkt in een aantal verbodsbepalingen:
Essentie van de verboden Wet Natuurbescherming
(in de kolommen achter de verboden staan de verwij- zingen naar de wetsartikelen)
Europese soorten Nationale soorten
Het is verboden … Vogels Dieren Planten Dieren Planten
Specifieke beschermde soorten te doden of te vangen
3.1.1 3.5.1 3.10.1a
De voortplantingsplaats of rustplaats te be- schadigen, vernielen of wegnemen
3.1.2 3.5.4 3.10.1b
Eieren te beschadigen, rapen of bezitten 3.1.3 3.5.3 Specifieke beschermde soorten te verstoren 3.1.4 3.5.2 Specifieke beschermde planten te plukken, ver-
zamelen, afsnijden, ontwortelen, vernielen
3.5.5 3.10.1c
Tabel 5. Relevante verbodsbepalingen
Met het onderdeel soortbescherming beoogt de overheid de biodiversiteit te behouden. Uitgangs- punt is instandhouding op soortniveau, het betreft de populatie van een soort plant of dier, mini- maal op regionale schaal. Er wordt echter gehandhaafd op de verbodsbepalingen die zijn gekop- peld aan het toebrengen van schade aan een individu en/of rust- of verblijfplaats. Soortbescher- ming betekent in de praktijk dan ook dat het overtreden van de geldende verbodsbepalingen dient te worden voorkomen of zo veel mogelijk te worden beperkt door zorgvuldig handelen. Indien nodig dient de schade te worden voorkomen, beperkt of ongedaan te worden gemaakt.
In bepaalde gevallen is het mogelijk om ontheffing of vrijstelling te verkrijgen van de verbodsbe- palingen. Een andere mogelijkheid om het zorgvuldig handelen te borgen en ontheffingsaanvragen te voorkomen is gedurende het gehele traject een gedragscode van toepassing verklaren en aan de hand daarvan te werken. Daar waar het gaat om een ruimtelijke ontwikkeling, geïnitieerd vanuit een gemeente, is de gedragscode flora en fauna Ruimtelijke ontwikkeling en inrichting van Vereni- ging Stadswerk aan te raden.
Het ministerie heeft voor een aantal (zwaar) beschermde soorten soortenstandaards opgesteld waarin ecologisch kennis en effectieve maatregelen voor het zorgvuldig handelen zijn opgenomen.
Afhankelijk van het beschermingsniveau van de soort zullen mitigerende of compenserende maat- regelen moeten worden getroffen of een ontheffing moeten worden aangevraagd of kan mogelijk een gedragscode worden ingezet.
Wettelijke belangen
De mogelijkheden om ontheffing te kunnen aanvragen zijn per beschermingsgraad verschillend. In tabel 3.4 zijn deze zogenaamde wettelijke belangen opgesomd en wanneer deze belangen kunnen worden aangewend.
Vogels Habitat richtlijnsoort
Nationale soor- ten Belangen/Redenen/Voorwaarden Artikel 3.3.4 Artikel 3.8.5 Artikel 3.10.2
(art 3.8.5)
Volksgezondheid X X X
Openbare veiligheid X X X
Veiligheid van het luchtverkeer X
Bescherming wilde flora en fauna X X X
Dwingende redenen van groot openbaar be- lang (sociaal, economisch, wezenlijk gunstig ef- fect voor milieu)
X X
Het algemeen belang X
Tabel 6, Erkende belangen versus beschermingsstatus soorten
Rode lijst-soorten
Naast beschermde soorten zijn er ook Rode lijst-soorten. Dit zijn soorten die bedreigd of kwetsbaar zijn, of sterk achteruit zijn gegaan in aantal. Rode lijst-soorten, voor zover deze niet opgenomen zijn in de tabellen met beschermde soorten, hebben geen juridisch beschermde status conform de Wet natuurbescherming. De zorgplicht is wel van toepassing op de Rode lijst-soorten. In de praktijk kunnen voor deze soorten beschermende maatregelen worden voorgeschreven, hiermee wordt dan invulling gegeven aan het Rijksbeleid.
Natuurnetwerk Zeeland
Het Natuurnetwerk Nederland, voorheen de Ecologische Hoofdstructuur, is het Zeeuwse netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het zich ontwikkelende netwerk moet na- tuurgebieden en agrarische gebieden steeds beter met elkaar verbinden. Het netwerk bestaat uit Nationale parken, natuurontwikkelingsgebieden, landbouwgebieden met agrarisch natuurbeheer, grote wateren: meren, rivieren, de kustzone van de Noordzee en de Waddenzee. Alle Natura 2000- gebieden vallen binnen het Natuurnetwerk Nederland. De provincies hebben de grenzen voor het natuurnetwerk in hun provincie vastgelegd en bijbehorend beleid en beschermingsregels opge- steld.
BIJLAGE II: Verwerking aanbevelingen
In deze bijlage is weergegeven hoe door de aannemer (Van Gelder BV, regio West-Zuid) met de aanbevelingen is omgegaan in de afgelopen bouwperiode (seizoen 2019).
1. Plassen die zijn ontstaan na regenval direct dempen voordat aanwezige rugstreeppadden eieren hebben afgezet: Lage terreinvlakken zijn opgehoogd zodat er geen poelen en plassen kunnen ontstaan met uitzondering van wadi’s en sloten die gegraven worden conform ont- werp.
2. Werkprotocol/instructies om geen steilwanden te laten ontstaan: Steilwanden van depots zijn voor het broedseizoen verwijderd of afgevlakt naar vlakke taluds.
3. Controleren broedgevallen door ecologisch deskundige aan de hand van een werkprotocol:
Van Gelder heeft hiervoor Buijs Eco Consult ingeschakeld. Met de heer Buijs is er een werk- protocol opgesteld gekoppeld aan de uit te voeren werkzaamheden. Verder heeft het werk- gebied een afgezet gronddepot (middels bebording) dat dit broedseizoen ruimte biedt voor broedende vogels. Voor het broedseizoen 2020 zal eenzelfde concept opgezet worden.
4. Natuur-inclusief bouwen of andere mogelijkheden scheppen voor vestiging van bijvoor- beeld vleermuizen: In overleg met de heer Buijs (Buijs Eco Consult) wordt er gekeken naar natuur-inclusief bouwen, waaronder het verplaatsen van de zwaluwwand en het creëren van een vleermuizenverblijf.
5. Na realisatie van volledig bouwplan bomen bijplanten: Er is een vereveningsplan voor het gehele recreatieterrein in de maak waar ook een beplantingsplan in zal worden opgeno- men.
6. Geen extra bomen kappen, maar na de bouwactiviteiten inheemse bomen en heesters bij- planten op de kale stukken. Ook op het bestaande deel en de bestaande tuinen: In fase II zal er nog een gedeelte worden gekapt voor de aanleg van de geluidswal. De geluidswal zal vervolgens volledig beplant worden net zoals eerder is uitgevoerd op de huidige geluidswal.
Overige beplanting op kale stukken en in de tuinen zal worden opgenomen in het beplan- tingsplan.
7. Geplande pad tussen tuinen/bos en geluidswal (oostelijk deel) niet aanleggen: Het aan te leggen pad zal in een half verharding aangebracht worden. Het pad dient bij te dragen aan de natuurbeleving voor de recreant. De zone op en achter de geluidswal is een niet betreed- baar gebied voor de recreant. Voorheen stond er een dunne strook van bomen en struiken waar men zo doorheen kon lopen. De huidige geluidswal in combinatie met de nieuwe be- planting zorgt voor een niet betreedbare zone voor de recreant en een ideale verblijfsplek voor diverse soorten dieren.
8. Aangelegde oeverzwaluwwand ligt te veel in de schaduw. Beter is een oeverzwaluwwand op permanent zonnige plek: In overleg met de heer Buijs zal er gekeken worden naar een alternatieve locatie.
9. Extensief onderhouden van gras en bosschages: Aan het beplantingsplan zal eveneens een onderhoudsplan gekoppeld worden.
10. Aanleg bijenwand eventueel in combinatie met verplaatsen van oeverzwaluwwand op een zonnige locatie: Zie punt 4 en 8.
BIJLAGE III: Overzichtstabel beschermde soorten
Met donkeroranje gekleurde soorten moet tijdens de bouwactiviteiten rekening worden gehouden. Vestiging van lichtoranje gekleurde soorten dient te worden voorkomen.
Soortgroep Beschermde en voor- komende soort in Zeeland
Periode 1-1-2014-
18-3-2019 Groeiplaats, rust en/of verblijf- plaats
Foerageren,
migreren Negatief effect Bron
Zoogdieren Aardmuis Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Diverse Vogels (bewoond
nest) Algemene broedvo-
gels Diverse waarne-
mingen Zeker Zeker Waarschijnlijk Waarneming.nl
Amfibieën Alpenwatersalaman-
der Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Bever Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nee Zoogdiervereniging
Amfibieën Boomkikker Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Boommarter Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Bosmuis Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Diverse
Amfibieën Bruine kikker Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Waarneming.nl
Zoogdieren Bruinvis Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Waarneming.nl
Vogels (nest jaarrond) Buizerd 04-01-19 Nee Zeker Nee Waarneming.nl
Zoogdieren Bultrug Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Bunzing Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Waarneming.nl
Zoogdieren Damhert Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Das Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nee Diverse
komende soort in
Zeeland 18-3-2019 en/of verblijf-
plaats migreren
Reptielen Dikkopschildpad Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Dwergmuis Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Diverse Zoogdieren Dwergspitsmuis Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Diverse
Zoogdieren Dwergvinvis Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Eekhoorn Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nee Diverse
Zoogdieren Egel Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Waarneming.nl
Zoogdieren Franjestaart Waarneming niet
bekend Nee Onwaarschijn-
lijk Nee Diverse
Zoogdieren Gestreepte dolfijn Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Ongewervelden Gevlekte witsnuitlibel Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Gewone baardvleer-
muis Waarneming niet
bekend Nee Onwaarschijn-
lijk Nee Diverse
Zoogdieren Gewone bosspitsmuis Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Diverse Zoogdieren Gewone dolfijn Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Gewone dwergvleer-
muis Waarneming niet
bekend Onwaarschijnlijk Waarschijnlijk Nee Diverse
Zoogdieren Gewone grootoor-
vleermuis Waarneming niet
bekend Nee Onwaarschijn-
lijk Nee Diverse
Amfibieën Gewone pad Waarneming niet
bekend Mogelijk Waarschijnlijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Waarneming.nl Zoogdieren Gewone spitsdolfijn Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Soortgroep Beschermde en voor- komende soort in Zeeland
Periode 1-1-2014-
18-3-2019 Groeiplaats, rust en/of verblijf- plaats
Foerageren,
migreren Negatief effect Bron
Zoogdieren Gewone vinvis Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Gewone zeehond Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Waarneming.nl
Vogels (nest jaarrond) Gierzwaluw 17-05-18 Nee Zeker Nee Waarneming.nl
Zoogdieren Griend Niet waargeno-
men Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Grijze grootoorvleer-
muis Niet waargeno-
men Nee Onwaarschijn-
lijk Nee Diverse
Zoogdieren Grijze zeehond Niet waargeno-
men Nee Nee Nee Waarneming.nl
Amfibieën Groene kikker spec. Niet waargeno-
men Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Waarneming.nl
Vogels (nest jaarrond) Grote gele kwikstaart Niet waargeno-
men Onwaarschijnlijk Mogelijk Nee Waarneming.nl
Ongewervelden Grote Vos Niet waargeno-
men Onwaarschijnlijk Onwaarschijn-
lijk Nee Diverse
Zoogdieren Haas Niet waargeno-
men Onwaarschijnlijk Mogelijk Nee Waarneming.nl
Vogels (nest jaarrond) Havik Niet waargeno-
men Nee Onwaarschijn-
lijk Nee Waarneming.nl
Amfibieën Heikikker Niet waargeno-
men Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Hermelijn Niet waargeno-
men Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Waarneming.nl
Zoogdieren Hille (Butskop) Niet waargeno-
men Nee Nee Nee Diverse
Vissen Houting Niet waargeno-
men Nee Nee Nee Diverse
Vogels (nest jaarrond) Huismus 09-09-16 Mogelijk Zeker Nee Waarneming.nl
Zoogdieren Huisspitsmuis Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Diverse
komende soort in
Zeeland 18-3-2019 en/of verblijf-
plaats migreren
Amfibieën Kamsalamander Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Reptielen Kemps’ zeeschildpad Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Vogels (nest jaarrond) Kerkuil Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nee Waarneming.nl
Amfibieën Kleine watersalaman-
der Waarneming niet
bekend Nee Nee Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Diverse
Zoogdieren Konijn Veldbezoek Zeker Zeker Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Waarneming.nl
Zoogdieren Laatvlieger Waarneming niet
bekend Nee Waarschijnlijk Nee Diverse
Reptielen Lederschildpad Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Reptielen Levendbarende hage-
dis Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Amfibieën Meerkikker Waarneming niet
bekend Nee Nee Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Diverse
Zoogdieren Meervleermuis Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nee Diverse
Zoogdieren Noordse woelmuis Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Mogelijk Diverse
Zoogdieren Ondergrondse woel-
muis Waarneming niet
bekend Onwaarschijnlijk Onwaarschijn-
lijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Diverse Vogels (nest jaarrond) Ooievaar Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nee Waarneming.nl
Zoogdieren Potvis Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Waarneming.nl
Vogels (nest jaarrond) Ransuil Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nee Waarneming.nl
Zoogdieren Ree Waarneming niet
bekend Nee Onwaarschijn-
lijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Waarneming.nl
Soortgroep Beschermde en voor- komende soort in Zeeland
Periode 1-1-2014-
18-3-2019 Groeiplaats, rust en/of verblijf- plaats
Foerageren,
migreren Negatief effect Bron
Vogels (nest jaarrond) Roek Waarneming niet
bekend Nee Waarschijnlijk Nihil Waarneming.nl
Zoogdieren Rosse vleermuis Waarneming niet
bekend Nee Onwaarschijn-
lijk Nee Diverse
Zoogdieren Rosse woelmuis Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Diverse
Amfibieën Rugstreeppad Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Mogelijk Waarneming.nl
Zoogdieren Ruige dwergvleer-
muis Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nee Diverse
Vogels (nest jaarrond) Slechtvalk Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nihil Waarneming.nl
Reptielen Soepschildpad Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Vogels (nest jaarrond) Sperwer Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nee Waarneming.nl
Zoogdieren Steenmarter Waarneming niet
bekend Onwaarschijnlijk Mogelijk Nee Waarneming.nl
Vissen Steur Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Tuimelaar Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Tweekleurige bos-
spitsmuis Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Diverse Zoogdieren Tweekleurige vleer-
muis Waarneming niet
bekend Nee Onwaarschijn-
lijk Nee Diverse
Zoogdieren Veldmuis Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Mogelijk Waarneming.nl
Zoogdieren Veldspitsmuis Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Mogelijk Diverse
Zoogdieren Vos Veldbezoek Onwaarschijnlijk Zeker Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Waarneming.nl
komende soort in
Zeeland 18-3-2019 en/of verblijf-
plaats migreren
Zoogdieren Waterspitsmuis Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Watervleermuis Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nee Diverse
Zoogdieren Wezel Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Vrijgesteld (ruimtelijke ingreep) Waarneming.nl
Zoogdieren Wild zwijn Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Vogels Wintergasten (vogels) Veldbezoek Nee Zeker Nee Diverse
Zoogdieren Witsnuitdolfijn Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Zoogdieren Woelrat Waarneming niet
bekend Mogelijk Mogelijk Mogelijk Diverse
Zoogdieren Wolf Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Vogels (nest jaarrond) Zwarte wouw Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Waarneming.nl
Vogels (nest jaarrond) Boomvalk 07-10-14 Nee Waarschijnlijk Nee Diverse
Vogels (nest jaarrond) Steenuil Waarneming niet
bekend Nee Mogelijk Nee Diverse
Vogels (nest jaarrond) Wespendief Waarneming niet
bekend Nee Nee Nee Diverse
Vaatplanten Tonghaarmuts Waarneming niet
bekend Onwaarschijnlijk NVT Nee Diverse
Vaatplanten Akkerdoornzaad Waarneming niet
bekend Mogelijk NVT Nee Diverse
Vaatplanten Akkerogentroost Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse
Vaatplanten Bergnachtorchis Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse
Vaatplanten Blaasvaren Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse
Soortgroep Beschermde en voor- komende soort in Zeeland
Periode 1-1-2014-
18-3-2019 Groeiplaats, rust en/of verblijf- plaats
Foerageren,
migreren Negatief effect Bron
Vaatplanten Bokkenorchis Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse
Vaatplanten Brede wolfsmelk Waarneming niet
bekend Onwaarschijnlijk NVT Nee Diverse
Vaatplanten Dreps Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse
Vaatplanten Glad biggenkruid Waarneming niet
bekend Mogelijk NVT Nihil Diverse
Vaatplanten Groot spiegelklokje Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse
Vaatplanten Grote leeuwenklauw Waarneming niet
bekend Mogelijk NVT Nihil Diverse
Vaatplanten Kleine wolfsmelk Waarneming niet
bekend Mogelijk NVT Nihil Diverse
Vaatplanten Kluwenklokje Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse
Vaatplanten Korensla Waarneming niet
bekend Mogelijk NVT Nihil Diverse
Vaatplanten Muurbloem Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse
Vaatplanten Naakte lathyrus Waarneming niet
bekend Mogelijk NVT Nihil Diverse
Vaatplanten Naaldenkervel Waarneming niet
bekend Mogelijk NVT Nihil Diverse
Vaatplanten Schubvaren Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse
Vaatplanten Stijve wolfsmelk Waarneming niet
bekend Onwaarschijnlijk NVT Nee Diverse
Vaatplanten Stofzaad Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse
Vaatplanten Trosgamander Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse
komende soort in
Zeeland 18-3-2019 en/of verblijf-
plaats migreren
Vaatplanten Wilde ridderspoor Waarneming niet
bekend Nee NVT Nee Diverse